Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020R0199

    Uitvoeringsverordening (EU) 2020/199 van de Commissie van 13 februari 2020 tot onderwerping van de invoer van continuglasvezelproducten van oorsprong uit Egypte aan registratie

    C/2020/654

    PB L 42 van 14.2.2020, p. 10–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2020/199/oj

    14.2.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 42/10


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/199 VAN DE COMMISSIE

    van 13 februari 2020

    tot onderwerping van de invoer van continuglasvezelproducten van oorsprong uit Egypte aan registratie

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (“de basisverordening”), en met name artikel 24, lid 5 bis,

    Na kennisgeving aan de lidstaten,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 7 juni 2019 heeft de Europese Commissie (“de Commissie”) door middel van een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie (2) (“het bericht van inleiding”) de inleiding bekendgemaakt van een antisubsidieprocedure betreffende de invoer van continuglasvezelproducten van oorsprong uit Egypte in de Unie.

    (2)

    Zij deed dit naar aanleiding van een klacht die op 24 april 2019 door de European Glass Fibre Producers Association (“APFE”) (“de klager”) was ingediend namens producenten die meer dan 25 % van de totale productie van continuglasvezelproducten in de Unie voor hun rekening nemen.

    (3)

    Dit antisubsidieonderzoek volgt op de opening van een afzonderlijk onderzoek door de Commissie op 3 mei 2019 (3), waarmee zij wil nagaan of hetzelfde product — maar van oorsprong uit Egypte en Bahrein — met schade veroorzakende dumping wordt ingevoerd.

    (4)

    Het onderzoek naar subsidiëring en schade heeft betrekking op de periode van 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 (“het onderzoektijdvak”). Het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de schade heeft betrekking op de periode van 1 januari 2016 tot het einde van het onderzoektijdvak (“de beoordelingsperiode”).

    1.   Product waarvan de invoer aan registratie wordt onderworpen

    (5)

    Het product waarvan de invoer aan registratie wordt onderworpen (“het betrokken product”) betreft gesneden glasvezelstrengen met een lengte van niet meer dan 50 mm (“gesneden vezels”), glasvezelrovings, met uitzondering van glasvezelrovings die worden geïmpregneerd en gecoat en een gloeiverlies van meer dan 3 % hebben (zoals vastgesteld volgens ISO-norm 1887) (“rovings”), alsmede matten van glasvezelfilamenten, met uitzondering van glaswolmatten (“matten”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7019 11 00, ex 7019 12 00 en 7019 31 00 (Taric-codes 7019120022, 7019120025, 7019120026 en 7019120039), van oorsprong uit Egypte. Het betrokken product wordt aangeduid als “glasvezelversterkingen”.

    2.   Gronden voor registratie

    (6)

    Ingevolge artikel 24, lid 5 bis, van de basisverordening geeft de Commissie de douaneautoriteiten opdracht passende maatregelen te nemen voor de registratie van de invoer tijdens de in artikel 29 bis bedoelde periode van voorafgaande kennisgeving, zodat vervolgens met ingang van de datum van registratie op de ingevoerde producten maatregelen kunnen worden toegepast, tenzij zij over voldoende bewijs beschikt dat niet aan de voorschriften van artikel 16, lid 4, onder c) of d), van de basisverordening wordt voldaan.

    (7)

    De Commissie heeft daarom de voorschriften van artikel 16, lid 4, onder c) en d), van de basisverordening beoordeeld om na te gaan of de invoer tijdens de periode van voorafgaande kennisgeving moet worden geregistreerd.

    (8)

    Deze artikelen schrijven voor dat de Commissie nagaat of:

    er kritieke omstandigheden bestaan waarin het betrokken product, waarvoor tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies zijn toegekend, moeilijk te herstellen schade veroorzaakt doordat het product in een betrekkelijk kort tijdvak massaal wordt ingevoerd, en

    het, om herhaling van dergelijke schade te voorkomen, nodig wordt geoordeeld op deze invoer met terugwerkende kracht compenserende rechten in te stellen.

