EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R2072
Commission Implementing Regulation (EU) 2019/2072 of 28 November 2019 establishing uniform conditions for the implementation of Regulation (EU) 2016/2031 of the European Parliament and the Council, as regards protective measures against pests of plants, and repealing Commission Regulation (EC) No 690/2008 and amending Commission Implementing Regulation (EU) 2018/2019
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie
OJ L 319, 10.12.2019, p. 1–279
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 11/01/2023
10.12.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 319/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/2072 VAN DE COMMISSIE
van 28 november 2019
tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (1), en met name artikel 5, lid 2, artikel 32, lid 2, artikel 37, leden 2 en 4, artikel 40, lid 2, artikel 41, lid 2, artikel 53, lid 2, artikel 54, lid 2, artikel 72, lid 1, artikel 73, artikel 79, lid 2, en artikel 80, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2016/2031 is van toepassing met ingang van 14 december 2019. Om ervoor te zorgen dat de bepalingen ervan volledig doeltreffend worden, moeten er uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld betreffende plaagorganismen, planten, plantaardige producten en andere materialen, alsmede de respectieve vereisten die nodig zijn om het grondgebied van de Unie te beschermen tegen fytosanitaire risico’s. |
(2) |
In het licht daarvan moeten specifieke regels worden vastgesteld om de EU-quarantaineorganismen, de ZP-quarantaineorganismen en de door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen op te nemen, alsmede maatregelen om de aanwezigheid ervan op de respectieve grondgebieden van de Unie of op voor opplant bestemde planten te voorkomen. |
(3) |
De in bijlage I, deel A, en bijlage II, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad (2) opgenomen plaagorganismen zijn door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) herbeoordeeld met het oog op de opstelling van de lijst van EU-quarantaineorganismen overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2016/2031. De herbeoordeling was noodzakelijk om de fytosanitaire status van die plaagorganismen te actualiseren in overeenstemming met de meest recente technische en wetenschappelijke ontwikkelingen, en om te beoordelen of zij voldoen aan de criteria van artikel 3 van die verordening wat het grondgebied van de Unie betreft, en van bijlage I, deel 1, bij die verordening. |
(4) |
Als gevolg van die herbeoordeling mogen sommige van de in de bijlagen I en II bij Richtlijn 2000/29/EG vermelde plaagorganismen niet worden opgenomen in de lijst van EU-quarantaineorganismen omdat zij niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2016/2031 wat het grondgebied van de Unie betreft. |
(5) |
Bepaalde andere plaagorganismen, waarvan sommige in de bijlagen I en II bij Richtlijn 2000/29/EG zijn opgenomen, blijken te voldoen aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2016/2031 wat het grondgebied van de Unie betreft; zij moeten daarom worden opgenomen in de lijst van EU-quarantaineorganismen. |
(6) |
Naar aanleiding van de herbeoordeling moeten sommige van de plaagorganismen die in de bijlagen I en II bij Richtlijn 2000/29/EG zijn vermeld als plaagorganismen die voor zover bekend niet op het grondgebied van de Unie voorkomen, worden opgenomen in de lijst van EU-quarantaineorganismen als plaagorganismen waarvan bekend is dat zij op het grondgebied van de Unie voorkomen, als gevolg van hun gevestigde aanwezigheid in bepaalde delen ervan. |
(7) |
De namen van bepaalde plaagorganismen moeten worden bijgewerkt om rekening te houden met de meest recente ontwikkelingen in de internationale nomenclatuur. Deze plaagorganismen moeten worden opgenomen, met de respectieve codes die zijn toegewezen door de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee (“EPPO”). Dit is nodig om ervoor te zorgen dat deze plaagorganismen in kaart worden gebracht, zelfs wanneer de namen in de toekomst worden gewijzigd. |
(8) |
De overeenkomstig Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie (3) erkende beschermde gebieden en de in bijlage I, deel B, en bijlage II, deel B, bij Richtlijn 2000/29/EG vermelde plaagorganismen zijn herbeoordeeld door de Commissie. Het doel van die herbeoordeling was om te bepalen of de respectieve plaagorganismen overeenstemmen met de beschrijving van de ZP-quarantaineorganismen in artikel 32, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031. |
(9) |
Die herbeoordeling is gebaseerd op de respectieve verzoeken van de lidstaten om beschermde gebieden te erkennen, te wijzigen of in te trekken, en op regelmatige verslagen van de lidstaten, inspecties van de Commissie en diverse andere wetenschappelijke en technische gegevens. |
(10) |
Bepaalde plaagorganismen, waarvan sommige in de bijlagen I en II bij Richtlijn 2000/29/EG zijn opgenomen, blijken te voldoen aan de voorwaarden van artikel 32, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 en moeten daarom worden opgenomen in de lijst van ZP-quarantaineorganismen. Deze plaagorganismen moeten samen met de respectieve door de EPPO toegewezen codes worden vermeld, zodat die plaagorganismen zelf kunnen worden geïdentificeerd wanneer in de toekomst de namen ervan worden gewijzigd. |
(11) |
Verordening (EG) nr. 690/2008 moet worden ingetrokken om overlapping met de lijst van beschermde gebieden in deze verordening te voorkomen. |
(12) |
De EPPO heeft een herbeoordeling verricht van de plaagorganismen die zijn opgenomen in bijlage II, deel A, rubriek II, bij Richtlijn 2000/29/EG, de gewassen van bijlage I, punt 3, en de plaagorganismen van bijlage I, punt 6, bij Richtlijn 66/401/EEG (4), en de plaagorganismen van bijlage II, punt 3, bij Richtlijn 66/402/EEG van de Raad (5), bijlage I bij Richtlijn 68/193/EEG van de Raad (6), alsmede de plaagorganismen die zijn opgenomen in de handelingen die zijn vastgesteld krachtens artikel 5, lid 5, van Richtlijn 98/56/EG van de Raad (7), bijlage II bij Richtlijn 2002/55/EG van de Raad (8), bijlage I en bijlage II, punt B, bij Richtlijn 2002/56/EG van de Raad (9), krachtens artikel 18, onder c), van die richtlijn, bijlage I, punt 4, en bijlage II, deel I, punt 5, bij Richtlijn 2002/57/EG van de Raad (10), krachtens artikel 4 van Richtlijn 2008/72/EG van de Raad (11) en krachtens artikel 4 van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad (12). |
(13) |
Die herbeoordeling was nodig om de fytosanitaire status van die plaagorganismen te actualiseren in overeenstemming met de meest recente technische en wetenschappelijke ontwikkelingen, en ook om te beoordelen of zij voldoen aan de respectieve criteria van artikel 36 van Verordening (EU) 2016/2031, wat het grondgebied van de Unie betreft, en van bijlage I, deel 4, bij die verordening. |
(14) |
Bepaalde plaagorganismen, waarvan sommige in die richtlijnen zijn opgenomen, blijken te voldoen aan de voorwaarden van artikel 36 van Verordening (EU) 2016/2031 wat het grondgebied van de Unie betreft, en moeten daarom worden opgenomen in de lijst van de door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen. Overeenkomstig artikel 37, lid 7, van die verordening moet die lijst voorzien in specifieke categorieën van relevante voor opplant bestemde planten als bedoeld in de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 2002/55/EG, 2002/56/EG, 2002/57/EG, 2008/72/EG en 2008/90/EG. |
(15) |
In bepaalde gevallen mogen de respectieve voor opplant bestemde planten niet in de Unie worden binnengebracht of binnen het grondgebied van de Unie worden verplaatst indien de incidentie van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen of van de door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, zoals bepaald in artikel 37, lid 8, van Verordening (EU) 2016/2031. Zoals in dit artikel nader wordt uiteengezet, moet die drempelwaarde alleen worden vastgesteld wanneer de professionele marktdeelnemers ervoor kunnen zorgen dat de incidentie van dat gereguleerde niet-quarantaineorganisme op die voor opplant bestemde planten die drempelwaarde niet overschrijdt en wanneer kan worden nagegaan of die drempelwaarde niet wordt overschreden in partijen van die voor opplant bestemde planten. |
(16) |
Overeenkomstig artikel 37, lid 4, van Verordening (EU) 2016/2031 zijn maatregelen ter voorkoming van de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op de desbetreffende voor opplant bestemde planten van toepassing onverminderd de krachtens de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 98/56/EG, 1999/105/EG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG, 2002/57/EG, 2008/72/EG en 2008/90/EG vastgestelde maatregelen. Daarom mag deze verordening geen afbreuk doen aan de krachtens die richtlijnen vastgestelde maatregelen betreffende inspecties, bemonstering en toetsing van de betrokken voor opplant bestemde planten of de planten waarvan zij afkomstig zijn, de oorsprong van de voor opplant bestemde planten uit gebieden of locaties die vrij zijn van, of fysiek beschermd zijn tegen, de betrokken gereguleerde niet-quarantaineorganismen, de behandelingen van de betrokken voor opplant bestemde planten of de planten waaruit zij afkomstig zijn, of de productie van de voor opplant bestemde planten. |
(17) |
Bovendien mogen de bepalingen van deze verordening betreffende gereguleerde niet-quarantaineorganismen geen afbreuk doen aan de uitzonderingen voor voor opplant bestemde planten die zijn vastgesteld overeenkomstig die richtlijnen, voorschriften voor het in de handel brengen die in die richtlijnen zijn vastgesteld en die betrekking hebben op de levering van zaden aan officiële toetsings- en inspectieorganen, de levering van planten aan verleners van bepaalde diensten, het verkeer van planten die zijn bestemd voor wetenschappelijke doeleinden, selectiewerk of andere toetsingen of proeven, niet definitief gecertificeerd zaad, zaden waarvoor de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/478 (13) bedoelde uitzonderingen gelden en planten waarvan is aangetoond dat zij voor uitvoer bestemd zijn. |
(18) |
Het binnenbrengen in de Unie van de planten, plantaardige producten en andere materialen uit alle of bepaalde derde landen, als vermeld in bijlage III, deel A, bij Richtlijn 2000/29/EG, is verboden. |
(19) |
Die planten, plantaardige producten en andere materialen zijn beoordeeld op basis van nieuw bewijsmateriaal, het risico ervan op plaagorganismen voor het grondgebied van de Unie en de bijwerking van de lijst van EU-quarantaineorganismen. |
(20) |
Op basis van die beoordeling moeten sommige van die planten, plantaardige producten en andere materialen daarom overeenkomstig artikel 40, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031 in een lijst worden opgenomen, samen met de derde landen, groepen van derde landen of specifieke gebieden van derde landen waarop dat verbod van toepassing is. Dit verbod is noodzakelijk omdat de fytosanitaire bescherming van de Unie niet kan worden gewaarborgd door in dit verband minder strenge maatregelen toe te passen. |
(21) |
Met het oog op de herbeoordeling van EU-quarantaineorganismen moeten nieuwe bepalingen voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen, en de respectieve bijzondere voorschriften, alsmede bepalingen voor het verkeer binnen de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen, en de respectieve bijzondere voorschriften, worden vastgesteld overeenkomstig artikel 41, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031. |
(22) |
De vermelding van de GN-codes mag niet verplicht zijn voor de opneming in een lijst van de planten, plantaardige producten en andere materialen die zijn onderworpen aan bijzondere voorschriften voor verkeer binnen het grondgebied van de Unie. Dit zou een evenredige aanpak zijn, omdat de GN-codes alleen nodig zijn voor de identificatie van die planten, plantaardige producten of andere materialen wanneer zij vanuit een derde land in de Unie worden binnengebracht. Een dergelijke aanpak zou ook in overeenstemming zijn met artikel 80 van Verordening (EU) 2016/2031, op grond waarvan dergelijke codes niet worden verschaft voor de opneming in een lijst van dergelijke planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor een plantenpaspoort vereist is. |
(23) |
Het binnenbrengen van planten, plantaardige producten en andere materialen in hun respectieve beschermde gebieden en, in voorkomend geval, met betrekking tot hun derde land van oorsprong, als vermeld in bijlage III, deel B, bij Richtlijn 2000/29/EG, is verboden. Bovendien mogen de in bijlage IV, deel B, bij Richtlijn 2000/29/EG vermelde planten, plantaardige producten en andere materialen alleen in de respectieve beschermde gebieden worden binnengebracht indien zij aan de respectieve bijzondere voorschriften voldoen. |
(24) |
Die planten, plantaardige producten en andere materialen zijn beoordeeld op basis van nieuwe gegevens, het risico ervan op plaagorganismen voor de respectieve beschermde gebieden en de bijwerking van de lijst van de ZP-quarantaineorganismen en de beschermde gebieden. |
(25) |
Op basis van die beoordeling moeten sommige van die planten, plantaardige producten en andere materialen en de respectieve beschermde gebieden in een lijst in deze verordening worden opgenomen, zoals bepaald in artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031, samen met de derde landen en groepen van derde landen van oorsprong waarop dat verbod van toepassing is. |
(26) |
Bovendien moeten sommige van die planten, plantaardige producten en andere materialen, en de respectieve beschermde gebieden en de bijzondere voorschriften in een lijst in deze verordening worden opgenomen, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031. |
(27) |
Op grond van artikel 72, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 moet een lijst worden opgesteld van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor een fytosanitair certificaat vereist is voor het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie, en van de respectieve derde landen van oorsprong of verzending. |
(28) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 is een fytosanitair certificaat vereist voor het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van andere planten dan de planten die zijn opgenomen in de in artikel 72, lid 1, bedoelde lijst, op grond van artikel 73, eerste alinea, van Verordening (EU) 2016/2031. Van bepaalde vruchten is echter gebleken dat zij voldoen aan de criteria in bijlage VI bij Verordening (EU) 2016/2031, en zij zijn aangemerkt als planten waarvoor geen fytosanitair certificaat nodig is. Daarom mag voor het binnenbrengen in de Unie van de in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 opgenomen vruchten geen fytosanitair certificaat worden vereist. |
(29) |
Voor de duidelijkheid moeten artikel 2 van, en bijlage II bij die verordening worden geschrapt om overlappingen met deze verordening te voorkomen. |
(30) |
Een lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor een fytosanitair certificaat vereist is voor het binnenbrengen in de respectieve beschermde gebieden en de respectieve derde landen van oorsprong of verzending, moet worden vastgesteld overeenkomstig artikel 74, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031. Deze lijst zal voor de nodige duidelijkheid zorgen voor de professionele marktdeelnemers, de bevoegde autoriteiten en alle andere gebruikers van die planten, plantaardige producten en andere materialen. |
(31) |
Op grond van artikel 79, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 moet een lijst worden opgesteld van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor een plantenpaspoort vereist is voor verkeer binnen het grondgebied van de Unie. Deze lijst zal voor de nodige duidelijkheid zorgen voor de professionele marktdeelnemers, de bevoegde autoriteiten en alle andere gebruikers van die planten, plantaardige producten en andere materialen. |
(32) |
Om te voorkomen dat aan professionele marktdeelnemers eisen worden opgelegd, mogen deze plantenpaspoorten niet worden voorgeschreven voor het verkeer van zaden waarvoor afwijkingen gelden ten aanzien van de voorschriften van de respectieve richtlijnen betreffende het in de handel brengen van zaden. Dit is passend aangezien deze verordening geen afbreuk doet aan de krachtens die richtlijnen vastgestelde maatregelen en niet meer certificeringslasten aan de professionele marktdeelnemers mag opleggen dan die welke momenteel in die richtlijnen zijn vastgesteld. |
(33) |
Op grond van artikel 80, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 moet een lijst worden opgesteld van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor een plantenpaspoort vereist is om te worden binnengebracht in of in het verkeer te zijn binnen bepaalde beschermde gebieden. Op deze plantenpaspoorten moet de vermelding “ZP” worden aangebracht, om een onderscheid te maken met de plantenpaspoorten die vereist zijn voor het verkeer binnen het gehele grondgebied van de Unie. Deze lijst zal voor de nodige duidelijkheid zorgen voor de professionele marktdeelnemers, de bevoegde autoriteiten en alle andere gebruikers van die planten, plantaardige producten en andere materialen. |
(34) |
Om verstoring van de handel door veranderingen in de vereisten met betrekking tot gereguleerde niet-quarantaineorganismen te voorkomen, moet een beperkte overgangsperiode worden toegestaan voor zaden en andere voor opplant bestemde planten die reeds in de Unie zijn geproduceerd, in de Unie zijn binnengebracht of binnen de Unie zijn vervoerd overeenkomstig de vereisten inzake de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen die van toepassing zijn vóór 14 december 2019, de datum van toepassing van deze verordening. Die zaden en andere voor opplant bestemde planten mogen gedurende een beperkte periode verder worden binnengebracht in of vervoerd binnen de Unie overeenkomstig die vereisten. Het zou ook evenredig zijn om voor te schrijven dat in plantenpaspoorten alleen wordt bevestigd dat die zaden en andere voor opplant bestemde planten voldoen aan de toepasselijke voorschriften inzake EU-quarantaineorganismen, ZP-quarantaineorganismen en maatregelen die krachtens artikel 30 van Verordening (EU) 2016/2031 zijn vastgesteld. Een dergelijke benadering zou noodzakelijk zijn, gezien de grote hoeveelheden zaden en andere voor opplant bestemde planten die zich vóór 14 december 2019 in de productiefase bevinden of zijn geproduceerd volgens de voorschriften van de richtlijnen betreffende het in de handel brengen van zaden en ander teeltmateriaal die vóór die datum van toepassing waren en wanneer geen plantenpaspoort was vereist wat de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreft. Deze voor opplant bestemde planten zijn reeds gecertificeerd en het zou onevenredig zijn om verdere certificering ervan volgens de nieuwe voorschriften voor te schrijven. Daarom zou een overgangsperiode van één jaar nodig zijn om ervoor te zorgen dat deze voor opplant bestemde planten probleemloos in de markt worden opgenomen en om de bevoegde autoriteiten en de professionele marktdeelnemers te helpen zich aan de nieuwe regels aan te passen. |
(35) |
Deze verordening moet in werking treden op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, zodat de bevoegde autoriteiten en de professionele marktdeelnemers de langst mogelijke tijd hebben om zich voor te bereiden op de toepassing ervan. |
(36) |
Met het oog op de rechtszekerheid moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van dezelfde datum als Verordening (EU) 2016/2031, namelijk 14 december 2019. |
(37) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp
Bij deze verordening wordt Verordening (EU) 2016/2031 ten uitvoer gelegd wat betreft de opneming van EU-quarantaineorganismen, ZP-quarantaineorganismen en door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen, en wat betreft de maatregelen voor planten, plantaardige producten en andere materialen om de risico’s van deze plaagorganismen tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen.
