Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D1942

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1942 van de Commissie van 22 november 2019 tot niet-goedkeuring van carbendazim als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden van de productsoort 9 (Voor de EER relevante tekst)

PB L 303 van 25.11.2019, p. 29–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/1942/oj

25.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 303/29


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1942 VAN DE COMMISSIE

van 22 november 2019

tot niet-goedkeuring van carbendazim als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden van de productsoort 9

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 89, lid 1, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (2) is een lijst vastgesteld van bestaande werkzame stoffen die moeten worden beoordeeld met het oog op de mogelijke goedkeuring ervan voor gebruik in biociden. Die lijst bevat carbendazim (EG‐nr.: 234‐232‐0; CAS‐nr.10605‐21‐7).

(2)

Carbendazim is beoordeeld voor gebruik in biociden van productsoort 9 (conserveringsmiddelen voor vezels, leer, rubber en gepolymeriseerde materialen), zoals gedefinieerd in bijlage V bij Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad (3), hetgeen overeenstemt met productsoort 9 zoals omschreven in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 528/2012.

(3)

De beoordelende bevoegde autoriteit van Duitsland heeft het beoordelingsrapport en haar conclusies op 2 augustus 2013 bij de Commissie ingediend.

(4)

Overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 heeft het Comité voor biociden op 27 februari 2019 het advies van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (4) aangenomen, rekening houdend met de conclusies van de beoordelende bevoegde autoriteit.

(5)

Volgens dat advies kan van biociden van productsoort 9 die carbendazim bevatten, niet worden verwacht dat zij voldoen aan de criteria van artikel 19, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 528/2012, aangezien uit de beoordeelde milieuscenario’s onaanvaardbare risico’s voor het milieu zijn gebleken en geen veilig gebruik kon worden vastgesteld.

(6)

Rekening houdend met het advies van het Europees Agentschap voor chemische stoffen mag carbendazim niet worden goedgekeurd voor gebruik in biociden van productsoort 9, aangezien niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Carbendazim (EG‐nr.: 234‐232‐0; CAS‐nr.: 10605‐21‐7) wordt niet goedgekeurd als werkzame stof voor gebruik in biociden van productsoort 9.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 22 november 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).

(3)  Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1).

(4)  Comité voor biociden (BPC): advies over de aanvraag voor de goedkeuring van de werkzame stof carbendazim, productsoort: 9, ECHA/BPC/218/2019, aangenomen op 27 februari 2019.


Top