Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017R2300

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2300 van de Commissie van 12 december 2017 tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/82 ingestelde antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van citroenzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China, door de invoer van citroenzuur verzonden vanuit Cambodja, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Cambodja, en tot onderwerping van deze invoer aan registratie

C/2017/8330

PB L 329 van 13.12.2017, p. 39–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 14/09/2018; opgeheven door 32018R1236

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2017/2300/oj

13.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/39


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2300 VAN DE COMMISSIE

van 12 december 2017

tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/82 ingestelde antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van citroenzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China, door de invoer van citroenzuur verzonden vanuit Cambodja, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Cambodja, en tot onderwerping van deze invoer aan registratie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1), en met name artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5,

Na kennisgeving aan de lidstaten,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   VERZOEK

(1)

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft een verzoek ontvangen op grond van artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1036 („de basisverordening”) om een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld op de invoer van citroenzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China en om de invoer van citroenzuur verzonden uit Cambodja, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Cambodja, aan registratie te onderwerpen.

(2)

Het verzoek is op 30 oktober 2017 ingediend door de Europese bedrijfstak die citroenzuur produceert.

B.   PRODUCT

(3)

Het product waar het bij de mogelijke ontwijking om gaat, is citroenzuur (inclusief trinatriumcitraat-dihydraat), ingedeeld onder de GN-codes ex 2918 14 00 (Taric-code 2918140090) en ex 2918 15 00 (Taric-code 2918150019), van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken product”).

(4)

Het onderzochte product is hetzelfde als het product dat in de vorige overweging is gedefinieerd, maar wordt verzonden vanuit Cambodja, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Cambodja, momenteel ingedeeld onder dezelfde GN-codes als het betrokken product („het onderzochte product”).

C.   BESTAANDE MAATREGELEN

(5)

De thans geldende maatregelen die mogelijk worden ontweken, zijn de antidumpingmaatregelen die ten aanzien van het betrokken product zijn ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/82 van de Commissie (2) („de bestaande maatregelen”).

D.   MOTIVERING

(6)

Het verzoek bevat voldoende bewijsmateriaal dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van het betrokken product worden ontweken door de invoer van het onderzochte product, verzonden vanuit Cambodja.

(7)

Het volgende bewijsmateriaal werd overgelegd.

(8)

In het verzoek wordt aangetoond dat na de instelling van maatregelen ten aanzien van het betrokken product een grote verandering in de structuur van de uitvoer uit de Volksrepubliek China en Cambodja naar de Unie heeft plaatsgevonden en dat hiervoor, afgezien van de instelling van het antidumpingrecht, onvoldoende reden of economische rechtvaardiging bestaat.

(9)

Deze verandering is kennelijk het gevolg van de overlading, al dan niet na minimale bewerking, van het betrokken product van oorsprong uit de Volksrepubliek China via Cambodja naar de Unie.

(10)

Verder bevat het verzoek voldoende bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de corrigerende werking van de thans voor het betrokken product geldende antidumpingmaatregelen wordt ondermijnd, zowel wat de hoeveelheden als wat de prijzen betreft. In plaats van het betrokken product blijken aanzienlijke hoeveelheden van het onderzochte product te worden ingevoerd. Bovendien is er voldoende bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product plaatsvindt tegen prijzen die lager zijn dan de geen schade veroorzakende prijs die werd vastgesteld in het kader van het onderzoek dat tot de bestaande maatregelen heeft geleid.

(11)

Tot slot bevat het verzoek voldoende bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de prijzen van het onderzochte product dumpingprijzen zijn ten opzichte van de normale waarde die eerder voor het betrokken product is vastgesteld.

(12)

Mocht in de loop van het onderzoek blijken dat er, afgezien van overlading, nog andere in artikel 13 van de basisverordening vermelde ontwijkingspraktijken via Cambodja worden toegepast, kan het onderzoek ook tot die praktijken worden uitgebreid.

(13)

In het verzoek wordt verder uiteengezet dat registratie overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat de doeltreffende bescherming door de bestaande antidumpingmaatregel niet wordt ingeperkt.

E.   PROCEDURE

(14)

Gezien het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaal is om overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de basisverordening een onderzoek te openen en overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening de invoer van de onderzochte producten te laten registreren.

a)   Vragenlijsten

(15)

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de haar bekende producenten-exporteurs en verenigingen van producenten-exporteurs in Cambodja, aan de haar bekende importeurs en verenigingen van importeurs in de Unie alsmede aan de autoriteiten van Cambodja en de Volksrepubliek China. Zo nodig kunnen ook inlichtingen worden ingewonnen bij de bedrijfstak van de Unie.

(16)

In ieder geval moeten alle belanghebbenden binnen de in artikel 3 van deze verordening gestelde termijn contact opnemen met de Commissie en binnen de in artikel 3, lid 1, van deze verordening gestelde termijn een vragenlijst aanvragen, aangezien de in artikel 3, lid 2, van deze verordening gestelde termijn voor alle belanghebbenden geldt.

(17)

De autoriteiten van Cambodja en de Volksrepubliek China zullen van de opening van het onderzoek in kennis worden gesteld.

b)   Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

(18)

Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en bewijsmateriaal in te dienen. Voorts kan de Commissie belanghebbenden horen, mits zij daar schriftelijk om verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen.

c)   Vrijstelling van registratie bij invoer of vrijstelling van maatregelen

(19)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening kan de invoer van de onderzochte producten van registratie of maatregelen worden vrijgesteld indien de invoer geen ontwijking inhoudt.

