EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D0542

Besluit (GBVB) 2021/542 van de Raad van 26 maart 2021 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2020/472 inzake de militaire operatie van de Europese Unie in het Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED IRINI)

ST/6524/2021/INIT

PB L 108 van 29.3.2021, p. 57–58 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/542/oj

29.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/57


BESLUIT (GBVB) 2021/542 VAN DE RAAD

van 26 maart 2021

tot wijziging van Besluit (GBVB) 2020/472 inzake de militaire operatie van de Europese Unie in het Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED IRINI)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

1)

De Raad heeft op 31 maart 2020 Besluit (GBVB) 2020/472 (1) vastgesteld, waarbij een militaire operatie van de Europese Unie in het Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED IRINI) werd opgezet.

2)

In het kader van de strategische evaluatie van de operatie is het Politiek en Veiligheidscomité overeengekomen dat EUNAVFOR MED IRINI verlengd moet worden tot en met 31 maart 2023.

3)

De regelingen betreffende het opruimen van in beslag genomen wapens en aanverwant materieel tijdens de uitvoering van het VN-wapenembargo tegen Libië, onder andere door de opslag, vernietiging of overdracht aan een lidstaat of aan een derde partij van in beslag genomen goederen, overeenkomstig Resolutie 2292 (2016) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, moeten nader worden gepreciseerd.

4)

Overeenkomstig artikel 5 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de uitwerking en de uitvoering van besluiten en acties van de Unie die gevolgen hebben op defensiegebied. Daarom neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken, en draagt het niet bij aan de financiering van deze operatie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit (GBVB) 2020/472 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2 wordt lid 5 vervangen door:

“5.   Gezien de uitzonderlijke operationele vereisten, en op uitnodiging van een lidstaat, kan EUNAVFOR MED IRINI schepen afleiden naar havens van die lidstaat en de overeenkomstig lid 3 in beslag genomen wapens en aanverwant materieel opruimen, onder andere door die op te slaan, te vernietigen of over te dragen aan een lidstaat of aan een derde partij. De havens waarnaar schepen mogen worden afgeleid, worden aangewezen in het operatieplan.

Het comité voor de Europese Vredesfaciliteit neemt op voorstel van de operationeel commandant van de EU een beslissing over de eindbestemming van in beslag genomen wapens en aanverwant materieel, waaronder opslag, vernietiging of overdracht binnen de Unie. Over de overdracht van in beslag genomen goederen buiten de Unie overeenkomstig VNVR 2292 (2016) wordt op voorstel van de operationeel commandant van de EU evenwel door het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) besloten, tenzij een lidstaat erom verzoekt dat de aangelegenheid wordt doorverwezen naar de Raad. Bij een dergelijke overdracht van in beslag genomen goederen buiten de Unie worden de beginselen van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad (*1) geëerbiedigd en worden de toepasselijke nationale voorschriften en procedures inzake controle op wapenuitvoer in acht genomen; een dergelijke overdracht is onderworpen aan alle voorwaarden en waarborgen die respectievelijk door het PVC of door de Raad zijn vastgesteld, en er wordt terdege rekening gehouden met de in Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad (*2) vastgelegde procedures, met name de methode voor het in kaart brengen van de risico’s en de waarborgen; en ze omvat geen militaire uitrusting die is, of platforms die zijn, ontworpen om te doden.

Een lidstaat die EUNAVFOR MED IRINI assistentie verleent bij de opruiming van in beslag genomen wapens en aanverwant materieel verbindt zich ertoe de voor de opruiming van de in beslag genomen goederen benodigde procedures zo spoedig mogelijk af te ronden, binnen het kader van zijn nationale wetgeving en procedures. EUNAVFOR MED IRINI verstrekt die lidstaat een opruimingscertificaat.

De Europese Vredesfaciliteit draagt de kosten voor de opslag en de opruiming van door EUNAVFOR MED IRINI binnen haar operatiegebied in beslag genomen wapens en aanverwant materieel, inclusief de kosten in verband met de noodzakelijke havendiensten. Daarnaast draagt de Europese Vredesfaciliteit de kosten voor eventuele financiële verplichtingen die voortvloeien uit het afleiden van een vaartuig of uit daaropvolgende acties in verband met het vervoer, de opslag en de opruiming van de in beslag genomen goederen, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijke fout van de lidstaat die bij de opruiming assistentie verleent of van een van zijn gemachtigden. Alle ontvangsten die toekomen aan een lidstaat als gevolg van de opruiming van in beslag genomen wapens en aanverwant materieel worden overgedragen aan de Europese Vredesfaciliteit, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de relevante nationale administratieve of gerechtelijke procedures in die lidstaat.

EUNAVFOR MED IRINI, vertegenwoordigd door de operationeel commandant van de EU, kan met de bevoegde autoriteiten van een lidstaat die assistentie verleent bij het afleiden van een vaartuig of bij het opruimen van in beslag genomen wapens en aanverwant materieel, een administratieve regeling treffen voor de uitvoering van dit lid.

Dit lid is van toepassing op lopende procedures inzake inbeslagneming en opruiming.

(*1)  Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie (PB L 335 van 13.12.2008, blz. 99)."

(*2)  Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad van 22 maart 2021 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528 (PB L 102 van 24.3.2021, blz. 14).”."

2)

Aan artikel 13 wordt het volgende lid toegevoegd:

“3.   Voor de periode van 1 april 2021 tot en met 31 maart 2023 bedraagt het referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van EUNAVFOR MED IRINI 16 900 000 EUR. Het in artikel 46, lid 2, van Besluit (GBVB) 2021/509 bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 10 % aan vastleggingskredieten en 10 % aan betalingskredieten.”.

3)

In artikel 15 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   EUNAVFOR MED IRINI eindigt op 31 maart 2023.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 26 maart 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

A.P. ZACARIAS


(1)  Besluit (GBVB) 2020/472 van de Raad van 31 maart 2020 inzake een militaire operatie van de Europese Unie in het Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED IRINI) (PB L 101 van 1.4.2020, blz. 4).


Top