Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018R1500

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1500 van de Commissie van 9 oktober 2018 tot niet-verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof thiram, en houdende een verbod op het gebruik en de verkoop van zaden die zijn behandeld met gewasbeschermingsmiddelen die thiram bevatten, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (Voor de EER relevante tekst.)

C/2018/6478

PB L 254 van 10.10.2018, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2018/1500/oj

10.10.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 254/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1500 VAN DE COMMISSIE

van 9 oktober 2018

tot niet-verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof thiram, en houdende een verbod op het gebruik en de verkoop van zaden die zijn behandeld met gewasbeschermingsmiddelen die thiram bevatten, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 20, lid 1, artikel 49, lid 2, en artikel 78, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 2003/81/EG van de Commissie (2) is thiram als werkzame stof opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3).

(2)

De in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen worden geacht te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009, en zijn opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (4).

(3)

De goedkeuring van de in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 vermelde werkzame stof thiram vervalt op 30 april 2019.

(4)

Er is een aanvraag tot verlenging van de goedkeuring van thiram ingediend overeenkomstig artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie (5) en binnen de in dat artikel vermelde termijn.

(5)

De aanvrager heeft de overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 vereiste aanvullende dossiers ingediend. De lidstaat-rapporteur heeft vastgesteld dat de aanvraag volledig was.

(6)

De lidstaat-rapporteur heeft in overleg met de lidstaat-corapporteur een beoordelingsverslag over de verlenging opgesteld en dit verslag op 20 januari 2016 bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie ingediend.

(7)

De EFSA heeft dat beoordelingsverslag over de verlenging voor opmerkingen aan de aanvrager en de lidstaten toegezonden en de ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. De EFSA heeft het aanvullende beknopte dossier tevens toegankelijk gemaakt voor het publiek.

(8)

Op 27 januari 2017 heeft de EFSA de Commissie haar conclusie (6) meegedeeld met betrekking tot de vraag of thiram naar verwachting zal voldoen aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De EFSA heeft een hoog acuut risico voor consumenten en werknemers vastgesteld bij de toepassing van thiram als bladspuitmiddel. Voorts heeft de EFSA een hoog risico voor vogels en zoogdieren vastgesteld bij alle beoordeelde representatieve gebruiksdoeleinden, waaronder bij zaadbehandeling, zelfs als bij de risicobeoordeling rekening wordt gehouden met de toepassing van een hoger niveau van verfijning. Uit de onvolledige informatie die over de metaboliet M1 beschikbaar was, konden met het oog op de risicobeoordeling geen residudefinities worden afgeleid; bijgevolg kon de beoordeling van het risico voor de consument bij inname via de voeding niet worden voltooid en konden geen maximumresidugehalten worden vastgesteld. Voorts kon de EFSA op basis van de beschikbare informatie niet uitsluiten dat bij de toepassing van waterbehandelingsprocessen op oppervlaktewater en grondwater dat thiram en zijn metaboliet DMCS bevat, N,N-dimethylnitrosamine (NDMA) in drinkwater wordt gevormd, een tot bezorgdheid aanleiding gevende stof gezien het intrinsieke gevaar ervan; bovendien heeft de EFSA op basis van de beperkte beschikbare informatie geconcludeerd dat blootstelling aan DMCS een hoog risico vormt voor in het water levende organismen. Tevens kon de EFSA op basis van de beschikbare informatie geen conclusie bereiken over het hormoonontregelend vermogen van thiram.

(9)

De Commissie heeft de aanvrager verzocht zijn opmerkingen over de conclusie van de EFSA in te dienen. Overeenkomstig artikel 14, lid 1, derde alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 heeft de Commissie de aanvrager ook verzocht opmerkingen over het ontwerpverlengingsverslag in te dienen. De aanvrager heeft zijn opmerkingen ingediend en deze zijn zorgvuldig onderzocht.

(10)

Ondanks de argumenten van de aanvrager blijven de problemen in verband met de stof echter bestaan.

(11)

Bijgevolg is met betrekking tot een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel niet vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan. Het is dan ook passend de goedkeuring van de werkzame stof thiram overeenkomstig artikel 20, lid 1, onder b), van die verordening niet te verlengen.

