EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D0536

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/536 van de Commissie van 29 maart 2019 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU met betrekking tot de lijsten van derde landen en gebieden waarvan de toezicht- en reguleringsvereisten als gelijkwaardig worden beschouwd ten behoeve van de behandeling van blootstellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst.)

C/2019/2315

PB L 92 van 1.4.2019, p. 3–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 23/10/2021; stilzwijgende opheffing door 32021D1753

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/536/oj

1.4.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 92/3


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/536 VAN DE COMMISSIE

van 29 maart 2019

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU met betrekking tot de lijsten van derde landen en gebieden waarvan de toezicht- en reguleringsvereisten als gelijkwaardig worden beschouwd ten behoeve van de behandeling van blootstellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) Nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 107, lid 4, artikel 114, lid 7, artikel 115, lid 4, artikel 116, lid 5, en artikel 142, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU (2) van de Commissie zijn lijsten vastgesteld van derde landen en gebieden waarvan de toezicht- en reguleringsstelsels gelijkwaardig zijn bevonden aan de overeenkomstige toezicht- en reguleringsstelsels die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 in de Unie worden toegepast.

(2)

De Commissie heeft verdere beoordelingen uitgevoerd van de toezicht- en reguleringsstelsels die gelden voor kredietinstellingen in derde landen en gebieden. Aan de hand van die beoordelingen heeft de Commissie de gelijkwaardigheid van die stelsels kunnen beoordelen ten behoeve van het bepalen van de behandeling van de in de artikelen 107, 114, 115, 116 en 142 van Verordening (EU) nr. 575/2013 vermelde betrokken categorieën van blootstellingen.

(3)

De gelijkwaardigheid is bepaald aan de hand van een resultaatgerichte analyse van de toezicht- en reguleringsstelsels van het derde land waarbij wordt nagegaan of deze dezelfde algemene doelstellingen als de toezicht- en reguleringsstelsels van de Unie kunnen bereiken. De doelstellingen behelzen met name de stabiliteit en integriteit van zowel het binnenlandse als het mondiale financiële stelsel in zijn geheel; de effectiviteit en toereikendheid van de bescherming van inleggers en andere consumenten van financiële diensten; de samenwerking tussen verschillende actoren van het financiële stelsel, waaronder regulerende en toezichthoudende instanties; de onafhankelijkheid en de effectiviteit van toezicht, en de effectieve tenuitvoerlegging en handhaving van de desbetreffende internationaal overeengekomen standaarden. Om dezelfde algemene doelstellingen als die van de toezicht- en reguleringsstelsels van de Unie te bereiken, moeten de toezicht- en reguleringsstelsels van het derde land aan een reeks operationele, organisatorische en toezichtstandaarden voldoen die de essentiële elementen weerspiegelen van de toezicht- en reguleringsvereisten van de Unie die voor de betrokken categorieën van financiële instellingen gelden.

(4)

Bij haar beoordelingen heeft de Commissie rekening gehouden met de relevante ontwikkelingen die zich sinds de vaststelling van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2358 van de Commissie (3) in het toezicht- en reguleringskader hebben voorgedaan, waarbij zij diverse beschikbare informatiebronnen heeft geraadpleegd, waaronder de beoordeling die de Europese Bankautoriteit heeft uitgevoerd en waarin deze de aanbeveling deed dat de toezicht- en reguleringsstelsels die voor kredietinstellingen in Argentinië gelden, voor de toepassing van artikel 107, lid 4, artikel 114, lid 7, artikel 115, lid 4, artikel 116, lid 5, en artikel 142, lid 1, punt 4, onder b), van Verordening (EU) nr. 575/2013 als gelijkwaardig aan het rechtskader van de Unie moeten worden beschouwd.

(5)

De Commissie heeft geconcludeerd dat Argentinië over toezicht- en reguleringsstelsels beschikt die voldoen aan een reeks operationele, organisatorische en toezichtstandaarden die de essentiële elementen weergeven van de toezicht- en reguleringsstelsels van de Unie die voor kredietinstellingen gelden. Daarom is het passend om voor de toepassing van artikel 107, lid 4, artikel 114, lid 7, artikel 115, lid 4, artikel 116, lid 5, en artikel 142, lid 1, punt 4, onder b), van Verordening (EU) nr. 575/2013 de toezicht- en reguleringsvereisten die voor in Argentinië gevestigde kredietinstellingen gelden, als ten minste gelijkwaardig te beschouwen aan die welke in de Unie worden toegepast.

