Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020R0602

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/602 van de Commissie van 15 april 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 wat de modelformulieren voor zoötechnische certificaten voor fokdieren en levende producten daarvan betreft (Voor de EER relevante tekst)

C/2020/2169

PB L 139 van 4.5.2020, p. 1–63 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2020/602/oj

4.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 139/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/602 VAN DE COMMISSIE

van 15 april 2020

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 wat de modelformulieren voor zoötechnische certificaten voor fokdieren en levende producten daarvan betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de zoötechnische en genealogische voorwaarden voor het fokken van, de handel in en de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren, hybride fokvarkens en levende producten daarvan en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 652/2014, de Richtlijnen 89/608/EEG en 90/425/EEG van de Raad en tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van dierfokkerij (“fokkerijverordening”) (1), en met name artikel 30, lid 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 van de Commissie (2) bevat de modelformulieren voor zoötechnische certificaten voor fokdieren en levende producten daarvan en is met ingang van 1 november 2018 van toepassing. Die modelformulieren voor zoötechnische certificaten zijn opgesteld in overleg met deskundigen van de lidstaten en relevante belanghebbenden overeenkomstig bijlage V bij Verordening (EU) 2016/1012, voor de afgifte van zoötechnische certificaten door stamboekverenigingen of fokkerijgroeperingen overeenkomstig artikel 30, lid 1, van die verordening.

(2)

Tijdens de toepassingsperiode van de nieuwe modelformulieren voor zoötechnische certificaten hebben de lidstaten en belanghebbenden de Commissie in kennis gesteld van bepaalde praktische problemen in verband met het gebruik van die modelformulieren, voor wat betreft het drukken van de zoötechnische certificaten en de verificatie van de identiteit van fokdieren. Bovendien leek de afgifte van zoötechnische certificaten voor levende producten door een enkele instantie van afgifte problemen te veroorzaken vanwege de scheiding tussen stamboekverenigingen en fokkerijgroeperingen enerzijds en, wanneer overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 toegestaan, spermacentra of spermaopslagcentra, of embryoteams of embryoproductieteams anderzijds.

(3)

Om stamboekverenigingen en fokkerijgroeperingen in staat te stellen zoötechnische certificaten op een enkel blad af te geven, moeten de certificaten zowel in “liggende” als in “staande” oriëntatie afgedrukt kunnen worden. Bovendien moet het toegestaan zijn de (voet)noten van de modelformulieren voor zoötechnische certificaten te vervangen door een verwijzing, op een opvallende plaats van het zoötechnische certificaat, naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige bron van informatie, zoals een geldige en geverifieerde internetlink naar de desbetreffende bekendmaking in het Publicatieblad.

(4)

In de modelformulieren van de in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 vastgestelde zoötechnische certificaten is er, bij de informatie over de afstamming, ruimte voor de vermelding van de stamboeknummers van de ouders en grootouders van het fokdier waarvoor een zoötechnisch certificaat is afgegeven. Daarin moeten ook individuele identificatienummers van ouders en grootouders worden vermeld, als die nummers verschillen van de desbetreffende stamboeknummers. Het modelformulier van het zoötechnische certificaat moet in het geval van extensieve landbouw bovendien voorzien in een periode van dekking in plaats van een datum van dekking.

(5)

Zoötechnische certificaten voor levende producten verschaffen informatie over de levende producten en de donordieren. In sommige lidstaten moet de informatie over een donordier door een stamboekvereniging of een fokkerijgroepering worden gevalideerd, en moet de informatie over levende producten door een spermawinnings- of ‐opslagcentrum of een embryoteam of embryoproductieteam worden gevalideerd. Daarom moet er, in de modelformulieren voor zoötechnische certificaten voor levende producten, ruimte worden gelaten voor de ondertekening van meer dan één instantie van afgifte. Het moet ook worden toegestaan het deel van het zoötechnische certificaat over levende producten te scheiden van het deel over het donordier, op voorwaarde dat een kopie van het voor het donordier afgegeven zoötechnische certificaat aan het voor levende producten afgegeven zoötechnische certificaat is gehecht.

(6)

Rekening houdend met de ervaring die sinds de inwerkingtreding van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 is opgedaan, is het noodzakelijk de modelformulieren van de zoötechnische certificaten te actualiseren om de afgifte en het afdrukken van die zoötechnische certificaten te vergemakkelijken en een betere verificatie van de identiteit van fokdieren mogelijk te maken. Daarom moet Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 worden gewijzigd.

(7)

Verordening (EU) 2016/1012 en de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen die krachtens die verordening zijn vastgesteld, voorzien in regels ter vervanging van de regels van de Beschikkingen 84/247/EEG (3), 84/419/EEG (4), 89/501/EEG (5), 89/502/EEG (6), 89/503/EEG (7), 89/504/EEG (8), 89/505/EEG (9), 89/506/EEG (10), 89/507/EEG (11), 90/254/EEG (12), 90/255/EEG (13), 90/256/EEG (14), 90/257/EEG (15), 90/258/EEG (16), 92/353/EEG (17), 92/354/EEG (18), 96/78/EG (19), 96/79/EG (20), 96/509/EG (21), 96/510/EG (22), 2005/379/EG (23) en 2006/427/EG (24) van de Commissie. Die beschikkingen zijn vastgesteld krachtens de bij Verordening (EU) 2016/1012 met ingang van 1 november 2018 ingetrokken Richtlijnen 88/661/EEG (25), 89/361/EEG (26), 90/427/EEG (27), 94/28/EG (28) en 2009/157/EG (29) van de Raad.

(8)

Voor de duidelijkheid, de rechtszekerheid en vereenvoudiging en om verdubbeling te voorkomen, moeten de Beschikkingen 84/247/EEG, 84/419/EEG, 89/501/EEG, 89/502/EEG, 89/503/EEG, 89/504/EEG, 89/505/EEG, 89/506/EEG, 89/507/EEG, 90/254/EEG, 90/255/EEG, 90/256/EEG, 90/257/EEG, 90/258/EEG, 92/353/EEG, 92/354/EEG, 96/78/EG, 96/79/EG, 96/509/EG, 96/510/EG, 2005/379/EG en 2006/427/EG worden ingetrokken.

(9)

Om een vlotte overgang naar de nieuwe maatregelen mogelijk te maken, is het noodzakelijk de datum van toepassing van deze verordening uit te stellen en vóór die datum te voorzien in een overgangsmaatregel voor de afgifte van zoötechnische certificaten voor zendingen van raszuivere fokdieren en hybride fokvarkens of levende producten daarvan, overeenkomstig de modellen in de respectieve bijlagen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Zoötechnisch Comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt vervangen door bijlage I bij deze verordening.

2)

Bijlage II wordt vervangen door bijlage II bij deze verordening.

3)

Bijlage III wordt vervangen door bijlage III bij deze verordening.

4)

Bijlage IV wordt vervangen door bijlage IV bij deze verordening.

Artikel 2

1.   Voor een overgangsperiode tot en met 4 augustus 2020 kunnen zoötechnische certificaten voor de handel in raszuivere fokdieren en levende producten daarvan en voor de handel in hybride fokvarkens en levende producten daarvan worden afgegeven overeenkomstig de desbetreffende, vóór deze wijziging in bijlage I en II respectievelijk bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 vastgestelde modellen.

2.   Voor een overgangsperiode tot en met 4 augustus 2020 kunnen zoötechnische certificaten voor de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren en levende producten daarvan en voor de binnenkomst in de Unie van hybride fokvarkens en levende producten daarvan worden afgegeven overeenkomstig de desbetreffende, vóór deze wijziging in bijlage III en IV respectievelijk bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 vastgestelde modellen.

Artikel 3

De Beschikkingen 84/247/EEG, 84/419/EEG, 89/501/EEG, 89/502/EEG, 89/503/EEG, 89/504/EEG, 89/505/EEG, 89/506/EEG, 89/507/EEG, 90/254/EEG, 90/255/EEG, 90/256/EEG, 90/257/EEG, 90/258/EEG, 92/353/EEG, 92/354/EEG, 96/78/EG, 96/79/EG, 96/509/EG, 96/510/EG, 2005/379/EG en 2006/427/EG worden ingetrokken.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 4 juli 2020.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 april 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 171 van 29.6.2016, blz. 66.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 van de Commissie van 10 april 2017 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad wat de modelformulieren voor zoötechnische certificaten voor fokdieren en levende producten daarvan betreft (PB L 109 van 26.4.2017, blz. 9).

(3)  Beschikking 84/247/EEG van de Commissie van 27 april 1984 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van organisaties of verenigingen van veefokkers die stamboeken voor raszuivere fokrunderen bijhouden of instellen (PB L 125 van 12.5.1984, blz. 58).

(4)  Beschikking 84/419/EEG van de Commissie van 19 juli 1984 tot vaststelling van de criteria voor inschrijving in de rundveestamboeken (PB L 237 van 5.9.1984, blz. 11).

(5)  Beschikking 89/501/EEG van de Commissie van 18 juli 1989 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van en het toezicht op fokkersverenigingen en fokkerijgroeperingen die stamboeken voor raszuivere fokvarkens bijhouden of instellen (PB L 247 van 23.8.1989, blz. 19).

(6)  Beschikking 89/502/EEG van de Commissie van 18 juli 1989 tot vaststelling van de criteria voor de inschrijving van raszuivere fokvarkens in de stamboeken (PB L 247 van 23.8.1989, blz. 21).

(7)  Beschikking 89/503/EEG van de Commissie van 18 juli 1989 tot vaststelling van het certificaat voor raszuivere fokvarkens en voor sperma, eicellen en embryo’s daarvan (PB L 247 van 23.8.1989, blz. 22).

(8)  Beschikking 89/504/EEG van de Commissie van 18 juli 1989 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van en het toezicht op fokkersverenigingen, fokkerijgroeperingen en privéondernemingen die registers voor hybride fokvarkens bijhouden of instellen (PB L 247 van 23.8.1989, blz. 31).

(9)  Beschikking 89/505/EEG van de Commissie van 18 juli 1989 tot vaststelling van de criteria voor de inschrijving van hybride fokvarkens in de registers (PB L 247 van 23.8.1989, blz. 33).

(10)  Beschikking 89/506/EEG van de Commissie van 18 juli 1989 tot vaststelling van het certificaat voor hybride fokvarkens en voor sperma, eicellen en embryo’s daarvan (PB L 247 van 23.8.1989, blz. 34).

(11)  Beschikking 89/507/EEG van de Commissie van 18 juli 1989 tot vaststelling van methoden inzake prestatie-onderzoek en bepaling van de fokwaarde van raszuivere en hybride fokvarkens (PB L 247 van 23.8.1989, blz. 43).

(12)  Beschikking 90/254/EEG van de Commissie van 10 mei 1990 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van organisaties en verenigingen van fokkers die stamboeken voor raszuivere fokschapen en ‐geiten bijhouden of instellen (PB L 145 van 8.6.1990, blz. 30).

(13)  Beschikking 90/255/EEG van de Commissie van 10 mei 1990 tot vaststelling van criteria voor de inschrijving van raszuivere fokschapen en ‐geiten in de stamboeken (PB L 145 van 8.6.1990, blz. 32).

(14)  Beschikking 90/256/EEG van de Commissie van 10 mei 1990 houdende vaststelling van methoden inzake prestatieonderzoek en beoordeling van de genetische waarde van raszuivere fokschapen en ‐geiten (PB L 145 van 8.6.1990, blz. 35).

(15)  Beschikking 90/257/EEG van de Commissie van 10 mei 1990 tot vaststelling van criteria voor de toelating van raszuivere fokschapen en ‐geiten tot de fokkerij en voor het gebruik van sperma, eicellen en embryo’s daarvan (PB L 145 van 8.6.1990, blz. 38).

(16)  Beschikking 90/258/EEG van de Commissie van 10 mei 1990 houdende vaststelling van het zoötechnisch certificaat voor raszuivere fokschapen en ‐geiten en voor sperma, eicellen en embryo’s daarvan (PB L 145 van 8.6.1990, blz. 39).

(17)  Beschikking 92/353/EEG van de Commissie van 11 juni 1992 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van organisaties en verenigingen die stamboeken voor geregistreerde paardachtigen bijhouden of aanleggen (PB L 192 van 11.7.1992, blz. 63).

(18)  Beschikking 92/354/EEG van de Commissie van 11 juni 1992 tot vaststelling van bepaalde voorschriften voor de coördinatie tussen organisaties en verenigingen die stamboeken van geregistreerde paardachtigen bijhouden of aanleggen (PB L 192 van 11.7.1992, blz. 66).

