Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020D1745

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1745 van de Raad van 18 november 2020 betreffende de inwerkingstelling van de bepalingen van het Schengenacquis inzake gegevensbescherming en de voorlopige inwerkingstelling van sommige bepalingen van het Schengenacquis in Ierland

PB L 393 van 23.11.2020, p. 3–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2020/1745/oj

23.11.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 393/3


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1745 VAN DE RAAD

van 18 november 2020

betreffende de inwerkingstelling van de bepalingen van het Schengenacquis inzake gegevensbescherming en de voorlopige inwerkingstelling van sommige bepalingen van het Schengenacquis in Ierland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (1), en met name artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit 2002/192/EG en overeenkomstig artikel 4 van Protocol nr. 19 betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie (Schengenprotocol), gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“Protocol nr. 19”), heeft de Raad Ierland toestemming verleend deel te nemen aan enkele bepalingen van het Schengenacquis.

(2)

Overeenkomstig artikel 4, leden 1 en 3, van Besluit 2002/192/EG moeten de in artikel 1 van dat besluit genoemde bepalingen in werking worden gesteld tussen Ierland en de lidstaten en de andere staten waarvoor die bepalingen reeds in werking zijn gesteld, wanneer de voorwaarden voor de toepassing van die bepalingen in al die lidstaten en andere staten vervuld zijn, bij een uitvoeringsbesluit van de Raad dat wordt genomen met eenparigheid van stemmen van zijn in artikel 1 van Protocol nr. 19 genoemde leden en de vertegenwoordiger van de regering van Ierland. De Raad kan verschillende data vaststellen voor het in werking stellen van de verschillende bepalingen per thematisch gebied.

(3)

Ierland heeft op 8 januari 2018 aangegeven voornemens te zijn met de uitvoering van de volgende delen van het Schengenacquis te beginnen: het Schengeninformatiesysteem (“SIS”) en de desbetreffende regels inzake gegevensbescherming.

(4)

Bij brief van 7 juli 2020 heeft Ierland verklaard voornemens te zijn een begin te maken met de uitvoering van de volgende delen van het Schengenacquis: justitiële samenwerking, samenwerking inzake drugs, politiële samenwerking en artikel 26 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen (2) (de “Schengenuitvoeringsovereenkomst”). In die brief heeft Ierland ook te kennen gegeven dat het voornemens is artikel 27 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, met inbegrip van Richtlijn 2002/90/EG van de Raad (3) en Kaderbesluit 2002/946/JBZ van de Raad (4) die de latere ontwikkelingen daarvan vormen alsook Besluiten 2008/149/JBZ (5) en 2011/349/EU (6) van de Raad vanaf 1 januari 2022 volledig uit te voeren.

Wat het besluit van het Uitvoerend Comité van 22 december 1994 betreft (7), is Ierland voornemens dat besluit toe te passen met ingang van 1 juli 2022.

(5)

Ierland heeft daarmee aangegeven gereed te zijn om de in artikel 1 van Besluit 2002/192/EG bedoelde bepalingen van het Schengenacquis voorlopig in werking te stellen, voor zover zij betrekking hebben op de werking van het SIS (“de bepalingen met betrekking tot de werking van het SIS”), justitiële samenwerking, samenwerking inzake drugs, politiële samenwerking en artikel 26 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, met uitzondering van artikel 27 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst en de Besluiten 2008/149/JBZ en 2011/349/EU en het Besluit van het Uitvoerend Comité van 22 december 1994 die in een later stadium in werking moeten worden gesteld.

(6)

Met betrekking tot de evaluatie van Ierland om na te gaan of is voldaan aan de nodige voorwaarden voor de toepassing van de betrokken delen van het Schengenacquis waaraan Ierland heeft verzocht deel te nemen, is Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad (8) van toepassing. Aangezien sommige bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland deelneemt voorlopig van toepassing moeten zijn en de evaluatie ervan in een later stadium zal worden uitgevoerd, moeten de follow-up- en toezichtsprocedures van Verordening (EU) nr. 1053/2013 worden gestroomlijnd indien deze evaluaties aantonen dat door Ierland niet is voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van de betrokken delen van het Schengenacquis.

