Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D1210

    Besluit (EU) 2021/1210 van de Raad van 22 juli 2021 betreffende een steunmaatregel in de vorm van een algemeen steunprogramma voor de Afrikaanse Unie in het kader van de Europese Vredesfaciliteit in 2021

    ST/10255/2021/INIT

    PB L 263 van 23.7.2021, p. 7–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/1210/oj

    23.7.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 263/7


    BESLUIT (EU) 2021/1210 VAN DE RAAD

    van 22 juli 2021

    betreffende een steunmaatregel in de vorm van een algemeen steunprogramma voor de Afrikaanse Unie in het kader van de Europese Vredesfaciliteit in 2021

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, lid 1, en artikel 41, lid 2,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad (1) is er een Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility — EPF) opgericht voor de financiering door de lidstaten van acties van de Unie uit hoofde van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid die tot doel hebben de vrede te handhaven, conflicten te voorkomen en de internationale veiligheid te versterken, op grond van artikel 21, lid 2, punt c), van het Verdrag. Overeenkomstig artikel 1, lid 2, punt b), ii) van Besluit (GBVB) 2021/509 kan de EPF steunmaatregelen financieren ter ondersteuning van de militaire aspecten van vredesoperaties onder leiding van een regionale of internationale organisatie.

    (2)

    Steunmaatregelen in het kader van de EPF kunnen de vorm aannemen van een specifieke maatregel of van een algemeen steunprogramma met een bepaalde geografische of thematische focus.

    (3)

    De Raad onderkent dat het partnerschap voor vrede en veiligheid tussen Afrika en de EU van strategisch belang blijft in het kader van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU, meer bepaald het samenwerkingskader waarin wordt voorzien door de Vredesfaciliteit voor Afrika (African Peace Facility — APF), en onderkent tevens de leidende rol van de Afrikaanse Unie (AU) bij het bewaren van vrede en veiligheid op het Afrikaanse continent, zoals gespecificeerd in artikel 16 van het Protocol met betrekking tot de oprichting van de Vredes- en Veiligheidsraad van de Afrikaanse Unie. De Raad blijft zich inzetten voor capaciteitsopbouw van de AU op dit gebied door steun te verlenen aan door Afrika geleide vredesoperaties en door de Afrikaanse vredes- en veiligheidsarchitectuur te versterken met het oog op de volledige operationalisering ervan, in lijn met het memorandum van overeenstemming tussen de Afrikaanse Unie en de Europese Unie inzake vrede, veiligheid en bestuur van 23 mei 2018, en voor de instandhouding van de bestaande samenwerkingsmechanismen, in het bijzonder een geïntegreerde aanpak die stoelt op partnerschap, overleg en versterkte strategische coördinatie.

    (4)

    Er moet worden gezorgd voor een naadloze overgang van de Uniesteun van de APF naar de EPF door de vaststelling van een steunmaatregel in de vorm van een algemeen steunprogramma voor de AU voor de tweede helft van 2021 (de “steunmaatregel”). Naar verwachting zal de steunmaatregel worden gevolgd door verdere steun voor de AU voor de periode 2022-2024. Een algemeen programma maakt het mogelijk betrouwbare en voorspelbare financiering te blijven verstrekken aan door Afrika geleide vredesoperaties waarvoor de Raad voor Vrede en Veiligheid van de Afrikaanse Unie een mandaat of toestemming heeft gegeven, terwijl tegelijkertijd wordt gezorgd voor de nodige flexibiliteit om doeltreffend en efficiënt te kunnen reageren op conflictontwikkelingen op het Afrikaanse continent. Naar verwachting zullen acties in het kader van de steunmaatregel kunnen worden uitgevoerd door entiteiten die ervaring hebben met de uitvoering van acties in het kader van de APF. Bij de uitvoering van acties in het kader van deze steunmaatregel zal rekening worden gehouden met de beginselen en vereisten van Besluit (GBVB) 2021/509, in overeenstemming met de voorschriften voor de uitvoering van de ontvangsten en uitgaven die worden gefinancierd in het kader van de EPF.