(19)  Beschikking 96/78/EG van de Commissie van 10 januari 1996 tot vaststelling van de criteria voor de inschrijving en de registratie van paardachtigen in de stamboeken voor de fokkerij (PB L 19 van 25.1.1996, blz. 39).

(20)  Beschikking 96/79/EG van de Commissie van 12 januari 1996 tot vaststelling van de fokkerijcertificaten voor sperma, eicellen en embryo’s van geregistreerde paardachtigen (PB L 19 van 25.1.1996, blz. 41).

(21)  Beschikking 96/509/EG van de Commissie van 18 juli 1996 tot vaststelling van genealogische en zoötechnische voorschriften voor de invoer van sperma van bepaalde dieren (PB L 210 van 20.8.1996, blz. 47).

(22)  Beschikking 96/510/EG van de Commissie van 18 juli 1996 tot vaststelling van de stamboek- en fokkerijcertificaten voor de invoer van fokdieren en van sperma, eicellen en embryo’s daarvan (PB L 210 van 20.8.1996, blz. 53).

(23)  Beschikking 2005/379/EG van de Commissie van 17 mei 2005 betreffende stamboekcertificaten en gegevens voor raszuivere fokrunderen en sperma, eicellen en embryo’s daarvan (PB L 125 van 18.5.2005, blz. 15).

(24)  Beschikking 2006/427/EG van de Commissie van 20 juni 2006 houdende vaststelling van methoden inzake prestatieonderzoek en van methoden voor de beoordeling van de genetische waarde van raszuivere fokrunderen (PB L 169 van 22.6.2006, blz. 56).

(25)  Richtlijn 88/661/EEG van de Raad van 19 december 1988 betreffende de zoötechnische normen die gelden voor fokvarkens (PB L 382 van 31.12.1988, blz. 36).

(26)  Richtlijn 89/361/EEG van de Raad van 30 mei 1989 betreffende raszuivere fokschapen en ‐geiten (PB L 153 van 6.6.1989, blz. 30).

(27)  Richtlijn 90/427/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van zoötechnische en genealogische voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 55).

(28)  Richtlijn 94/28/EG van de Raad van 23 juni 1994 tot vaststelling van de beginselen inzake de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van sperma, eicellen en embryo’s en tot wijziging van Richtlijn 77/504/EEG betreffende raszuivere fokrunderen (PB L 178 van 12.7.1994, blz. 66).

(29)  Richtlijn 2009/157/EG van de Raad van 30 november 2009 betreffende raszuivere fokrunderen (PB L 323 van 10.12.2009, blz. 1).


BIJLAGE I

Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 wordt vervangen door:

“BIJLAGE I

MODELFORMULIEREN VOOR ZOÖTECHNISCHE CERTIFICATEN VOOR DE HANDEL IN RASZUIVERE FOKDIEREN EN LEVENDE PRODUCTEN DAARVAN

AFDELING A

Zoötechnisch certificaat voor de handel in raszuivere fokrunderen, ‐varkens, ‐schapen en ‐geiten

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in raszuivere fokdieren van de volgende soorten:

a)

runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis)  (1)

b)

varkens (Sus scrofa)  (1)  (2)

c)

schapen (Ovis aries)  (1)

d)

geiten (Capra hircus)  (1)

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (3)

1.

Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het stamboek

3.

Naam van het ras van het raszuivere fokdier

4.

Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het dier is ingeschreven (3)

5.

Geslacht van het dier

6.

Stamboeknummer van het dier

7.

Identificatie van het raszuivere fokdier (4)

7.1.

Systeem

7.2.

Individueel identificatienummer

7.3.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5)

7.4.

Naam (3)

8.

Verificatie van de identiteit (3)  (6)  (7)

8.1.

Methode

8.2.

Resultaat

9.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601)  (8) en geboorteland van het dier

10.

Naam, adres en e‐mailadres (3) van de fokker

11.

Naam, adres en e‐mailadres (3) van de eigenaar

12.

Afstamming van het raszuivere fokdier (7)  (9)

12.1.

Vader

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (4)  (10)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5)

Naam (3)

12.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (4)  (10)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5)

Naam (3)

12.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (4)  (10)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5)

Naam (3)

12.2.

Moeder

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (4)  (10)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5)

Naam (3)

12.2.1.

Grootvader van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (4)  (10)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5)

Naam (3)

12.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (4)  (10)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5)

Naam (3)

13.

Extra informatie (3)  (7)  (11)

13.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

13.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj) of ISO 8601)

13.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het dier in verband met het fokprogramma

13.4.

Andere relevante informatie over het raszuivere fokdier

13.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 12

14.

Inseminatie (1)/paring (1)  (3)  (12)

14.1.

Datum (dd.mm.jjjj of ISO 8601, of de paringsperiode in hetzelfde formaat aangeven vanaf … tot …)

14.2.

Identificatie van het(de) bevruchtende mannelijke dier(en)

14.2.1.

Stamboeknummer(s) en sectie(s)

14.2.2.

Individue(e)l(e) identificatienummer(s) (4)  (10)

14.2.3.

Identificatienummer(s) overeenkomstig het diergezondheidsrecht (5)

14.2.4.

Na(a)m(en) (3)

14.2.5.

Syste(e)m(en) voor de verificatie van de identiteit en resulta(a)t(en) (6)

15.

Validatie

15.1.

Gedaan te: …

15.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

15.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (13) in hoofdletters invullen)

15.4.

Handtekening: …

Noten:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

AFDELING B

Zoötechnisch certificaat voor de handel in sperma van raszuivere fokdieren

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in sperma van raszuivere fokdieren van de volgende soorten:

a)

runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis)  (14)

b)

varkens (Sus scrofa)  (14)

c)

schapen (Ovis aries)  (14)

d)

geiten (Capra hircus)  (14)

e)

paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus)  (14)

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die of het spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (15)

Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die of het spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (16)

Image 1

Deel A.

Informatie betreffende het mannelijke raszuivere donorfokdier  (17)

1.

Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het stamboek

3.

Naam van het ras van het mannelijke donordier

4.

Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het mannelijke donordier is ingeschreven (15)

5.

Stamboeknummer van het mannelijke donordier (18)

6.

Individueel identificatienummer van het/de mannelijke donorpaard of ‐ezel (15)  (19)

☐☐☐-☐☐☐-☐☐☐☐☐☐☐☐☐

7.

Identificatie van het mannelijke donordier (20)

7.1.

Systeem

7.2.

Individueel identificatienummer (19)

7.3.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (21)

7.4.

Naam (15)

8.

Verificatie van de identiteit (15)  (22)  (23)

8.1.

Methode

8.2.

Resultaat

9.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601)  (24) en geboorteland van het mannelijke donordier

10.

Naam, adres en e‐mailadres (15) van de fokker

11.

Naam, adres en e‐mailadres (15) van de eigenaar

12.

Afstamming van het mannelijke donordier (23)  (25)

12.1.

Vader

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (19)  (20)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (21)

Naam (15)

12.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (19)  (20)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (21)

Naam (15)

12.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (19)  (20)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (21)

Naam (15)

12.2.

Moeder

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (19)  (20)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (21)

Naam (15)

12.2.1.

Grootvader van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (19)  (20)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (21)

Naam (15)

12.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (19)  (20)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (21)

Naam (15)

13.

Extra informatie (15)  (23)  (26)

13.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

13.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj) of ISO 8601)

13.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma

13.4.

Andere relevante informatie over het mannelijke donordier

13.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 12

14.

Validatie (27)

14.1.

Gedaan te: …

14.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

14.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (28) in hoofdletters invullen)

14.4.

Handtekening …

Image 2

Deel B.

Informatie betreffende het sperma  (29)

1.

Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (20)  (27)

1.1.

Individue(e)l(e) identificatienummer(s) (19)

1.2.

Identificatienummer(s) overeenkomstig het diergezondheidsrecht (21)

1.3.

Individueel identificatienummer van het/de mannelijke donorpaard(en) of ‐ezel(s) (15)  (19)

☐☐☐-☐☐☐-☐☐☐☐☐☐☐☐☐

1.4.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van mannelijke donordier(en) (15)

2.

Identificatie van het sperma

Kleur van de rietjes of andere verpakkingen (15)  (30)

Code op de rietjes of andere verpakkingen

Aantal rietjes of andere verpakkingen (31)

Plaats van winning

Datum van winning

(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

Overige (15)  (32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

Spermacentrum of sperma-opslagcentrum van verzending

3.1.

Naam

3.2.

Adres

3.3.

Erkenningsnummer

4.

Bestemming (naam en adres invullen)

5.

Naam en adres van de stamboekvereniging (14) of de door die stamboekvereniging aangewezen derde (14) die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de testen (15)  (33)

6.

Validatie

6.1.

Gedaan te: …

6.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

6.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (34) in hoofdletters invullen)

6.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

AFDELING C

Zoötechnisch certificaat voor de handel in eicellen van raszuivere fokdieren

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in eicellen van raszuivere fokdieren van de volgende soorten:

a)

runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis)  (35)

b)

varkens (Sus scrofa)  (35)

c)

schapen (Ovis aries)  (35)

d)

geiten (Capra hircus)  (35)

e)

paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus)  (35)

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die of het embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (36)

Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die of het embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (37)

Image 3

Deel A.

Informatie betreffende het vrouwelijke raszuivere donorfokdier  (38)

1.

Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het stamboek

3.

Naam van het ras van het vrouwelijke donordier

4.

Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het vrouwelijke donordier is ingeschreven (36)

5.

Stamboeknummer van het vrouwelijke donordier (39)

6.

Individueel identificatienummer van het/de vrouwelijke donorpaard of ‐ezel (36)  (40)

☐☐☐-☐☐☐-☐☐☐☐☐☐☐☐☐

7.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (41)

7.1.

Systeem

7.2.

Individueel identificatienummer (40)

7.3.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (42)

7.4.

Naam (36)

8.

Verificatie van de identiteit (36)  (43)  (44)

8.1.

Methode

8.2.

Resultaat

9.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601)  (45) en geboorteland van het vrouwelijke donordier

10.

Naam, adres en e‐mailadres (36) van de fokker

11.

Naam, adres en e‐mailadres (36) van de eigenaar

12.

Afstamming van het vrouwelijke donordier (44)  (46)

12.1.

Vader

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (40)  (41)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (42)

Naam (36)

12.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (40)  (41)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (42)

Naam (36)

12.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (40)  (41)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (42)

Naam (36)

12.2.

Moeder

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (40)  (41)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (42)

Naam (36)

12.2.1.

Grootvader van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (40)  (41)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (42)

Naam (36)

12.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (40)  (41)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (42)

Naam (36)

13.

Extra informatie (36)  (44)  (47)

13.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

13.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

13.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma

13.4.

Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier

13.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 12

14.

Validatie (48)

14.1.

Gedaan te: …

14.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

14.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (49) in hoofdletters invullen)

14.4.

Handtekening: …

Image 4

Deel B.

Informatie betreffende de eicellen  (50)

1.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (41)  (48)

1.1.

Individueel identificatienummer (40)

1.2.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (42)

1.3.

Individueel identificatienummer van het/de vrouwelijke donorpaard of ‐ezel (36)  (40)

☐☐☐-☐☐☐-☐☐☐☐☐☐☐☐☐

1.4.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (36)

2.

Identificatie van de eicellen

Kleur van de rietjes of andere verpakkingen (36)  (51)

Code op de rietjes of andere verpakkingen

Aantal rietjes of andere verpakkingen

Aantal eicellen (52)

Plaats van winning

Datum van winning

(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

Overige (36)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

Embryoproductieteam van verzending

3.1.

Naam

3.2.

Adres

3.3.

Erkenningsnummer

4.

Bestemming (naam en adres invullen)

5.

Validatie

5.1.

Gedaan te: …

5.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

5.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (53) in hoofdletters invullen)

5.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

AFDELING D

Zoötechnisch certificaat voor de handel in embryo’s van raszuivere fokdieren

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in embryo’s van raszuivere fokdieren van de volgende soorten:

a)

runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis)  (54)

b)

varkens (Sus scrofa)  (54)

c)

schapen (Ovis aries)  (54)

d)

geiten (Capra hircus)  (54)

e)

paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus)  (54)

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die of het embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (55)

Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die of het embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van het/de donordier(en) (56)

Image 5

Deel A.