    2.1.   Product waarvoor tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies worden toegekend

    (9)

    Wat de subsidiëring betreft, beschikt de Commissie in dit stadium over voldoende bewijsmateriaal dat het betrokken product met subsidies uit Egypte wordt uitgevoerd en dat de producent-exporteur Jushi deze subsidies tijdens het onderzoektijdvak in Egypte heeft ontvangen.

    (10)

    De in de klacht genoemde subsidiepraktijken betreffen:

    de rechtstreekse overdracht van middelen,

    inkomsten waarvan de overheid afstand doet of die de overheid niet int, en

    de verstrekking van goederen of diensten door de overheid tegen een ontoereikende prijs.

    (11)

    Zoals in het bericht van inleiding uiteengezet, heeft de klager aangevoerd dat het bij die maatregelen om subsidies gaat, aangezien in het kader daarvan in Egypte van overheidswege (bijvoorbeeld via overheidsinstanties) een financiële bijdrage wordt verstrekt waardoor de producent-exporteur van het betrokken product een voordeel verkrijgt. De subsidies zouden beperkt zijn tot bepaalde ondernemingen, bepaalde bedrijfstakken of een bepaalde groep van ondernemingen en/of afhankelijk zijn van uitvoerprestaties, zodat zij specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aanleiding geven.

    (12)

    Het bewijsmateriaal inzake subsidiëring is toegankelijk gemaakt in de openbare versie van de klacht en is verder onderzocht in het memorandum over de toereikendheid van het bewijsmateriaal.

    (13)

    De Commissie beschikt in dit stadium dan ook over voldoende bewijsmateriaal dat erop duidt dat glasvezelversterkingen met tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies uit Egypte worden uitgevoerd.

    2.2.   Massale invoer van glasvezelversterkingen uit Egypte in een betrekkelijk kort tijdvak

    (14)

    Uit de uit databank Surveillance 2 opgevraagde gegevens, gecombineerd met de in de klacht verstrekte gegevens over 2015, blijkt dat in de periode 2015-2018 massaal glasvezelversterkingen uit Egypte zijn ingevoerd. De invoer is in deze periode met 200 % toegenomen en het marktaandeel van de invoer is gestegen van 4,6 % in 2015 tot 12,8 % in 2018.

    (15)

    De onderstaande grafiek, waarin recentere gegevens zijn opgenomen, toont de hoeveelheid glasvezelversterkingen die in de periode van januari 2016 tot en met september 2019 per kwartaal uit Egypte werd ingevoerd. Deze periode bestrijkt de beoordelingsperiode (1e kwartaal 2016 tot en met 1e kwartaal 2019) en twee kwartalen na het onderzoektijdvak (“OT”) (2e en 3e kwartaal 2019).

    (16)

    De invoer vertoont in de beoordelingsperiode een aanzienlijke toename met 130 %, van iets meer dan 14 000 ton in het 1e kwartaal 2016 tot 32 000 ton in het 1e kwartaal 2019, wat een groei van het marktaandeel van 5 % tot 14 % betekent:

    Image 1

    (17)

    Aangezien het in overweging 3 genoemde afzonderlijke antidumpingonderzoek betrekking heeft op de invoer van hetzelfde product uit onder meer Egypte, is het mogelijk dat de opening van dat onderzoek de handelsstromen reeds heeft beïnvloed met het oog op de betrokken beoordeling. Daarom zal de datum van inleiding van die procedure, te weten 3 mei 2019, eveneens in het kader van het onderhavige onderzoek voor de beoordeling van de ontwikkeling van de invoer worden aangemerkt als de aanvangsdatum van de periode na de inleiding van de procedure.