(12)

Op 18 mei 2018 heeft de aanvrager in een brief aan de Commissie verzocht om de representatieve gebruiksdoeleinden met betrekking tot gebruik als bladspuitmiddel uit de aanvraag tot verlenging te schrappen.

(13)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(14)

Rekening houdend met het geconstateerde risico voor vogels en in het wild levende zoogdieren van behandelde zaden, moet het in de handel brengen en het gebruik van zaden die met gewasbeschermingsmiddelen die thiram bevatten zijn behandeld, worden verboden.

(15)

Het verbod op het in de handel brengen en het gebruik van behandelde zaden moet van toepassing zijn met ingang van 31 januari 2020, zodat er een voldoende lange overgangsperiode is voor de toeleveringsketen van zaden, rekening houdend met de beperkte beschikbaarheid van zaden die niet zijn behandeld met producten die thiram bevatten.

(16)

De lidstaten moeten voldoende tijd krijgen om de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die thiram bevatten, in te trekken.

(17)

Indien de lidstaten voor gewasbeschermingsmiddelen die thiram bevatten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 een respijtperiode toestaan, moet die periode uiterlijk op 30 april 2019 aflopen voor gewasbeschermingsmiddelen die worden gebruikt als bladspuitmiddel, en uiterlijk op 30 januari 2020 voor andere gewasbeschermingsmiddelen, met inbegrip van die welke worden gebruikt voor de behandeling van zaad.

(18)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/524 van de Commissie (7) is de geldigheidsduur voor thiram tot en met 30 april 2019 verlengd opdat de verlengingsprocedure vóór het verstrijken van de goedkeuring van die stof kan worden voltooid. Aangezien er echter vóór die verlengde vervaldatum een besluit is genomen, moet deze verordening zo snel mogelijk van toepassing worden.

(19)

Deze verordening laat de mogelijkheid om een nieuwe aanvraag voor de goedkeuring van thiram in te dienen overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 onverlet.

(20)

Het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders heeft binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn geen advies uitgebracht. Een uitvoeringshandeling werd nodig geacht en de voorzitter heeft de ontwerpuitvoeringshandeling voor verder beraad aan het comité van beroep voorgelegd. Het comité van beroep heeft geen advies uitgebracht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Niet-verlenging van de goedkeuring van een werkzame stof

De goedkeuring van de werkzame stof thiram wordt niet verlengd.

Artikel 2

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

In deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt de vermelding over thiram in rij 73 geschrapt.

Artikel 3

Verbod op het in de handel brengen van behandelde zaden

Zaden die zijn behandeld met gewasbeschermingsmiddelen die thiram bevatten, mogen niet worden gebruikt of in de handel worden gebracht.

Artikel 4

Overgangsmaatregelen

De lidstaten trekken alle toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof thiram bevatten uiterlijk op 30 januari 2019 in.

Artikel 5

Respijtperiode

Door de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 toegestane respijtperioden moeten zo kort mogelijk zijn en uiterlijk op 30 april 2019 aflopen voor gewasbeschermingsmiddelen die worden gebruikt als bladspuitmiddel, en uiterlijk op 30 januari 2020 voor andere gewasbeschermingsmiddelen, met inbegrip van die welke worden gebruikt voor de behandeling van zaad.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3 is van toepassing met ingang van 31 januari 2020.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 oktober 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  Richtlijn 2003/81/EG van de Commissie van 5 september 2003 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde molinaat, thiram en ziram op te nemen als werkzame stof (PB L 224 van 6.9.2003, blz. 29).

(3)  Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26).

(6)  EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), 2016. Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance thiram. EFSA Journal 2017; 15(7):4700 [29 blz.]. doi:10.2903/j.efsa.2017.4700.

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/524 van de Commissie van 28 maart 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen Bacillus subtilis (Cohn 1872) stam QST 713, identiek met stam AQ 713, clodinafop, clopyralid, cyprodinil, dichloorprop-P, fosetyl, mepanipyrim, metconazool, metrafenon, pirimicarb, Pseudomonas chlororaphis stam MA 342, pyrimethanil, quinoxyfen, rimsulfuron, spinosad, thiacloprid, thiamethoxam, thiram, tolclofos-methyl, triclopyr, trinexapac, triticonazool en ziram (PB L 88 van 4.4.2018, blz. 4).


Top