(7)

Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad (9) regelt de instelling, de werking en het gebruik van het SIS op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Zodra die verordening van toepassing wordt, komt zij in de plaats van Besluit 2007/533/JBZ (10) van de Raad, dat op dit ogenblik op dit gebied van toepassing is.

(8)

Naleving van de gegevensbeschermingsvereisten is een voorwaarde voor de voorlopige toepassing van de bepalingen met betrekking tot de werking van het SIS. Conform Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad en op basis van de krachtens die verordening opgestelde meerjarige en jaarlijkse evaluatieprogramma’s van de Commissie heeft de evaluatie op het gebied van gegevensbescherming plaatsgevonden tussen 19 en 23 november 2018, en heeft de Commissie op 9 augustus 2019 een evaluatieverslag aangenomen.

(9)

De conclusie van het evaluatieverslag luidde dat Ierland voldoet aan de noodzakelijke voorwaarden voor de toepassing van de in artikel 1, punt a), onder ii), van Besluit 2002/192/EG bedoelde bepalingen van het Schengenacquis voor zover zij betrekking hebben op gegevensbescherming, zodat die bepalingen voor Ierland in werking kunnen worden gesteld.

(10)

In overeenstemming met artikel 1, lid 1, van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/450 (11) van de Commissie, is geconstateerd dat het Ierse nationale systeem (N.SIS) technisch gereed is voor aansluiting op het SIS.

(11)

Aangezien Ierland de nodige technische en juridische regelingen heeft getroffen om SIS-gegevens te verwerken en aanvullende informatie uit te wisselen, kan de datum worden bepaald waarop de bepalingen met betrekking tot de werking van het SIS in Ierland voorlopig dienen te worden toegepast. De toepassing van dit besluit moet het mogelijk maken SIS-gegevens alsmede en aanvullende informatie en extra gegevens aan Ierland door te geven. Door concrete gegevensuitwisselingen zal via de toepasselijke Schengenevaluatieprocedures kunnen worden nagegaan of de bepalingen met betrekking tot de werking van het SIS correct in Ierland worden toegepast.

(12)

Daar het Schengenacquis is opgevat en functioneert als een samenhangend geheel, is de Raad van oordeel dat bij gedeeltelijke toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland deelneemt, de samenhang van de thematische gebieden die samen dit acquis vormen, in acht moet worden genomen. Om de bepalingen met betrekking tot de werking van het SIS voorlopig toe te passen, moet Ierland daarom vanaf dezelfde datum als de voorlopige inwerkingstelling van de bepalingen met betrekking tot de werking van het SIS, namelijk de toepassingsdatum van dit besluit, de bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op justitiële samenwerking, samenwerking inzake drugs, politiële samenwerking en artikel 26 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, voorlopig in werking stellen.

(13)

Binnen zes maanden vanaf de toepassingsdatum van dit besluit dienen in Ierland evaluatiebezoeken te worden uitgevoerd om na te gaan of het SIS naar behoren werkt en of Besluit 2007/533/JBZ correct wordt toegepast. Binnen twaalf maanden vanaf de toepassingsdatum van dit besluit dienen, indien nodig, naar Ierland vragenlijsten voor de evaluatie te worden gestuurd en in Ierland evaluatiebezoeken te worden uitgevoerd om de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot justitiële samenwerking, samenwerking inzake drugs, politiële samenwerking en artikel 26 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, te evalueren, teneinde aan te tonen dat aan de vereisten met betrekking tot de betrokken wetgeving en operationele activiteiten wordt voldaan.

(14)

Gezien het belang van een samenhangende toepassing van het Schengenacquis en het belang van het SIS als compenserende maatregel op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, en gezien het feit dat sommige bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland deelneemt, voorlopig van toepassing dienen te zijn, namelijk onder voorbehoud van de evaluaties die pas in een later stadium plaatsvinden, moet worden voorzien in een mechanisme om de operationele toegang van Ierland tot het SIS in te trekken (“het mechanisme om de operationele toegang van Ierland tot het SIS in te trekken”) indien uit de evaluaties blijkt dat Ierland niet heeft voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van de bepalingen met betrekking tot de werking van het SIS. Hetzelfde mechanisme dient te gelden ingeval uit de evaluaties blijkt dat Ierland niet heeft voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis op de gebieden die verband houden met justitiële samenwerking, samenwerking inzake drugs, politiële samenwerking, en artikel 26 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, die alle nodig zijn voor de goede werking van het SIS. In beide gevallen mag Ierland niet langer operationele toegang tot het SIS hebben. De Raad dient daartoe door middel van een uitvoeringsbesluit een datum vast te stellen vanaf welke de bepalingen met betrekking tot de werking van het SIS niet langer van toepassing zullen zijn op Ierland en hij dient de nodige overgangsregelingen vast te stellen voor de uitwisseling van aanvullende informatie over signaleringen die vóór die datum in het SIS zijn opgenomen. eu-LISA dient de nodige regelingen te treffen om ervoor te zorgen dat Ierland kan worden ontkoppeld van het SIS.

