Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R0473

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/473 van de Commissie van 18 december 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de vereisten voor informatiedocumenten, voor de in het kostenplafond begrepen kosten en vergoedingen, en voor risicolimiteringstechnieken voor het pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (Voor de EER relevante tekst)

    C/2020/9073

    PB L 99 van 22.3.2021, p. 1–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2021/473/oj

    22.3.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 99/1


    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/473 VAN DE COMMISSIE

    van 18 december 2020

    tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de vereisten voor informatiedocumenten, voor de in het kostenplafond begrepen kosten en vergoedingen, en voor risicolimiteringstechnieken voor het pan-Europees persoonlijk pensioenproduct

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP) (1), en met name artikel 28, lid 5, vierde alinea, artikel 30, lid 2, derde alinea, artikel 33, lid 3, derde alinea, artikel 36, lid 2, tweede alinea, artikel 37, lid 2, derde alinea, artikel 45, lid 3, derde alinea, en artikel 46, lid 3, derde alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EU) 2019/1238 stelt eenvormige regels vast voor de registratie, ontwikkeling en distributie van en het toezicht op persoonlijke pensioenproducten die in de Unie onder de naam “pan-Europees persoonlijk pensioenproduct” (PEPP) worden gedistribueerd.

    (2)

    De PEPP-informatiedocumenten zijn cruciale onderdelen van het PEPP-raamwerk. Met die documenten kunnen consumenten de nodige informatie krijgen die helpt de PEPP’s en de verschillende beleggingsopties te begrijpen en te vergelijken.

    (3)

    Om PEPP’s en verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (“PRIIP’s”) te kunnen vergelijken, moeten de informatievereisten, voor zover passend en relevant, worden afgestemd op Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 van de Commissie over essentiële-informatiedocumenten voor PRIIP’s (2). Voor enkele onderdelen moeten de vereisten worden toegesneden op een product voor pensioensparen op lange termijn, dat gedurende iemands hele loopbaan en leven kan worden aangehouden, met bijzondere aandacht voor pensioenspecifieke risico’s, zoals inflatie en risico’s voor het doorbetalen van bijdragen.

    (4)

    Aangezien onlinedistributie een belangrijk aspect van PEPP’s is, is het van bijzonder belang dat consumenten de in een digitale omgeving gepresenteerde informatie gemakkelijk kunnen raadplegen, begrijpen en gebruiken. De vormgeving van informatiedocumenten moet dus verder worden uitgewerkt zodat de informatie doeltreffend en transparant wordt gepresenteerd wanneer daarvoor digitale middelen zoals website, mobiele app, audio of video worden gebruikt. Die vormgeving moet helpen om informatie digitaal op een aantrekkelijke en begrijpelijke wijze te verschaffen. De gelaagde presentatie van informatie moet voor voldoende flexibiliteit zorgen zodat de presentatie kan worden aangepast aan de verschillende typen digitale middelen en de evolutie van de digitale omgeving.

    (5)

    Om consumenten essentiële informatie over het PEPP te geven die gemakkelijk leesbaar en begrijpelijk is, en om PEPP’s onderling te kunnen vergelijken, moet er een hoge mate van standaardisering zijn. Daarom moeten verplichte templates voor de informatiedocumenten worden vastgesteld. Om consumenten te helpen het PEPP als een product voor pensioensparen op lange termijn te begrijpen, moeten de informatievereisten worden toegesneden op de pensioendoelstelling van het PEPP, zodat voor de beslissing nuttige informatie aantrekkelijk en helder wordt gepresenteerd aan de potentiële PEPP-spaarder, terwijl tegelijk de PEPP-aanbieder digitale middelen kan inzetten om informatie te verspreiden.

    (6)

    De indeling van de risico- en rendementsprofielen en de “samenvattende risico-indicator” van het PEPP moeten aansluiten bij de onderkende pensioenspecifieke risico’s en de doelstelling om een toereikend en stabiel pensioeninkomen op te bouwen. De vormgeving van de samenvattende risico-indicator moet een consistente en vergelijkbare risico-indeling bieden en moet worden aangevuld door consistent afgeleide aanvullende informatie die “superieure” beleggingsstrategieën en risicolimiteringstechnieken van “inferieure” onderscheidt, zodat consumenten de nodige informatie krijgen over de vraag of een risicovollere beleggingsoptie wel degelijk het potentieel van relatief hoger rendement inhoudt.

    (7)

    Projecties van toekomstig pensioeninkomen zijn belangrijk om consumenten inzicht te verschaffen in het PEPP en de geschiktheid ervan voor hun individuele pensioendoelstellingen. Het PEPP-essentiële-informatiedocument (“PEPP-Eid”) moet dus de resultaten laten zien van de voor inflatie gecorrigeerde pensioenuitkomsten van generieke PEPP-spaarders met afgebakende opbouwperiodes en standaardbijdragen.

    (8)

    Cruciale indicatoren voor risico’s en kosten moeten zodanig worden vormgegeven dat zij coherent en consistent op verschillende potentiële PEPP-beleggingsopties kunnen worden toegepast. De openbaarmaking van kosten moet de klemtoon leggen op concrete geldbedragen en moet ervoor zorgen dat de gemaximeerde kosten en vergoedingen van het basis-PEPP kunnen worden vergeleken.

    (9)

    Voor het PEPP-Eid is een template noodzakelijk. Die template moet gemakkelijk te begrijpen zijn en moet de klemtoon leggen op informatie die voor consumenten nuttig is wanneer zij beslissingen nemen over sparen in een PEPP, en moet eventuele “behavioural biases” beperken.

    (10)

    Overeenkomstig artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 moeten PEPP-aanbieders ervoor zorgen dat de PEPP-Eid’s te allen tijde accuraat, eerlijk, duidelijk en niet-misleidend zijn, zodat de potentiële PEPP-spaarders zich op die informatie kunnen verlaten wanneer zij een beslissing nemen over langetermijnsparen voor hun pensioen. Daarom moeten regels worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat het PEPP-Eid regelmatig en passend wordt geëvalueerd en dat het PEPP-Eid, zo nodig, tijdig wordt herzien.

    (11)

    Beslissen over langetermijnsparen voor het pensioen vormt een uitdaging, omdat toekomstige pensioenbehoeften misschien nog niet volledig bekend zijn en de persoonlijke omstandigheden en loopbanen kunnen veranderen. Daarom moeten, zelfs indien het PEPP-Eid is bedoeld om begrijpelijke en betrouwbare informatie te verschaffen die nuttig is om een beslissing te nemen over het sparen in een PEPP, potentiële PEPP-spaarders, rekening houdende met hun behoeften, ervaring en kennis, voldoende tijd krijgen om de betrokken informatie te begrijpen en af te wegen voordat zij een beslissing nemen om al dan niet in een bepaald PEPP te sparen.

    (12)

    Het PEPP-overzicht moet zodanig worden gepresenteerd dat de PEPP-spaarders de evolutie van hun eigen PEPP-spaartegoeden gemakkelijk kunnen volgen en monitoren. Het PEPP-overzicht mag dan, naar zijn aard, gepersonaliseerd zijn, toch moet het consistent zijn met precontractuele informatie en moet het de mogelijkheid bieden om PEPP’s voortdurend onderling te vergelijken, zodat de PEPP-spaarders doordachte beslissingen kunnen nemen over het aanpassen van de beleggingsoptie, het overstappen naar een andere PEPP-aanbieder of de aanpassing van het bijdrageniveau aan de pensioendoelstelling van de PEPP-spaarder.

    (13)

    Om de kostenefficiëntie van het basis-PEPP te verzekeren, moet ervoor worden gezorgd dat alle kosten en vergoedingen in het kostenplafond zijn opgenomen, tenzij het noodzakelijk is te garanderen dat basis-PEPP’s die het extra productkenmerk van de kapitaalgarantie bieden, niet worden benadeeld ten opzichte van basis-PEPP’s die dat productkenmerk niet hebben, zodat er een gelijk speelveld is.

    (14)

    De risicolimiteringstechnieken van PEPP’s zijn van essentieel belang om passende beleggingsstrategieën te stimuleren waarmee voor de pensioenuitkering betere uitkomsten kunnen worden behaald. Daartoe zijn heldere en afdwingbare criteria nodig waarmee de doeltreffendheid van de gekozen risicolimiteringstechniek consistent kan worden beoordeeld. Die criteria moeten daarom gelden voor de drie belangrijkste typen risicolimiteringstechnieken bij lifecycle beleggen, bij de vorming van reserves en bij het bepalen van garanties, en zij moeten rekening houden met de specifieke kenmerken van die typen. Die criteria moet ook gelden voor nieuwe, innovatieve risicolimiteringstechnieken om betere pensioenuitkomsten via innovatie te stimuleren.

    (15)

    Het langetermijnkarakter en de pensioeninkomendoelstelling van PEPP’s vereisen stochastische modellering, die een instrument is om de waarschijnlijkheid van verschillende uitkomsten onder uiteenlopende omstandigheden te voorspellen, zodat een redelijke projectie kan worden gemaakt van toekomstige PEPP-uitkeringen. Daarom moet ervoor worden gewaakt dat stochastische modellering wordt gebruikt bij de beoordeling van het risicoprofiel en de potentiële prestaties van de door PEPP-aanbieders voorgestelde beleggingsstrategieën, zodat de verschillende mogelijke uitkomsten voor PEPP-uitkeringen die als gevolg van onzekere activarendementen en bijdrageniveaus in de praktijk vallen waar te nemen, in beeld worden gebracht. Stochastische modellering moet ook worden gebruikt om het passende ambitieniveau in termen van risico te bepalen bij het bouwen van de prestatiescenario’s voor het PEPP-Eid en de projecties van de pensioenuitkering voor het PEPP-overzicht, alsmede bij de daadwerkelijke toepassing van de methodiek voor de samenvattende risico-indicator. Daartoe dient een aantal variabelen te worden bepaald die de PEPP-aanbieder voor zijn stochastische modellering moet gebruiken. De PEPP-aanbieder moet nog steeds de vrijheid hebben om de stochastische modellering aan te passen om de vereiste doelstelling te bereiken, en om modellen op te nemen die PEPP-aanbieders voor andere, vergelijkbare producten hebben uitgewerkt.