Informatie betreffende het vrouwelijke raszuivere donorfokdier  (57)

1.

Naam van de stamboekvereniging of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het stamboek

3.

Naam van het ras van het vrouwelijke donordier

4.

Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het vrouwelijke donordier is ingeschreven (55)

5.

Stamboeknummer van het vrouwelijke donordier (58)

6.

Individueel identificatienummer van het/de vrouwelijke donorpaard of ‐ezel (55)  (59)

☐☐☐-☐☐☐-☐☐☐☐☐☐☐☐☐

7.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (60)

7.1.

Systeem

7.2.

Individueel identificatienummer (59)

7.3.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

7.4.

Naam (55)

8.

Verificatie van de identiteit (55)  (62)  (63)

8.1.

Methode

8.2.

Resultaat

9.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601)  (64) en geboorteland van het vrouwelijke donordier

10.

Naam, adres en e‐mailadres (55) van de fokker

11.

Naam, adres en e‐mailadres (55) van de eigenaar

12.

Afstamming van het vrouwelijke donordier (63)  (65)

12.1.

Vader

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (59)  (60)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

Naam (55)

12.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (59)  (60)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

Naam (55)

12.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (59)  (60)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

Naam (55)

12.2.

Moeder

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (59)  (60)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

Naam (55)

12.2.1.

Grootvader van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (59)  (60)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

Naam (55)

12.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (59)  (60)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

Naam (55)

13.

Extra informatie (55)  (63)  (66)

13.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek van het vrouwelijke donordier

13.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

13.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma

13.4.

Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier

13.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 12

14.

Validatie (67)

14.1.

Gedaan te: …

14.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

14.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (68) in hoofdletters invullen)

14.4.

Handtekening: …

Image 6

Deel B.

Informatie betreffende het mannelijke raszuivere donorfokdier  (57)

1.

Naam van de stamboekvereniging die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het stamboek

3.

Naam van het ras van het mannelijke donordier

4.

Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het mannelijke donordier is ingeschreven (55)

5.

Stamboeknummer van het mannelijke donordier (58)

6.

Individueel identificatienummer van het/de mannelijke donorpaard of ‐ezel (55)  (59)

☐☐☐-☐☐☐-☐☐☐☐☐☐☐☐☐

7.

Identificatie van het mannelijke donordier (60)

7.1.

Systeem

7.2.

Individueel identificatienummer (59)

7.3.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

7.4.

Naam (55)

8.

Verificatie van de identiteit (55)  (62)  (63)

8.1.

Methode

8.2.

Resultaat

9.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of IS 8601)  (64) en geboorteland van het mannelijke donordier

10.

Naam, adres en e‐mailadres (55) van de fokker

11.

Naam, adres en e‐mailadres (55) van de eigenaar

12.

Afstamming van het mannelijke donordier (63)  (65)

12.1.

Vader

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (59)  (60)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

Naam (55)

12.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (59)  (60)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

Naam (55)

12.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (59)  (60)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

Naam (55)

12.2.

Moeder

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (59)  (60)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

Naam (55)

12.2.1.

Grootvader van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (59)  (60)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

Naam (55)

12.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (59)  (60)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

Naam (55)

13.

Extra informatie (55)  (63)  (66)

13.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek van het mannelijke donordier

13.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj) of ISO 8601)

13.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma

13.4.

Andere relevante informatie over het mannelijke donordier

13.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 12

14.

Validatie (67)

14.1.

Gedaan te: …

14.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

14.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (68) in hoofdletters invullen)

14.4.

Handtekening: …

Image 7

Deel C.

Informatie betreffende de embryo’s  (69)

1.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (60)  (67)

1.1.

Individueel identificatienummer (59)

1.2.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

1.3.

Individueel identificatienummer van het/de vrouwelijke donorpaard of ‐ezel (55)  (59)

☐☐☐-☐☐☐-☐☐☐☐☐☐☐☐☐

1.4.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (55)

2.

Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (60)  (67)

2.1.

Individue(e)l(e) identificatienummer(s) (59)

2.2.

Identificatienummer(s) overeenkomstig het diergezondheidsrecht (61)

2.3.

Individueel identificatienummer van het/de mannelijke donorpaard(en) of ‐ezel(s) (55)  (59)

☐☐☐-☐☐☐-☐☐☐☐☐☐☐☐☐

2.4.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van

2.4.1.

het(de) mannelijke donordier(en) (54)  (55)

2.4.2.

Sperma (54)  (55)

3.

Identificatie van de embryo’s

Kleur van de rietjes of andere verpakkingen (55)  (70)

Code op de rietjes of andere verpakkingen

Aantal rietjes of andere verpakkingen

Aantal embryo’s (71)  (72)

Plaats van winning of productie

Datum van winning of productie

(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

Overige (55)  (73)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.

Embryoteam of embryoproductieteam van verzending

4.1.

Naam

4.2.

Adres

4.3.

Erkenningsnummer

5.

Bestemming (naam en adres invullen)

Deel D.

Informatie betreffende het draagmoederdier waarbij de embryo’s zullen worden ingeplant

6.

Individueel identificatienummer (59) van het draagmoederdier (55)

7.

Validatie

7.1.

Gedaan te: …

7.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

7.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (73) in hoofdletters invullen)

7.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.


(1)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(2)  Voor een groep raszuivere fokvarkens mag een enkel zoötechnisch certificaat worden afgegeven op voorwaarde dat die raszuivere fokdieren dezelfde leeftijd en dezelfde genetische moeder en vader hebben en dat onder de punten 5, 6, 7.2 en 13 en, in voorkomend geval, punt 14 van dit zoötechnisch certificaat individuele informatie wordt verstrekt.

(3)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(4)  Voor runderen, schapen en geiten: individuele identificatie overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en de registratie van dieren. Voor varkens: individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en de registratie van dieren.

(5)  Alleen vereist voor varkens: identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van varkens.

(6)  Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen en ‐geiten die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen worden vereist voor raszuivere fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt of voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten en ‐varkens die voor de winning van eicellen en embryo’s worden gebruikt.

(7)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(8)  Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.

(9)  Naargelang het geval “hoofdsectie” of “aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.

(10)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(11)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(12)  Vereist voor drachtige vrouwelijke dieren. De informatie mag in een afzonderlijk document worden verstrekt.

(13)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.

(14)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(15)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(16)  Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het/de mannelijke raszuivere donorfokdier(en) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de mannelijke raszuivere donorfokdier(en) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.

(17)  Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 16 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.

(18)  In het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels: niet invullen als het stamboeknummer hetzelfde is als het individueel identificatienummer.

(19)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer. In het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels: overeenkomstig bijlage II, deel 1, hoofdstuk I, punt 3, bij Verordening (EU) 2016/1012 het individueel identificatienummer vermelden dat in artikel 114, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/429 als “unieke code” wordt omschreven. Als het individueel identificatienummer niet beschikbaar is of verschilt van het nummer waaronder het dier in het stamboek is ingeschreven, het stamboeknummer invullen.

(20)  Voor runderen, schapen, geiten en paardachtigen: individuele identificatie overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en de registratie van dieren. Voor varkens: individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.

(21)  Alleen vereist voor varkens: identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van varkens.

(22)  Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen worden vereist voor raszuivere fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt.

(23)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(24)  Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.

(25)  Naargelang het geval “hoofdsectie” of “aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.

(26)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(27)  Alleen vereist indien deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door de stamboekvereniging of door een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum.

(28)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.

(29)  Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moet een kopie van het zoötechnische certificaat voor mannelijke donordieren worden bijgevoegd, als volgt:

i)

in het geval van raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten of ‐varkens, volgens het model in afdeling A van bijlage I bij Verordening (EU) 2017/717;

ii)

in het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels, volgens het model in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1940, waarvan ten minste deel I is verwerkt in het overeenkomstig artikel 118, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/429 afgegeven unieke, levenslang geldige identificatiedocument.

(30)  Facultatief.

(31)  Een rietje of andere verpakking mag sperma bevatten dat afkomstig is van meer dan één raszuiver fokdier, op voorwaarde dat in punt 1.4 van deel B informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke raszuivere donorfokdieren wordt verstrekt.

(32)  In voorkomend geval kan informatie over gesekst sperma worden verstrekt.

(33)  Voor sperma bestemd voor het testen van raszuivere fokrunderen, ‐varkens, ‐schapen of ‐geiten die geen prestatieonderzoek of genetische evaluatie hebben ondergaan, overeenkomstig de in artikel 21, lid 1, onder g), van Verordening (EU) 2016/1012 bedoelde kwantitatieve grenzen.

(34)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging, van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, of van een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum.

(35)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(36)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(37)  Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het vrouwelijke raszuivere donorfokdier afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het vrouwelijke raszuivere donorfokdier een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.

(38)  Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 16 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.

(39)  In het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels: niet invullen als het stamboeknummer hetzelfde is als het individueel identificatienummer.

(40)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer. In het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels: overeenkomstig bijlage II, deel 1, hoofdstuk I, punt 3, bij Verordening (EU) 2016/1012 het individueel identificatienummer vermelden dat in artikel 114, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/429 als “unieke code” wordt omschreven. Als het individueel identificatienummer niet beschikbaar is of verschilt van het nummer waaronder het dier in het stamboek is ingeschreven, het stamboeknummer invullen.

(41)  Voor runderen, schapen, geiten en paardachtigen: individuele identificatie overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en de registratie van dieren. Voor varkens: individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.

(42)  Alleen vereist voor varkens: identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van varkens.

(43)  Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen worden vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐varkens, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van eicellen worden gebruikt.

(44)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(45)  Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.

(46)  Naargelang het geval “hoofdsectie” of “aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.

(47)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(48)  Alleen vereist indien deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door de stamboekvereniging of door een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoproductieteam.

(49)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.

(50)  Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd embryoproductieteam en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moet een kopie van het zoötechnische certificaat voor het vrouwelijke donordier worden bijgevoegd, als volgt:

i)

in het geval van raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten of ‐varkens, volgens het model in afdeling A van bijlage I bij Verordening (EU) 2017/717;

ii)

in het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels, volgens het model in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1940, waarvan ten minste deel I is verwerkt in het overeenkomstig artikel 118, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/429 afgegeven unieke, levenslang geldige identificatiedocument.

(51)  Facultatief.

(52)  Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één eicel bevat, moet het aantal eicellen duidelijk worden vermeld. Een rietje of andere verpakking mag slechts eicellen van één raszuiver fokdier bevatten.

(53)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging, van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, of van een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam.

(54)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(55)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(56)  Indien deel A of B van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het/de vrouwelijke of mannelijke raszuivere donorfokdier(en) of voor het sperma van die mannelijke raszuivere donorfokdier(en) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de vrouwelijke of mannelijke raszuivere donorfokdier(en) of het sperma van die mannelijke raszuivere donorfokdier(en) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.

(57)  Deel A of B van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 16 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.

(58)  In het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels: niet invullen als het stamboeknummer hetzelfde is als het individueel identificatienummer.

(59)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer. In het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels: overeenkomstig bijlage II, deel 1, hoofdstuk I, punt 3, bij Verordening (EU) 2016/1012 het individueel identificatienummer vermelden dat in artikel 114, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/429 als “unieke code” wordt omschreven. Als het individueel identificatienummer niet beschikbaar is of verschilt van het nummer waaronder het dier in het stamboek is ingeschreven, het stamboeknummer invullen.

(60)  Voor runderen, schapen, geiten en paardachtigen: individuele identificatie overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en de registratie van dieren. Voor varkens: individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.

(61)  Alleen vereist voor varkens: identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van varkens.

(62)  Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen worden vereist voor raszuivere fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt of voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐varkens, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van eicellen en embryo’s worden gebruikt.

(63)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(64)  Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of IS 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.

(65)  Naargelang het geval “hoofdsectie” of “aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.

(66)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(67)  Alleen vereist als deel A of B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door de stamboekvereniging of door een bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, en de delen C en D van het zoötechnische certificaat worden afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam.

(68)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.

