10.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 292/55

(1)

De Commissie heeft haar goedkeuring gehecht aan Verordening (EG) nr. 951/2007 (2) tot vaststelling van de uitvoeringsvoorschriften voor de programma's voor grensoverschrijdende samenwerking die worden gefinancierd in het kader van Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(2)

Gezien de uitgestelde start van de programma's voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument werd de uitvoeringsfase voor projecten als bedoeld in artikel 43, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 951/2007 bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 435/2011 van de Commissie (4) verlengd van 31 december 2014 tot en met 31 december 2015. Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1343/2014 van de Commissie (5) werden de afsluitingsfase en de relevante bepalingen als vastgesteld in artikel 43, lid 1, lid 2, onder c), en het nieuwe lid 3 van Verordening (EU) nr. 951/2007 dienovereenkomstig aangepast en verlengd tot en met 31 december 2017.

(3)

Teneinde de rechtszekerheid voor de deelnemende landen te garanderen, is het passend specifieke regelingen en procedures vast te stellen voor afsluiting en vrijstellingen door de gemeenschappelijke beheersautoriteiten, met naleving van de beginselen van gelijke behandeling, transparantie, gezond financieel beheer en evenredigheid.

(4)

De gemeenschappelijke beheersautoriteit kan zonder voorafgaande toestemming van de Commissie afzien van invordering, in specifieke gevallen die in bijzondere instructies door de Commissie moeten worden vastgesteld, en overeenkomstig de beginselen van gezond financieel beheer en evenredigheid.

(5)

De uiterste datum van 31 december 2017 die is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 951/2007 als gewijzigd, kan niet worden gehaald ten gevolge van de opeenstapeling van vertragingen en de complexiteit van de afsluitingsprocedure. De uiterste datum dient derhalve te worden verlengd tot uiterlijk 36 maanden na indiening van het eindverslag.

(6)

Er dient rekening mee te worden gehouden dat de Commissie de uiterste datum voor de afsluiting van gezamenlijke operationele programma's mogelijk niet kan respecteren in het geval van gerechtelijke of andere onderzoeken en bij overmacht.

(7)

Om ervoor te zorgen dat de in deze verordening opgenomen maatregelen meteen kunnen worden toegepast, dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(8)

De maatregelen waarin deze verordening voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het bij Verordening (EU) nr. 232/2014 ingestelde comité.

(9)

Verordening (EG) nr. 951/2007 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

1)

Artikel 27, lid 5, wordt vervangen door:

„5.   De gemeenschappelijke beheersautoriteit moet al het nodige doen om ervoor te zorgen dat de bedragen een jaar na de afgifte van de invorderingsopdracht zijn terugbetaald. Zij ziet er met name op toe dat de schuldvordering zeker, vaststaand en invorderbaar is. Wanneer de gemeenschappelijke beheersautoriteit overweegt van het invorderen van een vastgestelde schuldvordering af te zien, verifieert zij of dit regelmatig is en strookt met het beginsel van goed financieel beheer en het evenredigheidsbeginsel. Het besluit om van de invordering af te zien moet worden gemotiveerd en voor voorafgaande toestemming aan het gemeenschappelijk comité van toezicht en de Commissie worden voorgelegd. Op grond van passende instructies van de Commissie kan van voorafgaande toestemming door de Commissie worden afgezien.”.

2)

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

3)

Aan artikel 46 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   Indien de gemeenschappelijke beheersautoriteit geen eindbedragen heeft kunnen declareren bij de Commissie:

dan is de uiterste datum van de looptijd, als vastgesteld in artikel 43, lid 1, niet van toepassing op het onderdeel van het programma waarop punt a) of b) van dit lid betrekking heeft.”.