    (16)

    De bepalingen van deze verordening zijn onderling nauw verweven. Zij behandelen vereisten betreffende de informatiedocumenten, de kosten en vergoedingen voor het basis-PEPP, alsmede de risicolimiteringstechnieken. Door de sterke onderlinge verwevenheid tussen bepalingen in deze verordening en voor een betere consistentie tussen verschillende, door deze verordening bestreken onderdelen van de regelgeving, moeten de regels voor die onderdelen omvattend en holistisch nader worden ingevuld. Dit is noodzakelijk om een hoge mate van consistentie te verzekeren tussen de regels voor de kenmerken van hoogkwalitatieve producten en de regels om die kenmerken ook doeltreffend aan consumenten te communiceren. De regels voor specifieke productkenmerken van het PEPP zijn noodzakelijk om tot een holistische beoordeling te komen van de afruil van risico’s en rendement voor de PEPP-spaarder, terwijl zo ook betere pensioenuitkomsten worden bereikt dankzij innovatie en kostenefficiënties via digitalisering. Het is belangrijk dat deze innovatieve benaderingen op een consistente en vergelijkbare wijze aan consumenten wordt gecommuniceerd. Om coherentie tussen de bepalingen te garanderen, moeten zij in één verordening worden opgenomen.

    (17)

    Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (“EIOPA”) bij de Commissie heeft ingediend.

    (18)

    De EIOPA heeft open publieke raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de potentiële kosten en baten ervan geanalyseerd en heeft het advies van de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte Stakeholdergroep verzekeringen en herverzekeringen ingewonnen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK I

    INFORMATIEDOCUMENTEN IN ELEKTRONISCH FORMAAT

    Artikel 1

    Presentatie van informatiedocumenten in een onlineomgeving

    Wanneer de inhoud van het essentiële-informatiedocument voor een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (“PEPP-Eid”) of het PEPP-overzicht wordt gepresenteerd op een andere duurzame drager niet zijnde papier, voldoet de presentatie aan de volgende voorwaarden:

    a)

    de informatie wordt gepresenteerd op een wijze die aangepast is aan het apparaat dat de PEPP-spaarder gebruikt om het PEPP-Eid of het PEPP-overzicht te raadplegen;

    b)

    wanneer de grootte van de onderdelen in de opmaak worden veranderd, blijven de opmaak, kopjes en volgorde van het gestandaardiseerde presentatieformaat, alsmede de relatieve nadruk en grootte van de verschillende elementen behouden;

    c)

    het lettertype en de lettergrootte zijn zodanig dat de informatie opvallend en begrijpelijk is en helder leesbaar wordt gepresenteerd;

    d)

    indien audio of video wordt gebruikt, wordt een spreeksnelheid en geluidssterkte gebruikt waardoor de informatie, voor wie gewoon aandachtig is, opvallend en begrijpelijk is en duidelijk hoorbaar wordt gepresenteerd;

    e)

    de gepresenteerde informatie is identiek aan de informatie die in de papieren versie van, respectievelijk, het PEPP-Eid of het PEPP-overzicht wordt gegeven.

    Artikel 2

    Gelaagde presentatie van informatie

    De gelaagde presentatie van informatie in het PEPP-Eid of het PEPP-overzicht overeenkomstig artikel 28, lid 3, artikel 35, leden 1 en 2, respectievelijk, artikel 36, lid 1, en artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1238 is zodanig vormgegeven dat deze de aandacht van de cliënt niet van de inhoud van het document afleidt of de leesbaarheid van cruciale informatie bemoeilijkt. Indien informatie gelaagd wordt gepresenteerd, moet het mogelijk zijn om het PEPP-overzicht als één enkel document af te drukken.

    HOOFDSTUK II

    INHOUD EN PRESENTATIE VAN HET PEPP-ESSENTIËLE-INFORMATIEDOCUMENT

    Artikel 3

    Het onderdeel “Wat voor product is dit?”

    1.   De informatie over de pensioendoelstellingen op lange termijn van het PEPP en de middelen om die doelstellingen te bereiken, wordt kort, duidelijk en begrijpelijk samengevat in het onderdeel “Wat voor product is dit?” van het PEPP-Eid. Die informatie geeft de belangrijkste factoren waarvan beleggingsopbrengsten en pensioenuitkomsten afhangen, de onderliggende beleggingsactiva of referentiewaarden en de wijze waarop het rendement wordt bepaald, alsmede de impact van bijdrageniveaus en de verwachte spaarperiode tot aan het pensioen. De beginselen van de toegepaste risicolimiteringstechnieken, met name hoe binnen een portefeuille het rendement aan de individuele PEPP-overeenkomst wordt toegedeeld, worden toegelicht. Ook het type PEPP-aanbieder en de specifieke kenmerken van de PEPP-overeenkomst die dat met zich meebrengt, worden in dit onderdeel vermeld.

    2.   In het onderdeel “Wat voor product is dit?” van het PEPP-Eid bevat de beschrijving van het type PEPP-spaarders voor wie het PEPP bedoeld is wanneer het op de markt komt, informatie over de PEPP-spaarders die de PEPP-aanbieder voor ogen heeft. Het type PEPP-spaarders voor wie het PEPP is bestemd, wordt vastgesteld op basis van de mogelijkheden van PEPP-spaarders om beleggingsverlies te dragen, hun voorkeuren ten aanzien van de beleggingshorizon, hun theoretische kennis van en praktische ervaring met PEPP’s en de financiële markten in het algemeen, alsmede op basis van de behoeften, kenmerken en doelstellingen van potentiële PEPP-spaarders.

    3.   De nadere gegevens over PEPP-pensioenuitkeringen in het onderdeel “Wat voor product is dit?” van het PEPP-Eid bevatten een algemeen overzicht met de belangrijkste kenmerken van de PEPP-overeenkomst. Bij die nadere gegevens gaat het met name om het volgende:

    a)

    in artikel 58, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1238 genoemde mogelijke vormen van uitbetalingen en het recht om de vorm van uitbetalingen te wijzigen als bedoeld in artikel 59, lid 1, van die verordening;

    b)

    een vermelding van elke daarin opgenomen PEPP-pensioenuitkering, met een verklaring dat het bedrag van die uitkeringen te vinden is in het onderdeel “Wat zijn de risico’s en wat krijg ik ervoor terug?”.

    4.   Indien de PEPP-overeenkomst een biometrisch risico dekt, worden in het onderdeel “Wat voor product is dit?” van het PEPP-Eid nadere gegevens verstrekt over die dekking, met een lijst van de gedekte risico’s en de omstandigheden waarin die dekking zou gelden, en de verzekeringsuitkeringen. De premie voor biometrisch risico, als beschreven in punt 54 van bijlage VI bij Verordening (EU) 2017/653, wordt gepresenteerd als percentage van de jaarlijkse bijdrage of in de vorm van het effect van de premie voor biometrisch risico op de beleggingsopbrengst aan het einde van de opbouwfase, op basis van voor de geprojecteerde PEPP-uitkeringen gehanteerde generieke perioden dat producten worden aangehouden. In het geval van een eenmalige premiebetaling vermelden de nadere gegevens het ingelegde bedrag. In het geval van periodieke premiebetaling bevat de informatie het aantal periodieke betalingen en een schatting van de gemiddelde premie voor biometrisch risico als percentage van de jaarlijkse bijdrage.

    5.   Het onderdeel “Wat voor product is dit?” van het PEPP-Eid bevat de volgende informatie over de meeneembaarheidsdienst:

    a)

    informatie dat PEPP-spaarders, op verzoek, het recht hebben gebruik te maken van een meeneembaarheidsdienst in de zin van artikel 17, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1238;

    b)

    informatie over welke subrekeningen onmiddellijk beschikbaar zijn;

    c)

    een verwijzing naar het in artikel 13 van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde centrale openbaar register van de EIOPA dat informatie bevat over de door de lidstaten vastgestelde voorwaarden voor de opbouwfase en de afbouwfase van de nationale subrekeningen;

    d)

    informatie over de in artikel 20, lid 5, van Verordening (EU) 2019/1238 geboden keuzemogelijkheid indien de PEPP-aanbieder niet in staat is de opening te garanderen van een nieuwe subrekening die overeenkomt met de nieuwe lidstaat van verblijf van de PEPP-spaarder.

    6.   Het onderdeel “Wat voor product is dit?” van het PEPP-Eid bevat informatie over het aanbod van de overstapdienst, en met name informatie over de in artikel 52, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1238 geboden overstapmogelijkheden. Indien de PEPP-aanbieder, overeenkomstig dat artikel, de PEPP-spaarder toestaat om vaker naar een andere PEPP-aanbieder over te stappen, moet de frequentie van die overstapmogelijkheid in het PEPP-Eid worden vermeld. Het PEPP-Eid vermeldt of de overstap kosteloos is. Indien deze niet kosteloos is, vermeldt het PEPP-Eid de daaraan verbonden kosten.

    De informatie over het aanbod van de overstapdienst bevat ook informatie over het recht om overeenkomstig artikel 56, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 aanvullende informatie over de overstapdienst te ontvangen. Deze informatie wordt overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EU) 2019/1238 beschikbaar gesteld op de website van de PEPP-aanbieder en op verzoek van PEPP-spaarders.

    7.   Het onderdeel “Wat voor product is dit?” van het PEPP-Eid bevat informatie over de voorwaarden voor het aanpassen van de gekozen beleggingsoptie. Met name, in voorkomend geval, informatie over aangeboden alternatieve beleggingsopties waarnaar de PEPP-spaarder overeenkomstig artikel 44 van Verordening (EU) 2019/1238 kan overstappen. Indien de PEPP-aanbieder de PEPP-spaarder toestaat om de gekozen beleggingsoptie vaker dan minimaal vereist aan te passen, wordt de frequentie van mogelijke aanpassingen vermeld en wordt duidelijk gemaakt dat deze aanpassing kosteloos is of worden de daaraan verbonden kosten duidelijk vermeld.

    8.   De informatie over de prestaties van de beleggingen van de PEPP-aanbieder in termen van ecologische, sociale en governancefactoren (“ESG-factoren”) in het onderdeel “Wat voor product is dit?” van het PEPP-Eid bevat een beschrijvende toelichting en kwantitatieve informatie (voor zover beschikbaar) over de wijze waarop het opnemen van ESG-factoren van invloed is op de actuele en verwachte prestaties van de beleggingen van de PEPP-aanbieder.

    9.   Het onderdeel “Wat voor product is dit?” van het PEPP-Eid bevat (in voorkomend geval) informatie over de vraag of de PEPP-spaarder over een bedenktijd of opzegtermijn beschikt, en wat daarvan de gevolgen zijn, met inbegrip van alle toepasselijke vergoedingen en geldboeten om gebruik te maken van de bedenktijd of om de overeenkomst op te zeggen.