(69)  Indien alleen deel C en, voor zover van toepassing, deel D van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam en de(e)l(en) A en/of B van het zoötechnische certificaat leeg wordt/worden gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt/worden verwijderd, moeten punten 1 en 2 van deel C worden ingevuld en moeten kopieën van het zoötechnische certificaat worden bijgevoegd, als volgt:

a)

voor vrouwelijke donordieren:

i)

in het geval van raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten of ‐varkens, volgens het model in afdeling A van bijlage I bij Verordening (EU) 2017/717;

ii)

in het geval van raszuivere fokpaarden en ‐ezels, volgens het model in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1940, waarvan ten minste deel I een speciaal daarvoor bedoeld deel is van het overeenkomstig artikel 118, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/429 afgegeven unieke, levenslang geldige identificatiedocument;

b)

voor het bevruchtende sperma:

i)

zoals beschreven onder a), met de nodige aanpassingen voor mannelijke donordieren, of

ii)

volgens het model in afdeling B van bijlage I bij Verordening (EU) 2017/717.

(70)  Facultatief.

(71)  Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één embryo bevat, moet het aantal embryo’s duidelijk worden vermeld.

(72)  Een rietje of een ander pakket mag embryo’s bevatten die zijn verzameld, of geproduceerd met eicellen die zijn gewonnen, uit één enkel vrouwelijk raszuiver fokdier dat is bevrucht met sperma dat afkomstig is van meer dan één mannelijk raszuiver fokdier, op voorwaarde dat in punt 2.4 van deel C informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke raszuivere donorfokdieren wordt verstrekt.

(73)  Indien van toepassing, mag informatie over gesekste embryo’s of over het ontwikkelingsstadium van het embryo worden verstrekt.

(74)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de stamboekvereniging, van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, of van een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam.


BIJLAGE II

Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 wordt vervangen door:

“BIJLAGE II

MODELFORMULIEREN VOOR ZOÖTECHNISCHE CERTIFICATEN VOOR DE HANDEL IN HYBRIDE FOKVARKENS EN LEVENDE PRODUCTEN DAARVAN

AFDELING A

Zoötechnisch certificaat voor de handel in hybride fokvarkens

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokkerijgroeperingen bijgehouden fokregisters  (1)

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (2)

1.

Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het fokregister

3.

Naam van het ras (3)/de foklijn (3)/de kruising (3) van het hybride fokvarken

4.

Geslacht van het dier

5.

Fokregisternummer van het dier

6.

Identificatie van het dier (4)

6.1.

Systeem

6.2.

Individueel identificatienummer

6.3.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht

6.4.

Naam (2)

7.

Verificatie van de identiteit (2)  (5)  (6)

7.1.

Methode

7.2.

Resultaat

8.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het dier

9.

Naam, adres en e‐mailadres (2) van de fokker

10.

Naam, adres en e‐mailadres (2) van de eigenaar

11.

Afstamming van het hybride fokvarken (6)

11.1.

Vader

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (4)  (7)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4)

Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3)

Naam (2)

11.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (4)  (7)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4)

Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3)

Naam (2)

11.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (4)  (7)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4)

Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3)

Naam (2)

11.2.

Moeder

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (4)  (7)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4)

Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3)

Naam (2)

11.2.1.

Grootvader van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (4)  (7)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4)

Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3)

Naam (2)

11.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (4)  (7)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4)

Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3)

Naam (2)

12.

Extra informatie (2)  (6)  (8)

12.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

12.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

12.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het dier in verband met het fokprogramma

12.4.

Andere relevante informatie over het hybride fokvarken

12.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 11

13.

Inseminatie (3)/paring (3)  (2)  (9)

13.1.

Datum (dd.mm.jjjj of ISO 8601, of de paringsperiode in hetzelfde formaat aangeven vanaf … tot …)

13.2.

Identificatie van het(de) bevruchtende mannelijke dier(en)

13.2.1.

Fokregister- of stamboeknummer(s)

13.2.2.

Individue(e)l(e) identificatienummer(s) (4)  (7)

13.2.3.

Identificatienummer(s) overeenkomstig het diergezondheidsrecht (4)

13.2.4.

Na(a)m(en) (2)

13.2.5.

Syste(e)m(en) voor de verificatie van de identiteit en resulta(a)t(en) (5)

14.

Naam en adres van de geadresseerde

15.

Validatie

15.1.

Gedaan te:. …

15.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

15.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (10) in hoofdletters invullen)

15.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

AFDELING B

Zoötechnisch certificaat voor de handel in sperma van hybride fokvarkens

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in sperma van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokkerijgroeperingen bijgehouden fokregisters

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die of het spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (11)

Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die of het spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (12)

Image 8

Deel A.

Informatie betreffende het mannelijke hybride donorfokvarken  (11)

1.

Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het fokregister

3.

Naam van het ras (14)/de foklijn (14)/de kruising (14)

4.

Fokregisternummer van het mannelijke donordier

5.

Identificatie van het mannelijke donordier (15)

5.1.

Systeem

5.2.

Individueel identificatienummer

5.3.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht

5.4.

Naam (11)

6.

Verificatie van de identiteit (11)  (16)  (17)

6.1.

Methode

6.2.

Resultaat

7.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het mannelijke donordier

8.

Naam, adres en e‐mailadres (11) van de fokker

9.

Naam, adres en e‐mailadres (11) van de eigenaar

10.

Afstamming van het mannelijke donordier (17)

10.1.

Vader

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (15)  (18)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (15)

Ras (14)/foklijn (14)/kruising (14)

Naam (11)

10.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (15)  (18)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (15)

Ras (14)/foklijn (14)/kruising (14)

Naam (11)

10.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (15)  (18)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (15)

Ras (14)/foklijn (14)/kruising (14)

Naam (11)

10.2.

Moeder

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (15)  (18)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (15)

Ras (14)/foklijn (14)/kruising (14)

Naam (11)

10.2.1.

Grootvader van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (15)  (18)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (15)

Ras (14)/foklijn (14)/kruising (14)

Naam (11)

10.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (15)  (18)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (15)

Ras (14)/foklijn (14)/kruising (14)

Naam (11)

11.

Extra informatie (11)  (17)  (19)

11.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

11.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj) of ISO 8601)

11.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma

11.4.

Andere relevante informatie over het mannelijke donordier

11.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10

12.

Validatie (20)

12.1.

Gedaan te: …

12.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

12.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (21) in hoofdletters invullen)

12.4.

Handtekening: …

Image 9

Deel B.

Informatie betreffende het sperma  (22)

1.

Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (15)  (20)

1.1.

Individue(e)l(e) identificatienummer(s)

1.2.

Identificatienummer(s) overeenkomstig het diergezondheidsrecht

1.3.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van mannelijke donordier(en) (11)

2.

Identificatie van het sperma

Kleur van de rietjes of andere verpakkingen (11)  (23)

Code op de rietjes of andere verpakkingen

Aantal rietjes of andere verpakkingen (24)

Plaats van winning

Datum van winning

(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

Overige (11)  (25)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

Spermacentrum of sperma-opslagcentrum van verzending

3.1.

Naam

3.2.

Adres

3.3.

Erkenningsnummer

4.

Bestemming (naam en adres invullen)

5.

Naam en adres van de fokkerijgroepering (14) of de door die fokkerijgroepering aangewezen derde (14) die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de testen (11)  (26)

6.

Validatie

6.1.

Gedaan te: …

6.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

6.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (27) in hoofdletters invullen)

6.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

AFDELING C

Zoötechnisch certificaat voor de handel in eicellen van hybride fokvarkens

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in eicellen van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokkerijgroeperingen bijgehouden fokregisters

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die of het embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (28)

Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die of het embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (29)

Image 10

Deel A.

Informatie betreffende het vrouwelijke hybride donorfokvarken  (30)

1.

Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het fokregister

3.

Naam van het ras (31)/de foklijn (31)/de kruising (31)

4.

Fokregisternummer van het vrouwelijke donordier

5.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (32)

5.1.

Systeem

5.2.

Individueel identificatienummer

5.3.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht

5.4.

Naam (28)

6.

Verificatie van de identiteit (28)  (33)  (34)

6.1.

Methode

6.2.

Resultaat

7.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het vrouwelijke donordier

8.

Naam, adres en e‐mailadres (28) van de fokker

9.

Naam, adres en e‐mailadres (28) van de eigenaar

10.

Afstamming van het vrouwelijke donordier (34)

10.1.

Vader

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (32)  (35)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (32)

Ras (31)/foklijn (31)/kruising (31)

Naam (28)

10.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (32)  (35)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (32)

Ras (31)/foklijn (31)/kruising (31)

Naam (28)

10.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (32)  (35)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (32)

Ras (31)/foklijn (31)/kruising (31)

Naam (28)

10.2.

Moeder

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (32)  (35)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (32)

Ras (31)/foklijn (31)/kruising (31)

Naam (28)

10.2.1.

Grootvader van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (32)  (35)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (32)

Ras (31)/foklijn (31)/kruising (31)

Naam (28)

10.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (32)  (35)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (32)

Ras (31)/foklijn (31)/kruising (31)

Naam (28)

11.

Extra informatie (28)  (34)  (36)

11.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

11.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj) of ISO 8601)

11.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma

11.4.

Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier

11.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10

12.

Validatie (37)

12.1.

Gedaan te: …

12.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

12.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (38) in hoofdletters invullen)

12.4.

Handtekening: …

Image 11

Deel B.

Informatie betreffende de eicellen  (39)

1.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (32)  (37)

1.1.

Individueel identificatienummer

1.2.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht

1.3.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (28)

2.

Identificatiesysteem

Kleur van de rietjes of andere verpakkingen (28)  (40)

Code op de rietjes of andere verpakkingen

Aantal rietjes of andere verpakkingen

Aantal eicellen (41)

Plaats van winning

Datum van winning

(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

Overige (28)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

Embryoproductieteam van verzending

3.1.

Naam

3.2.

Adres

3.3.

Erkenningsnummer

4.

Bestemming (naam en adres invullen)

5.

Validatie

5.1.

Gedaan te:…

5.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

5.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (42) in hoofdletters invullen)

5.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

AFDELING D

Zoötechnisch certificaat voor de handel in embryo’s van hybride fokvarkens

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de handel in embryo’s van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokkerijgroeperingen bijgehouden fokregisters

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die of het embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (43)

Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die of het embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van het/de donordier(en) (44)

Image 12

Deel A.

Informatie betreffende het vrouwelijke hybride donorfokvarken  (45)

1.

Naam van de fokkerijgroepering of bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het fokregister

3.

Naam van het ras (46)/de foklijn (46)/de kruising (46)

4.

Fokregisternummer van het vrouwelijke donordier

5.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (47)

5.1.

Systeem

5.2.

Individueel identificatienummer

5.3.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht

5.4.

Naam (43)

6.

Verificatie van de identiteit (43)  (48)  (49)

6.1.

Methode

6.2.

Resultaat

7.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het vrouwelijke donordier

8.

Naam, adres en e‐mailadres (43) van de fokker

9.

Naam, adres en e‐mailadres (43) van de eigenaar

10.

Afstamming van het vrouwelijke donordier (49)

10.1.

Vader

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (47)  (50)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (47)

Ras (46)/foklijn (46)/kruising (46)

Naam (43)

10.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (47)  (50)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (47)

Ras (46)/foklijn (46)/kruising (46)

Naam (43)

10.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (47)  (50)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (47)

Ras (46)/foklijn (46)/kruising (46)

Naam (43)

10.2.

Moeder

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (47)  (50)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (47)

Ras (46)/foklijn (46)/kruising (46)

Naam (43)

10.2.1.

Grootvader van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (47)  (50)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (47)

Ras (46)/foklijn (46)/kruising (46)

Naam (43)

10.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (47)  (50)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (47)

Ras (46)/foklijn (46)/kruising (46)

Naam (43)

11.

Extra informatie (43)  (49)  (51)

11.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

11.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

11.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma

11.4.

Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier

11.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10

12.

Validatie (52)

12.1.

Gedaan te: …

12.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

12.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (53) in hoofdletters invullen)

12.4.

Handtekening: …

Image 13

Deel B.

Informatie betreffende het mannelijke hybride donorfokvarken  (45)

1.

Naam van de fokkerijgroepering die het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het fokregister

3.

Naam van het ras (46)/de foklijn (46)/de kruising (46)

4.

Fokregisternummer van het mannelijke donordier

5.

Identificatie van het mannelijke donordier (47)

5.1.

Systeem

5.2.

Individueel identificatienummer

5.3.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht

5.4.

Naam (43)

6.

Verificatie van de identiteit (43)  (48)  (49)

6.1.

Methode

6.2.

Resultaat

7.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het mannelijke donordier

8.

Naam, adres en e‐mailadres (43) van de fokker

9.

Naam, adres en e‐mailadres (43) van de eigenaar

10.

Afstamming van het mannelijke donordier (49)

10.1.