Artikel 2
Definities
1. Voor de toepassing van deze verordening zijn de in bijlage I vastgestelde definities van toepassing.
2. Daarnaast wordt verstaan onder:
a) |
“nagenoeg vrij van plaagorganismen”: de mate waarin andere plaagorganismen dan EU-quarantaineorganismen of ZP-quarantaineorganismen op de voor opplant bestemde planten of fruitgewassen aanwezig zijn, die voldoende laag is om een aanvaardbare kwaliteit en bruikbaarheid van die planten te waarborgen; |
b) |
“officiële verklaring”: een fytosanitair certificaat als voorgeschreven in artikel 71 van Verordening (EU) 2016/2031, een plantenpaspoort als voorgeschreven in artikel 78 van die verordening, het merkteken op houten verpakkingsmateriaal, hout of andere materialen als bedoeld in artikel 96 van die verordening, of een officiële verklaring als bedoeld in artikel 99 van die verordening; |
c) |
“systeembenadering”: de integratie van verschillende risicobeheersmaatregelen, waarvan er ten minste twee onafhankelijk functioneren en die, wanneer zij samen worden toegepast, het passende beschermingsniveau bereiken tegen EU-quarantaineorganismen, ZP-quarantaineorganismen en plaagorganismen waarop de krachtens artikel 30 van Verordening (EU) 2016/2031 vastgestelde maatregelen van toepassing zijn. |
Artikel 3
Lijst van EU-quarantaineorganismen
De lijst van EU-quarantaineorganismen als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EU) 2016/2031 is in bijlage II bij deze verordening opgenomen.
De lijst van EU-quarantaineorganismen die voor zover bekend niet op het grondgebied van de Unie voorkomen, is vastgesteld in bijlage II, deel A, en de lijst van EU-quarantaineorganismen waarvan bekend is dat zij op het grondgebied van de Unie voorkomen, is vastgesteld in bijlage II, deel B.
Artikel 4
Lijst van beschermde gebieden en de respectieve ZP-quarantaineorganismen
De lijst van beschermde gebieden en de respectieve ZP-quarantaineorganismen als bedoeld in artikel 32, lid 3, van Verordening (EU) 2016/2031, is opgenomen in bijlage III bij deze verordening.
Artikel 5
Lijst van door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen en specifieke voor opplant bestemde planten, met categorieën en drempelwaarden
De lijst van de door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen en specifieke voor opplant bestemde planten met de in artikel 37, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031 bedoelde categorieën en drempelwaarden zijn vastgesteld in bijlage IV bij deze verordening. Die voor opplant bestemde planten mogen niet worden binnengebracht in of in het verkeer worden gebracht binnen de Unie indien de incidentie van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen of van de door de gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen op deze voor opplant bestemde planten deze drempelwaarden overschrijdt.
Het in de eerste alinea vervatte verbod op het binnenbrengen en op het in het verkeer brengen is slechts van toepassing op de in bijlage IV opgenomen categorieën voor opplant bestemde planten.
Artikel 6
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op specifieke voor opplant bestemde planten te voorkomen
1. De in artikel 37, lid 4, van Verordening (EU) 2016/2031 bedoelde maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen te voorkomen, die betrekking hebben op het verkeer binnen en het binnenbrengen in de Unie van specifieke voor opplant bestemde planten, zijn vastgesteld in bijlage V bij deze verordening.
2. De in bijlage IV bij deze verordening opgenomen lijst en bijlage V bij deze verordening doen geen afbreuk aan de maatregelen die zijn vastgesteld krachtens de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 98/56/EG, 1999/105/EG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG, 2002/57/EG, 2008/72/EG en 2008/90/EG betreffende:
a) |
inspecties, bemonstering en toetsing van de betrokken voor opplant bestemde planten of de planten waarvan ze afkomstig zijn; |
b) |
de oorsprong van de respectieve voor opplant bestemde planten uit de gebieden of locaties die vrij zijn van, of fysiek beschermd zijn tegen, de betrokken gereguleerde niet-quarantaineorganismen; |
c) |
behandelingen van de betrokken voor opplant bestemde planten of de planten waarvan ze afkomstig zijn; |
d) |
de productie van de voor opplant bestemde planten. |
3. Bovendien doen de lijst in bijlage IV bij deze verordening en bijlage V bij deze verordening geen afbreuk aan de uitzonderingen voor voor opplant bestemde planten die zijn vastgesteld op grond van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 98/56/EG, 1999/105/EG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG, 2002/57/EG, 2008/72/EG en 2008/90/EG, op de vereisten voor het in de handel brengen die in die richtlijnen zijn vastgesteld, waaronder:
a) |
uitzonderingen met betrekking tot de levering van voor opplant bestemde planten aan officiële toetsings- en inspectieorganen; |
b) |
uitzonderingen met betrekking tot de levering van voor opplant bestemde planten zoals zij zijn geteeld aan verleners van diensten voor verwerking of verpakking, onder de voorwaarde dat de dienstverlener geen rechten op de geleverde planten verwerft en de identiteit van de planten wordt gewaarborgd; |
c) |
uitzonderingen met betrekking tot de levering van voor opplant bestemde planten onder bepaalde voorwaarden aan verleners van diensten voor de productie van bepaalde landbouwgrondstoffen voor industriële doeleinden of voor de vermeerdering van zaad met dat doel; |
d) |
uitzonderingen voor voor opplant bestemde planten bestemd voor wetenschappelijke doeleinden, selectiewerkzaamheden en andere onderzoeks- of beproevingsdoeleinden; |
e) |
uitzonderingen op de voorschriften voor het in de handel brengen met betrekking tot voor opplant bestemde planten die niet definitief zijn gecertificeerd; |
f) |
uitzonderingen op de in de bepalingen van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/478 vastgestelde voorschriften voor het in de handel brengen; |
g) |
uitzonderingen op de voorschriften voor het in de handel brengen met betrekking tot voor opplant bestemde planten waarvan is aangetoond dat zij voor uitvoer naar derde landen bestemd zijn. |
Artikel 7
Lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvan het binnenbrengen in de Unie vanuit bepaalde derde landen verboden is
De lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvan het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie verboden is, en van de derde landen, groepen van derde landen of specifieke gebieden van derde landen waarop het verbod van toepassing is, als bedoeld in artikel 40, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031, is vastgesteld in bijlage VI bij deze verordening.
Artikel 8
Lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit derde landen of uit het grondgebied van de Unie, en de overeenkomstige bijzondere voorschriften voor het binnenbrengen in of het verkeer binnen het grondgebied van de Unie
1. De lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit derde landen, en de overeenkomstige bijzondere voorschriften voor het binnenbrengen ervan op het grondgebied van de Unie, als bedoeld in artikel 41, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031, is vastgesteld in bijlage VII bij deze verordening.
2. De lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied van de Unie en de overeenkomstige bijzondere voorschriften voor het verkeer ervan binnen het grondgebied van de Unie, als bedoeld in artikel 41, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031, is vastgesteld in bijlage VIII bij deze verordening.
Artikel 9
Lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvan het binnenbrengen in beschermde gebieden verboden is
De lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit derde landen of uit het grondgebied van de Unie waarvan het binnenbrengen in bepaalde beschermde gebieden verboden is, als bedoeld in artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031, is vastgesteld in bijlage IX bij deze verordening.
Artikel 10
Lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen die worden binnengebracht in of in het verkeer zijn binnen beschermde gebieden en overeenkomstige bijzondere voorschriften voor beschermde gebieden
De lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen, de respectieve beschermde gebieden en de overeenkomstige bijzondere voorschriften voor beschermde gebieden, als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031, zijn vastgesteld in bijlage X bij deze verordening.
Artikel 11
Lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen, alsmede de respectieve derde landen van oorsprong of verzending, waarvoor fytosanitaire certificaten vereist zijn
1. De lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen, en van de respectieve derde landen van oorsprong of van verzending, waarvoor een fytosanitair certificaat vereist is voor het binnenbrengen ervan op het grondgebied van de Unie, als bedoeld in artikel 72, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031, is vastgesteld in bijlage XI, deel A, bij deze verordening.
2. De lijst van planten waarop de uitzondering op het vereiste van een fytosanitair certificaat als bedoeld in artikel 73, tweede alinea, van Verordening (EU) 2016/2031 van toepassing is, is vastgesteld in deel C van bijlage XI bij deze verordening.
3. Alle planten, met uitzondering van de in de leden 1 en 2 bedoelde planten, mogen slechts in de Unie worden binnengebracht als zij vergezeld gaan van een fytosanitair certificaat overeenkomstig artikel 73, eerste alinea, van Verordening (EU) 2016/2031. De beschikbare GN-codes van die planten zijn opgenomen in bijlage XI, deel B, bij deze verordening.
Artikel 12
Lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor een fytosanitair certificaat vereist is voor het binnenbrengen ervan in een beschermd gebied vanuit bepaalde derde landen van oorsprong of verzending
De lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor een fytosanitair certificaat vereist is voor het binnenbrengen ervan in bepaalde beschermde gebieden vanuit bepaalde derde landen van oorsprong of verzending, als bedoeld in artikel 74, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031, is vastgesteld in bijlage XII bij deze verordening.
Artikel 13
Planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor een plantenpaspoort vereist is voor verkeer ervan binnen het grondgebied van de Unie
1. De lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor een plantenpaspoort vereist is voor het verkeer ervan binnen het grondgebied van de Unie, als bedoeld in artikel 79, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031, is vastgesteld in bijlage XIII bij deze verordening.
2. In afwijking van lid 1 is een plantenpaspoort niet vereist voor verkeer binnen de Unie van zaden die aan beide onderstaande voorwaarden voldoen:
a) |
zij zijn onderworpen aan de ontheffingen als bepaald in artikel 6, lid 3, en |
b) |
zij zijn niet onderworpen aan de bijzondere voorschriften van bijlage VIII of bijlage X. |
Artikel 14
Lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor een plantenpaspoort met de vermelding “ZP” vereist is voor het binnenbrengen in en het verkeer binnen bepaalde beschermde gebieden
De lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor een plantenpaspoort vereist is voor het binnenbrengen in of het verkeer ervan binnen bepaalde beschermde gebieden, als bedoeld in artikel 80, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031, is opgenomen in bijlage XIV bij deze verordening.
De in de eerste alinea bedoelde plantenpaspoorten worden voorzien van de vermelding “ZP”.
Artikel 15
Intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008
Verordening (EG) nr. 690/2008 wordt ingetrokken.
Artikel 16
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 wordt geschrapt. |
2) |
Bijlage II wordt geschrapt. |
Artikel 17
Overgangsbepalingen
Zaden en andere voor opplant bestemde planten die vóór 14 december 2019 op het grondgebied van de Unie worden binnengebracht, binnen het grondgebied van de Unie zijn verplaatst of zijn geproduceerd overeenkomstig de toepasselijke voorschriften van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 98/56/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG, 2002/57/EG, 2008/72/EG en 2008/90/EG betreffende de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen vóór die datum, mogen tot en met 14 december 2020 worden binnengebracht op of worden verplaatst binnen het grondgebied van de Unie indien zij aan die voorschriften voldoen. Met ingang van 14 december 2020 zijn de artikelen 5 en 6 van toepassing op alle voor opplant bestemde planten die onder deze verordening vallen.