    (5)

    In haar brief van juni 2021 aan de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) heeft de AU de Unie verzocht om na 1 juli 2021 steun te blijven verlenen aan door Afrika geleide vredesoperaties waarvoor de Raad voor Vrede en Veiligheid van de Afrikaanse Unie een mandaat of toestemming heeft gegeven.

    (6)

    De Raad bevestigt vastbesloten te zijn de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de democratische beginselen te beschermen, te bevorderen en na te leven, de rechtsstaat en goed bestuur te versterken in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het internationaal recht, met name het internationaal recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Oprichting, doelstellingen en reikwijdte

    1.   Bij dit besluit wordt een steunmaatregel in de vorm van een algemeen steunprogramma voor de Afrikaanse Unie (AU) ingesteld die wordt gefinancierd in het kader van de Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facilty — EPF) (de “steunmaatregel”). De steunmaatregel financiert acties die vóór 31 december 2021 door het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) zijn goedgekeurd.

    2.   De steunmaatregel heeft tot doel de incidentie, duur en intensiteit van gewelddadige conflicten in Afrika terug te dringen en de rol van de Afrikaanse Unie op het gebied van vrede en veiligheid op het Afrikaanse continent te versterken.

    3.   Om de in lid 2 genoemde doelstellingen te bereiken, financiert de steunmaatregel de militaire aspecten van door Afrika geleide vredesoperaties waarvoor de Raad voor Vrede en Veiligheid van de AU een mandaat of toestemming heeft gegeven.

    Artikel 2

    Goedkeuring van steun voor acties in het kader van de steunmaatregel

    1.   Overeenkomstig artikel 59, lid 7, van Besluit (GBVB) 2021/509 wordt steun voor een actie uit hoofde van de steunmaatregel voorafgegaan door een verzoek van de Commissie van de AU als de begunstigde van de steunmaatregel (de “begunstigde”).

    2.   Naar aanleiding van een verzoek als bedoeld in lid 1 legt de hoge vertegenwoordiger, na raadpleging van de krachtens Besluit (GBVB) 2021/509 aangestelde beheerder voor steunmaatregelen (de “beheerder van steunmaatregelen”) wat de financiële uitvoering betreft een aanbeveling tot onderzoek en goedkeuring voor aan het PVC, waarin een uiteenzetting wordt gegeven van de voorgestelde steun, inclusief de begroting, de entiteit of entiteiten die uit de in artikel 5, lid 2, van dit besluit genoemde entiteiten zijn geselecteerd voor de uitvoering van de voorgestelde steun, en overwegingen in verband met conflictsensitiviteit en risicoanalyse, alsmede maatregelen voor monitoring en controle als bedoeld in artikel 6, zoals vereist.

    Artikel 3

    Financiële regelingen

    1.   Het financiële referentiebedrag dat de uitgaven in verband met de steunmaatregel moet dekken, bedraagt 130 000 000 EUR. Overeenkomstig artikel 29, lid 5, van Besluit (GBVB) 2021/509 kan de beheerder voor steunmaatregelen na de vaststelling van dit besluit verzoeken om bijdragen tot EUR 104 000 000, voor zover de beschikbare middelen voor steunmaatregelen ontoereikend zijn om de betalingen in 2021 te financieren. De door de beheerder gevraagde middelen worden uitsluitend gebruikt voor uitgaven binnen de grenzen die door het bij Besluit (GBVB) 2021/509 opgerichte comité zijn goedgekeurd in de wijzigingsbegroting voor 2021 behorend bij deze steunmaatregel.

    2.   De uitgaven worden beheerd overeenkomstig de voorschriften voor de uitvoering van de ontvangsten en uitgaven die worden gefinancierd in het kader van de EPF.

    3.   Uitgaven in verband met acties die voor uitvoering in het kader van de steunmaatregel zijn goedgekeurd, komen met ingang van 1 juli 2021 gedurende zestig maanden voor financiering in aanmerking.