Vader

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (47)  (50)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (47)

Ras (46)/foklijn (46)/kruising (46)

Naam (43)

10.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (47)  (50)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (47)

Ras (46)/foklijn (46)/kruising (46)

Naam (43)

10.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (47)  (50)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (47)

Ras (46)/foklijn (46)/kruising (46)

Naam (43)

10.2.

Moeder

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (47)  (50)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (47)

Ras (46)/foklijn (46)/kruising (46)

Naam (43)

10.2.1.

Grootvader van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (47)  (50)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (47)

Ras (46)/foklijn (46)/kruising (46)

Naam (43)

10.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (47)  (50)

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht (47)

Ras (46)/foklijn (46)/kruising (46)

Naam (43)

11.

Extra informatie (43)  (49)  (51)

11.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

11.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

11.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma

11.4.

Andere relevante informatie over het mannelijke donordier

11.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10

12.

Validatie (52)

12.1.

Gedaan te: …

12.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

12.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (53) in hoofdletters invullen)

14.2.

Handtekening: …

Image 14

Deel C.

Informatie betreffende de embryo’s  (54)

1.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (47)  (52)

1.1.

Individueel identificatienummer

1.2.

Identificatienummer overeenkomstig het diergezondheidsrecht

1.3.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (43)

2.

Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (47)  (52)

2.1.

Individue(e)l(e) identificatienummer(s)

2.2.

Identificatienummer(s) overeenkomstig het diergezondheidsrecht

2.3.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van

2.3.1.

het(de) mannelijke donordier(en) (43)  (46)

2.3.2.

Sperma (43)  (46)

3.

Identificatie van de embryo’s

Kleur van de rietjes of andere verpakkingen (43)  (55)

Code op de rietjes of andere verpakkingen

Aantal rietjes of andere verpakkingen

Aantal embryo’s (56)  (57)

Plaats van winning of productie

Datum van winning of productie

(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

Overige (43)  (58)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.

Embryoteam of embryoproductieteam van verzending

4.1.

Naam

4.2.

Adres

4.3.

Erkenningsnummer

5.

Bestemming (naam en adres invullen)

Deel D.

Informatie betreffende het draagmoederdier waarbij de embryo’s zullen worden ingeplant

6.

Individueel identificatienummer (47)van het draagmoederdier (43)

7.

Validatie

7.1.

Gedaan te: …

7.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

7.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (59) in hoofdletters invullen)

7.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van verzending.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

”.

(1)  Voor een groep hybride fokvarkens mag een enkel zoötechnisch certificaat worden afgegeven op voorwaarde dat die hybride fokvarkens dezelfde leeftijd en dezelfde genetische moeder en vader hebben en dat onder de punten 4, 5, 6.2, en 12 en, in voorkomend geval, punt 13 van dit zoötechnisch certificaat individuele informatie wordt verstrekt.

(2)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(3)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(4)  Individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.

(5)  Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door fokkerijgroeperingen worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie of voor de winning van eicellen en embryo’s worden gebruikt.

(6)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(7)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(8)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(9)  Vereist voor drachtige vrouwelijke dieren. De informatie mag in een afzonderlijk document worden verstrekt.

(10)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.

(11)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(12)  Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het/de mannelijke hybride donorfokvarken(s) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de mannelijke hybride donorfokvarken(s) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.

(13)  Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 12 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.

(14)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(15)  Individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.

(16)  Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door fokkerijgroeperingen worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt.

(17)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(18)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(19)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(20)  Alleen vereist indien deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door de fokkerijgroepering of door een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum.

(21)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.

(22)  Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moeten kopieën van de overeenkomstig het model in afdeling A van bijlage II bij Verordening (EU) 2017/717 afgegeven zoötechnische certificaten voor de mannelijke hybride donorfokvarkens worden bijgevoegd.

(23)  Facultatief.

(24)  Een rietje of andere verpakking mag sperma bevatten dat afkomstig is van meer dan één hybride fokvarken, op voorwaarde dat in punt 1.3 van deel B informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke hybride donorfokvarkens wordt verstrekt.

(25)  In voorkomend geval kan informatie over gesekst sperma worden verstrekt.

(26)  Voor sperma bestemd voor het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie van hybride fokvarkens die geen prestatieonderzoek of genetische evaluatie hebben ondergaan, overeenkomstig de in artikel 24, lid 1, onder d), van Verordening (EU) 2016/1012 bedoelde kwantitatieve grenzen.

(27)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering, van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, of van een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum.

(28)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(29)  Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het vrouwelijke hybride donorfokvarken afgegeven zoötechnisch certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het vrouwelijke hybride donorfokvarken een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.

(30)  Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 12 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.

(31)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(32)  Individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.

(33)  Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door fokkerijgroeperingen worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van eicellen worden gebruikt.

(34)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(35)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(36)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(37)  Alleen vereist indien deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door de fokkerijgroepering of door een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoproductieteam.

(38)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.

(39)  Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd embryoproductieteam en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moeten kopieën van de overeenkomstig het model in afdeling A van bijlage II bij Verordening (EU) 2017/717 afgegeven zoötechnische certificaten voor de vrouwelijke hybride donorfokvarkens worden bijgevoegd.

(40)  Facultatief.

(41)  Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één eicel bevat, moet het aantal eicellen duidelijk worden vermeld. Een rietje of andere verpakking mag slechts eicellen van één hybride fokvarken bevatten.

(42)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering, van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, of van een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoproductieteam.

(43)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(44)  Indien de(e)l(en) A en/of B van het zoötechnische certificaat leeg wordt/worden gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt/worden verwijderd, en een kopie van het voor het/de mannelijke hybride fokvarken(s) of voor het sperma van dat/die mannelijke hybride fokvarken(s) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de vrouwelijke of mannelijke hybride fokdonorvarken(s) of het sperma van die/dat mannelijke hybride fokvarken(s) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.

(45)  De(e)l(en) A en/of B van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 12 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.

(46)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(47)  Individuele identificatie overeenkomstig de voorschriften van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 12 van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurde fokprogramma en identificatienummer overeenkomstig de diergezondheidswetgeving van de Unie betreffende de identificatie en registratie van dieren.

(48)  Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door fokkerijgroeperingen worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie of voor de winning van eicellen of embryo’s worden gebruikt.

(49)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(50)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(51)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(52)  Alleen vereist als deel A of B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door de fokkerijgroepering of door een bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, en de delen C en D van het zoötechnische certificaat worden afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam.

(53)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering of van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012.

(54)  Indien alleen deel C en, voor zover van toepassing, deel D van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam en deel A en/of deel B van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moeten punten 1 en 2 van deel C worden ingevuld en moeten kopieën van zoötechnische certificaten worden bijgevoegd, als volgt:

a)

voor vrouwelijke donordieren: volgens het model in afdeling A van bijlage II bij Verordening (EU) 2017/717;

b)

voor het bevruchtende sperma:

i)

zoals beschreven onder a), met de nodige aanpassingen voor mannelijke donordieren, of

ii)

volgens het model in afdeling B van bijlage II bij Verordening (EU) 2017/717.

(55)  Facultatief.

(56)  Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één embryo bevat, moet het aantal embryo’s duidelijk worden vermeld.

(57)  Een rietje of een ander pakket mag embryo’s bevatten die zijn verzameld, of geproduceerd met eicellen die zijn gewonnen, uit één enkel vrouwelijke hybride fokvarken dat is bevrucht met sperma dat afkomstig is van meer dan één mannelijke hybride fokvarken, op voorwaarde dat in punt 2.3 van deel C informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke hybride fokvarkens wordt verstrekt.

(58)  Indien van toepassing, mag informatie over gesekste embryo’s of over het ontwikkelingsstadium van het embryo worden verstrekt.

(59)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van de fokkerijgroepering, van een bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 30, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2016/1012, of van een overeenkomstig artikel 31, lid 1, van die verordening goedgekeurd embryoteam of embryoproductieteam.


BIJLAGE III

Bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 wordt vervangen door:

“BIJLAGE III

MODELFORMULIEREN VOOR ZOÖTECHNISCHE CERTIFICATEN VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN RASZUIVERE FOKDIEREN EN LEVENDE PRODUCTEN DAARVAN

AFDELING A

Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokrunderen, ‐varkens, ‐schapen ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren van de volgende soorten:

a)

runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis)  (1)

b)

varkens (Sus scrofa)  (1)  (2)

c)

schapen (Ovis aries)  (1)

d)

geiten (Capra hircus)  (1)

e)

paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus)  (1)

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (3)

1.

Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het stamboek

3.

Naam van het ras van het raszuivere fokdier

4.

Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het dier is ingeschreven (3)

5.

Geslacht van het dier

6.

Stamboeknummer van het dier

7.

Identificatie van het raszuivere fokdier (4)

7.1.

Systeem

7.2.

Individueel identificatienummer

7.3.

Naam (3)

8.

Verificatie van de identiteit (3)  (5)  (6)

8.1.

Methode

8.2.

Resultaat

9.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601)  (7) en geboorteland van het dier

10.

Naam, adres en e‐mailadres (3) van de fokker

11.

Naam, adres en e‐mailadres (3) van de eigenaar

12.

Afstamming van het raszuivere fokdier (6)  (8)

12.1.

Vader

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (4)  (9)

Naam (3)

12.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (4)  (9)

Naam (3)

12.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (4)  (9)

Naam (3)

12.2.

Moeder

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (4)  (9)

Naam (3)

12.2.1.

Grootvader van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (4)  (9)

Naam (3)

12.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (4)  (9)

Naam (3)

13.

Extra informatie (3)  (6)  (10)

13.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

13.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

13.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het dier in verband met het fokprogramma

13.4.

Andere relevante informatie over het raszuivere fokdier

13.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 12

14.

Inseminatie (1)/paring (1)  (3)  (11)

14.1.

Datum (dd.mm.jjjj of ISO 8601, of de paringsperiode in hetzelfde formaat aangeven vanaftot …)

14.2.

Identificatie van het(de) bevruchtende mannelijke dier(en)

14.2.1.

Stamboeknummer(s) en sectie(s)

14.2.2.

Individue(e)l(e) identificatienummer(s) (4)  (9)

14.2.3.

Na(a)m(en) (3)

14.2.4.

Syste(e)m(en) voor de verificatie van de identiteit en resulta(a)t(en) (5)

15.

Naam van de stamboekvereniging (1)/de bevoegde autoriteit (1)/de fokkerijgroepering (1) die het stamboek (1)/het fokregister (1) bijhoudt waarin het raszuivere fokdier zal worden ingeschreven (1)/geregistreerd (1) (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

16.

Validatie

16.1.

Gedaan te: …

16.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

16.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (12) in hoofdletters invullen)

16.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

AFDELING B

Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van sperma van raszuivere fokdieren

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van sperma van raszuivere fokdieren van de volgende soorten:

a)

runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis)  (13)

b)

varkens (Sus scrofa)  (13)

c)

schapen (Ovis aries)  (13)

d)

geiten (Capra hircus)  (13)

e)

paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus)  (13)

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van het fokorgaan, spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (14)

Naam van het fokorgaan, spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (15)

Image 15

Deel A.

Informatie betreffende het mannelijke raszuivere donorfokdier  (16)

1.

Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het stamboek

3.

Naam van het ras van het mannelijke donordier

4.

Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het mannelijke donordier is ingeschreven (14)

5.

Stamboeknummer van het mannelijke donordier

6.

Identificatie van het mannelijke donordier (17)

6.1.

Systeem

6.2.

Individueel identificatienummer

6.3.

Naam (14)

7.

Verificatie van de identiteit (14)  (18)  (19)

7.1.

Methode

7.2.

Resultaat

8.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601)  (20) en geboorteland van het mannelijke donordier

9.

Naam, adres en e‐mailadres (14) van de fokker

10.

Naam, adres en e‐mailadres (14) van de eigenaar

11.

Afstamming van het mannelijke donordier (19)  (21)

11.1.

Vader

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (17)  (22)

Naam (14)

11.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (17)  (22)

Naam (14)

11.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (17)  (22)

Naam (14)

11.2.

Moeder

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (17)  (22)

Naam (14)

11.2.1.

Grootvader van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (17)  (22)

Naam (14)

11.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (17)  (22)

Naam (14)

12.

Extra informatie (14)  (19)  (23)

12.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

12.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

12.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma

12.4.

Andere relevante informatie over het mannelijke donordier

12.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 11

13.

Validatie (24)

13.1.

