This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32018R0055
Commission Implementing Regulation (EU) 2018/55 of 9 January 2018 amending Implementing Regulation (EU) 2015/1998 as regards adding the Republic of Singapore to the third countries recognised as applying security standards equivalent to the common basic standards on civil aviation security (Text with EEA relevance. )
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/55 van de Commissie van 9 januari 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 wat betreft de toevoeging van de Republiek Singapore aan de lijst van derde landen waarvan de beveiligingsnormen als gelijkwaardig aan de gemeenschappelijke basisnormen voor de beveiliging van de burgerluchtvaart worden erkend (Voor de EER relevante tekst. )
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/55 van de Commissie van 9 januari 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 wat betreft de toevoeging van de Republiek Singapore aan de lijst van derde landen waarvan de beveiligingsnormen als gelijkwaardig aan de gemeenschappelijke basisnormen voor de beveiliging van de burgerluchtvaart worden erkend (Voor de EER relevante tekst. )
C/2017/8858
PB L 10 van 13.1.2018, p. 5–8
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
13.1.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 10/5 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/55 VAN DE COMMISSIE
van 9 januari 2018
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 wat betreft de toevoeging van de Republiek Singapore aan de lijst van derde landen waarvan de beveiligingsnormen als gelijkwaardig aan de gemeenschappelijke basisnormen voor de beveiliging van de burgerluchtvaart worden erkend
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002 (1), en met name artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 van de Commissie (2) bevat een lijst van derde landen waarvan de beveiligingsnormen als gelijkwaardig worden erkend aan de gemeenschappelijke basisnormen voor de beveiliging van de burgerluchtvaart tegen wederrechtelijke daden die een gevaar vormen voor de veiligheid van de burgerluchtvaart. |
(2) |
De Commissie heeft vastgesteld dat ook de Republiek Singapore voldoet aan de criteria voor het erkennen van de gelijkwaardigheid van beveiligingsnormen van derde landen zoals bedoeld in deel E van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 272/2009 van de Commissie (3). |
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
Er moet worden voorzien in een geschikte termijn alvorens deze verordening van toepassing wordt, aangezien wijzigingen van de vluchtuitvoeringen en/of infrastructuur op luchthavens noodzakelijk kunnen zijn. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de beveiliging van de burgerluchtvaart, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 6 februari 2018.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 9 januari 2018.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Violeta BULC
Lid van de Commissie
(1) PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72.
(2) PB L 299 van 14.11.2015, blz. 1.
(3) Verordening (EG) nr. 272/2009 van de Commissie van 2 april 2009 ter aanvulling van de in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde gemeenschappelijke basisnormen voor de beveiliging van de burgerluchtvaart (PB L 91 van 3.4.2009, blz. 7).
BIJLAGE
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In hoofdstuk 3 wordt aanhangsel 3-B vervangen door: „AANHANGSEL 3-B BEVEILIGING VAN LUCHTVAARTUIGEN DERDE LANDEN EN ANDERE LANDEN EN TERRITORIA WAAROP, OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 355 VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE, TITEL VI VAN DEEL DRIE VAN DAT VERDRAG NIET VAN TOEPASSING IS EN WAARVAN DE BEVEILIGINGSNORMEN ALS GELIJKWAARDIG AAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE BASISNORMEN INZAKE BEVEILIGING VAN DE BURGERLUCHTVAART WORDEN ERKEND Met betrekking tot de beveiliging van luchtvaartuigen wordt erkend dat de volgende derde landen en landen en territoria waarop, overeenkomstig artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, titel VI van deel drie van dat Verdrag niet van toepassing is, beveiligingsnormen toepassen die gelijkwaardig zijn aan de gemeenschappelijke basisnormen inzake beveiliging van de burgerluchtvaart:
De Commissie moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onverwijld in kennis stellen wanneer zij over informatie beschikt dat de door het derde land of ander land of territorium gehanteerde normen voor de beveiliging die een belangrijk effect hebben op het algehele niveau van de luchtvaartbeveiliging in de EU, niet langer gelijkwaardig zijn aan de gemeenschappelijke basisnormen van de Unie. De Commissie moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onverwijld in kennis stellen wanneer zij over informatie beschikt inzake maatregelen, met inbegrip van compenserende maatregelen, waaruit blijkt dat de gelijkwaardigheid van de betrokken, door het derde land of ander land of territorium toegepaste beveiligingsnormen is hersteld.”. |
2) |
In hoofdstuk 4 wordt aanhangsel 4-B vervangen door: „AANHANGSEL 4-B PASSAGIERS EN HANDBAGAGE DERDE LANDEN EN ANDERE LANDEN EN TERRITORIA WAAROP, OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 355 VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE, TITEL VI VAN DEEL DRIE VAN DAT VERDRAG NIET VAN TOEPASSING IS EN WAARVAN DE BEVEILIGINGSNORMEN ALS GELIJKWAARDIG AAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE BASISNORMEN INZAKE BEVEILIGING VAN DE BURGERLUCHTVAART WORDEN ERKEND Met betrekking tot passagiers en handbagage wordt erkend dat de volgende derde landen en landen en territoria waarop, overeenkomstig artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, titel VI van deel drie van dat Verdrag niet van toepassing is, beveiligingsnormen toepassen die gelijkwaardig zijn aan de gemeenschappelijke basisnormen inzake beveiliging van de burgerluchtvaart:
De Commissie moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onverwijld in kennis stellen wanneer zij over informatie beschikt dat de door het derde land of ander land of territorium gehanteerde normen voor de beveiliging die een belangrijk effect hebben op het algehele niveau van de luchtvaartbeveiliging in de EU, niet langer gelijkwaardig zijn aan de gemeenschappelijke basisnormen van de Unie. De Commissie moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onverwijld in kennis stellen wanneer zij over informatie beschikt inzake maatregelen, met inbegrip van compenserende maatregelen, waaruit blijkt dat de gelijkwaardigheid van de betrokken, door het derde land of ander land of territorium toegepaste beveiligingsnormen is hersteld.”. |
3) |
In hoofdstuk 5 wordt aanhangsel 5-A vervangen door: „AANHANGSEL 5-A RUIMBAGAGE DERDE LANDEN EN ANDERE LANDEN EN TERRITORIA WAAROP, OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 355 VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE, TITEL VI VAN DEEL DRIE VAN DAT VERDRAG NIET VAN TOEPASSING IS EN WAARVAN DE BEVEILIGINGSNORMEN ALS GELIJKWAARDIG AAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE BASISNORMEN INZAKE BEVEILIGING VAN DE BURGERLUCHTVAART WORDEN ERKEND Met betrekking tot ruimbagage wordt erkend dat de volgende derde landen en landen en territoria waarop, overeenkomstig artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, titel VI van deel drie van dat Verdrag niet van toepassing is, beveiligingsnormen toepassen die gelijkwaardig zijn aan de gemeenschappelijke basisnormen inzake beveiliging van de burgerluchtvaart:
De Commissie moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onverwijld in kennis stellen wanneer zij over informatie beschikt dat de door het derde land of ander land of territorium gehanteerde normen voor de beveiliging die een belangrijk effect hebben op het algehele niveau van de luchtvaartbeveiliging in de EU, niet langer gelijkwaardig zijn aan de gemeenschappelijke basisnormen van de Unie. De Commissie moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onverwijld in kennis stellen wanneer zij over informatie beschikt inzake maatregelen, met inbegrip van compenserende maatregelen, waaruit blijkt dat de gelijkwaardigheid van de betrokken, door het derde land of ander land of territorium toegepaste beveiligingsnormen is hersteld.”. |