(15)

Dit besluit moet derhalve de bepalingen met betrekking tot de werking van het SIS en de overige in artikel 1 van Besluit 2002/192/EG van de Raad bedoelde bepalingen, voorlopig in werking stellen, met uitzondering van artikel 27 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst alsmede Besluiten 2008/149/JBZ en 2011/349/EU en het Besluit van het Uitvoerend Comité van 22 december 1994 die alle in een later stadium voorlopig in werking dienen te worden gesteld. Na de succesvolle voltooiing van de evaluaties betreffende de voorlopig in werking gestelde bepalingen en onverminderd het mechanisme om de operationele toegang van Ierland tot het SIS in te trekken, dient de Raad uiterlijk 24 maanden na de toepassingsdatum van dit besluit de situatie te onderzoeken met het oog op de vaststelling, overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Besluit 2002/192/EG juncto artikel 4 van Protocol nr. 19, van een uitvoeringsbesluit tot vaststelling van de datum voor de definitieve inwerkingstelling van deze bepalingen.

(16)

Wat artikel 27 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst betreft, alsook de Besluiten 2008/149/JBZ en 2011/349/EU, dient Ierland deze uiterlijk vanaf 1 januari 2022 voorlopig in werking te stellen. Wat het besluit van het Uitvoerend Comité van 22 december 1994 betreft, dient Ierland dit besluit uiterlijk vanaf 1 juli 2022 voorlopig in werking te stellen. Ierland dient de Raad kennis te geven van de datum waarop het van start zal gaan met de toepassing van deze bepalingen.

(17)

Bij Verordening (EU) 2016/94 van het Europees Parlement en de Raad (12) zijn een aantal in artikel 1, punt c), van Besluit 2002/192/EG van de Raad bedoelde besluiten van het Uitvoerend Comité die deel uitmaken van het Schengenacquis ingetrokken, omdat zij inmiddels achterhaald zijn. Deze besluiten dienen derhalve niet door Ierland in werking te worden gesteld. Dit geldt voor de besluiten van het Uitvoerend Comité SCH/Com-ex (93) 14 (verbetering van de praktische samenwerking tussen de justitiële autoriteiten in de strijd tegen de drugshandel), SCH/Com-ex (98) 52 (handleiding voor grensoverschrijdende politiële samenwerking) en SCH/Com-ex (99) 11, 2e herz. (overeenkomst betreffende samenwerking in procedures wegens inbreuken op de verkeerswetgeving).

(18)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (13), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (14).

(19)

Overeenkomstig artikel 2 van de Overeenkomst gesloten door de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de vaststelling van de rechten en verplichtingen tussen, enerzijds, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en, anderzijds, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, op de gebieden van het Schengenacquis die op deze staten van toepassing zijn (15), is het Gemengd Comité dat is ingesteld krachtens artikel 3 van de Overeenkomst die is gesloten door de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, geraadpleegd over de voorbereiding van dit besluit overeenkomstig artikel 4 van de laatstgenoemde overeenkomst.

(20)

Wat Zwitserland betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (16), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten G, H en I van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (17).

(21)

Overeenkomstig artikel 5 van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, is het Gemengd Comité, ingesteld overeenkomstig artikel 3 daarvan, in kennis gesteld van de voorbereiding van dit besluit.