    10.   De informatie in het onderdeel “Wat voor product is dit?” van het PEPP-Eid bevat een verwijzing naar de informatie over de prestaties in het verleden van de PEPP-beleggingsopties, zoals die aan de PEPP-spaarders zijn toegedeeld. De informatie over de prestaties in het verleden worden beschikbaar gesteld op de website van de PEPP-aanbieder.

    11.   Indien bij de elektronische presentatie van informatie deze informatie gelaagd wordt gepresenteerd, bevat de eerste laag ten minste de volgende informatie:

    a)

    de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde informatie;

    b)

    informatie over de vraag of de PEPP-overeenkomst biometrisch risico dekt;

    c)

    informatie over een van de beide volgende punten:

    i)

    de vraag of het basis-PEPP een kapitaalgarantie biedt dan wel de vorm aanneemt van een risicolimiteringstechniek die in overeenstemming is met de doelstelling de PEPP-spaarder in staat te stellen het kapitaal terug te verdienen;

    ii)

    de vraag of en in welke mate een alternatieve beleggingsoptie, indien van toepassing, een garantie of een risicolimiteringstechniek biedt.

    Andere informatie mag in de lagen met verdere details worden verstrekt.

    Artikel 4

    Het onderdeel “Wat zijn de risico’s en wat krijg ik ervoor terug?”

    1.   Het onderdeel “Wat zijn de risico’s en wat krijg ik ervoor terug?” van het PEPP-Eid geeft kort, duidelijk en begrijpelijk de informatie over het rendementsprofiel van een PEPP, met inbegrip van de beschrijvende toelichting bij de samenvattende risico-indicator. De informatie geeft toelichting bij het doel en de uitkomsten van de samenvattende risico-indicator om, op een gestandaardiseerde en vergelijkbare wijze, verschillende risico- en rendementsprofielen in kaart te brengen en die samenvattende risico-indicator geldt als een ijkpunt voor het vergelijken van verschillende risico- en rendementsprofielen van PEPP’s. De PEPP-aanbieder verklaart duidelijk dat de samenvattende risico-indicator van een PEPP verschilt van en niet vergelijkbaar is met de samenvattende risico-indicator van producten die onder Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4) vallen.

    De informatie legt uit dat een laag risico-rendementsprofiel inhoudt dat de kans groter is dat de PEPP-spaarder een bescheiden pensioeninkomen zal ontvangen, terwijl een hoog risico-rendementsprofiel inhoudt dat de kans groter is dat de PEPP-spaarder een verhoudingsgewijs hoger of lager pensioeninkomen ontvangt dan bij lagere risico-rendementsprofielen. Beschrijvende toelichtingen vermelden de beperkingen van de samenvattende risico-indicator, onder meer (in voorkomend geval) de afhankelijkheid van het risico-rendementsprofiel van de actuele ontwikkeling van de beleggingen, de spaarperiode en de doeltreffendheid van de gehanteerde risicolimiteringstechniek.

    2.   De volgens artikel 28, lid 3, punt d), ii), van Verordening (EU) 2019/1238 vereiste informatie over het maximaal mogelijke verlies aan belegd kapitaal in het onderdeel “Wat zijn de risico’s en wat krijg ik ervoor terug?” van het PEPP-Eid wordt aangevuld met informatie over het gestandaardiseerde, stochastisch bepaalde opgebouwde kapitaal bij afbouw in een stressscenario, gelijk aan het vijfde percentiel van de distributie.

    3.   Het onderdeel “Wat zijn de risico’s en wat krijg ik ervoor terug?” van het PEPP-Eid geeft informatie over de gestandaardiseerde gunstige, gematigde en ongunstige prestatiescenario’s met betrekking tot het geprojecteerde PEPP-pensioeninkomen op basis van de volgende elementen:

    a)

    de projecties omvatten vier generieke PEPP-spaarders met 40, 30, 20 en 10 jaar tot aan het einde van de opbouwfase en zijn gebaseerd op een gestandaardiseerd bijdrageniveau;

    b)

    het gunstige scenario betreft het 85e percentiel van de distributie, het gematigde scenario de mediaan en het ongunstige scenario het 15e percentiel van de distributie;

    c)

    het geprojecteerde opgebouwde kapitaal aan het einde van de opbouwperiode en de geprojecteerde maandelijkse pensioenuitkeringen worden voor inflatie gecorrigeerd;

    d)

    de informatie bevat een beschrijvende toelichting, met onder meer nominale bedragen, van de omzetting naar de waarden van vandaag als gevolg van veranderingen in de koopkracht op termijn.

    4.   In voorkomend geval komt bij de informatie over de voorwaarden voor rendementen voor PEPP-spaarders of ingebouwde prestatieplafonds in het onderdeel “Wat voor product is dit?” van het PEPP-Eid de vormgeving en het toedelingsmechanisme van de toegepaste risicolimiteringstechnieken aan bod.

    5.   De inputs, aannames en methodieken voor de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde informatie zijn in overeenstemming met bijlage III.

    6.   Wanneer informatie in elektronisch formaat gelaagd wordt gepresenteerd, bevat de eerste laag ten minste de samenvattende risico-indicator en de geprojecteerde PEPP-uitkeringen van vier generieke PEPP-spaarders, terwijl de nominale geprojecteerde uitkeringen mogen worden verschaft in de lagen met verdere details. Andere informatie mag in de lagen met verdere details worden verstrekt.

    Artikel 5

    Het onderdeel “Wat zijn de kosten?”

    1.   De informatie in het onderdeel “Wat zijn de kosten?” van het PEPP-Eid is kort, duidelijk en begrijpelijk. In het onderdeel “Wat zijn de kosten?” vermelde kosten en vergoedingen betreffen daadwerkelijk gemaakte kosten, die rechtstreeks op het niveau van de aanbieder of op het niveau van een uitbestede activiteit of van een beleggingsfonds zijn gemaakt, daaronder begrepen alle daarmee samenhangende algemene kosten. In voorkomend geval worden kosten en vergoedingen die de potentiële PEPP-spaarder worden berekend voordat deze in het PEPP begint te sparen, apart opgevoerd als “initiële kosten”. Kosten en vergoedingen — zowel eenmalige als recurrente — worden gepresenteerd als “totale kosten per jaar” als bedrag en als percentage van het opgebouwde kapitaal in de zin van artikel 2, punt 24, van Verordening (EU) 2019/1238. Het samengestelde effect van de kosten wordt op basis van een gestandaardiseerde maandelijkse bijdrage van de PEPP-spaarder gepresenteerd als bedrag, zoals nader bepaald in deel III van bijlage III bij deze verordening.

    2.   Het onderdeel “Wat zijn de kosten?” van het PEPP-Eid bevat de volgende informatie:

    a)

    informatie over de administratieve kosten die voortvloeien uit de activiteiten van de PEPP-aanbieder bij het beheer van PEPP-rekeningen, het innen van bijdragen, de informatieverschaffing aan deelnemers en de uitvoering van betalingen;

    b)

    informatie over de volgende beleggingskosten:

    i)

    kosten voor het bewaren van activa, met inbegrip van vergoedingen aan de bewaarnemer voor het bewaren van activa en het innen van dividenden en rente-inkomsten;

    ii)

    transactiekosten van de portefeuille, met inbegrip van daadwerkelijke betalingen door de PEPP-aanbieder aan derden om de kosten te voldoen die worden gemaakt in verband met de verwerving of vervreemding van activa in de PEPP-rekening;

    iii)

    andere kosten met betrekking tot het beheer van de beleggingen;

    c)

    informatie over de distributiekosten voortvloeiend uit de reclame voor en de verkoop van het PEPP-product, met inbegrip van de kosten en vergoedingen voor adviesverlening;

    d)

    informatie over garantiekosten die de PEPP-spaarder worden berekend voor de financiële garantie dat ten minste het opgebouwde kapitaal wordt terugbetaald bij afbouw, en alle andere financiële garanties die in het kader van de PEPP-overeenkomst worden afgegeven.

    3.   Indien een PEPP-aanbieder vergoedingen berekent om de kosten te dekken voor initieel advies tijdens de eerste fase van de PEPP-overeenkomst — voordat de PEPP-spaarder het recht heeft om, overeenkomstig artikel 52, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1238, naar een andere PEPP-aanbieder over te stappen —, informeert hij de potentiële PEPP-spaarders over het totale bedrag van die vergoedingen, en de periode waarin en de frequentie waarmee die vergoedingen worden toegepast.

    4.   Indien bij de elektronische presentatie van informatie deze informatie gelaagd wordt gepresenteerd, bevat de eerste laag ten minste de volgende informatie:

    a)

    de informatie over de totale jaarlijkse kosten als bedrag en als percentage van het aan het jaareinde opgebouwde kapitaal, zoals nader bepaald in lid 1;

    b)

    in voorkomend geval, informatie over eventuele initiële kosten.

    Andere informatie mag in de lagen met verdere details worden verstrekt.

    Artikel 6

    Standaardopmaak van het PEPP-Eid

    De PEPP-aanbieders presenteren de PEPP-Eid overeenkomstig bijlage I. Indien informatie in elektronisch formaat wordt gepresenteerd, mag de presentatie aan de hand van de template in die bijlage alleen worden aangepast om informatie gelaagd te kunnen presenteren.

    HOOFDSTUK III

    EVALUATIE, HERZIENING EN VERSTREKKING VAN HET PEPP-EID

    Artikel 7

    Evaluatie van het PEPP-Eid

    1.   PEPP-aanbieders evalueren de informatie in het PEPP-Eid overeenkomstig artikel 30, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1238, telkens als er een verandering is met belangrijke gevolgen of vermoedelijk belangrijke gevolgen voor de informatie in het PEPP-Eid, en ten minste om de twaalf maanden na de datum van de eerste publicatie van het PEPP-Eid.

    2.   Bij het uitvoeren van de in lid 1 bedoelde evaluatie gaan PEPP-aanbieders na of de informatie in het PEPP-Eid nog nauwkeurig, eerlijk, duidelijk en niet-misleidend is. Met name gaan zij na of de volgende criteria in acht worden genomen:

    a)

    of de informatie in het PEPP-Eid beantwoordt aan de algemene vorm- en inhoudsvereisten van de artikelen 26, 27 en 28 van Verordening (EU) 2019/1238, en aan de specifieke vorm- en inhoudsvereisten van artikel 6 van deze verordening;

    b)

    of het risico en het rendement van het PEPP zijn gewijzigd en of als gevolg daarvan het PEPP moet worden ingedeeld in een andere klasse van de samenvattende risico-indicator dan die waarin het te evalueren PEPP-Eid is ondergebracht.