Plantenpaspoorten die krachtens deze verordening zijn vereist voor het verkeer van zaden en andere voor opplant bestemde planten op het grondgebied van de Unie waarvoor de in lid 1 van dit artikel vastgestelde overgangsperiode geldt, zijn tot en met 14 december 2020 alleen verplicht te bevestigen dat zij voldoen aan de voorschriften betreffende EU-quarantaineorganismen, ZP-quarantaineorganismen of maatregelen die krachtens artikel 30 van Verordening (EU) 2016/2031 zijn vastgesteld.
Artikel 18
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 14 december 2019.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 november 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4.
(2) Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie van 4 juli 2008 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziekterisico’s bestaan (PB L 193 van 22.7.2008, blz. 1).
(4) Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298).
(5) Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309).
(6) Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).
(7) Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (PB L 226 van 13.8.1998, blz. 16).
(8) Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33).
(9) Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).
(10) Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).
(11) Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28).
(12) Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PB L 267 van 8.10.2008, blz. 8).
(13) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/478 van de Commissie van 16 maart 2017 tot vrijstelling van bepaalde lidstaten van de verplichting om voor bepaalde soorten de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 1999/105/EG, 2002/54/EG, 2002/55/EG en 2002/57/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van respectievelijk zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen, vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken, bosbouwkundig teeltmateriaal, bietenzaad, groentezaad en zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen toe te passen, en tot intrekking van Besluit 2010/680/EU van de Commissie (PB L 73 van 18.3.2017, blz. 29).
BIJLAGE I
Definities als bedoeld in artikel 2, lid 1
Voor de toepassing van deze verordening hebben de in deel A opgenomen termen die in de bijlagen bij deze verordening worden gebruikt, dezelfde betekenis als in de respectieve richtlijnen die in de tweede kolom van deel B zijn opgenomen.
DEEL A
Lijst van termen
— |
Prebasiszaad; |
— |
Basiszaad; |
— |
Gecertificeerd zaad; |
— |
Standaardzaad; |
— |
Wijnstokken; |
— |
Oorspronkelijk teeltmateriaal; |
— |
Basisteeltmateriaal; |
— |
Prebasismateriaal; |
— |
Basismateriaal; |
— |
Gecertificeerd materiaal; |
— |
Standaardmateriaal; |
— |
Teeltmateriaal van siergewassen; |
— |
Bosbouwkundig teeltmateriaal; |
— |
Teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen; |
— |
Teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt; |
— |
Kandidaat-prebasismoederplant; |
— |
Prebasismoederplant; |
— |
Basismoederplant; |
— |
Gecertificeerde moederplant; |
— |
CAC-materiaal („Conformitas Agraria Communitatis”); |
— |
Zaaizaad van groenvoedergewassen; |
— |
Zaaigranen; |
— |
Groentezaad; |
— |
Pootaardappelen; |
— |
Zaad van oliehoudende planten en vezelgewassen. |
DEEL B
Lijst van richtlijnen en bijlagen
|
|
||||
BIJLAGE IV, Deel A (Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende zaaizaad van groenvoedergewassen) BIJLAGE V, Deel A (Maatregelen betreffende zaaizaad van groenvoedergewassen) |
Richtlijn 66/401/EEG |
||||
BIJLAGE IV, Deel B (Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende zaaigranen) BIJLAGE V, Deel B (Maatregelen betreffende zaaigranen) |
Richtlijn 66/402/EEG |
||||
BIJLAGE IV, Deel C (Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal voor wijnstokken) |
Richtlijn 68/193/EEG |
||||
BIJLAGE IV, Deel D (Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal van siergewassen) BIJLAGE V, Deel C (Maatregelen betreffende siergewassen) |
Richtlijn 98/56/EG |
||||
BIJLAGE IV, Deel E (Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende bosbouwkundig teeltmateriaal, met uitzondering van zaden) BIJLAGE V, Deel D (Maatregelen betreffende bosbouwkundig teeltmateriaal, met uitzondering van zaden) |
Richtlijn 1999/105/EG |
||||
BIJLAGE IV, Deel F (Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende groentezaad) BIJLAGE V, Deel E (Maatregelen betreffende groentezaad) |
Richtlijn 2002/55/EG |
||||
BIJLAGE IV, Deel G (Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende pootaardappelen) BIJLAGE V, Deel F (Maatregelen betreffende pootaardappelen) |
Richtlijn 2002/56/EG |
||||
BIJLAGE IV, Deel H (Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen) BIJLAGE V, Deel G (Maatregelen betreffende zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen) |
Richtlijn 2002/57/EG |
||||
BIJLAGE IV, Deel I Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen BIJLAGE V, Deel H (Maatregelen betreffende teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen) |
Richtlijn 2008/72/EG |
||||
BIJLAGE IV, Deel J (Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt) |
Richtlijn 2008/90/EG |
||||
BIJLAGE XIII, punt 4 Zaaigranen |
Richtlijn 66/402/EEG |
||||
BIJLAGE XIII, punt 5 Groentezaad |
Richtlijn 2002/55/EG |
||||
BIJLAGE XIII, punt 6 Zaad van oliehoudende planten en vezelgewassen |
Richtlijn 2002/57/EG |
BIJLAGE II
Lijst van EU-quarantaineorganismen en hun respectieve codes
INHOUDSOPGAVE
Deel A: Plaagorganismen die voor zover bekend niet op het grondgebied van de Unie voorkomen
A. |
Bacteriën |
B. |
Schimmels en oömyceten |
C. |
Insecten en mijten |
D. |
Nematoden |
E. |
Parasitaire planten |
F. |
Virussen, viroïden en fytoplasma’s |
Deel B: Plaagorganismen waarvan bekend is dat zij op het grondgebied van de Unie voorkomen
A. |
Bacteriën |
B. |
Schimmels en oömyceten |
C. |
Insecten en mijten |
D. |
Weekdieren |
E. |
Nematoden |
F. |
Virussen, viroïden en fytoplasma’s |
DEEL A
PLAAGORGANISMEN DIE VOOR ZOVER BEKEND NIET OP HET GRONDGEBIED VAN DE UNIE VOORKOMEN
|
Quarantaineorganismen en de daaraan door de EPPO toegewezen codes |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A. Bacteriën |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. |
Candidatus Liberibacter africanus [LIBEAF] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. |
Candidatus Liberibacter americanus [LIBEAM] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. |
Candidatus Liberibacter asiaticus [LIBEAS] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. |
Curtobacterium flaccumfaciens pv. flaccumfaciens (Hedges) Collins & Jones [CORBFL] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. |
Pantoea stewartii subsp. stewartii (Smith) Mergaert, Verdonck & Kersters [ERWIST] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. |
Ralstonia pseudosolanacearum Safni et al. [RALSPS] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. |
Ralstonia syzygii subsp. celebesensis Safni et al. [RALSSC] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. |
Ralstonia syzygii subsp. indonesiensis Safni et al.[RALSSI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. |
Xanthomonas oryzae pv. oryzae (Ishiyama) Swings et al. [XANTOR] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. |
Xanthomonas oryzae pv. oryzicola (Fang et al.) Swings et al. [XANTTO] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. |
Xanthomonas citri pv. aurantifolii (Schaad et al.) Constantin et al. [XANTAU] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12. |
Xanthomonas citri pv. citri (Hasse) Constantin et al. [XANTCI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B. Schimmels en oömyceten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. |
Anisogramma anomala (Peck) E. Müller [CRSPAN] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. |
Apiosporina morbosa (Schwein.) Arx [DIBOMO] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. |
Atropellis spp. [1ATRPG] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. |
Botryosphaeria kuwatsukai (Hara) G.Y. Sun & E. Tanaka [PHYOPI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. |
Bretziella fagacearum (Bretz) Z.W de Beer, T.A. Duong & M.J. Wingfield, comb. nov. [CERAFA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. |
Chrysomyxa arctostaphyli Dietel [CHMYAR] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. |
Cronartium spp. [1CRONG], met uitzondering van Cronartium gentianeum, Cronartium pini (Willdenow) Jørstad [ENDCPI] en Cronartium ribicola Fischer [CRONRI]. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. |
Davidsoniella virescens (R.W. Davidson) Z.W. de Beer, T.A. Duong & M.J. Wingfield [CERAVI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. |
Elsinoë australis Bitanc. & Jenkins [ELSIAU] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. |
Elsinoë citricola X.L. Fan, R.W. Barreto & Crous [ELSICI ] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. |
Elsinoë fawcettii Bitanc. & Jenkins [ELSIFA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12. |
Fusarium oxysporum f. sp. albedinis (Kill. & Maire) W.L. Gordon [FUSAAL] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13. |
Guignardia laricina (Sawada) W. Yamam & Kaz. Itô [GUIGLA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14. |
Gymnosporangium spp. [1GYMNG], met uitzondering van: Gymnosporangium amelanchieris E. Fisch. ex F. Kern, Gymnosporangium atlanticum Guyot & Malenc ßon, Gymnosporangium clavariiforme (Wulfen) DC [GYMNCF], Gymnosporangium confusum Plowr. [GYMNCO], Gymnosporangium cornutum Arthur ex F. Kern [GYMNCR], Gymnosporangium fusisporum E. Fisch., Gymnosporangium gaeumannii H. Zogg, Gymnosporangium gracile Pat., Gymnosporangium minus Crowell, Gymnosporangium orientale P. Syd. & Syd., Gymnosporangium sabinae (Dicks.) G. Winter [GYMNFU], Gymnosporangium torminali-juniperini E. Fisch., Gymnosporangium tremelloides R. Hartig [GYMNTR] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15. |
Coniferiporia sulphurascens (Pilát) L.W. Zhou & Y.C. Dai [PHELSU] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16. |
Coniferiporia weirii (Murrill) L.W. Zhou & Y.C. Dai [INONWE] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17. |
Melampsora farlowii (Arthur) Davis [MELMFA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18. |
Melampsora medusae f. sp. tremuloidis Shain [MELMMT] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19. |
Mycodiella laricis-leptolepidis (Kaz. Itô, K. Satô & M. Ota) Crous [MYCOLL] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20. |
Phoma andina Turkensteen [PHOMAN] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21. |
Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa [GUIGCI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22. |
Phyllosticta solitaria Ellis & Everhart [PHYSSL] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
23. |
Phymatotrichopsis omnivora (Duggar) Hennebert [PHMPOM] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
24. |
Phytophthora ramorum (niet-EU-isolaten) Werres, De Cock & Man in ’t Veld [PHYTRA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25. |
Pseudocercospora angolensis (T. Carvalho & O. Mendes) Crous & U. Braun [CERCAN] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
26. |
Pseudocercospora pini-densiflorae (Hori & Nambu) Deighton [CERSPD] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
27. |
Puccinia pittieriana Hennings [PUCCPT] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
28. |
Septoria malagutii E.T. Cline [SEPTLM] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29. |
Sphaerulina musiva (Peck) Quaedvl, Verkley & Crous. [MYCOPP] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
30. |
Stegophora ulmea (Fr.) Syd. & P. Syd [GNOMUL] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
31. |
Thecaphora solani Thirumulachar & O’Brien) Mordue [THPHSO] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
32. |
Tilletia indica Mitra [NEOVIN] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33. |
Venturia nashicola S. Tanaka & S. Yamamoto [VENTNA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C. Insecten en mijten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. |
Acleris spp. (niet-Europese)[1ACLRG] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. |
Acrobasis pyrivorella (Matsumura) [NUMOPI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. |
Agrilus anxius Gory [AGRLAX] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. |
Agrilus planipennis Fairmaire [AGRLPL] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. |
Aleurocanthus citriperdus Quaintance & Baker [ALECCT] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. |
Aleurocanthus woglumi Ashby [ALECWO] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. |
Amauromyza maculosa (Malloch) [AMAZMA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. |
Anomala orientalis Waterhouse [ANMLOR] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. |
Anoplophora glabripennis (Motschulsky) [ANOLGL] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. |
Anthonomus bisignifer Schenkling [ANTHBI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. |
Anthonomus eugenii Cano [ANTHEU] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12. |
Anthonomus grandis (Boh.) [ANTHGR] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13. |
Anthonomus quadrigibbus Say [TACYQU] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14. |
Anthonomus signatus Say [ANTHSI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15. |
Arrhenodes minutus Drury [ARRHMI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16. |
Aschistonyx eppoi Inouye [ASCXEP] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17. |
Bactericera cockerelli (Sulc.) [PARZCO] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18. |
Bemisia tabaci (niet-Europese populaties), bekend als vector van virussen [BEMITA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19. |
Carposina sasakii Matsumara [CARSSA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20. |
Choristoneura spp. (niet-Europese) [1CHONG] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21. |
Cicadellidae (niet Europese) [1CICDF], bekend als vector van Xylella fastidiosa, zoals:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22. |
Conotrachelus nenuphar (Herbst) [CONHNE] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
23. |
Dendrolimus sibiricus Chetverikov [DENDSI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
24. |
Diabrotica barberi Smith & Lawrence [DIABLO] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25. |
Diabrotica undecimpunctata howardi Barber [DIABUH] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
26. |
Diabrotica undecimpunctata undecimpunctata Mannerheim [DIABUN] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
27. |
Diabrotica virgifera zeae Krysan & Smith [DIABVZ] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
28. |
Diaphorina citri Kuwayana [DIAACI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29. |