(6)

Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU moet derhalve worden gewijzigd om Argentinië op te nemen in de desbetreffende lijst van derde landen en gebieden waarvan de toezicht- en reguleringsvereisten als gelijkwaardig aan de in de Unie geldende regeling worden beschouwd ten behoeve van de behandeling van blootstellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013.

(7)

De lijst van voor de toepassing van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) nr. 575/2013 als gelijkwaardig te beschouwen derde landen en gebieden is niet uitputtend. De Commissie zal, met hulp van de Europese Bankautoriteit, regelmatig de ontwikkeling van de toezicht- en reguleringsstelsels van derde landen en gebieden blijven monitoren om, wanneer passend en ten minste om de vijf jaar, de in Besluit 2014/908/EU vastgestelde lijsten van derde landen en gebieden te actualiseren in het licht met name van de constante ontwikkeling van toezicht- en reguleringsstelsels, in de Unie en op mondiaal niveau, en rekening houdende met nieuwe beschikbare bronnen van relevante informatie.

(8)

De regelmatige beoordeling van de prudentiële en toezichtvereisten die gelden in de in de bijlagen bij Besluit 2014/908/EU opgenomen derde landen en gebieden, dient voor de Commissie de mogelijkheid onverlet te laten om, naast de algemene beoordeling, te allen tijde een specifieke beoordeling te verrichten wanneer relevante ontwikkelingen vereisen dat de Commissie de bij Besluit 2014/908/EU verleende erkenning herbeoordeelt. Een dergelijke herbeoordeling kan tot de intrekking van de erkenning van gelijkwaardigheid leiden.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het Bankwezen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in bijlage I bij dit besluit.

2)

Bijlage IV wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

3)

Bijlage V wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in bijlage III bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 29 maart 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU van de Commissie van 12 december 2014 betreffende de gelijkwaardigheid van de toezicht- en reguleringsvereisten van bepaalde derde landen en grondgebieden ten behoeve van de behandeling van blootstellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 359 van 16.12.2014, blz. 155).

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2358 van de Commissie van 20 december 2016 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/908/EU met betrekking tot de lijsten van derde landen en grondgebieden waarvan de toezicht- en reguleringsvereisten als gelijkwaardig worden beschouwd ten behoeve van de behandeling van blootstellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 348 van 21.12.2016, blz. 75).


BIJLAGE I

"BIJLAGE I

Lijst van derde landen en gebieden voor de toepassing van artikel 1 (kredietinstellingen)

1)

Argentinië

2)

Australië

3)

Brazilië

4)

Canada

5)

China

6)

Faeröer

7)

Groenland

8)

Guernsey

9)

Hongkong

10)

India

11)

Man

12)

Japan

13)

Jersey

14)

Mexico

15)

Monaco

16)

Nieuw-Zeeland

17)

Saudi-Arabië

18)

Singapore

19)

Zuid-Afrika

20)

Zwitserland

21)

Turkije

22)

Verenigde Staten

"

BIJLAGE II

"BIJLAGE IV

Lijst van derde landen en gebieden voor de toepassing van artikel 4 (kredietinstellingen)

1)

Argentinië

2)

Australië

3)

Brazilië

4)

Canada

5)

China

6)

Faeröer

7)

Groenland

8)

Guernsey

9)

Hongkong

10)

India

11)

Man

12)

Japan

13)

Jersey

14)

Mexico

15)

Monaco

16)

Nieuw-Zeeland

17)

Saudi-Arabië

18)

Singapore

19)

Zuid-Afrika

20)

Zwitserland

21)

Turkije

22)

Verenigde Staten

"

BIJLAGE III

"BIJLAGE V

Lijst van derde landen en gebieden voor de toepassing van artikel 5 (kredietinstellingen en beleggingsondernemingen)

Kredietinstellingen:

1)

Argentinië

2)

Australië

3)

Brazilië

4)

Canada

5)

China

6)

Faeröer

7)

Groenland

8)

Guernsey

9)

Hongkong

10)

India

11)

Man

12)

Japan

13)

Jersey

14)

Mexico

15)

Monaco

16)

Nieuw-Zeeland

17)

Saudi-Arabië

18)

Singapore

19)

Zuid-Afrika

20)

Zwitserland

21)

Turkije

22)

Verenigde Staten

Beleggingsondernemingen:

1)

Australië

2)

Brazilië

3)

Canada

4)

China

5)

Hongkong

6)

Indonesië

7)

Japan (beperkt tot Type I Financial Instruments Business Operators)

8)

Mexico

9)

Zuid-Korea

10)

Saudi-Arabië

11)

Singapore

12)

Zuid-Afrika

13)

Verenigde Staten

"

Top