This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R0886
Commission Delegated Regulation (EU) 2019/886 of 12 February 2019 amending and correcting Delegated Regulation (EU) No 480/2014 as regards the provisions on financial instruments, simplified cost options, audit trail, scope and content of audits of operations and methodology for the selection of the sample of operations and Annex III
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/886 van de Commissie van 12 februari 2019 tot wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 wat betreft de bepalingen inzake financiële instrumenten, vereenvoudigde kostenopties, het audittraject, de reikwijdte en inhoud van audits van concrete acties en de methode voor de selectie van de steekproef van de concrete acties en bijlage III
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/886 van de Commissie van 12 februari 2019 tot wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 wat betreft de bepalingen inzake financiële instrumenten, vereenvoudigde kostenopties, het audittraject, de reikwijdte en inhoud van audits van concrete acties en de methode voor de selectie van de steekproef van de concrete acties en bijlage III
C/2019/788
PB L 142 van 29.5.2019, p. 9–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
29.5.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/9 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/886 VAN DE COMMISSIE
van 12 februari 2019
tot wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 wat betreft de bepalingen inzake financiële instrumenten, vereenvoudigde kostenopties, het audittraject, de reikwijdte en inhoud van audits van concrete acties en de methode voor de selectie van de steekproef van de concrete acties en bijlage III
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (1), en met name artikel 38, lid 4, artikel 39 bis, lid 7, artikel 40, lid 4, artikel 41, lid 3, artikel 42, lid 6, artikel 61, lid 3, onder b), artikel 68, lid 2, artikel 125, lid 8, eerste alinea, artikel 125, lid 9, en artikel 127, lid 7,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie (2) bevat onder andere specifieke bepalingen voor de rol, de verplichtingen en de verantwoordelijkheid van de instanties die de financieringsinstrumenten ten uitvoer leggen, alsook de daarmee verband houdende selectiecriteria en financieringsinstrumenten. Na de wijziging van deel 2, titel IV, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 door Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (3), moet Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 worden gewijzigd om in overeenstemming te zijn met deze wijzigingen. |
(2) |
In artikel 38, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, werd een nieuwe uitvoeringsoptie geïntroduceerd om middelen uit de ESI-fondsen te combineren met financieringsinstrumenten van de EIB in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen, waarvan de voorwaarden nader werden bepaald in het nieuwe artikel 39 bis. Derhalve moeten de rechtsgrondslag en het toepassingsgebied van een aantal bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 voor de rol, de verplichtingen en de verantwoordelijkheid van de instanties die de financieringsinstrumenten ten uitvoer leggen, alsook de daarmee verband houdende selectiecriteria en financieringsinstrumenten worden gewijzigd om een verwijzing naar artikel 39 bis van Verordening (EU) nr. 1303/2013 op te nemen. |
(3) |
In artikel 38, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 werden de regels voor de onderhandse gunning aan banken of instellingen in handen van de overheid verduidelijkt. De artikelen 7 en 10 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd. Aangezien de wijzigingen in artikel 38 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad met ingang van 1 januari 2014 van toepassing zijn, moeten de wijzigingen in artikel 7 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 met ingang van 1 januari 2014 van toepassing zijn. Aangezien de wijzigingen in artikel 39 bis van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad met ingang van 1 januari 2018 van toepassing zijn, moet de wijziging in artikel 10 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 met ingang van 1 januari 2018 van toepassing zijn. |
(4) |
Het nieuwe artikel 43 bis van Verordening (EU) nr. 1303/2013 verduidelijkt de regels betreffende de gedifferentieerde behandeling van investeerders in geval van winst- en risicodeling. Artikel 6, lid 1, en artikel 9, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