    3.   Voor de toepassing van lid 1 stellen PEPP-aanbieders tijdens de hele levensduur van het PEPP voor PEPP-spaarders passende procedures in en handhaven zij deze, om omstandigheden die tot een verandering kunnen leiden met gevolgen of vermoedelijke gevolgen voor de nauwkeurigheid, eerlijkheid of duidelijkheid van de informatie in het PEPP-Eid, te allen tijde en onverwijld te onderkennen.

    Artikel 8

    Herziening van het PEPP-Eid

    1.   PEPP-aanbieders passen het PEPP-Eid terstond aan indien de conclusie van de evaluatie overeenkomstig artikel 7 is dat het PEPP-Eid aanpassingen behoeft. PEPP-aanbieders zien erop toe dat alle onderdelen van het PEPP-Eid waarop die aanpassingen van invloed zijn, worden bijgewerkt.

    2.   De PEPP-aanbieder maakt het herziene PEPP-Eid op zijn website bekend en informeert de PEPP-spaarders terstond overeenkomstig artikel 7, lid 3.

    Artikel 9

    Verstrekking van het PEPP-Eid

    1.   De persoon die over een PEPP adviseert of een PEPP verkoopt, verstrekt het PEPP-Eid vroeg genoeg zodat een potentiële of huidige PEPP-spaarder voldoende tijd heeft om het document te bestuderen voordat deze door een overeenkomst of aanbod met betrekking tot dat PEPP is gebonden, ongeacht of de potentiële of huidige PEPP-spaarder al dan niet bedenktijd krijgt.

    2.   Voor de toepassing van lid 1 schat de persoon die over een PEPP adviseert of een PEPP verkoopt, in hoeveel tijd elke potentiële of huidige PEPP-spaarder nodig heeft om het PEPP-Eid door te nemen, aan de hand van de volgende criteria:

    a)

    de kennis van en de ervaring van de potentiële of huidige PEPP-spaarder met het PEPP of met PEPP’s van soortgelijke aard of met risico’s die vergelijkbaar zijn met die welke aan het PEPP verbonden zijn;

    b)

    de complexiteit, het langetermijnkarakter en de beperkte restitueerbaarheid van het PEPP;

    c)

    indien het advies of de verkoop op initiatief van de potentiële of huidige PEPP-spaarder plaatsvindt, de urgentie die de potentiële of huidige PEPP-spaarder uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven om de voorgestelde overeenkomst of het voorgestelde aanbod te sluiten.

    3.   Voor de toepassing van lid 1 voldoet het PEPP-Eid, indien het online wordt verstrekt, aan de volgende voorwaarden:

    a)

    het staat op een deel van de website of mobiele app waar het gemakkelijk te vinden en te raadplegen is;

    b)

    het wordt verstrekt in een fase van het aankoopproces waarin de potentiële of huidige PEPP-spaarder voldoende tijd krijgt om het document door te nemen voordat hij door een PEPP-overeenkomst of een aanbod met betrekking tot die PEPP-overeenkomst is gebonden.

    HOOFDSTUK IV

    PRESENTATIE EN OPMAAK VAN HET PEPP-OVERZICHT

    Artikel 10

    Presentatie van het PEPP-overzicht

    1.   De informatie in het PEPP-overzicht wordt kort, duidelijk en begrijpelijk gegeven. De informatie wordt — voor elke bestaande subrekening — in de onderstaande volgorde gepresenteerd:

    a)

    de in artikel 35, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde informatie;

    b)

    in het onderdeel “Productnaam”: de in artikel 36, lid 1, punten a), b) en c), van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde informatie;

    c)

    in het onderdeel “Hoeveel heb ik in mijn PEPP gespaard?“, de volgende informatie:

    i)

    de in artikel 36, lid 1, punt i), van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde informatie;

    ii)

    informatie over het totale bedrag op de PEPP-rekening, uitgesplitst in gestorte bijdragen en opgebouwde beleggingsopbrengsten, ongerekend kosten en vergoedingen, sinds de PEPP-spaarder in het PEPP is beginnen te sparen;

    iii)

    informatie over premies voor biometrisch risico;

    d)

    in het onderdeel “Wat ontvang ik als ik met pensioen ga?“, de volgende informatie:

    i)

    de in artikel 36, lid 1, punt d), en artikel 37, lid 1, punt d), van Verordening (EU) 2019/1238 en artikel 4, lid 3, van deze verordening bedoelde informatie, indien de daadwerkelijke bijdragen, de verwachte bijdrageniveaus en individuele voorwaarden worden toegepast;

    ii)

    in voorkomend geval, informatie over aanvullend-pensioenprojecties op basis van nationale regels overeenkomstig artikel 37, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1238;

    e)

    informatie over het geprojecteerde opgebouwde kapitaal aan het einde van de opbouwperiode en de geprojecteerde maandelijkse pensioenuitkeringen;

    f)

    in het onderdeel “Hoe is mijn PEPP de afgelopen twaalf maanden veranderd?“: de in artikel 36, lid 1, punten e), f) en h), van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde informatie over de evolutie van de PEPP-rekening in de twaalf voorafgaande maanden, met reconciliatie van het aanvangssaldo met het eindsaldo door het opvoeren van de gestorte bijdragen, de aan de PEPP-rekening toegedeelde beleggingsopbrengsten en de in artikel 5, lid 2, van deze verordening bedoelde kosten en vergoedingen;

    g)

    in het onderdeel “Belangrijkste factoren die op de prestatie van mijn PEPP van invloed zijn”: (in voorkomend geval) de in artikel 36, lid 1, punten g), j) en l), van Verordening (EU) 2019/1238 en in artikel 3, lid 10, van deze verordening bedoelde informatie;

    h)

    in het onderdeel “Belangrijke informatie”, de volgende informatie:

    i)

    informatie over de in artikel 35, leden 5 en 6, van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde wezenlijke wijzigingen of wijzigingen van de PEPP-voorwaarden;

    ii)

    een vermelding waar en hoe de in artikel 37, lid 1, punten a), b), c) en e), van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde aanvullende informatie kan worden verkregen;

    iii)

    in voorkomend geval, een verwijzing naar de verklaring met het beleggingsbeleid rekening houdende met ESG-factoren overeenkomstig artikel 37, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2019/1238.

    De in de eerste alinea, punt c), iii), bedoelde informatie wordt afzonderlijk gepresenteerd overeenkomstig artikel 3, lid 4.

    De in de eerste alinea, punt e), bedoelde informatie wordt gepresenteerd, gecorrigeerd voor inflatie. De informatie wordt aangevuld met een beschrijvende toelichting bij de omzetting naar de waarden van vandaag als gevolg van veranderingen in de koopkracht in de loop van de tijd.

    Voor de toepassing van de eerste alinea, punt f), wordt het samengestelde effect van de kosten op het geprojecteerde opgebouwde kapitaal bij afbouw overeenkomstig artikel 36, lid 1, punt f), van Verordening (EU) 2019/1238 gepresenteerd als “Welvaartsverlies”, zoals nader bepaald in deel III van bijlage III bij deze verordening.

    De in de eerste alinea, punt g), bedoelde informatie betreft de prestaties in het verleden van de beleggingsoptie van de PEPP-spaarder, zoals die is toegedeeld aan de PEPP-spaarders, en wordt, voor zover mogelijk, gegeven voor de voorafgaande tien jaar. Indien het niet mogelijk is de informatie voor de voorafgaande tien jaar te verschaffen, wordt de informatie verschaft voor de langste periode dat de PEPP-spaarder in het PEPP heeft gespaard. Die informatie wordt gepresenteerd als het gemiddelde beleggingsrendement, ongerekend beleggingskosten, over de perioden van het voorafgaande jaar, de voorafgaande drie jaar, de voorafgaande vijf jaar en de voorafgaande tien jaar, uitgedrukt als percentage van het opgebouwde kapitaal.

    2.   De aannames voor de in lid 1 bedoelde informatie zijn in overeenstemming met bijlage III.

    3.   Indien informatie elektronisch gelaagd wordt gepresenteerd, bevat de eerste laag ten minste de in lid 1, punten a), b), d) en e), behandelde informatie. Andere informatie mag in de lagen met verdere details worden verstrekt.

    Artikel 11

    Standaardopmaak van het PEPP-overzicht

    PEPP-aanbieders presenteren het PEPP-overzicht in overeenstemming met bijlage II. Wanneer informatie in elektronisch formaat wordt gepresenteerd, mag de template in die bijlage alleen worden aangepast om informatie gelaagd te kunnen presenteren.

    HOOFDSTUK V

    DE KOSTEN EN VERGOEDINGEN VOOR HET BASIS-PEPP

    Artikel 12

    Soorten kosten en vergoedingen voor het basis-PEPP

    1.   De in artikel 45, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde kosten en vergoedingen met betrekking tot het aan het einde van het betrokken jaar opgebouwde kapitaal van de spaarder in het basis-PEPP omvatten alle daadwerkelijke gemaakte kosten en vergoedingen, die rechtstreeks op het niveau van de aanbieder of op het niveau van een uitbestede activiteit zijn gemaakt, daaronder begrepen aan het sparen in het basis-PEPP en de distributie van het basis-PEPP verbonden passende algemene kosten en vergoedingen. Die kosten en vergoedingen omvatten met name de volgende kosten:

    a)

    administratieve kosten;

    b)

    beleggingskosten;

    c)

    distributiekosten.

    2.   Kosten en vergoedingen in verband met aanvullende elementen of kenmerken van het basis-PEPP die niet vereist zijn volgens artikel 45 van Verordening (EU) 2019/1238, en alle in artikel 54 van Verordening (EU) 2019/1238 beschreven aan overstapdiensten verbonden kosten en vergoedingen worden niet opgenomen in de in artikel 45, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde kosten.

    Artikel 13

    Kosten en vergoedingen voor garanties van het basis-PEPP

    1.   Indien het basis-PEPP voorziet in een garantie voor het kapitaal dat mag worden verwacht bij het begin van de afbouwfase en tijdens de afbouwfase als bedoeld in artikel 45, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1238, worden de rechtstreeks aan die kapitaalgarantie verbonden kosten niet opgenomen in de in artikel 45, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde kosten.

    2.   De PEPP-aanbieder vermeldt de voor de kapitaalgarantie berekende kosten uitdrukkelijk en afzonderlijk in het onderdeel “Wat zijn de kosten?” in het PEPP-Eid en in het onderdeel “Hoe is mijn PEPP het voorbije jaar veranderd” in het PEPP-overzicht.

