15.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 237/1

(1)

Besluit nr. 445/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) beoogt de rijkdom en diversiteit van culturen in Europa te beschermen en te bevorderen en hun gemeenschappelijke kenmerken voor het voetlicht te brengen, alsmede het gevoel van verbondenheid met een gemeenschappelijke culturele ruimte bij de burgers te versterken, en zodoende het wederzijdse begrip en de interculturele dialoog aan te moedigen en de nadruk te leggen op het gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Dat besluit beoogt tevens de bijdrage van cultuur aan de langetermijnontwikkeling van steden, en eventueel van de omringende gebieden, te stimuleren overeenkomstig hun respectieve strategieën en prioriteiten, ter ondersteuning van slimme, duurzame en inclusieve groei.

(2)

Culturele hoofdsteden van Europa leveren een cruciale bijdrage aan het bevorderen van de waarden van de Unie.

(3)

Netwerkactiviteiten tussen steden waaraan de titel van Culturele hoofdstad van Europa in het verleden, het heden en de toekomst is/zal worden toegekend, moeten verder worden aangemoedigd om de uitwisseling van ervaringen en goede werkmethoden te stimuleren.

(4)

Besluit nr. 445/2014/EU bepaalt dat uitsluitend steden uit een lidstaat, uit een kandidaat-lidstaat of uit een potentiële kandidaat-lidstaat, of, met inachtneming van de voorwaarden in dat besluit, uit een land dat tot de Unie toetreedt, toegang hebben tot de actie van de Unie voor het evenement Culturele Hoofdsteden van Europa (de „actie”).

(5)

Voor het aanhalen van de culturele banden tussen landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (3) („EVA/EER-landen”) en de Unie, moet de actie onder voorwaarden ook openstaan voor steden uit die landen, overeenkomstig die overeenkomst.

(6)

Om redenen van billijkheid jegens de steden in de lidstaten die aan de actie deelnemen, mogen steden in de EVA/EER-landen gedurende de periode die Besluit nr. 445/2014/EU bestrijkt, namelijk van 2020 tot 2033, echter slechts aan één competitie voor de titel deelnemen. Om redenen van billijkheid jegens de lidstaten mag elk EVA/EER-land tijdens die periode slechts eenmaal houder van de titel zijn, en hetzelfde geldt voor kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten.

(7)

Omdat de oproepen tot kandidaatstelling uiterlijk zes jaar vóór het jaar van de titel moeten worden gepubliceerd, moet een kandidaat-lidstaat, een potentiële kandidaat-lidstaat of een EVA/EER-land in 2028 worden aangewezen als Culturele Hoofdstad van Europa in plaats van in 2027, zodat deze landen kunnen onderhandelen over hun deelname aan het programma van de Unie voor cultuur dat de opvolger zal zijn van het programma Creatief Europa in de periode van 2021 tot 2027.

(8)

Besluit nr. 445/2014/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

1)

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

2)

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

3)

In artikel 11 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   In het geval van EVA/EER-landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten wijst de Commissie één stad voor de titel aan in de desbetreffende jaren, op basis van de aanbevelingen in het selectieverslag van de jury, en stelt zij het Europees Parlement, de Raad en het Comité van de Regio's ten minste vier jaar vóór het jaar van de titel van die aanwijzing in kennis.”.

4)

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

5)

De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.