(1)

Bij Richtlijn 2010/17/EU van de Commissie (2) is de werkzame stof malathion opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3) betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, op voorwaarde dat de betrokken lidstaten er zorg voor dragen dat de aanvrager op wiens verzoek malathion is goedgekeurd onder meer nadere bevestigende informatie indient over het acute en langetermijnrisico voor insectenetende vogels.

(2)

De in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen worden geacht te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 en zijn opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (4).

(3)

Op 25 april 2012 heeft de aanvrager binnen de voor de indiening vastgestelde termijn aanvullende informatie ingediend bij de lidstaat-rapporteur, het Verenigd Koninkrijk, om daarmee aan de vereisten van bevestigende gegevens te voldoen met betrekking tot de beoordeling van het risico voor de consument en de beoordeling van het acute en langetermijnrisico voor insectenetende vogels en de kwantificering van de respectieve potentie van malaoxon en malathion.

(4)

Het Verenigd Koninkrijk heeft de door de aanvrager ingediende aanvullende informatie beoordeeld en zijn beoordeling op 11 mei 2015, in de vorm van een addendum bij het ontwerpbeoordelingsverslag, ingediend bij de andere lidstaten, de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA).

(5)

De andere lidstaten, de aanvrager en de EFSA zijn geraadpleegd en hun is gevraagd opmerkingen over de beoordeling van de lidstaat-rapporteur in te dienen. De EFSA heeft op 2 februari 2016 een technisch verslag met een samenvatting van het resultaat van dit overleg over malathion bekendgemaakt (5).

(6)

Het ontwerpbeoordelingsverslag, het addendum en het technisch verslag van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders onderzocht en in januari 2018 afgerond in de vorm van een evaluatieverslag van de Commissie voor malathion.

(7)

De Commissie heeft de aanvrager verzocht zijn opmerkingen over het evaluatieverslag voor malathion in te dienen. De aanvrager heeft zijn opmerkingen ingediend en deze zijn zorgvuldig onderzocht.

(8)

De door de aanvrager ingediende informatie is echter ontoereikend en de Commissie kan aan de hand daarvan niet concluderen dat het niveau van de acute en langetermijnrisico's voor vogels als gevolg van het gebruik van malathion aanvaardbaar is. Afgezien van de beperking van het gebruik tot de toepassing in kassen zijn er bovendien geen andere risicobeperkende maatregelen waarmee het risico op een realistische manier kan worden beperkt.

(9)

Rekening houdend met het geconstateerde risico voor vogels is het derhalve wenselijk de voorwaarden voor het gebruik van malathion verder te beperken en de toepassing ervan met name te beperken tot kassen met een permanente structuur. De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De lidstaten moeten voldoende tijd krijgen om de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die malathion bevatten, te wijzigen of in te trekken.

(11)

Als de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 een respijtperiode toekennen voor gewasbeschermingsmiddelen die malathion bevatten, moet deze periode uiterlijk op 29 januari 2020 aflopen.

(12)

Het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders heeft binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn geen advies uitgebracht. Een uitvoeringshandeling werd nodig geacht en de voorzitter heeft de ontwerpuitvoeringshandeling voor verder beraad aan het comité van beroep voorgelegd. Het comité van beroep heeft geen advies uitgebracht,