Gedaan te: …

13.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

13.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (25) in hoofdletters invullen)

13.4.

Handtekening: …

Image 16

Deel B.

Informatie betreffende het sperma  (26)

1.

Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (17)  (24)

1.1.

Individue(e)l(e) identificatienummer(s)

1.2.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van mannelijke donordier(en) (14)

2.

Identificatiesysteem

Kleur van de rietjes of andere verpakkingen (14)  (27)

Code op de rietjes of andere verpakkingen

Aantal rietjes of andere verpakkingen (28)

Plaats van winning

Datum van winning

(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

Overige (14)  (29)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

Spermacentrum of sperma-opslagcentrum van verzending

3.1.

Naam

3.2.

Adres

3.3.

Erkenningsnummer

4.

Bestemming (naam en adres invullen)

5.

Naam en adres van de stamboekvereniging (13) of de door die stamboekvereniging aangewezen derde (13) die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de testen (14)  (30)

6.

Validatie

6.1.

Gedaan te: …

6.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

6.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (31) in hoofdletters invullen)

6.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

AFDELING C

Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van eicellen van raszuivere fokdieren

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van eicellen van raszuivere fokdieren van de volgende soorten:

a)

runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis)  (32)

b)

varkens (Sus scrofa)  (32)

c)

schapen (Ovis aries)  (32)

d)

geiten (Capra hircus)  (32)

e)

paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus)  (32)

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van het orgaan of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (33)

Naam van het fokorgaan of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (34)

Image 17

Deel A.

Informatie betreffende het vrouwelijke raszuivere donorfokdier  (35)

1.

Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het stamboek

3.

Naam van het ras van het vrouwelijke donordier

4.

Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het vrouwelijke donordier is ingeschreven (33)

5.

Stamboeknummer van het vrouwelijke donordier

6.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (36)

6.1.

Systeem

6.2.

Individueel identificatienummer

6.3.

Naam (33)

7.

Verificatie van de identiteit (33)  (37)  (38)

7.1.

Methode

7.2.

Resultaat

8.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601)  (39) en geboorteland van het vrouwelijke donordier

9.

Naam, adres en e‐mailadres (33) van de fokker

10.

Naam, adres en e‐mailadres (33) van de eigenaar

11.

Afstamming van het vrouwelijke donordier (38)  (40)

11.1.

Vader

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (36)  (41)

Naam (33)

11.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (36)  (41)

Naam (33)

11.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (36)  (41)

Naam (33)

11.2.

Moeder

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (36)  (41)

Naam (33)

11.2.1.

Grootvader van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (36)  (41)

Naam (33)

11.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (36)  (41)

Naam (33)

12.

Extra informatie (33)  (38)  (42)

12.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

12.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

12.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma

12.4.

Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier

12.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 11

13.

Validatie (43)

13.1.

Gedaan te:….

13.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

13.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (44) in hoofdletters invullen)

13.4.

Handtekening: …

Image 18

Deel B.

Informatie betreffende de eicellen  (45)

1.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (36)  (43)

1.1.

Individueel identificatienummer

1.2.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (33)

2.

Identificatie van de eicellen

Kleur van de rietjes of andere verpakkingen (33)  (46)

Code op de rietjes of andere verpakkingen

Aantal rietjes of andere verpakkingen

Aantal eicellen (47)

Plaats van winning

Datum van winning

(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

Overige (33)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

Embryoproductieteam van verzending

3.1.

Naam

3.2.

Adres

3.3.

Erkenningsnummer

4.

Bestemming (naam en adres invullen)

5.

Validatie

5.1.

Gedaan te:…

5.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

5.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (48) in hoofdletters invullen)

5.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

AFDELING D

Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van embryo’s van raszuivere fokdieren

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van embryo’s van raszuivere fokdieren van de volgende soorten:

a)

runderen (Bos taurus, Bos indicus, Bubalus bubalis)  (49)

b)

varkens (Sus scrofa)  (49)

c)

schapen (Ovis aries)  (49)

d)

geiten (Capra hircus)  (49)

e)

paardachtigen (Equus caballus en Equus asinus)  (49)

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van het fokorgaan, embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (50)

Naam van het fokorgaan, embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van het/de donordier(en) (51)

Image 19

Deel A.

Informatie betreffende het vrouwelijke raszuivere donorfokdier  (52)

1.

Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het stamboek

3.

Naam van het ras van het vrouwelijke donordier

4.

Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het vrouwelijke donordier is ingeschreven (50)

5.

Stamboeknummer van het vrouwelijke donordier

6.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (53)

6.1.

Systeem

6.2.

Individueel identificatienummer

6.3.

Naam (50)

7.

Verificatie van de identiteit (50)  (54)  (55)

7.1.

Methode

7.2.

Resultaat

8.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601)  (56) en geboorteland van het vrouwelijke donordier

9.

Naam, adres en e‐mailadres (50) van de fokker

10.

Naam, adres en e‐mailadres (50) van de eigenaar

11.

Afstamming van het vrouwelijke donordier (55)  (57)

11.1.

Vader

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (53)  (58)

Naam (50)

11.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (53)  (58)

Naam (50)

11.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (53)  (58)

Naam (50)

11.2.

Moeder

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (53)  (58)

Naam (50)

11.2.1.

Grootvader van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (53)  (58)

Naam (50)

11.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (53)  (58)

Naam (50)

12.

Extra informatie (50)  (55)  (59)

12.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

12.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

12.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma

12.4.

Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier

12.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 11

13.

Validatie (60)

13.1.

Gedaan te:…

13.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

13.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (61) in hoofdletters invullen)

13.4.

Handtekening: …

Image 20

Deel B.

Informatie betreffende het mannelijke raszuivere donorfokdier  (52)

1.

Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het stamboek

3.

Naam van het ras van het mannelijke donordier

4.

Klasse in de hoofdsectie van het stamboek waarin het mannelijke donordier is ingeschreven (50)

5.

Stamboeknummer van het mannelijke donordier

6.

Identificatie van het mannelijke donordier (53)

6.1.

Systeem

6.2.

Individueel identificatienummer

6.3.

Naam (50)

7.

Verificatie van de identiteit (50)  (54)  (55)

7.1.

Methode

7.2.

Resultaat

8.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601)  (56) en geboorteland van het mannelijke donordier

9.

Naam, adres en e‐mailadres (50) van de fokker

10.

Naam, adres en e‐mailadres (50) van de eigenaar

11.

Afstamming van het mannelijke donordier (55)  (57)

11.1.

Vader

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (53)  (58)

Naam (50)

11.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (53)  (58)

Naam (50)

11.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (53)  (58)

Naam (50)

11.2.

Moeder

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (53)  (58)

Naam (50)

11.2.1.

Grootvader van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (53)  (58)

Naam (50)

11.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Stamboeknummer en ‐sectie

Individueel identificatienummer (53)  (58)

Naam (50)

12.

Extra informatie (50)  (55)  (59)

12.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

12.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

12.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma

12.4.

Andere relevante informatie over het mannelijke donordier

12.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 11

13.

Validatie (60)

13.1.

Gedaan te:…

13.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

13.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (61) in hoofdletters invullen)

13.4.

Handtekening: …

Image 21

Deel C.

Informatie betreffende de embryo’s  (62)

1.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (53)  (60)

1.1.

Individueel identificatienummer

1.2.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (50)

2.

Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (53)  (60)

2.1.

Individue(e)l(e) identificatienummer(s)

2.2.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van

2.2.1.

het(de) mannelijke donordier(en) (49)  (50)

2.2.2.

Sperma (49)  (50)

3.

Identificatie van de embryo’s

Kleur van de rietjes of andere verpakkingen (50)  (63)

Code op de rietjes of andere verpakkingen

Aantal rietjes of andere verpakkingen

Aantal embryo’s (64)  (65)

Plaats van winning of productie

Datum van winning of productie

(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

Overige (50)  (66)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.

Embryoteam of embryoproductieteam van verzending

4.1.

Naam

4.2.

Adres

4.3.

Erkenningsnummer

5.

Bestemming (naam en adres invullen)

Deel D.

Informatie betreffende het draagmoederdier waarbij de embryo’s zullen worden ingeplant

6.

Individueel identificatienummer (53) van het draagmoederdier (50)

7.

Validatie

7.1.

Gedaan te:…

7.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

7.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (66) in hoofdletters invullen)

7.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

”.

(1)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(2)  Voor een groep raszuivere fokvarkens mag een enkel zoötechnisch certificaat worden afgegeven op voorwaarde dat die raszuivere fokdieren dezelfde leeftijd en dezelfde genetische moeder en vader hebben en dat onder de punten 5, 6, 7.2 en 13 en, in voorkomend geval, punt 14 van dit zoötechnisch certificaat individuele informatie wordt verstrekt.

(3)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(4)  Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.

(5)  Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen die het stamboek bijhouden waarin het dier zal worden ingeschreven, worden vereist voor raszuivere fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt of voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐varkens, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van eicellen en embryo’s worden gebruikt.

(6)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(7)  Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.

(8)  Wat de sectie van het stamboek betreft, “hoofdsectie” of “aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.

(9)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(10)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(11)  Vereist voor drachtige vrouwelijke dieren. De informatie mag in een afzonderlijk document worden verstrekt.

(12)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.

(13)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(14)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(15)  Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het/de mannelijke raszuivere donorfokdier(en) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de mannelijke raszuivere donorfokdier(en) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.

(16)  Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 14 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.

(17)  Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.

(18)  Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door de stamboekvereniging die het stamboek bijhoudt waarin de nakomelingen van het donordier zullen worden ingeschreven, worden vereist voor raszuivere fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt.

(19)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(20)  Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.

(21)  Naargelang het geval “hoofdsectie” of “aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.

(22)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(23)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(24)  Alleen vereist indien deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door het overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 genoemd fokorgaan, en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.

(25)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.

(26)  Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat namens het fokorgaan optreedt en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moeten kopieën van de overeenkomstig het model in afdeling A van bijlage III bij Verordening (EU) 2017/717 afgegeven zoötechnische certificaten voor de mannelijke donordieren worden bijgevoegd.

(27)  Facultatief.

(28)  Een rietje of andere verpakking mag sperma bevatten dat afkomstig is van meer dan één raszuiver fokdier, op voorwaarde dat in punt 1.2 van deel B informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke raszuivere donorfokdieren wordt verstrekt.

(29)  In voorkomend geval kan informatie over gesekst sperma worden verstrekt.

(30)  Voor sperma bestemd voor het testen van raszuivere fokrunderen, ‐varkens, ‐schapen of ‐geiten die geen prestatieonderzoek of genetische evaluatie hebben ondergaan, overeenkomstig de in artikel 21, lid 1, onder g), van Verordening (EU) 2016/1012 bedoelde kwantitatieve grenzen.

(31)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen of van een spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.

(32)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(33)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(34)  Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het vrouwelijke raszuivere donorfokdier afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het vrouwelijke raszuivere donorfokdier een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.

(35)  Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 14 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.

(36)  Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.

(37)  Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen die het stamboek bijhouden waarin de nakomelingen van het donordier zullen worden ingeschreven, worden vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐varkens, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van eicellen worden gebruikt.

(38)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(39)  Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.

(40)  Naargelang het geval “hoofdsectie” of “aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.

(41)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(42)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(43)  Alleen vereist als deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door het fokorgaan, met inbegrip van de officiële dienst van het land van verzending, dat is opgenomen in de lijst overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.

(44)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.

(45)  Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd embryoproductieteam dat namens het fokorgaan optreedt en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moeten kopieën van de overeenkomstig het model in afdeling A van bijlage III bij Verordening (EU) 2017/717 afgegeven zoötechnische certificaten voor de vrouwelijke donordieren worden bijgevoegd.

(46)  Facultatief.

(47)  Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één eicel bevat, moet het aantal eicellen duidelijk worden vermeld. Een rietje of andere verpakking mag slechts eicellen van één raszuiver fokdier bevatten.

(48)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen of van een embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.

(49)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(50)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(51)  Indien deel A of B van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het/de vrouwelijke of mannelijke raszuivere donorfokdier(en) of voor het sperma van die mannelijke raszuivere donorfokdier(en) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de vrouwelijke of mannelijke raszuivere donorfokdier(en) of het sperma van die mannelijke raszuivere donorfokdier(en) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.

(52)  Deel A of B van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 14 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.

(53)  Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.