(22)

Wat Liechtenstein betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (18), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten G, H en I van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (19),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De in artikel 1, punt a), onder ii), van Besluit 2002/192/EG bedoelde bepalingen, voor zover zij betrekking hebben op gegevensbescherming, met inbegrip van de desbetreffende bepalingen in de handelingen die ontwikkelingen van het Schengenacquis vormen, en die zijn vastgesteld na de vaststelling van Besluit 2002/192/EG en in de bijlage bij dat besluit zijn opgenomen, worden vanaf 1 januari 2021 in werking gesteld door en zijn van toepassing op Ierland in zijn betrekkingen met het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Republiek Finland, de Franse Republiek, de Helleense Republiek, Hongarije, de Italiaanse Republiek, de Republiek Kroatië, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Tsjechische Republiek en het Koninkrijk Zweden.

2.   De volgende bepalingen, met inbegrip van de desbetreffende bepalingen in de handelingen die ontwikkelingen van het Schengenacquis vormen, en die zijn vastgesteld na de vaststelling van Besluit 2002/192/EG en in de bijlage bij dat besluit zijn opgenomen, worden onder de in dit besluit bepaalde voorwaarden vanaf 1 januari 2021 voorlopig in werking gesteld door en zijn voorlopig van toepassing op Ierland in zijn betrekkingen met het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Republiek Finland, de Franse Republiek, de Helleense Republiek, Hongarije, de Italiaanse Republiek, de Republiek Kroatië, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Tsjechische Republiek en het Koninkrijk Zweden:

a)

de in artikel 1, punten a) ii) en iii) van Besluit 2002/192/EG bedoelde bepalingen, voor zover zij betrekking hebben op de werking va het SIS, en

b)

de overige bepalingen die worden genoemd in artikel 1 van Besluit 2002/192/EG.

3.   In afwijking van lid 2 van dit artikel:

a)

worden artikel 27 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, met inbegrip van Richtlijn 2002/90/EG en Kaderbesluit 2002/946/JBZ, die de latere ontwikkelingen daarvan vormen, alsmede de Besluiten 2008/149/JBZ en 2011/349/EU met ingang van uiterlijk 1 januari 2022 voorlopig in werking gesteld door Ierland en zijn zij aldaar voorlopig van toepassing vanaf die datum.

b)

wordt het besluit van het Uitvoerend Comité van 22 december 1994 uiterlijk met ingang van 1 juli 2022 voorlopig in werking gesteld door Ierland en is het aldaar voorlopig van toepassing vanaf die datum.

Ierland stelt de Raad in kennis van de datum waarop het van start gaat met de toepassing van de in dit lid bedoelde bepalingen.

4.   Met ingang van 4 januari 2021 worden SIS-signaleringen als gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt a) van Besluit 2007/533/JBZ en als bedoeld in de hoofdstukken V (signaleringen van personen die met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering of uitlevering worden gezocht), VI (signaleringen van vermiste personen), VII (signaleringen van personen die worden gezocht met het oog op een gerechtelijke procedure), VIII (signaleringen van personen en voorwerpen met het oog op onopvallende controles of gerichte controles) en IX (signaleringen van voorwerpen met het oog op inbeslagneming of gebruik als bewijsmateriaal in een strafprocedure) van dat besluit, alsmede aanvullende informatie en extra gegevens, in verband met deze signaleringen, als gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punten b) en c), van dat besluit, in overeenstemming met genoemd besluit beschikbaar gesteld aan Ierland.

5.   Met ingang van 15 maart 2021 voert Ierland gegevens in het SIS in en maakt het gebruik van de in lid 4 bedoelde SIS-gegevens en aanvullende informatie en extra gegevens, in overeenstemming met Besluit 2007/533/JBZ.

Artikel 2

1.   Uiterlijk op 30 juni 2021 worden in Ierland evaluatiebezoeken verricht overeenkomstig de desbetreffende procedures in Verordening (EU) nr. 1053/2013, teneinde na te gaan of het SIS naar behoren werkt en of Besluit 2007/533/JBZ op correcte wijze wordt toegepast.

2.   Uiterlijk op 31 december 2021 worden evaluatievragenlijsten toegezonden aan en evaluatiebezoeken afgelegd in Ierland, overeenkomstig de desbetreffende procedures van Verordening (EU) nr. 1053/2013, teneinde na te gaan of aan de vereisten met betrekking tot alle relevante wetgeving en operationele activiteiten is voldaan, en de bepalingen van het Schengenacquis op het gebied van justitiële samenwerking, samenwerking inzake drugs, politiële samenwerking en artikel 26 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst correct worden toegepast.

