EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018D1492

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1492 van de Raad van 2 oktober 2018 waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel te treffen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

ST/11373/2018/INIT

PB L 252 van 8.10.2018, p. 42–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2018

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2018/1492/oj

8.10.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 252/42


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1492 VAN DE RAAD

van 2 oktober 2018

waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel te treffen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG is de belastingplichtige die een belastbare goederenlevering of dienst verricht, in de regel ook de persoon die tot voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) aan de belastingautoriteiten is gehouden.

(2)

Op grond van artikel 199 bis, lid 1, onder j), van Richtlijn 2006/112/EG kunnen de lidstaten bepalen dat de btw ter zake van leveringen van halfafgewerkte ferro- en non-ferrometalen moet worden voldaan door de belastingplichtige aan wie de leveringen worden verricht („verleggingsregeling”). Letland heeft zelf geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.

(3)

Letland heeft recent een hoog risico op btw-fraude ontdekt in de sector van halfafgewerkte ferro- en non-ferrometalen en zou daarom graag de verleggingsregeling invoeren voor binnenlandse leveringen van die producten.

(4)

Op grond van artikel 199 bis, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG kan de verleggingsregeling worden toegepast tot en met 31 december 2018 voor een minimumperiode van twee jaar. Aangezien niet langer kan worden voldaan aan de minimumeis van twee jaar, kan Letland de verleggingsregeling niet toepassen op basis van artikel 199 bis, lid 1, onder j), van die richtlijn.

(5)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 9 april 2018, heeft Letland overeenkomstig artikel 395, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG verzocht om machtiging tot het treffen van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 193 van die richtlijn, teneinde de ontvanger van leveringen van halfafgewerkte ferro- en non-ferrometalen tot voldoening van de btw te kunnen houden.

(6)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 4 mei 2018 van het verzoek van Letland in kennis gesteld. Bij brief van 7 mei 2018 heeft de Commissie Letland ervan in kennis gesteld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(7)

Volgens de door Letland verstrekte informatie zijn er fraudeconstructies in de sector van de metaalproducten vastgesteld. Hoewel Letland een reeks klassieke maatregelen heeft genomen om de btw-fraude te bestrijden, acht het land het nodig om de verleggingsregeling in te voeren voor leveringen van halfafgewerkte ferro- en non-ferrometalen, teneinde te vermijden dat de overheid btw-inkomsten derft.

(8)

Letland moet daarom worden gemachtigd om de verleggingsregeling gedurende een beperkte tijd toe te passen op leveringen van halfafgewerkte ferro- en non-ferrometalen.

(9)

De bijzondere maatregel heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Letland ter zake van de leveringen van halfafgewerkte ferro- en non-ferrometalen gemachtigd de ontvanger van de leveringen aan te wijzen als de tot voldoening van de btw gehouden persoon.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van kennisgeving ervan.

Dit besluit verstrijkt op 31 december 2018.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Letland.

Gedaan te Luxemburg, 2 oktober 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

H. LÖGER


(1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.


Top