    3.   In voorkomend geval is de PEPP-aanbieder in staat om, op verzoek van de bevoegde nationale autoriteit of de EIOPA, het bewijs te leveren dat de betrokken kosten rechtstreeks verband houden met de kapitaalgarantie.

    HOOFDSTUK VI

    RISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN

    Artikel 14

    Doelstelling van de risicolimiteringstechnieken

    1.   Bij het gebruik van de risicolimiteringstechnieken voor de beleggingsstrategie van het PEPP leggen PEPP-aanbieders een doelstelling vast die aansluit bij de specifieke pensioendoelstelling van de PEPP-spaarder of groep van PEPP-spaarders, in overeenstemming met de in artikel 47, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1238 bedoelde voorwaarden.

    2.   De PEPP-aanbieder geeft de risicolimiteringstechniek zodanig vorm dat de doelstelling wordt behaald van het voorzien in een stabiel en toereikend toekomstig pensioeninkomen uit het PEPP, rekening houdende met de verwachte resterende duur van de individuele opbouwfase van de PEPP-spaarder of groep van PEPP-spaarders en de door de PEPP-spaarder gekozen afbouwoptie. Om die doelstelling waar te maken, wordt de risicolimiteringstechniek als volgt vormgegeven:

    a)

    er wordt voor gezorgd dat het verwachte verlies — omschreven als de shortfall tussen de geprojecteerde som van de bijdragen en het geprojecteerde opgebouwde kapitaal aan het einde van de opbouwfase — niet meer dan 20 % bedraagt in het stressscenario overeenstemmend met het vijfde percentiel van de distributie;

    b)

    er wordt ingezet op het overtreffen van het jaarlijkse inflatiepercentage met een waarschijnlijkheid van ten minste 80 % over een opbouwfase van veertig jaar;

    c)

    er wordt rekening gehouden met de uitkomsten van stochastische modellering.

    3.   Voor het basis-PEPP hanteert de PEPP-aanbieder, wanneer hij geen in artikel 13 bedoelde kapitaalgarantie biedt, een beleggingsstrategie die garandeert dat, rekening houdende met de uitkomsten van stochastische modellering, het kapitaal met een waarschijnlijkheid van ten minste 92,5 % is terugverdiend bij het begin van de afbouwfase en tijdens de afbouwfase. Wanneer de resterende opbouwfase tien jaar of minder bedraagt bij het opnemen van het basis-PEPP, mag een waarschijnlijkheid van ten minste 80 % worden gehanteerd bij het toepassen van de beleggingsstrategie.

    4.   Bij het vormgeven van een risicolimiteringstechniek voor een groep PEPP-spaarders, geeft de PEPP-aanbieder de risicolimiteringstechniek zodanig vorm dat een eerlijke en gelijke bescherming van elke individuele PEPP-spaarder binnen de groep is gegarandeerd, en bouwt hij negatieve prikkels in tegen opportunistisch handelen van individuele PEPP-spaarders binnen die groep.

    5.   PEPP-aanbieders zorgen ervoor dat alle prestatieafhankelijke beloningen van personen die namens de PEPP-aanbieder handelen en de risicolimiteringstechnieken toepassen, aanzetten tot het behalen van de doelstelling van de risicolimiteringstechnieken.

    6.   PEPP-aanbieders stellen het passende karakter, doelmatigheid en doeltreffendheid van de risicolimiteringstechniek veilig met speciale processen en regelingen binnen het producttoezicht en governancekader, zoals vereist door artikel 25 van Verordening (EU) 2019/1238. Dat kader wordt door de toezichthouder geëvalueerd en is het voorwerp van rapportage aan de toezichthouder.

    7.   Wanneer een PEPP-spaarder overeenkomstig artikel 44 van Verordening (EU) 2019/1238 voor een andere beleggingsoptie kiest of overeenkomstig artikel 20, lid 5, of artikel 52 van die verordening overstapt naar een andere PEPP-aanbieder, draagt de PEPP-aanbieder eerlijk de eventuele toegedeelde reserves en de beleggingsopbrengsten bij voor de uittredende PEPP-spaarder. De PEPP-aanbieder zorgt ervoor dat de toedeling even eerlijk is voor de uittredende PEPP-spaarder als voor de PEPP-spaarders die blijven.

    8.   Ingeval zich ongunstige economische ontwikkelingen voordoen binnen drie jaar vóór het verwachte einde van de resterende duur van de opbouwfase van de PEPP-spaarder, verlengt de PEPP-aanbieder de laatste lifecycle-fase of de toegepaste risicolimiteringstechniek met een passende extra termijn van maximaal drie jaar na het oorspronkelijk verwachte einde van de opbouwfase. Voor die verlenging is de uitdrukkelijke toestemming van de PEPP-spaarder vereist en zij vindt plaats in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 47 van Verordening (EU) 2019/1238.

    Artikel 15

    Lifecycle beleggen

    1.   Indien wordt gebruikgemaakt van een risicolimiteringstechniek die de toedeling van beleggingen aanpast om de financiële risico’s van beleggingen te limiteren overeenkomstig de resterende looptijd, geeft de PEPP-aanbieder gemiddelde blootstellingen aan eigen- en vreemdvermogensinstrumenten, maar garandeert hij wel de inachtneming van artikel 41 van Verordening (EU) 2019/1238 voor alle potentiële subportefeuilles die met de fasen van het lifecycle beleggen overeenstemmen.

    2.   De PEPP-aanbieder geeft het lifecycle beleggen zodanig vorm dat de PEPP-spaarders die het verst van het verwachte einde van de opbouwfase afstaan, in een contractueel bepaalde mate beleggen in langetermijnbeleggingen die hogere beleggingsopbrengsten opleveren door hun specifieke hogere risico- en rendementskenmerken, zoals geringe liquiditeit en kenmerken van eigen vermogen. Voor de PEPP-spaarders die het dichtst bij het verwachte einde van de opbouwfase staan, zorgt de PEPP-aanbieder ervoor dat de beleggingen in hoofdzaak liquide en hoogkwalitatief zijn en vaste beleggingsopbrengsten hebben.

    Artikel 16

    Het vormen van reserves

    1.   Indien wordt gebruikgemaakt van een risicolimiteringstechniek die met de bijdragen van PEPP-spaarders of beleggingsopbrengsten reserves vormt, vermelden de PEPP-aanbieders in de PEPP-overeenkomst transparant en begrijpelijk de regels voor de toedeling van het opgebouwde kapitaal en de beleggingsopbrengsten aan de rekening van de individuele PEPP-spaarder, naar en van de reserves en, in voorkomend geval, aan de overeenkomstige groep PEPP-spaarders.

    2.   De PEPP-aanbieder deelt de bijdragen en beleggingsopbrengsten van de geoormerkte activa op transparante en begrijpelijke wijze toe aan de reserves, zodat in perioden van positieve beleggingsopbrengsten afdoende reserves worden gevormd. Evenzo deelt de PEPP-aanbieder in perioden van negatieve beleggingsopbrengsten op transparante en begrijpelijke wijze uit de reserves toe aan de rekening van de individuele PEPP-spaarder en, in voorkomend geval, de overeenkomstige groep PEPP-spaarders.

    3.   De PEPP-aanbieder identificeert en oormerkt de voor de PEPP-spaarders belegde activa duidelijk. De PEPP-aanbieder kan niet voor eigen rekening handelen met de voor de PEPP-spaarders geoormerkte activa.

    4.   In de eerste tien jaar na de oprichting van een nieuw PEPP mag de PEPP-aanbieder bijdragen aan de vorming van de reserves door een lening of een eigenvermogensbelegging te verschaffen aan de activa van de PEPP-spaarders. In dat geval geeft de PEPP-aanbieder dit nader aan en vermeldt hij in de PEPP-overeenkomst transparant en duidelijk de voorwaarden van zijn bijdrage en winstdeling, alsmede het patroon van de geleidelijk afbouw van beleggingen over de maximumperiode van tien jaar.

    Artikel 17

    Gegarandeerd minimumrendement

    1.   Wanneer de PEPP-aanbieder garanties voor een minimumrendement aanbiedt, beschrijft hij duidelijk de kenmerken, zoals plafonds en drempels, van de garantie en vermeldt hij of de garantie geldt voor inflatiegecorrigeerde rendementen dan wel nominale rendementen.

    2.   De PEPP-aanbieder vermeldt in het PEPP-Eid en nadien in het PEPP-overzicht uitdrukkelijk of de hoogte van de garantie al dan niet wordt gecorrigeerd voor het jaarlijkse inflatiepercentage.

    Artikel 18

    Holistische schatting van de risico’s en rendementen van het PEPP

    Ten behoeve van de artikelen 3, 4, 5, 10 en 14 passen de PEPP-aanbieders de in bijlage III vastgestelde methodieken toe.

    Artikel 19

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 18 december 2020.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 198 van 25.7.2019, blz. 1.

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 van de Commissie van 8 maart 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (priip’s) door de vaststelling van technische reguleringsnormen voor de presentatie, de inhoud, de evaluatie en de herziening van essentiële-informatiedocumenten en de voorwaarden voor het voldoen aan het vereiste om dergelijke documenten te verstrekken (PB L 100 van 12.4.2017, blz. 1).

    (3)  Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

    (4)  Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP’s) (PB L 352 van 9.12.2014, blz. 1).


    BIJLAGE I

    TEMPLATE VOOR HET ESSENTIËLE-INFORMATIEDOCUMENT VOOR PEPP’s (PEPP-Eid)

    Deel I. Instructies voor het invullen van de template voor het essentiële-informatiedocument voor PEPP’s

    1.

    PEPP-aanbieders moeten zich houden aan de volgorde van de onderdelen, de titels, de presentatie-instrumenten en de pictogrammen van het essentiële-informatiedocument voor PEPP’s (“PEPP-Eid”) in deel II van deze bijlage. De template legt echter geen parameters vast wat betreft de lengte van elk onderdeel en de plaats van pagina-einden. In totaal mag de template afgedrukt niet langer zijn dan vijf kanten van A4-formaat.

    2.

    Onder de duidelijk zichtbare titel “Essentiële-informatiedocument voor een PEPP” komt de volgende verklaring: “In dit document vindt u essentiële informatie over dit pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP). Dit is geen marketingmateriaal. Deze wettelijk verplichte informatie helpt u beter te begrijpen om wat voor product het gaat en wat de risico’s, kosten, eventuele winst en eventueel verlies ervan zijn. Ook kunt u hiermee beter vergelijken met andere PEPP’s.”