Eotetranychus lewisi (McGregor) [EOTELE] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
30. |
Grapholita inopinata (Heinrich) [CYDIIN] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
31. |
Grapholita packardi Zeller [LASPPA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
32. |
Grapholita prunivora (Walsh) [LASPPR] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33. |
Heliothis zea (Boddie) [HELIZE] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
34. |
Hishimonus phycitis (Distant) [HISHPH] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35. |
Keiferia lycopersicella (Walsingham) [GNORLY] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
36. |
Lopholeucaspis japonica Cockerell [LOPLJA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
37. |
Liriomyza sativae Blanchard [LIRISA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
38. |
Listronotus bonariensis (Kuschel) [HYROBO] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
39. |
Margarodes, niet-Europese soorten [1MARGG], zoals:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
40. |
Monochamus spp. (niet-Europese populaties) [1MONCG] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
41. |
Myndus crudus van Duzee [MYNDCR] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
42. |
Naupactus leucoloma Boheman [GRAGLE] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
43. |
Neoleucinodes elegantalis (Guenée) [NEOLEL] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
44. |
Oemona hirta (Fabricius) [OEMOHI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45. |
Oligonychus perditus Pritchard & Baker [OLIGPD] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
46. |
Pissodes cibriani O’Brien |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
47. |
Pissodes fasciatus Leconte [PISOFA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48. |
Pissodes nemorensis Germar [PISONE] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
49. |
Pissodes nitidus Roelofs [PISONI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
50. |
Pissodes punctatus Langor & Zhang [PISOPU] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
51. |
Pissodes strobi (Peck) [PISOST] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
52. |
Pissodes terminalis Hopping [PISOTE] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
53. |
Pissodes yunnanensis Langor & Zhang [PISOYU] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
54. |
Pissodes zitacuarense Sleeper |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55. |
Polygraphus proximus Blandford [POLGPR] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
56. |
Premnotrypes spp. (niet-Europese) [1PREMG] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
57. |
Pseudopityophthorus minutissimus (Zimmermann) [PSDPMI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
58. |
Pseudopityophthorus pruinosus (Eichhoff) [PSDPPR] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
59. |
Rhizoecus hibisci Kawai & Takagi [RHIOHI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
60. |
Rhynchophorus palmarum (L.) [RHYCPA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
61. |
Saperda candida Fabricius [SAPECN] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
62. |
Scirtothrips aurantii Faure [SCITAU] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
63. |
Scirtothrips citri (Moulton) [SCITCI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
64. |
Scirtothrips dorsalis Hood [SCITDO] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
65. |
Scolytidae spp. (niet-Europese) [1SCOLF] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
66. |
Spodoptera eridania (Cramer) [PRODER] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
67. |
Spodoptera frugiperda (Smith) [LAPHFR] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
68. |
Spodoptera litura (Fabricus) [PRODLI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
69. |
Tecia solanivora (Povolný) [TECASO] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
70. |
Tephritidae (niet-Europese) [1TEPHF], zoals:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
71. |
Thaumatotibia leucotreta (Meyrick) [ARGPLE] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
72. |
Thrips palmi Karny [THRIPL] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
73. |
Unaspis citri (Comstock) [UNASCI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D. Nematoden |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. |
Hirschmanniella spp. Luc & Goodey [1HIRSG], met uitzondering van: Hirschmanniella behningi (Micoletzky) Luc & Goodey [HIRSBE], Hirschmanniella gracilis (de Man) Luc & Goodey [HIRSGR], Hirschmanniella halophila Sturhan & Hall, Hirschmanniella loofi Sher [HIRSLO] and Hirschmanniella zostericola (Allgén) Luc & Goodey [HIRSZO] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. |
Longidorus diadecturus Eveleigh & Allen [LONGDI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. |
Nacobbus aberrans (Thorne) Thorne & Allen [NACOBA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. |
Xiphinema americanum Cobb sensu stricto [XIPHAA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. |
Xiphinema bricolense Ebsary, Vrain & Graham [XIPHBC] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. |
Xiphinema californicum Lamberti & Bleve-Zacheo [XIPHCA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. |
Xiphinema inaequale Khan & Ahmad [XIPHNA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. |
Xiphinema intermedium Lamberti & Bleve-Zacheo |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. |
Xiphinema rivesi (niet-EU-populaties) Dalmasso [XIPHRI] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. |
Xiphinema tarjanense Lamberti & Bleve-Zacheo [XIPHTA] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
E. Parasitaire planten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. |
Arceuthobium spp. [1AREG], met uitzondering van: Arceuthobium azoricum Wiens & Hawksworth [AREAZ], Arceuthobium gambyi Fridl en Arceuthobium oxycedri DC. M. Bieb. [AREOX] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
F. Virussen, viroïden en fytoplasma’s |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. |
Beet curly top virus [BCTV00] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. |
Black raspberry latent virus [TSVBL0] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. |
Coconut cadang-cadang viroid [CCCVD0] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. |
Chrysantenstengelnecrosevirus [CSNV00] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. |
Citrus tristeza virus (niet-EU-isolaten) [CTV000] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. |
Citrus leprosis viruses [CILV00]:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. |
Palm lethal yellowing phytoplasmas [PHYP56] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. |
Aardappelvirussen, -viroïden en -fytoplasma’s, zoals:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. |
Satsuma dwarf virus [SDV000] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. |
Tobacco ringspot virus [TRSV00] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. |
Tomato ringspot virus [TORSV0] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12. |
Virussen, viroïden en fytoplasma’s van Cydonia Mill., Fragaria L., Malus Mill., Prunus L., Pyrus L., Ribes L., Rubus L. en Vitis L., zoals:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13. |
Begomovirussen, met uitzondering van: Abutilon mosaic virus [ABMV00], Sweet potato leaf curl virus [SPLCV0], Tomato leaf curl New Delhi Virus [TOLCND], Tomato yellow leaf curl virus [TYLCV0], Tomato yellow leaf curl Sardinia virus [TYLCSV], Tomato yellow leaf curl Malaga virus [TYLCMA], Tomato yellow leaf curl Axarquia virus [TYLCAX] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14. |
Cowpea mild mottle virus [CPMMV0] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15. |
Lettuce infectious yellows virus [LIYV00] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16. |
Melon yellowing-associated virus [MYAV00] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17. |
Squash vein yellowing virus [SQVYVX] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18. |
Sweet potato chlorotic stunt virus [SPCSV0] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19. |
Sweet potato mild mottle virus [SPMMV0] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20. |
Tomato chocolate virus [TOCHV0] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21. |
Tomato marchitez virus [TOANV0] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22. |
Tomato mild mottle virus [TOMMOV] |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
23. |
Witches’ broom disease of lime phytoplasma [PHYPAF] |
DEEL B
PLAAGORGANISMEN WAARVAN BEKEND IS DAT ZIJ OP HET GRONDGEBIED VAN DE UNIE VOORKOMEN
|
Quarantaineorganismen en de daaraan door de EPPO toegewezen codes |
A. Bacteriën |
|
1. |
Clavibacter sepedonicus (Spieckermann & Kottho) Nouioui et al. [CORBSE] |
2. |
Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. emend. Safni et al. [RALSSL] |
3. |
Xylella fastidiosa (Wells et al.) [XYLEFA] |
B. Schimmels en oömyceten |
|
1. |
Ceratocystis platani (J. M. Walter) Engelbr. & T. C. Harr [CERAFP] |
2. |
Fusarium circinatum Nirenberg & O’Donnell [GIBBCI] |
3. |
Geosmithia morbida Kolarík, Freeland, Utley & Tisserat [GEOHMO] |
4. |
Synchytrium endobioticum (Schilb.) Percival [SYNCEN] |
C. Insecten en mijten |
|
1. |
Aleurocanthus spiniferus (Quaintance) [ALECSN] |
2. |
Anoplophora chinensis (Thomson) [ANOLCN] |
3. |
Aromia bungii (Faldermann) [AROMBU] |
4. |
Pityophthorus juglandis Blackman [PITOJU] |
5. |
Popillia japonica Newman [POPIJA] |
6. |
Toxoptera citricida (Kirkaldy) [TOXOCI] |
7. |
Trioza erytreae Del Guercio [TRIZER] |
D. Weekdieren |
|
1. |
Pomacea (Perry) [1POMAG] |
E. Nematoden |
|
1. |
Bursaphelenchus xylophilus (Steiner & Bührer) Nickle et al. [BURSXY] |
2. |
Globodera pallida (Stone) Behrens [HETDPA] |
3. |
Globodera rostochiensis (Wollenweber) Behrens [HETDRO] |
4. |
Meloidogyne chitwoodi Golden et al. [MELGCH] |
5. |
Meloidogyne fallax Karssen [MELGFA] |
F. Virussen, viroïden en fytoplasma’s |
|
1. |
Grapevine flavescence dorée phytoplasma [PHYP64] |
2. |
Tomato leaf curl New Delhi virus [TOLCND] |
BIJLAGE III
Lijst van beschermde gebieden en de respectieve ZP-quarantaineorganismen, en hun respectieve codes
De in de derde kolom van de onderstaande tabel opgenomen beschermde gebieden omvatten:
a) |
hetzij het hele grondgebied van de in de lijst opgenomen lidstaat; |
b) |
hetzij het grondgebied van de lidstaat dat is opgenomen in de lijst van uitzonderingen die tussen haakjes worden vermeld; |
c) |
hetzij alleen het deel van het grondgebied van de lidstaat dat tussen haakjes wordt vermeld. |
ZP-quarantaineorganismen |
EPPO-code |
Beschermde gebieden |
|||||||||||||||||||||||||
a) Bacteriën |
|||||||||||||||||||||||||||
1. |
Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. |
ERWIAM |
|
||||||||||||||||||||||||
2. |
Xanthomonas arboricola pv.pruni (Smith) Vauterin et al. |
XANTPR |
tot en met donderdag 30 april 2020: Verenigd Koninkrijk |
||||||||||||||||||||||||
b) Schimmels en oömyceten |
|||||||||||||||||||||||||||
1. |
Colletotrichum gossypii Southw |
GLOMGO |
Griekenland |
||||||||||||||||||||||||
2. |
Cryphonectria parasitica (Murrill) Barr. |
ENDOPA |
|
||||||||||||||||||||||||
3. |
Entoleuca mammata (Wahlenb.) Rogers & Ju |
HYPOMA |
|
||||||||||||||||||||||||
4. |
Gremmeniella abietina (Lagerberg) Morelet |
GREMAB |
Ierland |
||||||||||||||||||||||||
5. |
Phytophthora ramorum Werres, De Cock & Man in ’t Veld (EU-isolaten) |
PHYTRA |
tot en met zondag 30 april 2023: Frankrijk (met uitzondering van het departement Finistère (Bretagne)) |
||||||||||||||||||||||||
c) Insecten en mijten |
|||||||||||||||||||||||||||
1. |
Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties) |
BEMITA |
|
||||||||||||||||||||||||
2. |
Cephalcia lariciphila Wachtl |
CEPCAL |
|
||||||||||||||||||||||||
3. |
Dendroctonus micans Kugelan |
DENCMI |
|
||||||||||||||||||||||||
4. |
Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu |
DRYCKU |
|
||||||||||||||||||||||||
5. |
Gilpinia hercyniae Hartig |
GILPPO |
|
||||||||||||||||||||||||
6. |
Gonipterus scutellatus Gyllenhal |
GONPSC |
|
||||||||||||||||||||||||
7. |
Ips amitinus Eichhoff |
IPSXAM |
|
||||||||||||||||||||||||
8. |
Ips cembrae Heer |
IPSXCE |
|
||||||||||||||||||||||||
9. |
Ips duplicatus Sahlberg |
IPSXDU |
|
||||||||||||||||||||||||
10. |
Ips sexdentatus Bőrner |
IPSXSE |
|
||||||||||||||||||||||||
11. |
Ips typographus Heer |
IPSXTY |
|
||||||||||||||||||||||||
12. |
Leptinotarsa decemlineata Say |
LPTNDE |
|
||||||||||||||||||||||||
13. |
Liriomyza bryoniae (Kaltenbach) |
LIRIBO |
|
||||||||||||||||||||||||
14. |
Liriomyza huidobrensis (Blanchard) |
LIRIHU |
|
||||||||||||||||||||||||
15. |
Liriomyza trifolii (Burgess) |
LIRITR |
|
||||||||||||||||||||||||
16. |
Paysandisia archon (Burmeister) |
PAYSAR |
|
||||||||||||||||||||||||
17. |
Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) |
RHYCFE |
|
||||||||||||||||||||||||
18. |
Sternochetus mangiferae Fabricius |
CRYPMA |
|
||||||||||||||||||||||||
19. |
Thaumetopoea pityocampa Denis & Schiffermüller |
THAUPI |
Verenigd Koninkrijk |
||||||||||||||||||||||||
20. |
Thaumetopoea processionea L. |
THAUPR |
|
||||||||||||||||||||||||
21. |
Viteus vitifoliae (Fitch) |
VITEVI |
Cyprus |
||||||||||||||||||||||||
d) Virussen, viroïden en fytoplasma’s |
|||||||||||||||||||||||||||
1. |
Beet necrotic yellow vein virus |
BNYVV0 |
|
||||||||||||||||||||||||
2. |
Candidatus Phytoplasma ulmi |
PHYPUL |
Verenigd Koninkrijk |
||||||||||||||||||||||||
3. |
Citrus tristeza virus (EU-isolaten) |
CTV000 |
Malta |
BIJLAGE IV
Lijst van door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen en specifieke voor opplant bestemde planten, met categorieën en drempelwaarden, als bedoeld in artikel 5
INHOUDSOPGAVE
Deel A: |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende zaaizaad van groenvoedergewassen |
Deel B: |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende zaaigranen |
Deel C: |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal voor wijnstokken |
Deel D: |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal van siergewassen en andere voor opplant bestemde planten voor sierdoeleinden |
Deel E: |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende bosbouwkundig teeltmateriaal, met uitzondering van zaden |
Deel F: |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende groentezaad |
Deel G: |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende pootaardappelen |
Deel H: |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen |
Deel I: |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad |
Deel J: |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt |
Deel K: |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende zaden van Solanum tuberosum |
Deel L: |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende voor opplant bestemde planten van Humulus lupulus, met uitzondering van zaden |