Artikel 40 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 werd gewijzigd om de aangewezen autoriteiten in staat te stellen de nodige zekerheid te verkrijgen bij het uitvoeren van hun verplichtingen met betrekking tot verificaties, controles en audits op basis van consistente, kwalitatief goede en tijdige verslagen die door de EIB of andere internationale financiële instellingen waarvan een lidstaat aandeelhouder is, moeten worden verstrekt. Derhalve en op basis van de lessen die zijn geleerd bij de uitvoering van artikel 9, leden 3 en 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014, moeten deze leden worden geschrapt. |
(6) |
Artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 voorziet in aanvullende specifieke bepalingen inzake het beheer en de controle van financieringsinstrumenten op nationaal, regionaal, transnationaal of grensoverschrijdend niveau. Bovendien bevat lid 1, onder c), van dit artikel een onjuiste verwijzing naar Verordening (EU) nr. 1305/2013 voor het Elfpo, die moet worden gecorrigeerd. |
(7) |
Verwijzingen in de desbetreffende bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 moeten worden afgestemd op de terminologie in de gewijzigde bepalingen in Verordening (EU) nr. 1303/2013 met betrekking tot de onderhandse gunning, de gedifferentieerde behandeling van investeerders, het begrip "investeerders die werken vanuit het markteconomiebeginsel" uit de wetgeving inzake staatssteun, alsook dezelfde behandeling weerspiegelen van internationale financiële instellingen zoals de EIB overeenkomstig artikel 40 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. |
(8) |
Artikel 61, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 is gewijzigd bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 om te bepalen dat zij niet van toepassing op concrete acties waarvoor steun staatssteun inhoudt. In artikel 19, lid 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 wordt bepaald dat de vaststelling van financiële discontovoeten plaatsvindt op het niveau van de lidstaten. Echter, om te zorgen voor een homogene en vlotte evaluatie van grote projecten wat de indicatoren voor financiële winstgevendheid betreft voor projecten met staatssteun, moet artikel 19, lid 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 worden geschrapt, zodat in de projectspecifieke financiële discontovoeten rekening kan worden gehouden met de aard van de investeerder of van de sector. |
(9) |
Bovendien werden de artikelen 67 en 68 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 over vereenvoudigde kostenopties gewijzigd en werden bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 de artikelen 68 bis en 68 ter ingevoerd. De artikelen 20 en 21 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, zodat de verwijzingen naar de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 correct zijn. |
(10) |
Er moeten in deze verordening ook specifieke bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot het audittraject en de audits van concrete acties als bedoeld in de artikelen 25 en 27 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 met betrekking tot respectievelijk de nieuwe vorm van steun voor concrete acties door middel van financiering die niet gekoppeld is aan de kosten als bedoeld in artikel 67, lid 1, eerste alinea, onder e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013. |
(11) |
Om te zorgen voor een coherente aanpak bij het verkrijgen van zekerheid over de betrouwbaarheid van de gegevens met betrekking tot indicatoren en mijlpalen, moet in artikel 27, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 worden gespecificeerd dat dit element deel tot de auditwerkzaamheden moet behoren bij audits van concrete acties. |
(12) |
Artikel 28, lid 8, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 specificeert de procedure voor het selecteren van de steekproef indien de voorwaarden voor de regelingen voor evenredige controle als bedoeld in artikel 148, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van toepassing zijn. Om duidelijkheid te verkrijgen over de beschikbare opties voor de auditautoriteit, moet deze bepaling worden gewijzigd om aan te geven dat het besluit om gebruik te maken van hetzij uitsluiting of vervanging van steekproefeenheden door de auditautoriteit op grond van haar deskundige oordeel moet worden genomen. Rekening houdend met het feit dat deze verduidelijking reeds aan de lidstaten is verstrekt, is het wenselijk dat die wijziging met terugwerkende kracht van toepassing is met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening zoals voor het eerst vastgesteld. |
(13) |
