(1)

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en de desbetreffende gebruiksvoorwaarden.

(2)

Die lijst kan volgens de uniforme procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) hetzij op initiatief van de Commissie, hetzij ingevolge een aanvraag worden bijgewerkt.

(3)

Krachtens bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is citroenzuur (E 330) een toegestaan levensmiddelenadditief in levensmiddelencategorie 05.1 “Cacao- en chocoladeproducten als omschreven in Richtlijn 2000/36/EG” met een maximumgehalte van 5 000 mg/kg.

(4)

Op 6 maart 2018 is een aanvraag ingediend tot wijziging van de gebruiksvoorwaarden van citroenzuur (E 330) in levensmiddelcategorie 05.1 “Cacao- en chocoladeproducten als omschreven in Richtlijn 2000/36/EG” door het maximale gebruiksgehalte in melkchocolade tot 10 000 mg/kg te verhogen. Die aanvraag is vervolgens overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1331/2008 toegankelijk gemaakt voor de lidstaten.

(5)

Indien citroenzuur (E 330) als stabilisator in cacaomassa met een hoog gehalte aan polyfenolen wordt gebruikt, verlaagt het de pH-waarde en reageert het met een deel van de polyfenolen waardoor de kleur van de cacaomassa wordt versterkt tot de kenmerkende schakeringen van roze, vergezeld gaand van een zure bessensmaak. In het eindproduct, dat wil zeggen in de chocolade, kunnen nog steeds schakeringen van roze en een zure bessensmaak worden waargenomen. Uit de aanvraag blijkt dat het thans toegestane maximumgehalte van 5 000 mg/kg niet volstaat om de gewenste schakeringen van roze en een zure bessensmaak te verkrijgen, maar dat daarvoor het maximumgehalte van 10 000 mg/kg is vereist. Voor de reactie tussen citroenzuur (E 330) en polyfenolen is een constante verhouding tussen citroenzuur (E 330) en cacaomassa vereist, zodat het hogere gebruiksgehalte aan citroenzuur (E 330) een toename van het gehalte aan watervrije cacaobestanddelen in het eindproduct impliceert. Dat eindproduct zou derhalve voldoen aan de definitie van melkchocolade in bijlage I bij Richtlijn 2000/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (3).

(6)

Krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 moet de Commissie het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid inwinnen met het oog op het bijwerken van de EU-lijst van levensmiddelenadditieven in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008, tenzij die bijwerking geen gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de mens.

(7)

De veiligheid van citroenzuur (E 330) is in 1990 beoordeeld door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding, dat de aanvaardbare dagelijkse inname ervan als “niet gespecificeerd” heeft vastgesteld (4). De uitdrukking “niet gespecificeerd” wordt gebruikt wanneer op grond van de beschikbare toxicologische, biochemische en klinische gegevens de totale dagelijkse inname van de stof door het natuurlijke voorkomen daarvan en het gebruik ervan in levensmiddelen in hoeveelheden die nodig zijn om het gewenste technologische effect te bereiken, geen gevaar voor de gezondheid oplevert.

(8)

Citroenzuur (E 330) is een levensmiddelenadditief dat krachtens bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is goedgekeurd voor gebruik in allerlei levensmiddelen. Er wordt niet verwacht dat de verhoging van het maximumgehalte aan citroenzuur (E 330) tot 10 000 mg/kg voor melkchocolade een aanzienlijke invloed zal hebben op de totale blootstelling.

(9)

Aangezien de goedkeuring van het gebruik van 10 000 mg/kg citroenzuur (E 330) in melkchocolade een bijwerking van de EU-lijst vereist die geen gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de mens, hoeft het advies van de EFSA niet te worden ingewonnen.

(10)

Het is daarom passend om toestemming te verlenen voor het gebruik van 10 000 mg/kg citroenzuur (E 330) in melkchocolade.

(11)

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,