(20)

Aangezien de mogelijke ontwijking buiten de Unie plaatsvindt, kan overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening vrijstelling worden verleend aan producenten van het onderzochte product in Cambodja die kunnen aantonen dat zij niet verbonden zijn (3) met de producenten waarop de bestaande maatregelen van toepassing zijn (4), en die niet betrokken blijken te zijn bij ontwijkingspraktijken zoals beschreven in artikel 13, leden 1 en 2, van de basisverordening. Producenten die een vrijstelling wensen te krijgen, moeten binnen de in artikel 3, lid 3, van deze verordening vermelde termijn een voldoende met bewijsmateriaal gestaafd verzoek daartoe indienen.

F.   REGISTRATIE

(21)

Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening moet de invoer van het onderzochte product worden geregistreerd zodat, indien bij het onderzoek blijkt dat er van ontwijking sprake is, een passend bedrag aan antidumpingrechten kan worden geheven vanaf de datum waarop de registratie van de invoer verplicht werd.

G.   TERMIJNEN

(22)

Met het oog op een behoorlijk bestuur moeten termijnen worden vastgesteld waarbinnen:

belanghebbenden zich bij de Commissie kenbaar kunnen maken, hun standpunt schriftelijk kunnen uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en alle andere gegevens die zij voor het onderzoek nuttig achten, kunnen indienen;

producenten in Cambodja om vrijstelling van registratie bij invoer of van maatregelen kunnen verzoeken;

belanghebbenden schriftelijk kunnen verzoeken om door de Commissie te worden gehoord.

(23)

De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de in artikel 3 van deze verordening gestelde termijnen bij de Commissie kenbaar maakt.

H.   NIET-MEDEWERKING

(24)

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

(25)

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

(26)

Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

(27)

Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

I.   TIJDSCHEMA VOOR HET ONDERZOEK

(28)

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de basisverordening uiterlijk negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening afgesloten.

J.   VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

(29)

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (5).

K.   RAADADVISEUR-AUDITEUR

(30)

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

(31)

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed.

(32)

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Op grond van artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1036 wordt een onderzoek geopend om vast te stellen of bij de invoer in de Unie van citroenzuur (inclusief trinatriumcitraat-dihydraat), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 2918 14 00 (Taric-code 2918140020) en ex 2918 15 00 (Taric-code 2918150013), verzonden vanuit Cambodja, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Cambodja, de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/82 ingestelde maatregelen worden ontweken.

Artikel 2

De douaneautoriteiten nemen overeenkomstig artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1036 passende maatregelen om de invoer in de Unie van de in artikel 1 van deze verordening omschreven goederen te registreren.

De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd.

De Commissie kan de douaneautoriteiten bij verordening opdragen de registratie van de invoer in de Unie te beëindigen voor producten die zijn vervaardigd door producenten die een vrijstelling van registratie hebben aangevraagd en van wie is vastgesteld dat zij aan de voorwaarden voor een vrijstelling voldoen.

Artikel 3

1.

Belanghebbenden moeten contact opnemen met de Commissie en de betrokken vragenlijsten bij de Commissie opvragen binnen 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

2.

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders bepaald, binnen 37 dagen na de datum van ontvangst van de vragenlijst, hun standpunt schriftelijk uiteenzetten en de Commissie de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens doen toekomen.

3.

Producenten in Cambodja die een vrijstelling van registratie bij invoer of van de maatregelen wensen te krijgen, moeten binnen dezelfde termijn van 37 dagen een voldoende met bewijsmateriaal gestaafd verzoek daartoe indienen.

4.

Binnen dezelfde termijn van 37 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen om door de Commissie te worden gehoord.

5.

Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken, moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

6.

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in deze verordening gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (6). De partijen die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht het verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden. Wanneer de partij die de informatie indient, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling opgeeft, kan de Commissie die informatie als niet-vertrouwelijk behandelen.

7.

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Als een belanghebbende die vertrouwelijke inlichtingen verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

8.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/039

1040 Brussel

BELGIË

E-mail: TRADE-CITRIC-ACID-DUMPING@ec.europa.eu

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 december 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/82 van de Commissie van 21 januari 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op citroenzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad in verband met het vervallen van de maatregelen, en van gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoeken overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 (PB L 15 van 22.1.2015, blz. 8).

(3)  Overeenkomstig artikel 127 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558), worden twee personen geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn in de onderneming van de andere persoon; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) een derde partij 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of de aandelen van beiden direct of indirect bezit, houdt of daarover zeggenschap heeft; e) een van hen direct of indirect zeggenschap over de ander heeft; f) een derde persoon direct of indirect zeggenschap over beiden heeft; g) beiden direct of indirect zeggenschap over een derde persoon hebben, of h) zij tot dezelfde familie behoren. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzusters. In deze context worden onder „personen” zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.

(4)  Zelfs indien producenten in bovenbedoelde zin verbonden zijn met ondernemingen waarvoor de maatregelen gelden die van kracht zijn ten aanzien van de invoer van oorsprong uit de Volksrepubliek China, kan hun toch vrijstelling worden verleend als er geen bewijs is dat die banden met de ondernemingen waarvoor de oorspronkelijke maatregelen gelden, zijn gevestigd of gebruikt om de oorspronkelijke maatregelen te ontwijken.

(5)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(6)  Een „Limited”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EU) 2016/1036 en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst). Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).


Top