DEEL A
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende zaaizaad van groenvoedergewassen
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarden voor prebasiszaad |
Drempelwaarden voor basiszaad |
Drempelwaarden voor gecertificeerd zaad |
Clavibacter michiganensis ssp. insidiosus (McCulloch 1925) Davis et al. [CORBIN] |
Medicago sativa L. |
0 % |
0 % |
0 % |
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev [DITYDI] |
Medicago sativa L. |
0 % |
0 % |
0 % |
DEEL B
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende zaaigranen
Nematoden |
||||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarden voor prebasiszaad |
Drempelwaarden voor basiszaad |
Drempelwaarden voor gecertificeerd zaad |
Aphelenchoides besseyi Christie [APLOBE] |
Oryza sativa L. |
0 % |
0 % |
0 % |
Schimmels |
||||
Gibberella fujikuroi Sawada [GIBBFU] |
Oryza sativa L. |
Nagenoeg vrij |
Nagenoeg vrij |
Nagenoeg vrij |
DEEL C
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal voor wijnstokken
Bacteriën |
|||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor oorspronkelijk teeltmateriaal, basisteeltmateriaal, gecertificeerd materiaal |
Drempelwaarde voor standaardmateriaal |
Xylophilus ampelinus Willems et al. [XANTAM] |
Vitis L. |
0 % |
0 % |
Insecten en mijten |
|||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor oorspronkelijk teeltmateriaal, basisteeltmateriaal, gecertificeerd materiaal |
Drempelwaarde voor standaardmateriaal |
Viteus vitifoliae Fitch [VITEVI] |
Niet-geënte Vitis vinifera L. |
0 % |
0 % |
Viteus vitifoliae Fitch [VITEVI] |
Vitis L. met uitzondering van niet-geënte Vitis vinifera L. |
Nagenoeg vrij |
Nagenoeg vrij |
Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma’s |
|||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor oorspronkelijk teeltmateriaal, basisteeltmateriaal, gecertificeerd materiaal |
Drempelwaarde voor standaardmateriaal |
Arabis mosaic virus [ARMV00] |
Vitis L. |
0 % |
0 % |
Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO] |
Vitis L. |
0 % |
0 % |
Grapevine fanleaf virus [GFLV00] |
Vitis L. |
0 % |
0 % |
Grapevine fleck virus [GFKV00] |
Onderstammen van Vitis spp. en hybriden daarvan, met uitzondering van Vitis vinifera L. |
0 % voor oorspronkelijk teeltmateriaal N.v.t. voor basisteeltmateriaal en gecertificeerd materiaal |
Niet van toepassing |
Grapevine leafroll associated virus 1 [GLRAV1] |
Vitis L. |
0 % |
0 % |
Grapevine leafroll associated virus 3 [GLRAV3] |
Vitis L. |
0 % |
0 % |
DEEL D
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal van siergewassen en andere voor opplant bestemde planten voor sierdoeleinden
Bacteriën |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het teeltmateriaal van desbetreffende siergewassen en andere voor opplant bestemde planten voor sierdoeleinden |
Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. [ERWIAM] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Amelanchier Medik., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Medik., Crataegus Tourn. ex L., Cydonia Mill., Eriobtrya Lindl., Malus Mill., Mespilus Bosc ex Spach, Photinia davidiana Decne., Pyracantha M. Roem., Pyrus L., Sorbus L. |
0 % |
Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie [PSDMPE] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindl. |
0 % |
Spiroplasma citri Saglio et al. [SPIRCI] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden daarvan |
0 % |
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Prunus L. |
0 % |
Xanthomonas euvesicatoria Jones et al. [XANTEU] |
Capsicum annuum L. |
0 % |
Xanthomonas gardneri (ex Šutič) Jones et al. [XANTGA] |
Capsicum annuum L. |
0 % |
Xanthomonas perforans Jones et al. [XANTPF] |
Capsicum annuum L. |
0 % |
Xanthomonas vesicatoria (ex Doidge) Vauterin et al. [XANTVE] |
Capsicum annuum L. |
0 % |
Schimmels en oömyceten |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het teeltmateriaal van desbetreffende siergewassen en andere voor opplant bestemde planten voor sierdoeleinden |
Cryphonectria parasitica (Murrill) Barr [ENDOPA] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Castanea L. |
0 % |
Dothistroma pini Hulbary [DOTSPI] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Pinus L. |
0 % |
Dothistroma septosporum (Dorogin) Morelet [SCIRPI] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Pinus L. |
0 % |
Lecanosticta acicola (von Thümen) Sydow [SCIRAC] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Pinus L. |
0 % |
Plasmopara halstedii (Farlow) Berlese & de Toni [PLASHA] |
Zaden Helianthus annuus L. |
0 % |
Plenodomus tracheiphilus (Petri) Gruyter, Aveskamp & Verkley [DEUTTR] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden daarvan |
0 % |
Puccinia horiana P. Hennings [PUCCHN] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Chrysanthemum L. |
0 % |
Insecten en mijten |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het teeltmateriaal van desbetreffende siergewassen en andere voor opplant bestemde planten voor sierdoeleinden |
Aculops fuchsiae Keifer [ACUPFU] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Fuchsia L. |
0 % |
Opogona sacchari Bojer [OPOGSC] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Beaucarnea Lem., Bougainvillea Comm. ex Juss., Crassula L., Crinum L., Dracaena Vand. ex L., Ficus L., Musa L., Pachira Aubl., Palmae, Sansevieria Thunb., Yucca L. |
0 % |
Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) [RHYCFE] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Palmae, wat de volgende geslachten en soorten betreft: Areca catechu L., Arenga pinnata (Wurmb) Merr., Bismarckia Hildebr. & H. Wendl., Borassus flabellifer L., Brahea armata S. Watson, Brahea edulis H.Wendl., Butia capitata (Mart.) Becc., Calamus merrillii Becc., Caryota maxima Blume, Caryota cumingii Lodd. ex Mart., Chamaerops humilis L., Cocos nucifera L., Corypha utan Lam., Copernicia Mart., Elaeis guineensis Jacq., Howea forsteriana Becc., Jubaea chilensis (Molina) Baill., Livistona australis C. Martius, Livistona decora (W. Bull) Dowe, Livistona rotundifolia (Lam.) Mart., Metroxylon sagu Rottb., Phoenix canariensis Chabaud, Phoenix dactylifera L., Phoenix reclinata Jacq., Phoenix roebelenii O'Brien, Phoenix sylvestris (L.) Roxb., Phoenix theophrasti Greuter, Pritchardia Seem. & H. Wendl., Ravenea rivularis Jum. & H. Perrier, Roystonea regia (Kunth) O.F. Cook, Sabal palmetto (Walter) Lodd. ex Schult. & Schult.f., Syagrus romanzoffiana (Cham.) Glassman, Trachycarpus fortunei (Hook.) H. Wendl., Washingtonia H. Wendl. |
0 % |
Nematoden |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het teeltmateriaal van desbetreffende siergewassen en andere voor opplant bestemde planten voor sierdoeleinden |
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev [DITYDI] |
Allium L. |
0 % |
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev [DITYDI] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Camassia Lindl., Chionodoxa Boiss., Crocus flavus Weston, Galanthus L., Hyacinthus Tourn. ex L, Hymenocallis Salisb., Muscari Mill., Narcissus L., Ornithogalum L., Puschkinia Adams, Scilla L., Sternbergia Waldst. & Kit., Tulipa L. |
0 % |
Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma’s |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het teeltmateriaal van desbetreffende siergewassen en andere voor opplant bestemde planten voor sierdoeleinden |
Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider [PHYPMA] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Malus Mill. |
0 % |
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Prunus L. |
0 % |
Candidatus Phytoplasma pyri Seemüller & Schneider [PHYPPY] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Pyrus L. |
0 % |
Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Lavandula L. |
0 % |
Chrysanthemum stunt viroid [CSVD00] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Argyranthemum Webb ex Sch.Bip., Chrysanthemum L., |
0 % |
Citrus exocortis viroid [CEVD00] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Citrus L. |
0 % |
Citrus tristeza virus [CTV000] (EU-isolaten) |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf., en hybriden daarvan |
0 % |
Impatiens necrotic spot tospovirus [INSV00] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Begonia x hiemalis Fotsch, Nieuw Guinea-hybriden van Impatiens L. |
0 % |
Potato spindle tuber viroid [PSTVD0] |
Capsicum annuum L., |
0 % |
Plum pox virus [PPV000] |
Planten van de volgende soorten van Prunus L., bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden: Prunus armeniaca L., Prunus blireiana Andre, Prunus brigantina Vill., Prunus cerasifera Ehrh., Prunus cistena Hansen, Prunus curdica Fenzl & Fritsch., Prunus domestica ssp. domestica L., Prunus domestica ssp. insititia (L.) C.K. Schneid, Prunus domestica ssp. italica (Borkh.) Hegi., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus glandulosa Thunb., Prunus holosericea Batal., Prunus hortulana Bailey, Prunus japonica Thunb., Prunus mandshurica (Maxim.) Koehne, Prunus maritima Marsh., Prunus mume Sieb. & Zucc., Prunus nigra Ait., Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina L., Prunus sibirica L., Prunus simonii Carr., Prunus spinosa L., Prunus tomentosa Thunb., Prunus triloba Lindl., andere soorten van Prunus L. die vatbaar zijn voor Plum pox virus |
0 % |
Tomato spotted wilt tospovirus [TSWV00] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Begonia x hiemalis Fotsch, Capsicum annuum L., Chrysanthemum L., Gerbera L., Nieuw Guinea-hybriden van Impatiens, Pelargonium L. |
0 % |
DEEL E
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende bosbouwkundig teeltmateriaal, met uitzondering van zaden
Schimmels en oömyceten |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het desbetreffende bosbouwkundig teeltmateriaal |
Cryphonectria parasitica (Murrill) Barr [ENDOPA] |
Castanea sativa Mill. |
0 % |
Dothistroma pini Hulbary [DOTSPI] |
Pinus L. |
0 % |
Dothistroma septosporum (Dorogin) Morelet [SCIRPI] |
Pinus L. |
0 % |
Lecanosticta acicola (von Thümen) Sydow [SCIRAC] |
Pinus L. |
0 % |
DEEL F
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende groentezaad
Bacteriën |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het desbetreffende groentezaad |
Clavibacter michiganensis ssp. michiganensis (Smith) Davis et al. [CORBMI] |
Solanum lycopersicum L. |
0 % |
Xanthomonas axonopodis pv. phaseoli (Smith) Vauterin et al. [XANTPH] |
Phaseolus vulgaris L. |
0 % |
Xanthomonas fuscans subsp. fuscans Schaad et al. [XANTFF] |
Phaseolus vulgaris L. |
0 % |
Xanthomonas euvesicatoria Jones et al. [XANTEU] |
Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. |
0 % |
Xanthomonas gardneri (ex Šutič 1957) Jones et al [XANTGA] |
Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. |
0 % |
Xanthomonas perforans Jones et al. [XANTPF] |
Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. |
0 % |
Xanthomonas vesicatoria (ex Doidge) Vauterin et al. [XANTVE] |
Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. |
0 % |
Insecten en mijten |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het desbetreffende groentezaad |
Acanthoscelides obtectus (Say) [ACANOB] |
Phaseolus coccineus L., Phaseolus vulgaris L. |
0 % |
Bruchus pisorum (Linnaeus ) [BRCHPI] |
Pisum sativum L., |
0 % |
Bruchus rufimanus Boheman [BRCHRU] |
Vicia faba L |
0 % |
Nematoden |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het desbetreffende groentezaad |
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev [DITYDI] |
Allium cepa L., Allium porrum L |
0 % |
Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma’s |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het desbetreffende groentezaad |
Pepino mosaic virus [PEPMV0] |
Solanum lycopersicum L. |
0 % |
Potato spindle tuber viroid [PSTVD0] |
Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. |
0 % |
DEEL G
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende pootaardappelen
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor de directe nateelt van prebasispootgoed van aardappelen |
Drempelwaarde voor de directe nateelt van basispootgoed van aardappelen |
Drempelwaarde voor de directe nateelt van gecertificeerd pootgoed van aardappelen |
|
PBTC |
PB |
||||
Symptomen van virusinfectie |
Solanum tuberosum L. |
0 % |
0,5 % |
4,0 % |
10,0 % |
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor de voor opplant bestemde planten van prebasispootgoed van aardappelen |
Drempelwaarde voor de voor opplant bestemde planten van basispootgoed van aardappelen |
Drempelwaarde voor de voor opplant bestemde planten van gecertificeerd pootgoed van aardappelen |
|
PBTC |
PB |
||||
Zwartbenigheid (Dickeya Samson et al. spp. [1DICKG]; Pectobacterium Waldee emend. Hauben et al. spp. [1PECBG]) |
Solanum tuberosum L. |
0 % |
Nagenoeg vrij |
Nagenoeg vrij |
Nagenoeg vrij |
Candidatus Liberibacter solanacearum Liefting et al. [LIBEPS] |
Solanum tuberosum L. |
0 % |
0 % |
0 % |
0 % |
Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO] |
Solanum tuberosum L. |
0 % |
0 % |
0 % |
0 % |
Ditylenchus destructor Thorne [DITYDE] |
Solanum tuberosum L. |
0 % |
0 % |
0 % |
0 % |
Lakschurft, veroorzaakt door Thanatephorus cucumeris (A.B. Frank) Donk [RHIZSO] |
Solanum tuberosum L |
0 % |
1,0 % die knollen voor meer dan 10 % bedekt |
5,0 % die knollen voor meer dan 10 % bedekt |
5,0 % die knollen voor meer dan 10 % bedekt |
Poederschurft, veroorzaakt door Spongospora subterranea (Wallr.) Lagerh. [SPONSU] |
Solanum tuberosum L |
0 % |
1,0 % die knollen voor meer dan 10 % bedekt |
3,0 % die knollen voor meer dan 10 % bedekt |
3,0 % die knollen voor meer dan 10 % bedekt |
Door virussen veroorzaakte mozaïeksymptomen en symptomen veroorzaakt door bladrolvirus [PLRV00] |
Solanum tuberosum L. |
0 % |
0,1 % |
0,8 % |
6,0 % |
Potato spindle tuber viroid [PSTVD0] |
Solanum tuberosum L. |
0 % |
0 % |
0 % |
0 % |
DEEL H
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen
Schimmels en oömyceten |
||||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarden voor prebasiszaad |
Drempelwaarden voor basiszaad |
Drempelwaarden voor gecertificeerd zaad |
Alternaria linicola Groves & Skolko [ALTELI] |
Linum usitatissimum L. |
5 % 5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp. |
5 % 5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp. |
5 % 5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp. |
Boeremia exigua var. linicola (Naumov & Vassiljevsky) Aveskamp, Gruyter & Verkley [PHOMEL] |
Linum usitatissimum L. - vlas |
1 % 5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp. |
1 % 5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp. |
1 % 5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp. |
Boeremia exigua var. linicola (Naumov & Vassiljevsky) Aveskamp, Gruyter & Verkley [PHOMEL] |
Linum usitatissimum L. - oliehoudend vlas |
5 % 5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp. |
5 % 5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp. |
5 % 5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp. |
Botrytis cinerea de Bary [BOTRCI] |