    3.

    In de template mogen PEPP-aanbieders een QR-code opnemen die is gekoppeld aan de elektronische versie van het PEPP-Eid.

    4.

    Bovenaan op de template geven de PEPP-aanbieders in het onderdeel “PEPP in één oogopslag” de volgende informatie:

    a)

    het geprojecteerde opgebouwde kapitaal voor een maandelijkse bijdrage van 100 EUR over een periode van 40 jaar, in het ongunstige en het gunstige scenario;

    b)

    de totale jaarlijkse kosten, als percentage van het op basis van maandelijkse bijdragen van 100 EUR opgebouwde kapitaal;

    c)

    de indeling van de samenvattende risico-indicator, en

    d)

    een verklaring of het product al dan niet een garantie biedt.

    5.

    De PEPP-aanbieder voegt daaraan deze verklaring toe: “Het in dit document beschreven pensioenproduct is een beperkt restitueerbaar langetermijnproduct dat niet op ieder moment kan worden stopgezet.”

    6.

    In het volgende onderdeel mag de PEPP-aanbieder zijn bedrijfsmerk of -logo toevoegen en geeft hij de volgende informatie:

    a)

    de identiteit en contactgegevens van de PEPP-aanbieder;

    b)

    de bevoegde autoriteiten van de PEPP-aanbieder;

    c)

    de naam van het PEPP en het nummer waaronder het PEPP in het centrale openbare register is geregistreerd;

    d)

    onder “Soort product”: of het om een basis-PEPP gaat of niet; zo niet, of het PEPP-Eid betrekking heeft op een specifieke alternatieve beleggingsoptie, dan wel generieke informatie over een reeks alternatieve beleggingsopties verstrekt, en

    e)

    de datum van het document.

    7.

    Onder het kopje “Hoe wordt mijn geld belegd?” geeft de PEPP-aanbieder de informatie overeenkomstig artikel 3, lid 1. PEPP-aanbieders kunnen de rechterkolom of het hoofdgedeelte van de tekst gebruiken om informatie overeenkomstig artikel 3, lid 10, van deze verordening te geven.

    8.

    Onder het kopje “Voor wie is dit product bestemd?” geeft de PEPP-aanbieder de informatie overeenkomstig artikel 3, lid 2, van deze verordening.

    9.

    Onder het kopje “Is mijn gespaarde geld gegarandeerd?” vermeldt de PEPP-aanbieder:

    a)

    of het basis-PEPP een kapitaalgarantie biedt dan wel de vorm aanneemt van een risicolimiteringstechniek die in overeenstemming is met de doelstelling de PEPP-spaarder in staat te stellen het kapitaal terug te verdienen, dan wel

    b)

    of en in welke mate een alternatieve beleggingsoptie (indien van toepassing) een garantie of een risicolimiteringstechniek biedt.

    10.

    Onder het kopje “Wat gebeurt er wanneer ik met pensioen ga?” geeft de PEPP-aanbieder de informatie overeenkomstig artikel 3, lid 3, van deze verordening.

    11.

    Onder het kopje “Wat gebeurt er met mijn PEPP-inleg als ik kom te overlijden/arbeidsongeschikt wordt/langer leef dan in mijn PEPP-contract is aangenomen?” geeft de PEPP-aanbieder de informatie overeenkomstig artikel 3, lid 4, van deze verordening.

    12.

    Onder het kopje “Wat gebeurt er als ik naar een ander land verhuis?” geeft de PEPP-aanbieder de informatie overeenkomstig artikel 3, lid 5, van deze verordening. PEPP-aanbieders kunnen de rechterkolom of het hoofdgedeelte van de tekst gebruiken om aan te geven waar meer informatie te vinden is.

    13.

    Onder het kopje “Kan ik het product vroeger opnemen?” neemt de PEPP-aanbieder een verklaring op over de gevolgen voor de PEPP-spaarder:

    a)

    van vervroegde terugtrekking uit het PEPP, met inbegrip van alle toepasselijke vergoedingen, boeten, en mogelijk verlies van kapitaalbescherming en van andere mogelijke voordelen en stimulansen, en

    b)

    indien de PEPP-spaarder niet langer bijdraagt aan het PEPP, met inbegrip van alle toepasselijke vergoedingen, boeten, en mogelijk verlies van kapitaalbescherming en van andere mogelijke voordelen en stimulansen.

    14.

    Onder het kopje “Kan ik van PEPP-aanbieder veranderen?” geeft de PEPP-aanbieder informatie overeenkomstig artikel 3, lid 6, van deze verordening. PEPP-aanbieders kunnen de rechterkolom of het hoofdgedeelte van de tekst gebruiken om aan te geven waar meer informatie te vinden is.

    15.

    Onder het kopje “Kan ik een andere beleggingsoptie kiezen?” geeft de PEPP-aanbieder de informatie overeenkomstig artikel 3, lid 7, van deze verordening.

    16.

    Onder het kopje “Wordt mijn geld duurzaam belegd?” geeft de PEPP-aanbieder de informatie overeenkomstig artikel 3, lid 8, van deze verordening. PEPP-aanbieders kunnen de rechterkolom of het hoofdgedeelte van de tekst gebruiken om aan te geven waar meer informatie te vinden is.

    17.

    Onder het kopje “Gebeurt dit volgens [lidstaat] recht?” geeft de PEPP-aanbieder informatie over het recht dat op de PEPP-overeenkomst van toepassing is wanneer de partijen geen vrijheid van rechtskeuze hebben of, indien de partijen vrij zijn in de keuze van het toepasselijke recht, het recht dat de PEPP-aanbieder voorstelt te kiezen.

    18.

    Onder het kopje “Kan ik annuleren of mij bedenken?” geeft de PEPP-aanbieder de informatie overeenkomstig artikel 3, lid 9, van deze verordening.

    19.

    Onder het kopje “Wat is het risicoprofiel van dit product?” geeft de PEPP-aanbieder de informatie overeenkomstig artikel 4, lid 1, van deze verordening. PEPP-aanbieders kunnen de rechterkolom of het hoofdgedeelte van de tekst gebruiken om aan te geven waar meer informatie te vinden is, met name over de methoden die voor de samenvattende risico-indicator worden toegepast.

    20.

    Onder het kopje “Bestaat het risico dat ik mijn belegde kapitaal volledig verlies?” geeft de PEPP-aanbieder de informatie overeenkomstig artikel 4, lid 2, van deze verordening.

    21.

    Onder het kopje “Hoeveel mag ik verwachten wanneer ik met pensioen ga?” geeft de PEPP-aanbieder, wanneer hij informatie overeenkomstig artikel 4, leden 3 en 4, geeft, de informatie overeenkomstig artikel 4, lid 3, punten a) tot en met c), als volgt:

    a)

    het ongunstige scenario in de categorie “indien uw beleggingen zwak presteren”;

    b)

    het scenario met de beste schatting in de categorie “indien uw beleggingen gemiddeld presteren”;

    c)

    het gunstige scenario in de categorie “indien uw beleggingen het zeer goed doen”;

    d)

    de betrokken projecties voor de opbouwperiode van 40 jaar voor “uw huidige leeftijd is: 25”, voor de opbouwperiode van 30 jaar voor “35”, voor de opbouwperiode van 20 jaar voor “45” en voor de opbouwperiode van 10 jaar voor “55”.

    22.

    Onder het kopje “Hoeveel mag ik verwachten wanneer ik met pensioen ga?” geeft de PEPP-aanbieder een verklaring dat het belastingrecht van de lidstaat van verblijf van de PEPP-spaarder van invloed kan zijn op het daadwerkelijk uitgekeerde bedrag.

    23.

    Onder het kopje “Wat gebeurt er als [naam PEPP-aanbieder] niet kan uitbetalen?” beschrijft de PEPP-aanbieder beknopt of het betrokken verlies wordt gedekt door een compensatie- of waarborgregeling voor beleggers, en zo ja, om welke regeling het gaat, de naam van de garant en welke risico’s al dan niet door de regeling worden gedekt.

    24.

    Onder het kopje “Eenmalige kosten” vermeldt de PEPP-aanbieder de kosten voor het aangaan van de overeenkomst en de eenmalige kosten indien de overeenkomst binnen vijf jaar wordt beëindigd.

    25.

    Onder het kopje “Jaarlijkse kosten” geeft de PEPP-aanbieder informatie overeenkomstig artikel 5, leden 1 en 3. PEPP-aanbieders kunnen de rechterkolom of het hoofdgedeelte van de tekst gebruiken om toelichting te geven bij extra kosten die de PEPP-aanbieder of PEPP-distributeur berekent. Daar kunnen zij ook uitgebreide informatie geven over distributiekosten die niet in de kosten onder de voorafgaande kopjes zijn vervat, zodat de PEPP-spaarders het cumulatieve effect van die totale kosten op het rendement van de belegging kunnen begrijpen.

    26.

    Onder het kopje “Welke specifieke voorwaarden gelden voor de subrekening voor [mijn lidstaat van verblijf]?” en onder het subkopje “Voorwaarden in de bijdragefase” beschrijft de PEPP-aanbieder de voorwaarden voor de opbouwfase, zoals de lidstaat van verblijf van de PEPP-spaarder die heeft bepaald. Onder het subkopje “Voorwaarden in de uitbetalingsfase” beschrijft de PEPP-aanbieder de voorwaarden voor de afbouwfase, zoals de lidstaat van verblijf van de PEPP-spaarder die heeft bepaald.

    27.

    Onder het kopje “Hoe kan ik een klacht indienen?” geeft de PEPP-aanbieder informatie over hoe en bij wie een PEPP-spaarder een klacht kan indienen over het PEPP of over het gedrag van de PEPP-aanbieder of de PEPP-distributeur.

    Deel II. Template

    Image 1

    Image 2

    Image 3

    Image 4

    Image 5


    BIJLAGE II

    TEMPLATE VOOR HET PEPP-OVERZICHT

    Deel I. Instructies voor het invullen van de template voor het PEPP-overzicht

    1.

    PEPP-aanbieders moeten zich houden aan de volgorde van de onderdelen, de titels, de presentatie-instrumenten, de grafieken en de pictogrammen in deze template. De template legt echter geen parameters vast wat betreft de lengte van elk onderdeel en de plaats van pagina-einden.

    2.

    In de template mogen PEPP-aanbieders een QR-code opnemen die is gekoppeld aan de elektronische versie van het PEPP-overzicht. Ook mogen zij het bedrijfsmerk of -logo van de PEPP-aanbieder toevoegen.

