EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019D1904
Council Decision (EU) 2019/1904 of 8 November 2019 requesting the Commission to submit a study in light of the Court of Justice’s judgment in Case C-528/16 regarding the status of novel genomic techniques under Union law, and a proposal, if appropriate in view of the outcomes of the study
Besluit (EU) 2019/1904 van de Raad van 8 november 2019 waarbij de Commissie wordt verzocht een studie voor te leggen in het licht van het arrest van het Hof van Justitie in zaak C-528/16 betreffende de status van nieuwe genomische technieken in het Unierecht, alsook een voorstel, indien passend in het licht van het resultaat van de studie
Besluit (EU) 2019/1904 van de Raad van 8 november 2019 waarbij de Commissie wordt verzocht een studie voor te leggen in het licht van het arrest van het Hof van Justitie in zaak C-528/16 betreffende de status van nieuwe genomische technieken in het Unierecht, alsook een voorstel, indien passend in het licht van het resultaat van de studie
ST/12781/2019/INIT
PB L 293 van 14.11.2019, p. 103–104
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
14.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293/103 |
BESLUIT (EU) 2019/1904 VAN DE RAAD
van 8 november 2019
waarbij de Commissie wordt verzocht een studie voor te leggen in het licht van het arrest van het Hof van Justitie in zaak C-528/16 betreffende de status van nieuwe genomische technieken in het Unierecht, alsook een voorstel, indien passend in het licht van het resultaat van de studie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 241,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Volgens de definitie van Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) is een genetisch gemodificeerd organisme (ggo) “een organisme, met uitzondering van menselijke wezens, waarvan het genetische materiaal veranderd is op een wijze welke van nature door voortplanting en/of natuurlijke recombinatie niet mogelijk is”. Deze definitie wordt aangevuld met lijsten van technieken, die het toepassingsgebied van die richtlijn nader bepalen. De definitie en de lijsten van technieken zijn opgesteld in het licht van de selectietechnieken die ten tijde van de vaststelling van Richtlijn 2001/18/EG beschikbaar waren en werden gebruikt. |
(2) |
Sindsdien is er met de ontwikkeling van nieuwe selectietechnieken aanzienlijke vooruitgang geboekt en is het onduidelijk of deze nieuwe technieken onder de definitie van een ggo en dus onder Richtlijn 2001/18/EG vallen, en of de door deze technieken verkregen producten bijgevolg onderworpen zijn aan de in die richtlijn opgenomen verplichtingen. |
(3) |
In zijn arrest in zaak C-528/16 (2) heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat nieuwe mutagenesetechnieken, in het licht van de algemene doelstellingen van Richtlijn 2001/18/EG, onder het toepassingsgebied van de Richtlijn vallen en onderworpen zijn aan de daarin opgenomen verplichtingen. |
(4) |
Deze uitspraak heeft gezorgd voor juridische duidelijkheid wat betreft de status van nieuwe mutagenesetechnieken, maar ook praktische vragen doen rijzen die gevolgen hebben voor de bevoegde nationale instanties, de bedrijfstak van de Unie, met name in de gewasveredelingssector, de onderzoekssector en daarbuiten. Het betreft onder meer de vraag hoe moet worden voldaan aan de verplichtingen van Richtlijn 2001/18/EG in de gevallen waarin door nieuwe mutagenesetechnieken verkregen producten met gebruikmaking van de huidige technieken niet kunnen worden onderscheiden van uit natuurlijke mutatie voortgekomen producten, en hoe in dat geval de gelijke behandeling tussen ingevoerde producten en in de Unie voortgebrachte producten moet worden gegarandeerd. |
(5) |
De Raad is van oordeel dat een studie moet worden verricht om daaromtrent duidelijkheid te verschaffen, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord “Beter wetgeven” van 13 april 2016 (3), en met name punt 10 daarvan betreffende de toepassing van artikel 225 en 241 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Raad verzoekt de Commissie uiterlijk 30 april 2021 een studie voor te leggen in het licht van het arrest van het Hof van Justitie in zaak C-528/16 betreffende de status van nieuwe genomische technieken in het Unierecht.
Artikel 2
1. De Raad verzoekt de Commissie, indien passend in het licht van de resultaten van de studie, een voorstel in te dienen, of de Raad mee te delen welke andere maatregelen naar aanleiding van de studie moeten worden genomen.
2. Zoals gebruikelijk verzoekt de Raad de Commissie een effectbeoordeling bij het voorstel te voegen.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 8 november 2019.
Voor de Raad
De voorzitter
L. ANDERSSON
(1) Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1).
(2) Arrest van het Hof van Justitie van 25 juli 2018, Confédération paysanne en anderen tegen Premier ministre et Ministre de l’Agriculture, de l’Agroalimentaire et de la Forêt, C-528/16, ECLI:EU:C:2018:583.