3.   In de overeenkomstig de desbetreffende procedures van Verordening (EU) nr. 1053/2013 opgestelde evaluatieverslagen wordt rekening gehouden met de mate van voorbereid zijn voor de toepassing of, in voorkomend geval, de voorlopige toepassing, door Ierland van de in artikel 1, lid 3, van dit besluit bedoelde bepalingen.

4.   De evaluatieverslagen worden aan de Raad voorgelegd. Deze evaluatieverslagen beantwoorden de vraag of Ierland aan de voorwaarden voor de toepassing van de desbetreffende bepalingen van het Schengenacquis op het betrokken gebied heeft voldaan. Ingeval in een evaluatieverslag op het gebied van de justitiële samenwerking, de samenwerking inzake drugs, de politiële samenwerking of artikel 26 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst wordt geconcludeerd dat Ierland op een van deze terreinen niet heeft voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van de desbetreffende bepalingen van het Schengenacquis, wordt in dat evaluatieverslag uitdrukkelijk vermeld of en hoe dit niet voldoen de goede werking van het SIS beïnvloedt. In het licht van de bevindingen en de beoordelingen in deze evaluatieverslagen is artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1053/2013 van toepassing.

5.   In afwijking van artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1053/2013 verstrekt Ierland de Commissie en de Raad een actieplan om de in de evaluatieverslagen vastgestelde tekortkomingen binnen één maand na de aanneming van de in artikel 15 van de verordening bedoelde aanbevelingen te verhelpen.

Ingeval de Commissie in haar beoordeling concludeert dat het door Ierland verstrekte actieplan ontoereikend is, of indien in de evaluatieverslagen werd geconstateerd dat een tekortkoming de goede werking van het SIS ernstig in het gedrang brengt en die tekortkoming niet door Ierland is verholpen binnen een periode van zes maanden na de aanneming van de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1053/2013 bedoelde aanbevelingen, is Ierland niet langer gerechtigd operationele toegang tot het SIS te hebben totdat het voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van die bepalingen.

Om vast te stellen of Ierland de vastgestelde tekortkomingen heeft verholpen en of aan de voorwaarden voor de toepassing van de desbetreffende bepalingen van het Schengenacquis is voldaan, legt de Commissie de Raad aan het einde van de in de tweede alinea bedoelde periode van zes maanden een beoordeling voor. De Commissie doet de beoordeling ook aan het Europees Parlement toekomen.

Ingeval in de beoordeling wordt geconcludeerd dat Ierland niet heeft voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van de desbetreffende bepalingen van het Schengenacquis die nodig zijn voor de goede werking van het SIS, gaat de Raad, binnen een maand na de datum van die beoordeling, bij uitvoeringshandeling over tot:

a)

het vaststellen van een datum met ingang waarvan artikel 1, lid 2, punt a), en artikel 1, leden 4 en 5, niet langer van toepassing zijn, en

b)

het nemen van de overgangsmaatregelen die nodig zijn voor de uitwisseling van aanvullende informatie over de vóór de in punt a) van dit lid bedoelde datum in het SIS opgenomen signaleringen.

eu-LISA treft de nodige regelingen om ervoor te zorgen dat Ierland kan worden ontkoppeld van het SIS.

In voorkomend geval onderzoekt de Raad de situatie met het oog op de vaststelling van een nieuw besluit door middel van een uitvoeringshandeling waarbij een datum wordt vastgesteld voor de voorlopige inwerkingstelling door Ierland van de bepalingen als bedoeld in artikel 1, lid 2, punt a) van dit besluit.

6.   Na de succesvolle voltooiing van de evaluaties onderzoekt de Raad, onverminderd lid 5 van dit artikel, uiterlijk op 31 december 2022, overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Besluit 2002/192/EG, juncto artikel 4 van het Protocol nr. 19, de situatie met het oog op de vaststelling van een uitvoeringsbesluit tot vaststelling van een datum voor de definitieve inwerkingstelling door Ierland van de in artikel 1, leden 2 en van dit besluit bedoelde bepalingen.