    Artikel 4

    Regelingen met de begunstigde

    1.   De hoge vertegenwoordiger treft de nodige regelingen met de begunstigde om ervoor te zorgen dat deze de door de Raad vastgestelde vereisten en voorwaarden naleeft, alsook het internationaal recht, met name het internationaal recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht, als voorwaarde voor het verlenen van steun in het kader van de steunmaatregel.

    2.   De in lid 1 bedoelde regelingen omvatten bepalingen die de begunstigde ertoe verplichten te zorgen voor:

    a)

    het goed en efficiënt gebruik van in het kader van de steunmaatregel verstrekte activa voor de doeleinden waarvoor zij zijn verstrekt;

    b)

    voldoende onderhoud van in het kader van de steunmaatregel verstrekte activa om ervoor te zorgen dat deze gedurende hun gehele levensduur bruikbaar en operationeel beschikbaar blijven;

    c)

    dat in het kader van de steunmaatregel verstrekte activa aan het einde van hun levenscyclus of na de beëindiging van de steunmaatregel niet verloren zullen gaan of zonder toestemming van het bij Besluit (GBVB) 2021/509 ingestelde comité van de faciliteit zullen worden overgedragen aan andere personen of entiteiten dan die welke in die regelingen staan vermeld.

    3.   De in lid 1 bedoelde regelingen bevatten ook bepalingen inzake opschorting en beëindiging van de steun in het kader van de steunmaatregel indien blijkt dat de begunstigde niet aan de in lid 2 bedoelde verplichtingen voldoet.

    4.   De beheerder voor steunmaatregelen sluit voor de steunmaatregel een financieringsovereenkomst af met de begunstigde. De beheerder voor steunmaatregelen stelt het bij Besluit (GBVB) 2021/509 opgerichte comité in kennis van de te sluiten overeenkomst.

    Artikel 5

    Uitvoering

    1.   De hoge vertegenwoordiger is verantwoordelijk voor het waarborgen van de uitvoering van dit besluit overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509 en de voorschriften voor de uitvoering van de ontvangsten en uitgaven die in het kader van het EPF worden gefinancierd en in overeenstemming met het geïntegreerd methodologisch kader voor de beoordeling en vaststelling van de vereiste maatregelen en controles voor steunmaatregelen in het kader van de EPF.

    2.   De acties in het kader van de steunmaatregel als bedoeld in artikel 2 kunnen geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd door een van de volgende entiteiten, onder meer door middel van subsidies die zonder oproep tot het indienen van voorstellen kunnen worden toegekend:

    a)

    de Commissie van de AU;

    b)

    de Unie van de Arabische Maghreb;

    c)

    de Gemeenschap van Sahel-Sahara-staten;

    d)

    de Gemeenschappelijke Markt voor oostelijk en Zuidelijk Afrika;

    e)

    de Oost-Afrikaanse Gemeenschap;

    f)

    de Oost-Afrikaanse Stand-bytroepenmacht;

    g)

    de Economische Gemeenschap van Centraal-Afrikaanse Staten;

    h)

    de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten;

    i)

    de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit;

    j)

    de regionale capaciteit van Noord-Afrika;

    k)

    de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika;

    l)

    de G5-Sahel;

    m)

    de Commissie van het Tsjaadmeerbekken;

    n)

    het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties (VN) voor de mensenrechten;

    o)

    het secretariaat van de VN;

    p)

    het Bureau van de VN voor projectdiensten;

    q)

    het Ondersteuningsbureau van de VN in Somalië;

    r)

    de in de bijlage genoemde ministeries of overheidsdiensten van de lidstaten, of andere nationale publiekrechtelijke instellingen en instanties, of privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover deze zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

    3.   De beheerder voor steunmaatregelen bevestigt de capaciteit van een specifieke entiteit om een actie of een deel daarvan uit te voeren voordat het PVC de steun voor de actie goedkeurt.