(54)  Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt. Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door stamboekverenigingen die het stamboek bijhouden waarin de uit die embryo’s verkregen nakomelingen zullen worden ingeschreven, worden vereist voor raszuivere fokrunderen, ‐varkens, ‐schapen, ‐geiten, ‐paarden en ‐ezels die voor de winning van eicellen en embryo’s worden gebruikt.

(55)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(56)  Voor schapen en geiten die in extensieve houderijomstandigheden worden gehouden, mogen het geboortejaar (jjjj) en de datum van identificatie (dd.mm.jjjj of ISO 8601) worden aangegeven, in plaats van de geboortedatum.

(57)  Naargelang het geval “hoofdsectie” of “aanvullende sectie” invullen. Er mag informatie over extra generaties worden verstrekt.

(58)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(59)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(60)  Alleen vereist als deel A of B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door het fokorgaan, met inbegrip van de officiële dienst van het land van verzending, dat is opgenomen in de lijst overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 en delen C en D van het zoötechnische certificaat worden afgegeven door een embryoteam of embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.

(61)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.

(62)  Indien alleen deel C en, voor zover van toepassing, deel D van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een embryoteam of embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 namens het fokorgaan optreedt en deel A en/of deel B van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moeten de punten 1 en 2 van deel C worden ingevuld en moeten kopieën van zoötechnische certificaten worden bijgevoegd, als volgt:

a)

voor vrouwelijke donordieren: volgens het model in afdeling A van bijlage III bij Verordening (EU) 2017/717;

b)

voor het bevruchtende sperma:

i)

zoals beschreven onder a), met de nodige aanpassingen voor mannelijke donordieren, of

ii)

volgens het model in afdeling B van bijlage III bij Verordening (EU) 2017/717.

(63)  Facultatief.

(64)  Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één embryo bevat, moet het aantal embryo’s duidelijk worden vermeld.

(65)  Een rietje of een ander pakket mag embryo’s bevatten die zijn verzameld, of geproduceerd met eicellen die zijn gewonnen, uit één enkel vrouwelijk raszuiver fokdier dat is bevrucht met sperma dat afkomstig is van meer dan één mannelijk raszuiver fokdier, op voorwaarde dat in punt 2.2 van deel C informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke raszuivere donorfokdieren wordt verstrekt.

(66)  Indien van toepassing, mag informatie over gesekste embryo’s of over het ontwikkelingsstadium van het embryo worden verstrekt.

(67)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen of van een embryoteam of embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.


BIJLAGE IV

Bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/717 wordt vervangen door:

“BIJLAGE IV

MODELFORMULIEREN VOOR ZOÖTECHNISCHE CERTIFICATEN VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN HYBRIDE FOKVARKENS EN LEVENDE PRODUCTEN DAARVAN

AFDELING A

Zoötechnisch certificaat voor binnenkomst in de Unie van hybride fokvarkens

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokorganen bijgehouden fokregisters  (1)

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (2)

1.

Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het fokregister

3.

Naam van het ras (3)/de foklijn (3)/de kruising (3) van het hybride fokvarken

4.

Geslacht van het dier

5.

Fokregisternummer van het dier

6.

Identificatie van het dier (4)

6.1.

Systeem

6.2.

Individueel identificatienummer

6.3.

Naam (2)

7.

Verificatie van de identiteit (2)  (5)  (6)

7.1.

Methode

7.2.

Resultaat

8.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het dier

9.

Naam, adres en e‐mailadres (2) van de fokker

10.

Naam, adres en e‐mailadres (2) van de eigenaar

11.

Afstamming van het hybride fokvarken (6)

11.1.

Vader

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (4)  (7)

Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3)

Naam (2)

11.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (4)  (7)

Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3)

Naam (2)

11.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (4)  (7)

Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3)

Naam (2)

11.2.

Moeder

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (4)  (7)

Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3)

Naam (2)

11.2.1.

Grootvader van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (4)  (7)

Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3)

Naam (2)

11.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (4)  (7)

Ras (3)/foklijn (3)/kruising (3)

Naam (2)

12.

Extra informatie (2)  (6)  (8)

12.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

12.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

12.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het dier in verband met het fokprogramma

12.4.

Andere relevante informatie over het hybride fokvarken

12.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 11

13.

Inseminatie (3)/paring (3)  (2)  (9)

13.1.

Datum (dd.mm.jjjj of ISO 8601, of de paringsperiode in hetzelfde formaat aangeven vanaf … tot …)

13.2.

Identificatie van het(de) bevruchtende mannelijke dier(en)

13.2.1.

Fokregister- of stamboeknummer(s)

13.2.2.

Individue(e)l(e) identificatienummer(s) (4)

13.2.3.

Na(a)m(en) (2)

13.2.4.

Syste(e)m(en) voor de verificatie van de identiteit en resulta(a)t(en) (5)

14.

Naam van de stamboekvereniging (3)/de bevoegde autoriteit (3)/de fokkerijgroepering (3) die het stamboek (3)/het fokregister (3) bijhoudt waarin het raszuivere fokvarken zal worden ingeschreven (3)/geregistreerd (3) (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)  (2)  (10)

15.

Validatie

15.1.

Gedaan te: …

15.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

15.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (11) in hoofdletters invullen)

15.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

AFDELING B

Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van sperma van hybride fokvarkens

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van sperma van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokorganen bijgehouden fokregisters

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van het fokorgaan, spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (12)

Naam van het fokorgaan, spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (13)

Image 22

Deel A.

Informatie betreffende het mannelijke hybride donorfokvarken  (14)

1.

Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het fokregister

3.

Naam van het ras (15)/de foklijn (15)/de kruising (15)

4.

Fokregisternummer van het mannelijke donordier

5.

Identificatie van het mannelijke donordier (16)

5.1.

Systeem

5.2.

Individueel identificatienummer

5.3.

Naam (12)

6.

Verificatie van de identiteit (12)  (17)  (18)

6.1.

Methode

6.2.

Resultaat

7.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het mannelijke donordier

8.

Naam, adres en e‐mailadres (12) van de fokker

9.

Naam, adres en e‐mailadres (12) van de eigenaar

10.

Afstamming van het mannelijke donordier (18)

10.1.

Vader

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (16)  (19)

Ras (15)/foklijn (15)/kruising (15)

Naam (12)

10.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (16)  (19)

Ras (15)/foklijn (15)/kruising (15)

Naam (12)

10.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (16)  (19)

Ras (15)/foklijn (15)/kruising (15)

Naam (12)

10.2.

Moeder

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (16)  (19)

Ras (15)/foklijn (15)/kruising (15)

Naam (12)

10.2.1.

Grootvader van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (16)  (19)

Ras (15)/foklijn (15)/kruising (15)

Naam (12)

10.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (16)  (19)

Ras (15)/foklijn (15)/kruising (15)

Naam (12)

11.

Extra informatie (12)  (18)  (20)

11.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

11.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

11.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma

11.4.

Andere relevante informatie over het mannelijke donordier

11.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10

12.

Validatie (21)

12.1.

Gedaan te:…

12.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

12.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (22) in hoofdletters invullen)

12.4.

Handtekening: …

Image 23

Deel B.

Informatie betreffende het sperma  (23)

1.

Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (16)  (21)

1.1.

Individue(e)l(e) identificatienummer(s)

1.2.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van mannelijke donordier(en) (12)

2.

Identificatie van het sperma

Kleur van de rietjes of andere verpakkingen (12)  (24)

Code op de rietjes of andere verpakkingen

Aantal rietjes of andere verpakkingen (25)

Plaats van winning

Datum van winning

(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

Overige (12)  (26)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

Spermacentrum of sperma-opslagcentrum van verzending

3.1.

Naam

3.2.

Adres

3.3.

Erkenningsnummer

4.

Bestemming (naam en adres invullen)

5.

Naam en adres van de fokkerijgroepering (13) of de door die fokkerijgroepering aangewezen derde (13) die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de testen (12)  (27)

6.

Validatie

6.1.

Gedaan te:…

6.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

6.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (28) in hoofdletters invullen)

6.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

AFDELING C

Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van eicellen van hybride fokvarkens

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van eicellen van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokorganen bijgehouden fokregisters

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van het fokorgaan of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (29)

Naam van het fokorgaan of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het zoötechnische certificaat van het donordier (30)

Image 24

Deel A.

Informatie betreffende het vrouwelijke hybride donorfokvarken  (31)

1.

Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het fokregister

3.

Naam van het ras (32)/de foklijn (32)/de kruising (32)

4.

Fokregisternummer van het vrouwelijke donordier

5.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (33)

5.1.

Systeem

5.2.

Individueel identificatienummer

5.3.

Naam (29)

6.

Verificatie van de identiteit (29)  (34)  (35)

6.1.

Methode

6.2.

Resultaat

7.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het vrouwelijke donordier

8.

Naam, adres en e‐mailadres (29) van de fokker

9.

Naam, adres en e‐mailadres (29) van de eigenaar

10.

Afstamming van het vrouwelijke donordier (35)

10.1.

Vader

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (33)  (36)

Ras (32)/foklijn (32)/kruising (32)

Naam (29)

10.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (33)  (36)

Ras (32)/foklijn (32)/kruising (32)

Naam (29)

10.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (33)  (36)

Ras (32)/foklijn (32)/kruising (32)

Naam (29)

10.2.

Moeder

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (33)  (36)

Ras (32)/foklijn (32)/kruising (32)

Naam (29)

10.2.1.

Grootvader van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (33)  (36)

Ras (29)/foklijn (29)/kruising (29)

Naam (29)

10.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (33)  (36)

Ras (32)/foklijn (32)/kruising (32)

Naam (29)

11.

Extra informatie (29)  (35)  (37)

11.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

11.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

11.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma

11.4.

Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier

11.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10

12.

Validatie (38)

12.1.

Gedaan te:…

12.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

12.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (39) in hoofdletters invullen)

12.4.

Handtekening: …

Image 25

Deel B.

Informatie betreffende de eicellen  (40)

1.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (33)  (38)

1.1.

Individueel identificatienummer

1.2.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (29)

2.

Identificatie van de eicellen

Kleur van de rietjes of andere verpakkingen (29)  (41)

Code op de rietjes of andere verpakkingen

Aantal rietjes of andere verpakkingen

Aantal eicellen (42)

Plaats van winning

Datum van winning

(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

Overige (29)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

Embryoproductieteam van verzending

3.1.

Naam

3.2.

Adres

3.3.

Erkenningsnummer

4.

Bestemming (naam en adres invullen)

5.

Validatie

5.1.

Gedaan te: …

5.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

5.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (43) in hoofdletters invullen)

5.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.

AFDELING D

Zoötechnisch certificaat voor de binnenkomst in de Unie van embryo’s van hybride fokvarkens

Zoötechnisch certificaat overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1012 voor de binnenkomst in de Unie van embryo’s van hybride fokvarkens (Sus scrofa), met inbegrip van raszuivere fokvarkens van rassen en foklijnen die zijn geregistreerd in door fokorganen bijgehouden fokregisters

Zie EUR‐Lex voor versies van de zoötechnische certificaten, inclusief de (voet)noten, in alle officiële talen van de EU

(een logo van het fokorgaan, embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft, mag worden toegevoegd)

Nummer certificaat  (44)

Naam van het fokorgaan, embryoteam of embryoproductieteam dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)/verwijzing naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van het/de donordier(en) (45)

Image 26

Deel A.

Informatie betreffende het vrouwelijke hybride donorfokvarken  (46)

1.

Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het fokregister

3.

Naam van het ras (47)/de foklijn (47)/de kruising (47)

4.

Fokregisternummer van het vrouwelijke donordier

5.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (48)

5.1.

Systeem

5.2.

Individueel identificatienummer

5.3.

Naam (44)

6.

Verificatie van de identiteit (44)  (49)  (50)

6.1.

Methode

6.2.

Resultaat

7.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het vrouwelijke donordier

8.

Naam, adres en e‐mailadres (44) van de fokker

9.

Naam, adres en e‐mailadres (44) van de eigenaar

10.

Afstamming van het vrouwelijke donordier (50)

10.1.

Vader

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (48)  (51)

Ras (47)/foklijn (47)/kruising (47)

Naam (44)

10.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (48)  (51)

Ras (47)/foklijn (47)/kruising (47)

Naam (44)

10.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Ras (47)/foklijn (47)/kruising (47)

Naam (44)

10.2.

Moeder

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (48)  (51)

Ras (47)/foklijn (47)/kruising (47)

Naam (44)

10.2.1.