    (18)

    Uit een analyse van de invoer uit Egypte tijdens de periode na de inleiding van de procedure blijkt niet dat de massale invoer is gestaakt, maar valt wel af te leiden dat die invoer gelijk is gebleven of zelfs is toegenomen:

    Uit Egypte ingevoerde hoeveelheden (in ton)

     

    Maandelijks gemiddelde (OT)

    Totaal na inleiding van procedure  (*1)

    Totaal voor zelfde periode in OT  (*2)

    Maandelijks gemiddelde (na inleiding van procedure)

    Verschil

    Zelfde periode in OT — na inleiding van procedure (totaal)

    Verschil

    Totaal voor OT — na inleiding van procedure (maandelijks gemiddelde)

    Egypte

    12 014

    91 319

    92 286

    13 045

    – 1 %

    + 9 %

    Bron: databank Surveillance 2

    (19)

    Wat het onderzoektijdvak en de periode daarna betreft, is tussen mei en november 2019 inderdaad maandelijks gemiddeld 9 % meer ingevoerd dan tijdens het onderzoektijdvak.

    (20)

    De totale hoeveelheid glasvezelversterkingen van oorsprong uit Egypte die tussen mei en november 2019 in de Unie werd ingevoerd, is nagenoeg gelijk aan de totale hoeveelheid die in dezelfde periode in 2018 werd ingevoerd.

    (21)

    Op basis van bovenstaande analyse is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er massale invoer uit Egypte heeft plaatsgevonden. Deze hoeveelheden komen samen met de stijging van het marktaandeel gedurende de gehele beoordelingsperiode neer op een massale invoer in een betrekkelijk kort tijdvak in de zin van artikel 16, lid 4, van de basisverordening.

    (22)

    De stijging van de invoer viel samen met de opening van het antidumpingonderzoek naar hetzelfde betrokken product, nadat de invoer in de voorafgaande twee kwartalen een dalende, maar stabielere ontwikkeling te zien had gegeven. Dit kan het gevolg zijn van het feit dat op het betrokken product mogelijk handelsbeschermende maatregelen van toepassing zijn.

    2.3.   Kritieke omstandigheden en moeilijk te herstellen schade

    (23)

    De klacht bevat voldoende bewijs dat de bedrijfstak van de Unie wegens de invoer uit Egypte aanmerkelijke, moeilijk te herstellen schade lijdt en dat er sprake is van kritieke omstandigheden.

    (24)

    De van Jushi Egypt afkomstige invoer in de EU is sterk gestegen sinds 2015, toen de Commissie concludeerde dat de bedrijfstak van de Unie geen schade leed (4).

    (25)

    De Commissie beschikt over voldoende bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de subsidiëring van de producenten-exporteurs de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke, moeilijk te herstellen schade berokkent. Dit bewijsmateriaal bestaat uit gedetailleerde gegevens in de klacht over de in artikel 8, lid 4, van de basisverordening vermelde belangrijkste schadefactoren.

    (26)

    Dat er sprake is van dergelijke omstandigheden, blijkt onder meer uit de snelle verslechtering van de situatie van de bedrijfstak van de Unie, die wordt gekenmerkt door een daling van de winst, van een piek van 13 % in 2016 tot 4,6 % in 2018, alsmede door een verlies aan marktaandeel met 11 procentpunten in dezelfde periode (2016-2018).

    (27)

    Deze verslechtering viel samen met een toename van de invoer uit Egypte, zoals blijkt uit bovenstaande grafiek, en met een daling van de gemiddelde prijs van die invoer, zoals hieronder wordt beschreven.

    (28)

    De Commissie heeft vastgesteld dat de gemiddelde prijs per eenheid van glasvezelversterkingen uit Egypte is gedaald van 1 007 EUR/t in het 1e kwartaal 2016 tot 904 EUR/t in het OT. Na de opening van het antidumpingonderzoek naar hetzelfde product uit Egypte is de prijs per eenheid in de periode mei 2019-november 2019 verder gedaald tot gemiddeld 884 EUR/t.

    (29)

    Volgens de klacht werden de prijzen van de bedrijfstak van de Unie in 2018 aanzienlijk onderboden door de prijzen van de invoer uit Egypte, en wel met 16 %.

    (30)

    Daarnaast heeft de Commissie beoordeeld of de geleden schade moeilijk te herstellen was. Aangezien het certificeren van hun leveranciers voor sommige gebruikers van glasvezelversterkingen veel tijd in beslag neemt, is het, zodra zij naar een Chinese of Egyptische leverancier overschakelen, onwaarschijnlijk dat zij op korte of zelfs middellange termijn naar een producent in de Unie terugkeren. Een dergelijke dreiging van permanent verlies van marktaandeel of lagere inkomsten vormt moeilijk te herstellen schade.