    3.

    Onder het kopje “Hoeveel ontvang ik als ik met pensioen ga?” geeft de PEPP-aanbieder de uitkomsten van de volgende scenario’s:

    a)

    het ongunstige scenario in de categorie “indien uw beleggingen zwak presteren”;

    b)

    het scenario met de beste schatting in de categorie “indien uw beleggingen gemiddeld presteren”;

    c)

    het gunstige scenario in de categorie “indien uw beleggingen het zeer goed doen”.

    Deel II. Template

    Image 6

    Image 7

    Image 8


    BIJLAGE III

    INPUTS, AANNAMES EN METHODEN

    Deel I. Methode voor de presentatie van risico’s en rendement

    Samenvattende risico-indicator

    1.

    PEPP-aanbieders delen het basis-PEPP en de individuele alternatieve beleggingsopties toe aan vier verschillende categorieën: “1”, “2”, “3” en “4”. Deze toedeling is gebaseerd op:

    a)

    het risico dat voor inflatie gecorrigeerde bijdragen niet worden terugverdiend;

    b)

    de expected shortfall (ES), en

    c)

    de vergelijking met de verwachtingswaarde van het rendement wat betreft het bereiken van een bepaald niveau van PEPP-uitkeringen, al naargelang, bij het begin van of tijdens de afbouwfase.

    2.

    Voor het berekenen van het risico dat voor inflatie gecorrigeerde bijdragen niet worden terugverdiend, bepalen PEPP-aanbieders stochastisch het bereik van de verwachtingswaarde van het aan het einde van de opbouwfase opgebouwde kapitaal voor generieke PEPP-spaarders, generieke lengten van opbouwperioden en gestandaardiseerde bijdrageniveaus. Op basis van een stochastische simulatie wordt het risico uitgedrukt als de waarschijnlijkheid in procentpunten, die de vertaling is van het aantal observaties waar de som van de voor inflatie gecorrigeerde bijdragen hoger is dan de verwachtingswaarde van het aan het einde van de opbouwperiode opgebouwde kapitaal, afgezet tegen het totale aantal observaties

    3.

    Het risico dat met de individuele beleggingsoptie de voor inflatie gecorrigeerde bijdragen niet worden terugverdiend, wordt als volgt aan de verschillende categorieën toegedeeld:

    Categorieën

    Opbouwperioden

    40 jaar

    30 jaar

    20 jaar

    10 jaar

    1

    tot 13,75 %

    tot 17 %

    tot 27 %

    tot 36 %

    2

    13,8 tot 16,55 %

    17 tot 19,75 %

    27 tot 29,25 %

    36 tot 43,25 %

    3

    16,6 tot 19,35 %

    19,8 tot 22,55 %

    29,3 tot 31,55 %

    43,3 tot 50,55 %

    4

    boven 19,4 %

    boven 22,6 %

    boven 31,6 %

    boven 50,6 %

    Indien de risicocategorie van de beleggingsoptie uiteenloopt tussen de verschillende opbouwperioden, wordt de hoogste risicocategorie gebruikt.

    4.

    Voor het berekenen van de expected shortfall bepalen de PEPP-aanbieders stochastisch het bereik van de verwachtingswaarde van het aan het einde van de opbouwfase opgebouwde kapitaal voor generieke PEPP-spaarders, generieke lengten van opbouwperioden en gestandaardiseerde bijdrageniveaus. Na een stochastische simulatie wordt het risico uitgedrukt als het percentage van de expected shortfall ten opzichte van de som van de voor inflatie gecorrigeerde bijdragen. De expected shortfall wordt bepaald aan de hand van de observaties waar de voor inflatie gecorrigeerde bijdragen hoger zijn dan de verwachtingswaarde van het aan het einde van de opbouwperiode opgebouwde kapitaal en de gemiddelde verliezen van deze observaties.

    5.

    Het risico van de individuele beleggingsoptie in termen van expected shortfall wordt als volgt aan de verschillende categorieën toegedeeld:

    Categorieën

    Opbouwperioden

    40 jaar

    30 jaar

    20 jaar

    10 jaar

    1

    tot – 20 %

    tot – 17 %

    tot – 13 %

    tot – 8 %

    2

    – 20 tot – 23 %

    – 17 tot – 20,25 %

    – 13 tot – 16,5 %

    – 8 tot – 11,25 %

    3

    – 23,5 tot – 26,5 %

    – 20,3 tot – 23,55 %

    – 16,6 tot – 20,1 %

    – 11,3 tot – 14,55 %

    4

    boven – 26,5 %

    boven – 23,6 %

    boven – 20,1 %

    boven – 14,6 %

    Indien de risicocategorie van de beleggingsoptie uiteenloopt tussen de verschillende opbouwperioden, wordt de hoogste risicocategorie gebruikt.

    6.

    Voor het berekenen van de verwachte rendement om een bepaald niveau van PEPP-uitkeringen te bereiken, bepalen de PEPP-aanbieders stochastisch het bereik van de verwachtingswaarde van het aan het einde van de opbouwfase opgebouwde kapitaal voor generieke PEPP-spaarders, generieke lengten van opbouwperioden en gestandaardiseerde bijdrageniveaus. PEPP-aanbieders drukken het rendement in termen van de mediaan van het aan het einde van de opbouwfase opgebouwde kapitaal uit als een veelvoud van de som van de voor inflatie gecorrigeerde bijdragen.

    7.

    Het rendement van de individuele beleggingsoptie om een bepaald niveau van PEPP-uitkeringen te bereiken, wordt als volgt aan de verschillende categorieën toegedeeld:

    Categorieën

    Opbouwperioden

    40 jaar

    30 jaar

    20 jaar

    10 jaar

    1

    tot 1,7

    tot 1,3

    tot 1,08

    tot 0,93

    2

    1,7 tot 2,03

    1,3 tot 1,45

    1,08 tot 1,165

    0,93 tot 0,985

    3

    2,035 tot 2,36

    1,455 tot 1,61

    1,17 tot 1,255

    0,99 tot 1,045

    4

    boven 2,365

    boven 1,615

    boven 1,26

    boven 1,05

    Indien de rendementscategorie van de beleggingsoptie uiteenloopt tussen de verschillende opbouwperioden, wordt de laagste rendementscategorie gebruikt.

    8.

    Om de uitkomsten te aggregeren van de indeling in categorieën van de individuele beleggingsopties volgens de samenvattende risico-indicator, gaan PEPP-aanbieders als volgt te werk:

    a)

    zij vergelijken de beide risicocategorieën en indien de waarde van de categorie uiteenloopt, kiezen zij voor de hogere categorie;

    b)

    zij vergelijken de verkregen risicocategorie met de waarde van het rendementscategorie voor de PEPP-aanbieder om de informatie overeenkomstig artikel 4, lid 1, van deze verordening te vervolledigen, door het rendement van de beleggingsoptie af te zetten tegen de risicograad ervan.

    Prestatiescenario’s

    9.

    PEPP-aanbieders bepalen stochastisch de verwachtingswaarde van PEPP-uitkeringen, al naargelang, bij het begin van of tijdens de afbouwperiode, rekening houdende met:

    a)

    de gestandaardiseerde of gepersonaliseerde bijdrageniveaus;

    b)

    de lengte van de opbouwfase;

    c)

    de levensverwachting van de gemiddelde PEPP-spaarder, indien dat relevant is;

    d)

    de trends in de loongroei (voor zover van toepassing);

    e)

    de verwachtingswaarde van de nominale beleggingsopbrengsten, volgens de beleggingsstrategie en de strategische beleggingstoedeling;

    f)

    het jaarlijkse inflatiepercentage, en

    g)

    het kostenpeil.

    10.

    De scenariowaarden van de verwachtingswaarde van PEPP-uitkeringen in de verschillende prestatiescenario’s worden bepaald volgens de stochastische dispersie van de verwachtingswaarden van de PEPP-uitkeringen:

    a)

    het gunstige scenario is de waarde van de PEPP-uitkeringen bij het 85e percentiel van de distributie;

    b)

    het scenario met de beste schatting is de waarde van de PEPP-uitkeringen bij het 50e percentiel van de distributie;

    c)

    het ongunstige scenario is de waarde van de PEPP-uitkeringen bij het 15e percentiel van de distributie;

    d)

    het stressscenario is de waarde van de PEPP-uitkeringen bij het 5e percentiel van de distributie.

    Deel II. Regels voor het bepalen van de aannames voor de projecties van pensioenuitkeringen

    Jaarlijks percentage van de nominale beleggingsopbrengsten

    11.

    PEPP-aanbieders bepalen de verwachte nominale beleggingsopbrengsten van het basis-PEPP en van alternatieve beleggingsopties aan de hand van een passende stochastische benadering, die de bij de individuele beleggingsoptie gehanteerde beleggingsstrategie, strategische beleggingstoedeling en risicolimiteringstechniek weergeeft.

    12.

    Bij het bepalen van de verschillende onderdelen van het stochastische model maken PEPP-aanbieders gebruik van het jaarlijkse inflatiepercentage en kunnen zij overwegen om voor de stochastische berekening een modulaire benadering te hanteren van ten minste:

    a)

    de nominale rentevoeten;

    b)

    de kredietspreads, met inbegrip van migratie en wanbetaling, en

    c)

    het rendement op aandelen.

    13.

    Om de nominale rentevoeten te bepalen, kan de PEPP-aanbieder gebruikmaken van het G2++ short-rate-model, zoals beschreven door Brigo en Mercurio (2006) (1), dat gelijk is aan het 2-factor Hull-White-model en ruimte biedt voor negatieve rentevoeten. Het gedrag van dit model wordt bepaald door vijf parameters, twee per factor en één voor de correlatie. De onderdelen van het tweedimensionale Wiener-proces zijn gecorreleerd en met een deterministische verplaatsingsfactor kan de initiële termijnstructuur perfect worden afgesteld op marktrentevoeten.

    De stochastische differentiaalvergelijkingen voor de beide factoren x(t) en y(t) zijn

    Image 9

    en

    Image 10,

    waarbij a, b, σ en η positieve parameters zijn en Image 11 en Image 12 gecorreleerde Wiener-processen onder de risiconeutrale maatstaf Image 13. De correlatieparameter ρ wordt gedefinieerd aan de hand van

    Image 14.

    14.

    De risiconeutrale waardering aan de hand van de risiconeutrale maatstaf Image 15 vereist aanpassing aan de real-world-maatstaf Image 16, die kan worden gekozen als een constante, tijdonafhankelijke marktprijs van risico.