Helianthus annuus L., Linum usitatissimum L. |
5 % |
5 % |
5 % |
Colletotrichum lini Westerdijk [COLLLI] |
Linum usitatissimum L. |
5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp. |
5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp. |
5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium spp. |
Diaporthe caulivora (Athow & Caldwell) J.M. Santos, Vrandecic & A.J.L. Phillips [DIAPPC] Diaporthe phaseolorum var. sojae Lehman [DIAPPS] |
Glycine max (L.) Merr |
15 % voor infectie met het Phomopsis-complex |
15 % voor infectie met het Phomopsis-complex |
15 % voor infectie met het Phomopsis-complex |
Fusarium (anamorf geslacht) Link [1FUSAG] met uitzondering van Fusarium oxysporum f. sp. albedinis (Kill. & Maire) W.L. Gordon [FUSAAL] en Fusarium circinatum Nirenberg & O’Donnell [GIBBCI] |
Linum usitatissimum L. |
5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium (anamorf geslacht) Link met uitzondering van Fusarium oxysporum f. sp. albedinis (Kill. & Maire) W.L. Gordon en Fusarium circinatum Nirenberg & O’Donnell |
5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium (anamorf geslacht) Link met uitzondering van Fusarium oxysporum f. sp. albedinis (Kill. & Maire) W.L. Gordon en Fusarium circinatum Nirenberg & O’Donnell |
5 % aangetast door Alternaria linicola, Boeremia exigua var. linicola, Colletotrichium lini en Fusarium (anamorf geslacht) Link met uitzondering van Fusarium oxysporum f. sp. albedinis (Kill. & Maire) W.L. Gordon en Fusarium circinatum Nirenberg & O’Donnell |
Plasmopara halstedii (Farlow) Berlese & de Toni [PLASHA] |
Helianthus annuus L. |
0 % |
0 % |
0 % |
Sclerotinia sclerotiorum (Libert) de Bary [SCLESC] |
Brassica rapa L. var. silvestris (Lam.) Briggs, |
Niet meer dan vijf sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat. |
Niet meer dan vijf sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat. |
Niet meer dan vijf sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat. |
Sclerotinia sclerotiorum (Libert) de Bary [SCLESC] |
Brassica napus L. (partim), Helianthus annuus L. |
Niet meer dan tien sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat. |
Niet meer dan tien sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat. |
Niet meer dan tien sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat. |
Sclerotinia sclerotiorum (Libert) de Bary [SCLESC] |
Sinapis alba L. |
Niet meer dan vijf sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat. |
Niet meer dan vijf sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat. |
Niet meer dan vijf sclerotiën of delen van sclerotiën aangetroffen bij een laboratoriumonderzoek van een representatief monster van elke partij zaad van een in bijlage III, kolom 4, bij Richtlijn 2002/57/EG aangegeven formaat. |
DEEL I
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad
Bacteriën |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het desbetreffende teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen |
Clavibacter michiganensis ssp. michiganensis (Smith) Davis et al. [CORBMI] |
Solanum lycopersicum L. |
0 % |
Xanthomonas euvesicatoria Jones et al. [XANTEU] |
Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. |
0 % |
Xanthomonas gardneri (ex Šutič 1957) Jones et al. [XANTGA] |
Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. |
0 % |
Xanthomonas perforans Jones et al. [XANTPF] |
Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. |
0 % |
Xanthomonas vesicatoria (ex Doidge) Vauterin et al. [XANTVE] |
Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. |
0 % |
Schimmels en oömyceten |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het desbetreffende teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen |
Fusarium Link (anamorf geslacht) [1FUSAG] met uitzondering van Fusarium oxysporum f. sp. albedinis (Kill. & Maire) W.L. Gordon [FUSAAL] en Fusarium circinatum Nirenberg & O’Donnell [GIBBCI] |
Asparagus officinalis L. |
0 % |
Helicobasidium brebissonii (Desm.) Donk [HLCBBR] |
Asparagus officinalis L. |
0 % |
Stromatinia cepivora Berk. [SCLOCE] |
Allium cepa L., Allium fistulosum L., Allium porrum L., Allium sativum L. |
0 % |
Verticillium dahliae Kleb. [VERTDA] |
Cynara cardunculus L. |
0 % |
Nematoden |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het desbetreffende teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen |
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev [DITYDI] |
Allium cepa L., Allium sativumL. |
0 % |
Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma’s |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het desbetreffende teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen |
Leek yellow stripe virus [LYSV00] |
Allium sativum L. |
1 % |
Onion yellow dwarf virus [OYDV00] |
Allium cepa L., Allium sativum L. |
1 % |
Potato spindle tuber viroid [PSTVD0] |
Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. |
0 % |
Tomato spotted wilt tospovirus [TSWV00] |
Capsicum annuum L., Lactuca sativa L., Solanum lycopersicum L., Solanum melongena L. |
0 % |
Tomato yellow leaf curl virus [TYLCV0] |
Solanum lycopersicum L. |
0 % |
DEEL J
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt
Bacteriën |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het betrokken teeltmateriaal van fruitgewassen en de betrokken fruitgewassen |
Agrobacterium tumefaciens (Smith & Townsend) Conn [AGRBTU] |
Cydonia oblonga Mill., Juglans regia L., Malus Mill., Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Pyrus L., Vaccinium L. |
0 % |
Agrobacterium spp. Conn [1AGRBG] |
Rubus L. |
0 % |
Candidatus Phlomobacter fragariae Zreik, Bové & Garnier [PHMBFR] |
Fragaria L. |
0 % |
Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. [ERWIAM] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Cydonia Mill., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Pseudomonas avellanae Janse et al. [PSDMAL] |
Corylus avellana L. |
0 % |
Pseudomonas savastanoi pv. savastanoi (Smith) Gardan et al. [PSDMSA] |
Olea europaea L. |
0 % |
Pseudomonas syringae pv. morsprunorum (Wormald) Young, Dye & Wilkie [PSDMMP] |
Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley |
0 % |
Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie [PSDMPE] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley |
0 % |
Pseudomonas syringae pv. Syringae van Hall [PSDMSY] |
Cydonia oblonga Mill., Malus Mill., Pyrus L., Prunus armeniaca L. |
0 % |
Pseudomonas viridiflava (Burkholder) Dowson [PSDMVF] |
Prunus armeniaca L. |
0 % |
Rhodococcus fascians Tilford [CORBFA] |
Rubus L. |
0 % |
Spiroplasma citri Saglio et al. [SPIRCI] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden daarvan |
0 % |
Xanthomonas arboricola pv. Corylina (Miller, Bollen, Simmons, Gross & Barss) Vauterin, Hoste, Kersters & Swings [XANTCY] |
Corylus avellana L. |
0 % |
Xanthomonas arboricola pv. Juglandi (Pierce) Vauterin et al. [XANTJU] |
Juglans regia L. |
0 % |
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. [XANTPR] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Prunus amygladus Batsch, Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley |
0 % |
Xanthomonas campestris pv. fici (Cavara) Dye [XANTFI] |
Ficus carica L. |
0 % |
Xanthomonas fragariae Kennedy & King [XANTFR] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Fragaria L. |
0 % |
Schimmels en oömyceten |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het betrokken teeltmateriaal van fruitgewassen en de betrokken fruitgewassen |
Armillariella mellea (Vahl) Kummer [ARMIME] |
Corylus avellana L., Cydonia oblonga Mill., Ficus carica L., Juglans regia L., Malus Mill., Pyrus L |
0 % |
Chondrostereum purpureum Pouzar [STERPU] |
Cydonia oblonga Mill., Juglans regia L., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Colletotrichum acutatum Simmonds [COLLAC] |
Fragaria L. |
0 % |
Cryphonectria parasitica (Murrill) Barr [ENDOPA] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Castanea sativa Mill. |
0 % |
Diaporthe strumella (Fries) Fuckel [DIAPST] |
Ribes L. |
0 % |
Diaporthe vaccinii Shear [DIAPVA] |
Vaccinium L. |
0 % |
Exobasidium vaccinii (Fuckel) Woronin [EXOBVA] |
Vaccinium L. |
0 % |
Glomerella cingulata (Stoneman) Spaulding & von Schrenk [GLOMCI] |
Cydonia oblonga Mill., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Godronia cassandrae (anamorph Topospora myrtilli) Peck [GODRCA] |
Vaccinium L. |
0 % |
Microsphaera grossulariae (Wallroth) Léveillé [MCRSGR] |
Ribes L. |
0 % |
Mycosphaerella punctiformis Verkley & U. Braun [RAMUEN] |
Castanea sativa Mill. |
0 % |
Neofabraea alba Desmazières [PEZIAL] |
Cydonia oblonga Mill., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Neofabraea malicorticis Jackson [PEZIMA] |
Cydonia oblonga Mill., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Neonectria ditissima (Tulasne & C. Tulasne) Samuels & Rossman [NECTGA] |
Cydonia oblonga Mill., Juglans regia L., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Peronospora rubi Rabenhorst [PERORU] |
Rubus L. |
0 % |
Phytophthora cactorum (Lebert & Cohn) J.Schröter [PHYTCC] |
Cydonia oblonga Mill., Fragaria L., Juglans regia L., Malus Mill., Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Pyrus L. |
0 % |
Phytophthora cambivora (Petri) Buisman [PHYTCM] |
Castanea sativa Mill., Pistacia vera L. |
0 % |
Phytophthora cinnamomi Rands [PHYTCN] |
Castanea sativa Mill. |
0 % |
Phytophthora citrophthora (R.E.Smith & E.H.Smith) Leonian [PHYTCO ] |
Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. |
0 % |
Phytophthora cryptogea Pethybridge & Lafferty [PHYTCR] |
Pistacia vera L. |
0 % |
Phytophthora fragariae C.J. Hickman [PHYTFR] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Fragaria L. |
0 % |
Phytophthora nicotianae var. parasitica (Dastur) Waterhouse [PHYTNP] |
Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. |
0 % |
Phytophthora spp. de Bary [1PHYTG] |
Rubus L. |
0 % |
Plenodomus tracheiphilus (Petri) Gruyter, Aveskamp & Verkley [DEUTTR] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden daarvan |
0 % |
Podosphaera aphanis (Wallroth) Braun & Takamatsu [PODOAP] |
Fragaria L. |
0 % |
Podosphaera mors-uvae (Schweinitz) Braun & Takamatsu [SPHRMU] |
Ribes L. |
0 % |
Rhizoctonia fragariae Hussain & W.E.McKeen [RHIZFR] |
Fragaria L. |
0 % |
Rosellinia necatrix Prillieux [ROSLNE] |
Pistacia vera L. |
0 % |
Sclerophora pallida Yao & Spooner [SKLPPA] |
Cydonia oblonga Mill., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Verticillium albo-atrum Reinke & Berthold [VERTAA] |
Corylus avellana L., Cydonia oblonga Mill., Fragaria L., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Verticillium dahliae Kleb [VERTDA] |
Corylus avellana L., Cydonia oblonga Mill., Fragaria L. Malus Mill., Olea europaea L., Pistacia vera L., Prunus armeniaca L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Pyrus L. |
0 % |
Insecten en mijten |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het betrokken teeltmateriaal van fruitgewassen en de betrokken fruitgewassen |
Aleurothrixus floccosus Maskell [ALTHFL] |
Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. |
0 % |
Cecidophyopsis ribis Westwood [ERPHRI] |
Ribes L. |
0 % |
Ceroplastes rusci Linnaeus [CERPRU] |
Ficus carica L. |
0 % |
Chaetosiphon fragaefolii Cockerell [CHTSFR] |
Fragaria L. |
0 % |
Dasineura tetensi Rübsaamen [DASYTE] |
Ribes L. |
0 % |
Epidiaspis leperii Signoret [EPIDBE] |
Juglans regia L. |
0 % |
Eriosoma lanigerum Hausmann [ERISLA] |
Cydonia oblonga Mill., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Parabemisia myricae Kuwana [PRABMY] |
Citrus L., Fortunella Swingle, en Poncirus Raf. |
0 % |
Phytoptus avellanae Nalepa [ERPHAV] |
Corylus avellana L. |
0 % |
Phytonemus pallidus Banks [TARSPA] |
Fragaria L. |
0 % |
Pseudaulacaspis pentagona Targioni-Tozzetti [PSEAPE] |
Juglans regia L., Prunus armeniaca L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Ribes L. |
0 % |
Psylla spp. Geoffroy [1PSYLG] |
Cydonia oblonga Mill., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Quadraspidiotus perniciosus Comstock [QUADPE] |
Juglans regia L., Prunus avium L., Prunus armeniaca L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Ribes L. |
0 % |
Resseliella theobaldi Barnes [THOMTE] |
Rubus L. |
0 % |
Tetranychus urticae Koch [TETRUR] |
Ribes L. |
0 % |
Nematoden |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het betrokken teeltmateriaal van fruitgewassen en de betrokken fruitgewassen |
Aphelenchoides besseyi Christie [APLOBE] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Fragaria L. |
0 % |
Aphelenchoides blastophthorus Franklin [APLOBL] |
Fragaria L. |
0 % |
Aphelenchoides fragariae (Ritzema Bos) Christie [APLOFR] |
Fragaria L. |
0 % |
Aphelenchoides ritzemabosi (Schwartz) Steiner & Buhrer [APLORI] |
Fragaria L., Ribes L. |
0 % |
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev [DITYDI] |
Fragaria L., Ribes L. |
0 % |
Heterodera fici Kirjanova [HETDFI] |
Ficus carica L. |
0 % |
Longidorus attenuatus Hooper [LONGAT] |
Fragaria L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Rubus L. |
0 % |
Longidorus elongatus (de Man) Thorne & Swanger [LONGEL] |
Fragaria L. Prunus avium L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Ribes L., Rubus L. |
0 % |
Longidorus macrosoma Hooper [LONGMA] |
Fragaria L. Prunus avium L., Prunus cerasus L., Ribes L., Rubus L. |
0 % |
Meloidogyne arenaria Chitwood [MELGAR] |
Ficus carica L. Olea europaea L., Prunus avium L., Prunus armeniaca L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley |
0 % |
Meloidogyne hapla Chitwood [MELGHA] |
Cydonia oblonga Mill., Fragaria L., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Meloidogyne incognita (Kofold & White) Chitwood [MELGIN] |
Ficus carica L. Olea europaea L., Prunus avium L., Prunus armeniaca L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley |
0 % |
Meloidogyne javanica Chitwood [MELGJA] |
Cydonia oblonga Mill., Ficus carica L., Malus Mill. Olea europaea L., Prunus avium L., Prunus armeniaca L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Pyrus L. |
0 % |
Pratylenchus penetrans (Cobb) Filipjev & Schuurmans-Stekhoven [PRATPE] |
Cydonia oblonga Mill., Ficus carica L.Malus Mill., Pistacia vera L., Prunus avium L., Prunus armeniaca L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Pyrus L |
0 % |
Pratylenchus vulnus Allen & Jensen [PRATVU] |
Citrus L., Cydonia oblonga Mill., Ficus carica L., Fortunella Swingle, Fragaria L., Malus Mill., Olea europaea L., Pistacia vera L., Poncirus Raf., Prunus avium L., Prunus armeniaca L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Pyrus L |
0 % |
Tylenchulus semipenetrans Cobb [TYLESE] |
Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. |
0 % |
Xiphinema diversicaudatum (Mikoletzky) Thorne [XIPHDI] |
Fragaria L., Juglans regia L., Olea europaea L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Ribes L., Rubus L. |
0 % |
Xiphinema index Thorne & Allen [XIPHIN] |
Pistacia vera L. |
0 % |
Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma’s |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor het betrokken teeltmateriaal van fruitgewassen en de betrokken fruitgewassen |