    (31)

    De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat uit het beschikbare bewijsmateriaal blijkt dat de bedrijfstak van de Unie moeilijk te herstellen schade lijdt en dat er sprake is van kritieke omstandigheden.

    2.4.   Voorkoming van herhaling van schade

    (32)

    Om herhaling van die schade te voorkomen, heeft de Commissie het ten slotte op basis van de in punt 2.3 vermelde overwegingen nodig geoordeeld om op de mogelijke instelling van maatregelen die met terugwerkende kracht van toepassing zijn, te anticiperen door registratie verplicht te stellen. De marktomstandigheden na het OT lijken inderdaad te bevestigen dat de situatie van de binnenlandse bedrijfstak verslechtert als gevolg van de aanzienlijke toename van laaggeprijsde gesubsidieerde invoer.

    2.5.   Conclusie

    (33)

    Gezien het bovenstaande is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er geen afdoende bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat de registratie van de invoer van het betrokken product tijdens de periode van voorafgaande kennisgeving in dit geval niet gerechtvaardigd is.

    (34)

    Derhalve zal de Commissie overeenkomstig artikel 24, lid 5 bis, van de basisverordening de invoer van het betrokken product gedurende de periode van voorafgaande kennisgeving registreren.

    3.   Toekomstig verschuldigde rechten voor geregistreerde invoer

    (35)

    Overeenkomstig artikel 24, lid 5 bis, van de basisverordening moet de invoer van het betrokken product worden geregistreerd gedurende de periode van voorafgaande kennisgeving als bedoeld in artikel 29 bis van de basisverordening.

    (36)

    Eventuele toekomstig verschuldigde rechten zullen voortvloeien uit de definitieve bevindingen van dit antisubsidieonderzoek. In dit stadium van het onderzoek kan de omvang van de subsidiëring in Egypte nog niet worden geraamd. In de klacht ontbreekt een nauwkeurige raming van de omvang van de subsidiëring, die normaal gesproken als grondslag voor de vaststelling van de compenserende rechten zou moeten dienen. In de klacht wordt enkel de schademarge voor 2018 op 22 % geraamd.

    (37)

    Overeenkomstig artikel 15, lid 1, vierde alinea, van de basisverordening zou dit geraamde bedrag aan verschuldigde rechten alleen van belang zijn wanneer een recht op basis van het bedrag van de tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies hoger zou zijn en de Commissie duidelijk concludeert dat het niet in het belang van de Unie is om dit hogere recht in te stellen.

    4.   Verwerking van persoonsgegevens

    (38)

    Persoonsgegevens die in het kader van deze registratie worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (5),

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De douaneautoriteiten wordt overeenkomstig artikel 24, lid 5 bis, van Verordening (EU) 2016/1037 opgedragen passende maatregelen te nemen voor de registratie van de invoer in de Unie van gesneden glasvezelstrengen met een lengte van niet meer dan 50 mm, glasvezelrovings, met uitzondering van glasvezelrovings die worden geïmpregneerd en gecoat en een gloeiverlies van meer dan 3 % hebben (zoals vastgesteld volgens ISO-norm 1887), alsmede matten van glasvezelfilamenten, met uitzondering van glaswolmatten, momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7019 11 00, ex 7019 12 00 en 7019 31 00 (Taric-codes 7019120022, 7019120025, 7019120026 en 7019120039), van oorsprong uit Egypte.

    2.   De registratie wordt drie weken na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening beëindigd.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 13 februari 2020.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.

    (2)  PB C 192 van 7.6.2019, blz. 30.

    (3)  Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van continuglasvezelproducten van oorsprong uit Bahrein en Egypte (PB C 151 van 3.5.2019, blz. 4).

    (*1)  Van mei tot en met november 2019

    (*2)  Van mei tot en met november 2018

    (4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/724 van de Commissie van 24 april 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde continuglasvezelproducten van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 107 van 25.4.2017, blz. 4).

    (5)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


    Top