    Artikel 6

    Monitoring, evaluatie en controle

    1.   Er worden maatregelen voor de monitoring, evaluatie en controle van acties in het kader van de steunmaatregel vastgesteld in overeenstemming met het geïntegreerd methodologisch kader voor de beoordeling en vaststelling van de vereiste maatregelen en controles voor steunmaatregelen in het kader van de EPF.

    2.   De in lid 1 bedoelde maatregelen dienen met name om ervoor te zorgen dat de begunstigde en alle andere entiteiten die rechtstreeks steun ontvangen in het kader van de steunmaatregel, het internationaal recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht naleven, en dat de begunstigde alle andere verbintenissen en verplichtingen nakomt die volgens de in artikel 4 bedoelde regelingen zijn vastgesteld.

    3.   Afhankelijk van de goedgekeurde steun voor een actie in het kader van de steunmaatregel, kunnen de in lid 1 bedoelde maatregelen de vorm aannemen van de monitoring van de voortgang aan de hand van met de begunstigde overeengekomen voorwaarden en benchmarks, de vaststelling en monitoring van kaders voor de naleving van het internationaal recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht en zorgvuldigheidsvereisten, de controle na verzending van activa om een passend gebruik te waarborgen en oneigenlijk gebruik te voorkomen, en het vaststellen van afstandnemings- en exitstrategieën.

    Artikel 7

    Opschorting en beëindiging

    1.   Overeenkomstig artikel 64 van Besluit (GBVB) 2021/509 kan het PVC op verzoek van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger besluiten de steun voor acties in het kader van de steunmaatregel op te schorten of te beëindigen, of de gehele steunmaatregel op te schorten in de volgende gevallen:

    a)

    indien de begunstigde niet voldoet aan zijn verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht, in het bijzonder inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht, of indien hij de verbintenissen uit hoofde van de in artikel 4 genoemde regelingen niet nakomt;

    b)

    indien de overeenkomst met een uitvoerende actor is opgeschort of beëindigd als gevolg van een inbreuk op diens verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst;

    c)

    indien de situatie in het betrokken land of gebied het niet langer mogelijk maakt dat de maatregel met voldoende waarborgen wordt uitgevoerd;

    d)

    indien de uitvoering van de maatregel de doelstellingen ervan niet langer dient of deze niet langer in het belang van de Unie is.

    In spoedeisende en uitzonderlijke gevallen kan de hoge vertegenwoordiger de uitvoering van de steunmaatregel geheel of gedeeltelijk opschorten in afwachting van een besluit van het PVC.

    2.   Het PVC kan de Raad aanbevelen de steunmaatregel te beëindigen.

    Artikel 8

    Samenhang van het optreden van de Unie

    Overeenkomstig artikel 8 van Besluit (GBVB) 2021/509 wordt gezorgd voor samenhang tussen acties in het kader van de steunmaatregel en andere acties op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de maatregelen uit hoofde van instrumenten op andere gebieden van het externe optreden van de Unie, alsmede het overige Uniebeleid, waaronder de geïntegreerde aanpak van externe conflicten en crises

    Artikel 9

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Het is van toepassing met ingang van 1 juli 2021.

    Gedaan te Brussel, 22 juli 2021.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    G. DOVŽAN


    (1)  Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad van 22 maart 2021 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit, en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528 (PB L 102 van 24.3.2021, blz. 14).


    BIJLAGE

    Lijst met de ministeries, overheidsdiensten van de lidstaten en andere nationale publiekrechtelijke instellingen en instanties, en privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak die zijn voorzien van voldoende financiële garanties, die geheel of gedeeltelijk acties in het kader van de steunmaatregel kunnen uitvoeren (1):

    Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit

    Expertise France


    (1)  Deze lijst heeft uitsluitend betrekking op de steunmaatregel die bij dit besluit is vastgesteld, en sluit niet uit dat andere entiteiten kunnen worden aangewezen voor toekomstige steunmaatregelen, waaronder steunmaatregelen in de vorm van een algemeen programma.


    Top