Artikel 28, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 over de te volgen methode bij substeekproeven moet worden gewijzigd om de verschillende mogelijke niveaus van substeekproeven in complexe concrete acties te verduidelijken en alle bijzonderheden, met inbegrip van niet-statistische steekproefmethoden en specifieke kenmerken van concrete acties die in het kader van de doelstelling "Europese territoriale samenwerking" worden uitgevoerd, te bestrijken. Rekening houdend met het feit dat deze verduidelijking reeds aan de lidstaten is verstrekt, is het wenselijk dat die wijziging met terugwerkende kracht van toepassing is met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening zoals voor het eerst vastgesteld. |
(14) |
Als gevolg van de wijziging van de definitie van "begunstigde" in artikel 2, lid 10, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, ingevoerd bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, moeten bepaalde gegevensvelden in bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(15) |
Overeenkomstig artikel 149, lid 3 bis, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 zijn de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven, geraadpleegd over de in deze verordening vastgestelde maatregelen (4). |
(16) |
Teneinde de rechtszekerheid te waarborgen en de verschillen tussen de gewijzigde bepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 die overeenkomstig artikel 282 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vanaf 2 augustus 2018 of eerder van toepassing zijn en de bepalingen van deze verordening tot een minimum te beperken, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(17) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
In artikel 8 wordt de ondertitel vervangen door: "(artikel 38, lid 4, derde alinea, en artikel 39 bis, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)". |
4) |
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Artikel 10 wordt vervangen door: "Artikel 10 Bepalingen voor de intrekking van betalingen aan financiële instrumenten en de daaruit voortvloeiende aanpassingen betreffende betalingsaanvragen (artikel 41, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013) De lidstaten en de managementautoriteiten kunnen bijdragen uit programma's aan de in artikel 38, lid 1, onder a) en c), en de in artikel 38, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde financieringsinstrumenten, die zijn uitgevoerd overeenkomstig artikel 38, lid 4, onder a), b) en c), alleen intrekken als de bijdragen nog niet in een betalingsaanvraag waren opgenomen, als bedoeld in artikel 41 van die verordening. Ten aanzien van financiële instrumenten ondersteund door het EFRO, het ESF, het Cohesiefonds en het EFMZV kunnen bijdragen echter ook worden ingetrokken indien de volgende betalingsaanvraag wordt gewijzigd om de betreffende uitgaven in te trekken of te vervangen.". |
6) |
in artikel 13 wordt lid 5 vervangen door: "5. Als de meerderheid van het geïnvesteerde kapitaal in financiële intermediairs die vermogen verstrekken, afkomstig is van investeerders die volgens de regels van de markteconomie werken, en de programmabijdrage gelijktijdig met die investeerders wordt verleend, moeten de beheerskosten en -vergoedingen voldoen aan marktconforme voorwaarden en mogen deze de door de private investeerders te betalen beheerskosten en -vergoedingen niet overschrijden". |
7) |
In artikel 19 wordt lid 6 geschrapt. |
8) |
In artikel 20 wordt de ondertitel vervangen door: "(artikel 68, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)". |
9) |
In artikel 21 wordt de ondertitel vervangen door: "(artikel 68, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)". |
10) |
Artikel 25, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
|
11) |
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
|
12) |
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
|
13) |
Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Artikel 9, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 wordt als volgt gerectificeerd:
"c) |
gedurende de hele programmeringsperiode en tijdens de opzet en uitvoering van de financiële instrumenten managementverificaties worden uitgevoerd in overeenstemming met artikel 125, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voor het EFRO, het ESF, het Cohesiefonds en het EFMZV, en in overeenstemming met artikel 58, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 voor het Elfpo;". |
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 1, punt 2, is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.
Artikel 1, punt 5, is van toepassing met ingang van 1 januari 2018.
Artikel 1, punt 12, en artikel 2 zijn van toepassing met ingang van 14 mei 2014.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 12 februari 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (PB L 138 van 13.5.2014, blz. 5).
(3) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(4) Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie van 13 april 2016 over beter wetgeven (PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1).