Apple chlorotic leaf spot virus [ACLSV0] |
Cydonia oblonga Mill., Malus Mill., Prunus avium L., Prunus armeniaca L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Pyrus L. |
0 % |
Apple dimple fruit viroid [ADFVD0] |
Malus Mill. |
0 % |
Apple flat limb agent [AFL000] |
Malus Mill. |
0 % |
Apple mosaic virus [APMV00] |
Corylus avellana L., Malus Mill. Prunus avium L., Prunus armeniaca L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley, Rubus L. |
0 % |
Apple star crack agent [APHW00] |
Malus Mill. |
0 % |
Apple rubbery wood agent [ARW000] |
Cydonia oblonga Mill., Malus Mill. en Pyrus L. |
0 % |
Apple scar skin viroid [ASSVD0] |
Malus Mill. |
0 % |
Apple stem-grooving virus [ASGV00] |
Cydonia oblonga Mill., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Apple stem-pitting virus [ASPV00] |
Cydonia oblonga Mill., Malus Mill., Pyrus L. |
0 % |
Apricot latent virus [ALV000] |
Prunus armeniaca L., Prunus persica (L.) Batsch |
0 % |
Arabis mosaic virus [ARMV00] |
Fragaria L., Olea europaea L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Ribes L., Rubus L. |
0 % |
Aucuba mosaic agent en blackcurrant yellows agent gecombineerd |
Ribes L. |
0 % |
Black raspberry necrosis virus [BRNV00] |
Rubus L. |
0 % |
Blackcurrant reversion virus [BRAV00] |
Ribes L. |
0 % |
Blueberry mosaic associated virus [BLMAV0] |
Vaccinium L. |
0 % |
Blueberry red ringspot virus [BRRV00] |
Vaccinium L. |
0 % |
Blueberry scorch virus [BLSCV0] |
Vaccinium L. |
0 % |
Blueberry shock virus [BLSHV0] |
Vaccinium L. |
0 % |
Blueberry shoestring virus [BSSV00] |
Vaccinium L. |
0 % |
Candidatus Phytoplasma asteris Lee et al. [PHYPAS] |
Fragaria L., Vaccinium L. |
0 % |
Candidatus Phytoplasma australiense Davis et al. [PHYPAU] |
Fragaria L. |
0 % |
Candidatus Phytoplasma fragariae Valiunas, Staniulis & Davis [PHYPFG] |
Fragaria L. |
0 % |
Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider [PHYPMA] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Malus Mill. |
0 % |
Candidatus Phytoplasma pruni [PHYPPN] |
Fragaria L., Vaccinium L. |
0 % |
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider [PHYPPR] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Prunus avium L., Prunus armeniaca L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley |
0 % |
Candidatus Phytoplasma pyri Seemüller & Schneider [PHYPPY] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Pyrus L. |
0 % |
Candidatus Phytoplasma rubi Malembic-Maher et al. [PHYPRU] |
Rubus L. |
0 % |
Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. [PHYPSO] |
Fragaria L., Vaccinium L. |
0 % |
Cherry green ring mottle virus [CGRMV0] |
Prunus avium L., Prunus cerasus L. |
0 % |
Cherry leaf roll virus [CLRV00] |
Juglans regia L., Olea europaea L., Prunus avium L., Prunus cerasus L. |
0 % |
Cherry mottle leaf virus [CMLV00] |
Prunus avium L., Prunus cerasus L. |
0 % |
Cherry necrotic rusty mottle virus [CRNRM0] |
Prunus avium L., Prunus cerasus L. |
0 % |
Chestnut mosaic agent |
Castanea sativa Mill. |
0 % |
Citrus cristacortis agent [CSCC00] |
Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. |
0 % |
Citrus exocortis viroid [CEVD00] |
Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. |
0 % |
Citrus impietratura agent [CSI000] |
Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. |
0 % |
Citrus leaf Blotch virus [CLBV00] |
Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. |
0 % |
Citrus psorosis virus [CPSV00] |
Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. |
0 % |
Citrus tristeza virus [CTV000] (EU-isolaten) |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden daarvan |
0 % |
Citrus variegation virus [CVV000] |
Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. |
0 % |
Clover phyllody phytoplasma [PHYP03] |
Fragaria L. |
0 % |
Cranberry false blossom phytoplasma [PHYPFB] |
Vaccinium L. |
0 % |
Cucumber mosaic virus [CMV000] |
Ribes L., Rubus L. |
0 % |
Fig mosaic agent [FGM000] |
Ficus carica L. |
0 % |
Vruchtafwijkingen: chat fruit [APCF00], green crinkle [APGC00], bumpy fruit of Ben Davis, rough skin [APRSK0], star crack, russet ring [APLP00], russet wart |
Malus Mill. |
0 % |
Gooseberry vein banding associated virus [GOVB00] |
Ribes L. |
0 % |
Hop stunt viroid [HSVD00] |
Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. |
0 % |
Little cherry virus 1 en 2 [LCHV10], [LCHV20]) |
Prunus avium L., Prunus cerasus L. |
0 % |
Myrobalan latent ringspot virus [MLRSV0] |
Prunus domestica L., Prunus salicina Lindley |
0 % |
Olive leaf yellowing associated virus [OLYAV0] |
Olea europaea L. |
0 % |
Olive vein yellowing-associated virus [OVYAV0] |
Olea europaea L. |
0 % |
Olive yellow mottling and decline associated virus [OYMDAV] |
Olea europaea L. |
0 % |
Peach latent mosaic viroid [PLMVD0] |
Prunus persica (L.) Batsch |
0 % |
Pear bark necrosis agent [PRBN00] |
Cydonia oblonga Mill., Pyrus L. |
0 % |
Pear bark split agent [PRBS00] |
Cydonia oblonga Mill., Pyrus L. |
0 % |
Pear blister canker viroid [PBCVD0] |
Cydonia oblonga Mill., Pyrus L. |
0 % |
Pear rough bark agent [PRRB00] |
Cydonia oblonga Mill., Pyrus L. |
0 % |
Plum pox virus [PPV000] |
Prunus armeniaca L., Prunus avium L., Prunus cerasifera, Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley. Voor Prunus-hybriden waarbij materiaal is geënt op onderstammen, andere soorten van Prunus L.-onderstammen die vatbaar zijn voor Plum pox virus. |
0 % |
Prune dwarf virus [PDV000] |
Prunus avium L., Prunus armeniaca L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley |
0 % |
Prunus necrotic ringspot virus [PNRSV0] |
Prunus avium L., Prunus armeniaca L., Prunus cerasus L., Prunus domestica L., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindley |
0 % |
Quince yellow blotch agent [ARW000] |
Cydonia oblonga Mill., Pyrus L. |
0 % |
Raspberry bushy dwarf virus [RBDV00] |
Rubus L. |
0 % |
Raspberry leaf mottle virus [RLMV00] |
Rubus L. |
0 % |
Raspberry ringspot virus [RPRSV0] |
Fragaria L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Ribes L., Rubus L. |
0 % |
Raspberry vein chlorosis virus [RVCV00] |
Rubus L. |
0 % |
Raspberry yellow spot [RYS000] |
Rubus L. |
0 % |
Rubus yellow net virus [RYNV00] |
Rubus L. |
0 % |
Strawberry crinkle virus [SCRV00] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Fragaria L. |
0 % |
Strawberry latent ringspot virus [SLRSV0] |
Fragaria L., Olea europaea L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Prunus persica (L.) Batsch, Ribes L., Rubus L. |
0 % |
Strawberry mild yellow edge virus [SMYEV0] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Fragaria L. |
0 % |
Strawberry mottle virus [SMOV00] |
Fragaria L. |
0 % |
Strawberry multiplier disease phytoplasma [PHYP75] |
Fragaria L. |
0 % |
Strawberry vein banding virus [SVBV00] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Fragaria L. |
0 % |
Tomato black ring virus [TBRV00] |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Fragaria L., Prunus avium L., Prunus cerasus L., Rubus L. |
0 % |
DEEL K
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende zaad van Solanum tuberosum L.
Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma’s |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen |
Voor opplant bestemde planten |
Drempelwaarde voor de zaden |
Potato spindle tuber viroid [PSTVD0] |
Solanum tuberosum L. |
0 % |
DEEL L
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende voor opplant bestemde planten van Humulus lupulus, met uitzondering van zaden
Schimmels en oömyceten |
||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen |
Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) |
Drempelwaarde voor de voor opplant bestemde plant |
Verticillium dahliae Kleb. [VERTDA] |
Humulus lupulus L. |
0 % |
Verticillium nonalfalfae Inderbitzin, H.W. Platt, Bostock, R.M. Davis & K.V. Subbarao [VERTNO] |
Humulus lupulus L. |
0 % |
BIJLAGE V
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op specifieke voor opplant bestemde planten te voorkomen
INHOUDSOPGAVE
Deel A: |
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op zaaizaad van groenvoedergewassen te voorkomen |
1. |
Inspectie van het gewas |
2. |
Bemonstering en toetsing van zaaizaad van groenvoedergewassen |
3. |
Aanvullende maatregelen voor bepaalde plantensoorten |
Deel B: |
Maatregelen betreffende zaaigranen |
1. |
Inspectie van het gewas |
2. |
Bemonstering en toetsing van zaaigranen |
3. |
Aanvullende maatregelen voor zaden van Oryza sativa L. |
Deel C: |
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op teeltmateriaal van siergewassen en voor opplant bestemde planten voor sierdoeleinden te voorkomen |
Deel D: |
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op bosbouwkundig teeltmateriaal, met uitzondering van zaden, te voorkomen |
1. |
Visuele inspecties |
2. |
Maatregelen per geslacht of soort en categorie |
Deel E: |
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op groentezaad te voorkomen |
Deel F: |
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op pootaardappelen te voorkomen |
Deel G: |
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op zaad van oliehoudende planten en vezelgewassen te voorkomen |
1. |
Inspectie van het gewas |
2. |
Bemonstering en toetsing van zaad van oliehoudende planten en vezelgewassen |
3. |
Aanvullende maatregelen voor zaad van oliehoudende planten en vezelgewassen |
Deel H: |
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaden, te voorkomen |
Deel I: |
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op zaad van Solanum tuberosum te voorkomen |
Deel J: |
Maatregelen om de aanwezigheid van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen op voor opplant bestemde planten van Humulus lupulus, met uitzondering van zaden, te voorkomen |
DEEL A
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op zaaizaad van groenvoedergewassen te voorkomen
1. Inspectie van het gewas
1) |
De bevoegde autoriteit, of de professionele marktdeelnemer onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit, verricht inspecties ter plaatse van het gewas waarvan het zaaizaad van groenvoedergewassen wordt geteeld, wat de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen in het gewas betreft, om te garanderen dat de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen de in deze tabel vastgestelde drempelwaarden niet overschrijdt:
De bevoegde autoriteit kan inspecteurs, met uitzondering van professionele marktdeelnemers, toestemming verlenen om de inspecties ter plaatse in haar naam en onder haar officiële toezicht te verrichten. |
2) |
De inspecties ter plaatse moeten worden verricht wanneer de toestand en het ontwikkelingsstadium van het gewas een adequate controle mogelijk maken. Er moet ten minste één inspectie ter plaatse per jaar plaatsvinden, op het meest gepaste tijdstip om de respectieve gereguleerde niet-quarantaineorganismen op te sporen. |
3) |
De bevoegde autoriteit bepaalt de omvang, het aantal en de verspreiding van de delen van het veld die met gebruikmaking van passende methoden moeten worden geïnspecteerd.
Het aandeel van de gewassen voor de zaadproductie dat door de bevoegde autoriteit officieel moet worden geïnspecteerd, bedraagt ten minste 5 %. |
2. Bemonstering en toetsing van zaaizaad van groenvoedergewassen
1) |
De bevoegde autoriteit:
|
2) |
De bevoegde autoriteit of de professionele marktdeelnemer die onder officieel toezicht staat, bemonstert en toetst het zaaizaad van groenvoedergewassen in overeenstemming met recente internationale methoden.
Behalve in het geval van automatische bemonstering, controleert de bevoegde autoriteit steekproefsgewijs ten minste 5 % van de voor officiële certificering geleverde partijen zaad. Dit percentage moet zo gelijkmatig mogelijk worden gespreid over de natuurlijke personen en over de rechtspersonen die zaad voor certificering leveren, en over de geleverde rassen, maar de monsters mogen ook zodanig worden gekozen dat specifieke twijfel wordt weggenomen. |
3) |
Bij automatische bemonstering worden passende procedures toegepast en wordt officieel toezicht uitgeoefend.
Bij het onderzoek van het zaad voor certificering geschiedt de bemonstering uit homogene partijen. Wat het gewicht van de partijen zaaizaad en van de monsters betreft, is de tabel van bijlage III bij Richtlijn 66/401/EEG van toepassing. |
3. Aanvullende maatregelen voor bepaalde plantensoorten
De bevoegde autoriteiten, of de professionele marktdeelnemers onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteiten, verrichten de volgende aanvullende inspecties of nemen andere maatregelen voor bepaalde plantensoorten, op:
1) |
het prebasiszaad, basiszaad en gecertificeerd zaad van Medicago sativa L. om de aanwezigheid van Clavibacter michiganensis ssp. insidiosus te voorkomen, en om er zeker van te zijn dat:
|
2) |
het prebasiszaad, basiszaad en gecertificeerd zaad van Medicago sativa L. om de aanwezigheid van Ditylenchus dipsaci te voorkomen, en om er zeker van te zijn dat:
|
DEEL B
Maatregelen betreffende zaaigranen
1. Inspectie van het gewas
1) |
De bevoegde autoriteit, of de professionele marktdeelnemer onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit, verricht inspecties ter plaatse van het gewas waarvan het zaaigraan wordt geteeld om te bevestigen dat de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen de in deze tabel vastgestelde drempelwaarden niet overschrijdt:
De bevoegde autoriteit kan inspecteurs, met uitzondering van professionele marktdeelnemers, toestemming verlenen om de inspecties ter plaatse in haar naam en onder haar officiële toezicht te verrichten. |
2) |
De inspecties ter plaatse moeten worden verricht wanneer de toestand en het ontwikkelingsstadium van het gewas een adequate controle mogelijk maken.
Er moet ten minste één inspectie ter plaatse per jaar plaatsvinden, op het meest gepaste tijdstip om de respectieve gereguleerde niet-quarantaineorganismen op te sporen. |
3) |
De bevoegde autoriteit bepaalt de omvang, het aantal en de verspreiding van de delen van het veld die met gebruikmaking van passende methoden moeten worden geïnspecteerd.
Het aandeel van de gewassen voor de zaadproductie dat door de bevoegde autoriteit officieel moet worden geïnspecteerd, bedraagt ten minste 5 %. |
2. Bemonstering en toetsing van zaaigranen
1) |
De bevoegde autoriteit:
|
2) |
De bevoegde autoriteit of de professionele marktdeelnemer die onder officieel toezicht staat, bemonstert en toetst de zaaigranen volgens de actuele internationale methoden.
Behalve in het geval van automatische bemonstering, controleert de bevoegde autoriteit steekproefsgewijs ten minste 5 % van de voor officiële certificering geleverde partijen zaad. Dit percentage moet zo gelijkmatig mogelijk worden gespreid over de natuurlijke personen en over de rechtspersonen die zaad voor certificering leveren, en over de geleverde rassen, maar de monsters mogen ook zodanig worden gekozen dat specifieke twijfel wordt weggenomen. |
3) |
Bij automatische bemonstering worden passende procedures toegepast en wordt officieel toezicht uitgeoefend.