Grootvader van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (48)  (51)

Ras (47)/foklijn (47)/kruising (47)

Naam (44)

10.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (48)  (51)

Ras (47)/foklijn (47)/kruising (47)

Naam (44)

11.

Extra informatie (44)  (50)  (52)

11.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

11.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

11.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het vrouwelijke donordier in verband met het fokprogramma

11.4.

Andere relevante informatie over het vrouwelijke donordier

11.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10

12.

Validatie (53)

12.1.

Gedaan te:…

12.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

12.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (54) in hoofdletters invullen)

12.4.

Handtekening: …

Image 27

Deel B.

Informatie betreffende het mannelijke hybride donorfokvarken  (46)

1.

Naam van het fokorgaan dat het certificaat afgeeft (verstrek contactgegevens en, indien beschikbaar, een verwijzing naar de website)

2.

Naam van het fokregister

3.

Naam van het ras (47)/de foklijn (47)/de kruising (47)

4.

Fokregisternummer van het mannelijke donordier

5.

Identificatie van het mannelijke donordier (48)

5.1.

Systeem

5.2.

Individueel identificatienummer

5.3.

Naam (44)

6.

Verificatie van de identiteit (44)  (49)  (50)

6.1.

Methode

6.2.

Resultaat

7.

Geboortedatum (dd.mm.jjjj of ISO 8601) en geboorteland van het mannelijke donordier

8.

Naam, adres en e‐mailadres (44) van de fokker

9.

Naam, adres en e mailadres (44) van de eigenaar

10.

Afstamming van het mannelijke donordier (50)

10.1.

Vader

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (48)  (51)

Ras (47)/foklijn (47)/kruising (47)

Naam (44)

10.1.1.

Grootvader van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (48)  (51)

Ras (47)/foklijn (47)/kruising (47)

Naam (44)

10.1.2.

Grootmoeder van vaderszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (48)  (51)

Ras (47)/foklijn (47)/kruising (47)

Naam (44)

10.2.

Moeder

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (48)  (51)

Ras (47)/foklijn (47)/kruising (47)

Naam (44)

10.2.1.

Grootvader van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (48)  (51)

Ras (47)/foklijn (47)/kruising (47)

Naam (44)

10.2.2.

Grootmoeder van moederszijde

Fokregister- of stamboeknummer

Individueel identificatienummer (48)  (51)

Ras (47)/foklijn (47)/kruising (47)

Naam (44)

11.

Extra informatie (44)  (50)  (52)

11.1.

Resultaten van het prestatieonderzoek

11.2.

Bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, die voor het laatst is uitgevoerd op …(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

11.3.

Genetische defecten en genetische bijzonderheden van het mannelijke donordier in verband met het fokprogramma

11.4.

Andere relevante informatie over het mannelijke donordier

11.5.

Andere relevante informatie over ouders en grootouders, met inbegrip van resultaten van prestatieonderzoek of genetische evaluatie, indien niet vermeld in punt 10

12.

Validatie (53)

12.1.

Gedaan te: …

12.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

12.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (54) in hoofdletters invullen)

12.4.

Handtekening: …

Image 28

Deel C.

Informatie betreffende de embryo’s  (55)

1.

Identificatie van het vrouwelijke donordier (48)  (53)

1.1.

Individueel identificatienummer

1.2.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnische certifica(a)t(en) van vrouwelijke donordier(en) (44)

2.

Identificatie van het(de) mannelijke donordier(en) (48)  (53)

2.1.

Individue(e)l(e) identificatienummer(s)

2.2.

Verwijzing(en) naar het/de zoötechnisch(e) certifica(a)t(en) van

2.2.1.

het(de) mannelijke donordier(en) (44)  (47)

2.2.2.

Sperma (44)  (47)

3.

Identificatie van de embryo’s

Kleur van de rietjes of andere verpakkingen (44)  (56)

Code op de rietjes of andere verpakkingen

Aantal rietjes of andere verpakkingen

Aantal embryo’s (57)  (58)

Plaats van winning of productie

Datum van winning of productie

(dd.mm.jjjj of ISO 8601)

Overige (44)  (59)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.

Embryoteam of embryoproductieteam van verzending

4.1.

Naam

4.2.

Adres

4.3.

Erkenningsnummer

5.

Bestemming (naam en adres invullen)

Deel D.

Informatie betreffende het draagmoederdier waarbij de embryo’s zullen worden ingeplant

6.

Individueel identificatienummer (48) van het draagmoederdier (44)

7.

Validatie

7.1.

Gedaan te:…

7.2.

op: …

(plaats van afgifte invullen)

(datum van afgifte invullen)

7.3.

Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar: …

(naam en hoedanigheid van de persoon die het certificaat ondertekent  (60) in hoofdletters invullen)

7.4.

Handtekening: …

Toelichting:

Het zoötechnische certificaat moet worden afgegeven in ten minste één van de officiële talen van het land van verzending en het land van bestemming.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

Het zoötechnische certificaat mag in liggend of staand formaat worden afgegeven.

De voetnoten en toelichtingen van dit zoötechnisch certificaat hoeven niet afgedrukt te worden, mits in de titel wordt verwezen naar een rechtstreeks toegankelijke meertalige informatiebron.


(1)  Voor een groep hybride fokvarkens mag een enkel zoötechnisch certificaat worden afgegeven op voorwaarde dat die hybride fokvarkens dezelfde leeftijd en dezelfde genetische moeder en vader hebben en dat onder de punten 4, 5, 6.2, en 12 en, in voorkomend geval, punt 13 van dit zoötechnisch certificaat individuele informatie wordt verstrekt.

(2)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(3)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(4)  Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.

(5)  Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door fokkerijgroeperingen die het fokregister bijhouden waarin het dier zal worden geregistreerd, worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie of voor de winning van eicellen en embryo’s worden gebruikt.

(6)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(7)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(8)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(9)  Vereist voor drachtige vrouwelijke dieren. De informatie mag in een afzonderlijk document worden verstrekt.

(10)  Enkel van toepassing voor raszuivere fokvarkens van verschillende rassen of foklijnen die in een fokregister voor hybride fokvarkens zijn geregistreerd.

(11)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.

(12)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(13)  Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het/de mannelijke hybride donorfokvarken(s) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de mannelijke hybride donorfokvarken(s) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.

(14)  Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 12 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.

(15)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(16)  Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.

(17)  Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door de fokkerijgroeperingen die het fokregister bijhouden waarin de nakomelingen van het donordier zullen worden geregistreerd, worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van sperma voor kunstmatige inseminatie worden gebruikt.

(18)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(19)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(20)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(21)  Alleen vereist indien deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door het overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 genoemd fokorgaan, en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.

(22)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.

(23)  Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat namens het fokorgaan optreedt en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moeten kopieën van de overeenkomstig het model in afdeling A van bijlage IV bij Verordening (EU) 2017/717 afgegeven zoötechnische certificaten voor de mannelijke donordieren worden bijgevoegd.

(24)  Facultatief.

(25)  Een rietje of andere verpakking mag sperma bevatten dat afkomstig is van meer dan één hybride fokvarken, op voorwaarde dat in punt 1.2 van deel B informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke hybride donorfokvarkens wordt verstrekt.

(26)  In voorkomend geval kan informatie over gesekst sperma worden verstrekt.

(27)  Voor sperma bestemd voor het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie van hybride fokvarkens die geen prestatieonderzoek of genetische evaluatie hebben ondergaan, overeenkomstig de in artikel 24, lid 1, onder d), van Verordening (EU) 2016/1012 bedoelde kwantitatieve grenzen.

(28)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen of van een spermacentrum of sperma-opslagcentrum dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.

(29)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(30)  Indien deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, en een kopie van het voor het vrouwelijke hybride donorfokvarken afgegeven zoötechnisch certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het vrouwelijke hybride donorfokvarken een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.

(31)  Deel A van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 12 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.

(32)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(33)  Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.

(34)  Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door de fokkerijgroeperingen die het fokregister bijhouden waarin de nakomelingen van het donordier zullen worden geregistreerd, worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van eicellen worden gebruikt.

(35)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(36)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(37)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(38)  Alleen vereist als deel A van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door het fokorgaan, met inbegrip van de officiële dienst van het land van verzending, dat is opgenomen in de lijst overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 en deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.

(39)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.

(40)  Indien alleen deel B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een overeenkomstig artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 goedgekeurd embryoproductieteam dat namens het fokorgaan optreedt en deel A van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moet punt 1 van deel B worden ingevuld en moeten kopieën van de overeenkomstig het model in afdeling A van bijlage IV bij Verordening (EU) 2017/717 afgegeven zoötechnische certificaten voor de vrouwelijke donordieren worden bijgevoegd.

(41)  Facultatief.

(42)  Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één eicel bevat, moet het aantal eicellen duidelijk worden vermeld. Een rietje of andere verpakking mag slechts eicellen van één hybride fokvarken bevatten.

(43)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen of van een embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.

(44)  Niet invullen indien niet van toepassing.

(45)  Indien deel A of B van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt/worden verwijderd, en een kopie van het voor de mannelijke hybride fokvarken(s) of voor het sperma van dat/die mannelijke hybride fokvarken(s) afgegeven zoötechnische certificaat is bijgevoegd, moet van dat zoötechnische certificaat van het/de vrouwelijke of mannelijke hybride fokdonorvarken(s) of het sperma van die/dat mannelijke hybride fokvarken(s) een referentienummer (certificaatnummer) worden verstrekt.

(46)  Deel A of B van het zoötechnische certificaat mag leeg worden gelaten of volgens de instructies in voetnoot 12 uit het zoötechnische certificaat worden verwijderd.

(47)  Verwijderen indien niet van toepassing.

(48)  Overeenkomstig de wetgeving betreffende de identificatie en de registratie van dieren in het land van verzending.

(49)  Kan overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1012 door de fokkerijgroeperingen die het fokregister bijhouden waarin de uit die embryo’s verkregen nakomelingen zullen worden geregistreerd, worden vereist voor hybride fokvarkens die voor de winning van embryo’s worden gebruikt.

(50)  Indien nodig extra bladen bijvoegen.

(51)  Individueel identificatienummer toevoegen indien dit verschilt van het stamboeknummer.

(52)  Als de resultaten van het prestatieonderzoek of de genetische evaluatie op een website beschikbaar zijn, mag rechtstreeks naar die website worden verwezen.

(53)  Alleen vereist als deel A of B van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door het fokorgaan, met inbegrip van de officiële dienst van het land van verzending, dat is opgenomen in de lijst overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 en delen C en D van het zoötechnische certificaat worden afgegeven door een embryoteam of embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.

(54)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen.

(55)  Indien alleen deel C en, voor zover van toepassing, deel D van het zoötechnische certificaat wordt afgegeven door een embryoteam of embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1012 namens het fokorgaan optreedt en deel A en/of deel B van het zoötechnische certificaat leeg wordt gelaten of uit het zoötechnische certificaat wordt verwijderd, moeten de punten 1 en 2 van deel C worden ingevuld en moeten kopieën van zoötechnische certificaten worden bijgevoegd, als volgt:

a)

voor vrouwelijke donordieren: volgens het model in afdeling A van bijlage IV bij Verordening (EU) 2017/717;

b)

voor het bevruchtende sperma:

i)

zoals beschreven onder a), met de nodige aanpassingen voor mannelijke donordieren, of

ii)

volgens het model in afdeling B van bijlage IV bij Verordening (EU) 2017/717.

(56)  Facultatief.

(57)  Wanneer een rietje of andere verpakking meer dan één embryo bevat, moet het aantal embryo’s duidelijk worden vermeld.

(58)  Een rietje of een ander pakket mag embryo’s bevatten die zijn verzameld, of geproduceerd met eicellen die zijn gewonnen, uit één enkel vrouwelijke hybride fokvarken dat is bevrucht met sperma dat afkomstig is van meer dan één mannelijke hybride fokvarken, op voorwaarde dat in punt 2.2 van deel C informatie over alle daaraan bijdragende mannelijke hybride fokvarkens wordt verstrekt.

(59)  Indien van toepassing, mag informatie over gesekste embryo’s of over het ontwikkelingsstadium van het embryo worden verstrekt.

(60)  Die persoon moet een tot ondertekening van het zoötechnische certificaat gemachtigde vertegenwoordiger zijn van het fokorgaan (dit kan de officiële dienst van het land van verzending zijn) dat overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 in de lijst is opgenomen of van een embryoteam of embryoproductieteam dat overeenkomstig artikel 33, lid 1, van die verordening namens het fokorgaan optreedt.


Top