This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32018D0491
Commission Implementing Decision (EU) 2018/491 of 21 March 2018 on the compliance of the joint proposal submitted by the Member States concerned for the extension of the North Sea Mediterranean rail freight corridor with Article 5 of Regulation (EU) No 913/2010 of the European Parliament and of the Council (notified under document C(2018) 1634)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/491 van de Commissie van 21 maart 2018 betreffende de conformiteit van het gezamenlijk voorstel van de betrokken lidstaten tot verlenging van de goederencorridor Noordzee — Middellandse Zee met artikel 5 van Verordening (EU) nr. 913/2010 van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 1634)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/491 van de Commissie van 21 maart 2018 betreffende de conformiteit van het gezamenlijk voorstel van de betrokken lidstaten tot verlenging van de goederencorridor Noordzee — Middellandse Zee met artikel 5 van Verordening (EU) nr. 913/2010 van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 1634)
C/2018/1634
PB L 81 van 23.3.2018, p. 23–24
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
23.3.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 81/23 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/491 VAN DE COMMISSIE
van 21 maart 2018
betreffende de conformiteit van het gezamenlijk voorstel van de betrokken lidstaten tot verlenging van de goederencorridor Noordzee — Middellandse Zee met artikel 5 van Verordening (EU) nr. 913/2010 van het Europees Parlement en de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 1634)
(Slechts de teksten in de Engelse, de Franse en de Nederlandse taal zijn authentiek)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 913/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europese spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer (1), en met name artikel 5, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) nr. 913/2010 hebben de ministeries die bevoegd zijn voor spoorvervoer in België, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en het Verenigd Koninkrijk een intentieverklaring naar de Commissie gestuurd, die zij op 14 juni 2017 heeft ontvangen. De intentieverklaring is ook ondertekend door Zwitserland, dat op grond van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 913/2010 reeds als derde land betrokken is bij de verwezenlijking van die goederencorridor. In de intentieverklaring wordt voorgesteld de goederencorridor Noordzee — Middellandse Zee te verlengen tot Genève. |
(2) |
De Commissie heeft het in de intentieverklaring geformuleerde voorstel getoetst aan artikel 5, lid 6, van Verordening (EU) nr. 913/2010 en is van mening dat het voorstel om die hierna genoemde redenen in overeenstemming is met artikel 5 van die verordening. |
(3) |
Het voorstel beantwoordt aan de in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 913/2010 vastgestelde criteria. Het totaal aantal landen dat door de corridor wordt doorkruist, blijft identiek: zes, waarvan vijf EU-lidstaten. Het voorstel heeft geen impact op de algemene samenhang met de kernnetwerkcorridor Noordzee — Middellandse Zee. De voorgestelde verlenging spoort met het TEN-T-netwerk en voldoet aan de volgende eisen van het TEN-T: volledige elektrificatie van de hoofdsporen, een aslast van ten minste 22,5 ton, een lijnsnelheid van 100 km/h en geschikt voor treinen met een lengte van 740 meter. |
(4) |
Volgens de bij intentieverklaring gevoegde studie van de vervoersmarkt zal de voorgestelde verlenging het internationaal goederenvervoer per spoor doen groeien en een verschuiving van weg- naar spoorvervoer teweegbrengen dankzij de kortere route voor het vervoer van goederen en grondstoffen tussen Zwitserland en de Franse Middellandse Zeehavens, hetgeen aanzienlijke socio-economische voordelen zal opleveren dankzij de vermindering van de CO2-uitstoot en verkeerscongestie. |
(5) |
De voorgestelde verlenging spoort met de doelstelling van de ontwikkeling van een Europees spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer. De verlenging creëert verbindingen tussen belangrijke economische sectoren in de omgeving van Genève met de belangrijke Europese zeehavens van Amsterdam, Antwerpen, Duinkerke, Marseille, Rotterdam en Zeebrugge en versterkt de verbindingen tussen het TEN-T-netwerk en Zwitserland, een belangrijk derde land. |
(6) |
Overeenkomstig artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) nr. 913/2010 zijn de betrokken infrastructuurbeheerders en aanvragers geraadpleegd over dit voorstel tot verlenging. |
(7) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) nr. 913/2010 opgerichte comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het voorstel in de op 14 juni 2017 ontvangen intentieverklaring betreffende de verlenging van de goederencorridor Noordzee — Middellandse Zee tot Genève, dat gezamenlijk bij de Commissie is ingediend door de ministeries die bevoegd zijn voor het spoorvervoer in België, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland, is in overeenstemming met artikel 5 van Verordening (EU) nr. 913/2010.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Zwitserse Bondsstaat.
Gedaan te Brussel, 21 maart 2018.
Voor de Commissie
Violeta BULC
Lid van de Commissie
(1) PB L 276 van 20.10.2010, blz. 22.