    15.

    Uit de stelling van Girsanov volgt de berekening

    Image 17

    waarbij λi de marktprijs van risico is. De dynamiek onder de Image 18-maatstaf kan dan worden beschreven als

    Image 19

    en

    Image 20.

    Het short-rate-proces r(t) is de som van de beide factoren en de deterministische verschuiving, d.w.z.

    r(t) = x(t) + y(t) + φ(t),

    waarbij voor de deterministische verschuivingsfactor φ(t)

    Image 21

    geldt. In deze vergelijking staat fM voor de instantaneous forward rate op de markt bij initiële tijd 0 met de tijdshorizon T.

    16.

    Volgens het G2++ model bestaan analytische oplossingen voor de prijs van een nulcouponobligatie door het definiëren van

    Image 22,

    Image 23,

    en

    Image 24

    Waarvoor de prijs van een nulcouponobligatie in het G2++ model is

    P(t,T) = A(t,T) e –B ( a,t,T ) x ( t ) –B ( b,t,T ) y ( t ).

    PM (t,T) staat voor de marktprijs van een nulcouponobligatie op tijdstip t met looptijd T.

    17.

    De PEPP-aanbieder kan de prijzen uit het model gebruiken om de rendementen van risicovrije beleggingen in obligaties te bepalen. Voorts kan de short-rate worden gebruikt als invoer voor het modelleren van het rendement op aandelen en potentieel het rendement op vastgoed.

    18.

    Voor het bepalen van kredietspreads kan de PEPP-aanbieder gebruikmaken van de simulatie van kredietspreads om de termijnstructuur van risicovrije nulcouponobligaties te combineren tot een termijnstructuur voor nulcouponobligaties met kredietrisico. De hazard rates van obligaties van verschillende ratingklassen kunnen worden gemodelleerd aan de hand van Cox-Ingersoll-Ross (CIR)-processen. De hazard rate πi verloopt in de risiconeutrale maatstaf volgens de stochastische differentiaalvergelijking:

    Image 25

    samen met de voorwaarde 2 > σ 2 zodat π(t) positief blijft voor alle t. In de aanname van een marktprijs van risico in de vorm

    Image 26,

    wordt de real-world dynamiek gegeven door

    Image 27.

    19.

    PEPP-aanbieders kunnen hazard rates modelleren voor de ratingklassen AAA (i = 1), AA, A, BBB en BB (i = 5), eventueel te differentiëren in bedrijfsobligaties, gedekte obligaties en andere obligaties. De kansen op wanbetaling pi (t,T) worden dan berekend als het product van de CIR-koersen Pi (t,T) op tijdstip t voor looptijd T, d.w.z.

    Image 28

    waarbij

    Image 29,

    Image 30 en

    Image 31.

    De spreads si (t,T) worden dan bepaald aan de hand van

    Image 32,

    waarbij δ het herstelpercentage is.

    20.

    Om het rendement op aandelen te bepalen kan de PEPP-aanbieder gebruikmaken van een model voor de evolutie van een beursindex met geometrische Browniaanse beweging. Dit model heeft twee parameters: de volatiliteit en de risicopremie voor aandelen. Het nominalerentevoetmodel levert de toepasselijke risicovrije rente op en de output van het model zijn jaarlijks geannualiseerde rendementen voor beleggingen in de marktindex.

    dSt = (r(t) + λ) Stdt + σStdWt

    21.

    Om de jaarlijkse volatiliteit te bepalen kunnen PEPP-aanbieders gebruikmaken van de standaardafwijking van het maandelijkse rendement van een passende aandelenindex over een passende, representatieve tijdsperiode, om het resultaat te annualiseren.

    22.

    PEPP-aanbieders kunnen de risicopremie voor aandelen λeq toepassen als een geïmpliceerde maatstaf volgens Damodaran (2020) (2), maar deze rechtstreeks voor de passende aandelenindex berekenen zonder verdere risicopremies voor landen. Deze wordt gedefinieerd als

    λeq := E[Rm ] – Rf ,

    waarbij E[Rm ] het verwachte marktrendement is en de risicovrije rente Rf kan worden gekozen als de tienjaars spotrente van de yieldcurve van de ECB of de nationale centrale bank.

    23.

    Voor de groeivoet g kan de PEPP-aanbieder de langetermijngroeiprognose voor de winst per aandeel (earnings per share, EPS) gebruiken, terwijl γ de som is van het dividendrendement en de buyback yield. Kasstromen kunnen worden bepaald aan de hand van de constante groeivoet over vijf jaar, waarna de eindwaarde een perpetuïteit is met de risicovrije rente als groeivoet.

    Image 33,

    waarin PVindex de contante waarde is van de index in dit Dividend Discount Model (DDM) en P 0 de koers is van de index op tijdstip t = 0.

    Door het vragen van

    P 0 = PVIndex,

    kan daaruit het verwachte marktrendement worden opgelost en kan de risicopremie op aandelen worden berekend.

    Het jaarlijkse inflatiepercentage

    24.

    Om het jaarlijkse inflatiepercentage te berekenen, maakt de PEPP-aanbieder gebruik van een 1-factor Vasicek-proces. De mean reverting dynamiek van het model wordt bepaald door drie parameters. De stochastische differentiaalvergelijking van het model is

    di(t) = k(θ – i(t))dt + σdW(t), i(0)=i 0,

    waarin i(t) het inflatiepercentage is op tijdstip t, k staat voor de snelheid van mean reversion, θ voor het niveau van de mean reversion en σ voor de volatiliteit.

    25.

    Het model wordt gebouwd met als doelwaarde de inflatiedoelstelling op middellange termijn van de Europese Centrale Bank voor de eurozone of, in voorkomend geval, van de betrokken centrale banken voor landen buiten de eurozone, samen met de waargenomen standaardafwijking van de inflatiepercentages. De snelheid van de mean reversion wordt, samen met het actuele inflatiepercentage, gebruikt om het model aan te passen aan de actuele omgeving en de inflatieprognoses voor de korte termijn.

    26.

    Om het inflatiepercentage te kalibreren, wordt voor de σ-parameter voor de eurozone de inflatiedoelstelling van de Europese Centrale Bank of, voor lidstaten buiten de eurozone, die van de centrale bank gebruikt. De tijdreeks van de maandelijkse jaarmutatie van de inflatie van de geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) van de lidstaat wordt gebruikt om de standaardafwijking af te leiden van het inflatiepercentage op lange termijn, aangenomen als zijnde 100 jaar. Van dezelfde tijdreeks wordt de beginwaarde van het inflatiepercentage op de referentiedatum gebruikt. De PEPP-aanbieder maakt gebruik van de inflatieprojecties voor de HICP van de lidstaat, gepubliceerd als de door de medewerkers van het Eurosysteem samengestelde halfjaarlijkse macro-economische projecties voor de landen van de eurozone, of van de economische prognoses van de Europese Commissie voor de landen buiten de eurozone, tenzij de betrokken centrale bank zelf projecties maakt. Die inflatieprojecties worden gebruikt om de snelheid van de mean reversion af te stellen.

    Trend van toekomstige lonen

    27.

    Om rekening te houden met de toekomstige loonontwikkelingen, in voorkomend geval, nemen PEPP-aanbieders de reële loongroei in de verschillende lidstaten in aanmerking, op basis van Eurostat-gegevens en rekening houdende met het feit dat reële lonen aanzienlijk stijgen tijdens de vroegste fase van de loopbaan van een PEPP-spaarder en dat er in de latere fasen sprake is van aanzienlijk lagere groei of zelfs verliezen. De PEPP-aanbieder kan een patroon overwegen in het pad van het reële loon van PEPP-spaarders waarbij voor een deel een plafond wordt bereikt dichter bij het einde van de opbouwfase en voor een deel het plafond sneller wordt bereikt, d.w.z. twintig jaar vóór het pensioen, om daarna af te nemen.

    28.

    Om een breed scala aan mogelijke paden in beeld te brengen, kan de PEPP-aanbieder gebruikmaken van een reële loonindex die een vierkantsvergelijking met de leeftijd is: loon = a(max — leeftijd)2 + b. De coëfficiënt “a” wordt genomen uit een uniforme verdeling tussen —0,15 en 0,011; max wordt genomen uit een uniforme verdeling tussen 47 en 64 en stemt overeen met de leeftijd waarop reële lonen hun maximale waarde bereiken; en de coëfficiënt b wordt opgelost zodat de loonindex begint bij 100 op leeftijd 25.

    Deel III. Methode voor het berekenen van kosten, met inbegrip van de nadere bepaling van samenvattende indicatoren

    29.

    In het PEPP-Eid presenteert de PEPP-aanbieder de totale jaarlijkse kosten, die alle kosten omvatten die zijn gemaakt en binnen twaalf maanden worden berekend, als bedrag en als percentage van het geprojecteerde na twaalf maanden opgebouwde kapitaal. Indien nodig kunnen deze bedragen worden berekend als de gemiddelde totale jaarlijkse kosten over de looptijd van de PEPP-overeenkomst. De berekening van het samengestelde effect van de kosten verloopt op basis van een opbouwperiode van veertig jaar, op basis van maandelijkse bijdragen van 100 EUR en van het geprojecteerde opgebouwde kapitaal in het scenario met de beste schatting.

    30.

    In het PEPP-overzicht presenteert de PEPP-aanbieder het geschatte effect van kosten op de uiteindelijke PEPP-uitkeringen, gebruikmakend van de “welvaartverlies”-methode. Het “welvaartverlies” wordt berekend als het verschil tussen de geprojecteerde opgebouwde spaartegoeden aan het einde van de opbouwperiode en de geprojecteerde opgebouwde spaartegoeden aan het einde van de opbouwperiode in een kostenvrij scenario. Het verschil wordt meegedeeld als bedrag en als percentage van de geprojecteerde opgebouwde spaartegoeden. De berekening is gebaseerd op het gepersonaliseerde bijdrageniveau van de individuele PEPP-spaarder en is gebaseerd op het scenario met de beste schatting van punt 10.

    (1)  Brigo D. en F. Mercurio, Interest Rate Models — Theory and Practice. With Smile, Inflation and Credit, 2nd edition. Berlijn—Heidelberg: Springer-Verlag, 2006.

    (2)  Damodaran A., Equity Risk Premiums: Determinants, Estimation and Implications — The 2020 Edition (March 5, 2020). NYU Stern School of Business, beschikbaar op: https://ssrn.com/abstract=3550293 of http://dx.doi.org/10.2139/ssrn.3550293


    Top