(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 79/2012 van de Commissie (2) stelt nadere uitvoeringsvoorschriften vast voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde. Krachtens artikel 7, lid 2, onder d), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 79/2012, als gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/21 (3), moet de Commissie vanaf 1 januari 2021 een webportaal ter beschikking stellen van de lidstaten die er voor kiezen onder meer het toepasselijke belastingtarief te publiceren voor de leveringen van goederen en diensten als bedoeld in artikel 47 octies, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 904/2010.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 815/2012 van de Commissie (4) stelt nadere bepalingen vast voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 904/2010 wat betreft bijzondere regelingen voor niet-gevestigde belastingplichtigen die telecommunicatie-, omroep- of elektronische diensten verrichten voor niet-belastingplichtigen. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 815/2012 wordt ingetrokken en vanaf 1 januari 2021 door Uitvoeringsverordening (EU) 2020/194 van de Commissie (5) vervangen, om de uitbreiding van het toepassingsgebied van de bijzondere regelingen voor belastingplichtigen die diensten voor niet-belastingplichtigen, afstandsverkopen van goederen en bepaalde binnenlandse goederenleveringen verrichten, weer te geven. Die uitvoeringsverordening blijft echter tot en met 10 februari 2024 van toepassing voor de indiening van en correcties op btw-aangiften met betrekking tot onder de in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 815/2012 bedoelde bijzondere regelingen vallende diensten die voor 1 januari 2021 zijn uitgevoerd. Op deze manier wordt gewaarborgd dat het huidige correctiemechanisme van toepassing blijft op leveringen die voor 1 januari 2021 zijn uitgevoerd. Correcties in btw-aangiften kunnen worden aangebracht tot drie jaar na de datum waarop de oorspronkelijke aangifte moest zijn ingediend.

(3)

Die wijzigingen zijn aangebracht in verband met de uitbreiding van de bijzondere regelingen in Titel XII, hoofdstuk 6, van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (6) bij Richtlijnen (EU) 2017/2455 (7), (EU) 2019/1995 (8) en (EU) 2019/1995 van de Raad, en de bijbehorende wijzigingen aan Verordening (EU) nr. 904/2010 bij Verordening (EU) 2017/2454 van de Raad (9).

(4)

Vanwege de uitbraak van de COVID-19-crisis, die grote gevolgen heeft voor alle lidstaten en hen dwingt op nationaal niveau onmiddellijk actie te ondernemen door middelen met voorrang aan andere vraagstukken toe te wijzen, hebben sommige lidstaten moeite om de IT-systemen te implementeren die nodig zijn om die wijzigingen vanaf 1 januari 2021 uit te voeren en toe te passen. Daarom zijn de data voor de toepassing van de wijzigingen aan Titel XII, hoofdstuk 6, van Richtlijn 2006/112/EG en aan Verordening (EU) nr. 904/2010 bij Besluit (EU) 2020/1109 van de Raad (10) en Verordening (EU) 2020/1108 van de Raad (11) met zes maanden uitgesteld tot 1 juli 2021.

(5)

Om Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/21 en (EU) 2020/194 vanaf dezelfde datum als de wijzigingen aan titel XII, hoofdstuk 6, van Richtlijn 2006/112/EG en aan Verordening (EU) nr. 904/2010 te doen gelden, moeten die uitvoeringsverordeningen vanaf 1 juli 2021 van toepassing zijn.

(6)

Verder moet worden verduidelijkt dat de informatie die een tussenpersoon bij registratie in bijlage I, vak 21, kolom E, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/194 moet verstrekken, alleen betrekking heeft op eventuele eerdere identificatienummers op grond waarvan die persoon als tussenpersoon mag optreden.

(7)

De Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/21 en (EU) 2020/194 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité inzake administratieve samenwerking,