In het in de eerste alinea van dit lid bedoelde uitvoeringsbesluit wordt rekening gehouden met de stand van toepassing van de in artikel 1, lid 3, bedoelde bepalingen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 4

Dit besluit is van toepassing overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 18 november 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

M. ROTH


(1)   PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.

(2)  Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19).

(3)  Richtlijn 2002/90/EG van de Raad van 28 november 2002 tot omschrijving van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf (PB L 328 van 5.12.2002, blz. 17).

(4)  Kaderbesluit 2002/946/JBZ van de Raad van 28 november 2002 tot versterking van het strafrechtelijk kader voor de bestrijding van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf (PB L 328 van 5.12.2002, blz. 1).

(5)  Besluit 2008/149/JBZ van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

(6)  Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

(7)  Besluit van het Uitvoerend Comité van 22 december 1994 inzake de in artikel 75 bedoelde verklaring voor het vervoer van verdovende middelen en psychotrope stoffen (SCH/Com-ex (94) 28 herz.) (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 463).

(8)  Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het Besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

(9)  Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).

(10)  Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

(11)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/450 van de Commissie van 16 maart 2015 tot vaststelling van de testvoorschriften voor lidstaten die zich op het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) aansluiten of hun daar rechtstreeks voor bedoelde nationale systeem substantieel wijzigen (PB L 74 van 18.3.2015, blz. 31).

(12)  Verordening (EU) 2016/94 van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 tot intrekking van bepaalde handelingen van het Schengenacquis op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (PB L 26 van 2.2.2016, blz. 6).

(13)   PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(14)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengen-acquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

(15)   PB L 15 van 20.1.2000, blz. 2.

(16)   PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

(17)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

(18)   PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

(19)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).


BIJLAGE

Lijst van bepalingen die ontwikkelingen van het Schengenacquis vormen die door Ierland voorlopig in werking worden gesteld

1.   

Akte van de Raad van 29 mei 2000 tot vaststelling, overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, van de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (bepalingen bedoeld in artikel 2, lid 1, van die Overeenkomst) (PB C 197 van 12.7.2000, blz. 1).

2.   

Richtlijn 2001/51/EG van de Raad van 28 juni 2001 tot aanvulling van het bepaalde in artikel 26 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 (PB L 187 van 10.7.2001, blz. 45).

3.   

Akte van de Raad van 16 oktober 2001 tot vaststelling, overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (bepalingen bedoeld in artikel 15 van dat Protocol) (PB C 326 van 21.11.2001, blz. 1).

4.   

Richtlijn 2002/90/EG van de Raad van 28 november 2002 tot omschrijving van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf (PB L 328 van 5.12.2002, blz. 17(1).

5.   

Kaderbesluit 2002/946/JBZ van de Raad van 28 november 2002 tot versterking van het strafrechtelijk kader voor de bestrijding van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf (PB L 328 van 5.12.2002, blz. 1(2).

6.   

Besluit 2003/170/JBZ van de Raad van 27 februari 2003 betreffende het gezamenlijk gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten (PB L 67 van 12.3.2003, blz. 27).

7.   

Richtlijn 2004/82/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 24).

8.   

Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad van 18 december 2006 betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 89).

9.   

Besluit 2006/560/JBZ van de Raad van 24 juli 2006 tot wijziging van Besluit 2003/170/JBZ betreffende het gezamenlijk gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten (PB L 219 van 10.8.2006, blz. 31).

10.   

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

11.   

Besluit 2008/149/JBZ van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50(3).

12.   

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1(1).

13.   

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het Besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

14.   

Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89).

15.   

Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).

16.   

Verordening (EU) 2019/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de oprichting van een Europees netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 88).

17.   

Verordening (EU) 2020/493 van het Europees Parlement en de Raad van 30 maart 2020 over het systeem voor fraudedocumenten en authentieke documenten online (FADO) en tot intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 98/700/JBZ van de Raad (PB L 107 van 6.4.2020, blz. 1).


(1)  Deze bepaling wordt voorlopig toegepast met ingang van 1 januari 2022.

(2)  Deze bepaling wordt voorlopig toegepast met ingang van 1 januari 2022.

(3)  Deze bepaling wordt voorlopig toegepast met ingang van 1 januari 2022.


Top