Bij het onderzoek van het zaad voor certificering geschiedt de bemonstering uit homogene partijen. Wat het gewicht van de partijen zaaizaad en van de monsters betreft, zijn de bepalingen van de tabel van bijlage III bij Richtlijn 66/402/EEG van toepassing. |
3. Aanvullende maatregelen voor zaden van Oryza sativa L.
De bevoegde autoriteit, of de professionele marktdeelnemer onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit, verricht de volgende aanvullende inspecties en neemt alle andere maatregelen om ervoor te zorgen dat het zaad van Oryza sativa L. aan een van de volgende vereisten voldoet:
a) |
afkomstig zijn uit een gebied waarvan bekend is dat het vrij is van Aphelenchoides besseyi; |
b) |
officieel zijn getest door de bevoegde autoriteiten door middel van passende nematologische tests op een representatief monster uit elke partij, en vrij zijn bevonden van Aphelenchoides besseyi; |
c) |
een passende warmwaterbehandeling of een andere passende behandeling tegen Aphelenchoides besseyi hebben ondergaan. |
DEEL C
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen betreffende teeltmateriaal van siergewassen en andere voor opplant bestemde planten voor sierdoeleinden te voorkomen
De volgende maatregelen worden genomen met betrekking tot de respectieve gereguleerde niet-quarantaineorganismen en de voor opplant bestemde planten:
De bevoegde autoriteit, of de professionele marktdeelnemer onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit, verricht controles en neemt alle andere maatregelen om ervoor te zorgen dat aan de in onderstaande tabel bedoelde voorschriften met betrekking tot de gereguleerde niet-quarantaineorganismen en voor opplant bestemde planten is voldaan:
Bacteriën |
||||||||||||||||||||||||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten |
Voorschriften |
||||||||||||||||||||||
Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al. |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Amelanchier Medik., Chaenomeles Lindl., Cotoneaster Medik., Crataegus Tourn. ex L., Cydonia Mill., Eriobtrya Lindl., Malus Mill., Mespilus Bosc ex Spach, Photinia davidiana Decne., Pyracantha M. Roem., Pyrus L., Sorbus L. |
|
||||||||||||||||||||||
Pseudomonas syringae pv. persicae (Prunier, Luisetti &. Gardan) Young, Dye & Wilkie |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina Lindl. |
|
||||||||||||||||||||||
Spiroplasma citri Saglio |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden daarvan |
De planten zijn afkomstig van moederplanten die visueel zijn geïnspecteerd op het meest gepaste tijdstip om het plaagorganisme op te sporen en vrij zijn bevonden van Spiroplasma citri Saglio, en
|
||||||||||||||||||||||
Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Prunus L. |
|
||||||||||||||||||||||
Xanthomonas euvesicatoria Jones et al. |
Capsicum annuum L. |
|
||||||||||||||||||||||
Xanthomonas gardneri (ex Šutič) Jones et al. |
Capsicum annuum L. |
|
||||||||||||||||||||||
Xanthomonas perforans Jones et al. |
Capsicum annuum L. |
|
||||||||||||||||||||||
Xanthomonas vesicatoria (ex Doidge) Vauterin et al. |
Capsicum annuum L. |
|
||||||||||||||||||||||
Schimmels en oömyceten |
||||||||||||||||||||||||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden |
Maatregelen |
||||||||||||||||||||||
Cryphonectria parasitica (Murrill) Barr |
Castanea L. |
|
||||||||||||||||||||||
Dothistroma pini Hulbary, Dothistroma septosporum (Dorogin) Morelet Lecanosticta acicola (von Thümen) Sydow |
Pinus L. |
|
||||||||||||||||||||||
Plasmopara halstedii (Farlow) Berlese & de Toni |
Zaden van Helianthus annuus L. |
|
||||||||||||||||||||||
Plenodomus tracheiphilus (Petri) Gruyter, Aveskamp & Verkley |
Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden daarvan |
|
||||||||||||||||||||||
Puccinia horiana P. Hennings |
Chrysanthemum L. |
|
||||||||||||||||||||||
Insecten en mijten |
||||||||||||||||||||||||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten |
Maatregelen |
||||||||||||||||||||||
Aculops fuchsiae Keifer |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Fuchsia L. |
|
||||||||||||||||||||||
Opogona sacchari Bojer |
Beaucarnea Lem., Bougainvillea Comm. ex Juss., Crassula L., Crinum L., Dracaena Vand. ex L., Ficus L., Musa L., Pachira Aubl., Palmae, Sansevieria Thunb., Yucca L. |
|
||||||||||||||||||||||
Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) |
Voor opplant bestemde planten van Palmae, met uitzondering van vruchten en zaden, met een stamdiameter aan de voet van meer dan 5 cm en behorend tot de volgende geslachten of soorten: Areca catechu L., Arenga pinnata (Wurmb) Merr., Bismarckia Hildebr. & H. Wendl., Borassus flabellifer L., Brahea armata S. Watson, Brahea edulis H.Wendl., Butia capitata (Mart.) Becc., Calamus merrillii Becc., Caryota cumingii Lodd. ex Mart., Caryota maxima Blume, Chamaerops humilis L., Cocos nucifera L., Copernicia Mart., Corypha utan Lam., Elaeis guineensis Jacq., Howea forsteriana Becc., Jubaea chilensis (Molina) Baill., Livistona australis C. Martius, Livistona decora (W. Bull) Dowe, Livistona rotundifolia (Lam.) Mart., Metroxylon sagu Rottb., Phoenix canariensis Chabaud, Phoenix dactylifera L., Phoenix reclinata Jacq., Phoenix roebelenii O'Brien, Phoenix sylvestris (L.) Roxb., Phoenix theophrasti Greuter, Pritchardia Seem. & H. Wendl., Ravenea rivularis Jum. & H. Perrier, Roystonea regia (Kunth) O.F. Cook, Sabal palmetto (Walter) Lodd. ex Schult. & Schult.f., Syagrus romanzoffiana (Cham.) Glassman, Trachycarpus fortunei (Hook.) H. Wendl., Washingtonia H. Wendl. |
|
||||||||||||||||||||||
Nematoden |
||||||||||||||||||||||||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten |
Maatregelen |
||||||||||||||||||||||
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev |
Allium sp. L. |
|
||||||||||||||||||||||
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Camassia Lindl., Chionodoxa Boiss., Crocus flavus Weston, Galanthus L., Hyacinthus Tourn. ex L., Hymenocallis Salisb., Muscari Mill., Narcissus L., Ornithogalum L., Puschkinia Adams, Sternbergia Waldst. & Kit., Scilla L., Tulipa L. |
|
||||||||||||||||||||||
Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma’s |
||||||||||||||||||||||||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten |
Maatregelen |
||||||||||||||||||||||
Candidatus Phytoplasma mali Seemüller & Schneider |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Malus Mill. |
|
||||||||||||||||||||||
Candidatus Phytoplasma prunorum Seemüller & Schneider |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Prunus L. |
|
||||||||||||||||||||||
Candidatus Phytoplasma pyri Seemüller & Schneider |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Pyrus L. |
|
||||||||||||||||||||||
Candidatus Phytoplasma solani Quaglino et al. |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Lavandula L. |
|
||||||||||||||||||||||
Chrysanthemum stunt viroid |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Argyranthemum Webb ex Sch.Bip., Chrysanthemum L. |
De planten zijn afkomstig uit drie generaties van vermeerdering uit voorraden die bij tests vrij zijn bevonden van Chrysanthemum stunt viroid. |
||||||||||||||||||||||
Citrus exocortis viroid |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Citrus L. |
|
||||||||||||||||||||||
Citrus tristeza virus (EU-isolaten) |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden daarvan |
|
||||||||||||||||||||||
Impatiens necrotic spot tospovirus |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Begonia x hiemalis, Fotsch, Nieuw Guinea-hybriden van Impatiens L. |
|
||||||||||||||||||||||
Voor potato spindle tuber viroid |
Capiscum annuum L. |
|
||||||||||||||||||||||
Plum pox virus |
Planten van de volgende soorten van Prunus L., bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden: Prunus armeniaca L., Prunus blireiana Andre, Prunus brigantina Vill.,— Prunus cerasifera Ehrh., Prunus cistena Hansen,— Prunus curdica Fenzl & Fritsch., Prunus domestica ssp. domestica L., Prunus domestica ssp. insititia (L.) K. Schneid, Prunus domestica ssp. italica (Borkh.) Hegi., Prunus dulcis (Mill.) D. A. Webb, Prunus glandulosa Thunb., Prunus holosericea Batal., Prunus hortulana Bailey, Prunus japonica Thunb., Prunus mandshurica (Maxim.) Koehne, Prunus maritima Marsh., Prunus mume Sieb. & Zucc., Prunus nigra Ait., Prunus persica (L.) Batsch, Prunus salicina L., Prunus sibirica L., Prunus simonii Carr., Prunus spinosa L., Prunus tomentosa Thunb., Prunus triloba Lindl., Prunus L. die vatbaar zijn voor Plum pox virus |
|
||||||||||||||||||||||
Tomato spotted wilt tospovirus |
Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden Begonia x hiemalis Fotsch, Capsicum annuum L., Chrysanthemum L., Gerbera L., Nieuw Guinea-hybriden van Impatiens L., Pelargonium L. |
|
DEEL D
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op bosbouwkundig teeltmateriaal, met uitzondering van zaden, te voorkomen
1. Visuele inspecties
De bevoegde autoriteit, of de professionele marktdeelnemer onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit, verricht controles en neemt alle andere maatregelen om ervoor te zorgen dat aan de voorschriften met betrekking tot de respectieve gereguleerde niet-quarantaineorganismen en voor opplant bestemde planten is voldaan:
a) |
bosbouwkundig teeltmateriaal, met uitzondering van zaden, van Castanea sativa Mill., is bij visuele inspectie op de productielocatie of -plaats vrij van Cryphonectria parasitica bevonden; |
b) |
bosbouwkundig teeltmateriaal, met uitzondering van zaden, van Pinus spp. is bij visuele inspectie op de productielocatie of -plaats vrij van Dothistroma pini, Dothistroma septosporum en Lecanosticta acicola bevonden. |
De visuele inspecties vinden eenmaal per jaar plaats, in de meest geschikte periode om die plaagorganismen op te sporen, rekening houdend met de klimaatomstandigheden en de teeltomstandigheden van de plant en de biologische eigenschappen van de respectieve plaagorganismen.
2. Voorschriften per geslacht of soort en categorie
De bevoegde autoriteit, of de professionele marktdeelnemer onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit, verricht controles en neemt alle andere maatregelen betreffende de volgende geslachten of soorten, om ervoor te zorgen dat:
Castanea sativa Mill.
a) |
het bosbouwkundig teeltmateriaal afkomstig is uit gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van Cryphonectria parasitica, of |
b) |
gedurende het laatste volledige teeltseizoen op de productieplaats of -locatie geen symptomen van Cryphonectria parasitica zijn waargenomen, of |
c) |
bosbouwkundig teeltmateriaal met symptomen van Cryphonectria parasitica op de productielocatie of -plaats is verwijderd, het resterende materiaal wekelijks is geïnspecteerd, en gedurende ten minste drie weken vóór het in het verkeer brengen van dat materiaal op de productieplaats of -locatie geen symptomen zijn waargenomen. |
Pinus spp.
a) |
het bosbouwkundig teeltmateriaal afkomstig is uit gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van Doistroma pini, Doistroma setotsporum en Lecossticta acicola, of |
b) |
op de productieplaats of -locatie of in de directe omgeving tijdens het laatste volledige teeltseizoen geen symptomen van de naaldziekte (“needle blight”) veroorzaakt door Dothistroma pini, Dothistroma septosporum of Lecanosticta acicola zijn waargenomen, of |
c) |
op de productieplaats of -locatie passende behandelingen zijn toegepast tegen de naaldziekte (“needle blight”) veroorzaakt door Dothistroma pini, Dothistroma septosporum of Lecanosticta acicola, en het bosbouwkundig teeltmateriaal is vóór het in het verkeer brengen visueel geïnspecteerd en vrij bevonden van symptomen van Dothistroma pini, Dothistroma septosporum of Lecanosticta acicola. |
DEEL E
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op groentezaad te voorkomen
De volgende maatregelen worden genomen met betrekking tot de respectieve gereguleerde niet-quarantaineorganismen en voor opplant bestemde planten: de bevoegde autoriteit, of de professionele marktdeelnemer onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit, verricht controles en neemt alle andere maatregelen om ervoor te zorgen dat aan de in de derde kolom van de onderstaande tabel bedoelde voorschriften met betrekking tot de gereguleerde niet-quarantaineorganismen en voor opplant bestemde planten is voldaan.
Bacteriën |
||||||||||||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten |
Voorschriften |
||||||||||
Clavibacter michiganensis ssp. michiganensis (Smith) Davis et al. |
Solanum lycopersicum L. |
|
||||||||||
Xanthomonas axonopodis pv. phaseoli (Smith) Vauterin et al. |
Phaseolus vulgaris L. |
|
||||||||||
Xanthomonas fuscans subsp. fuscans Schaad et al. |
Phaseolus vulgaris L. |
|
||||||||||
Xanthomonas euvesicatoria Jones et al. |
Capsicum annuum L. |
|
||||||||||
Xanthomonas euvesicatoria Jones et al. |
Solanum lycopersicum L. |
|
||||||||||
Xanthomonas gardneri (ex Šutič) Jones et al. |
Capsicum annuum L. |
|
||||||||||
Xanthomonas gardneri (ex Šutič) Jones et al. |
Solanum lycopersicum L. |
|
||||||||||
Xanthomonas perforans Jones et al. |
Capsicum annuum L |
|
||||||||||
Xanthomonas perforans Jones et al. |
Solanum lycopersicum L. |
|
||||||||||
Xanthomonas vesicatoria (ex Doidge) Vauterin et al. |
Capsicum annuum L |
|
||||||||||
Xanthomonas vesicatoria (ex Doidge) Vauterin et al. |
Solanum lycopersicum L. |
|
||||||||||
Insecten en mijten |
||||||||||||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten |
Maatregelen |
||||||||||
Acanthoscelides obtectus (Say) |
Phaseolus coccineus L., Phaseolus vulgaris L. |
|
||||||||||
Bruchus pisorum (L.) |
Pisum sativum L. |
|
||||||||||
Bruchus rufimanus L. |
Vicia faba L |
|
||||||||||
Nematoden |
||||||||||||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten |
Maatregelen |
||||||||||
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev |
Allium cepa L., Allium porrum L. |
|
||||||||||
Virussen, viroïden, virusachtige ziekten en fytoplasma’s |
||||||||||||
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten |
Maatregelen |
||||||||||
Pepino mosaic virus |
Solanum lycopersicum L. |
|
||||||||||
Voor potato spindle tuber viroid |
Capsicum annuum L., Solanum lycopersicum L. |
|
DEEL F
Maatregelen om de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op pootaardappelen te voorkomen
De bevoegde autoriteit of, indien nodig, de professionele marktdeelnemer onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit, verricht controles en neemt alle andere maatregelen om ervoor te zorgen dat aan de in onderstaande tabel bedoelde voorschriften met betrekking tot de gereguleerde niet-quarantaineorganismen en voor opplant bestemde planten is voldaan.
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde niet-quarantaineorganismen veroorzaakte symptomen |
Voor opplant bestemde planten |
Voorschriften |
||
Zwartbenigheid (Dickeya Samson et al. spp.; Pectobacterium Waldee emend. Hauben et al. spp.) |
Solanum tuberosum L. |
|