EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017D0916

Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2017/916 van de Raad van 29 mei 2017 tot uitvoering van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

PB L 139 van 30.5.2017, p. 49–61 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2017/916/oj

30.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 139/49


UITVOERINGSBESLUIT (GBVB) 2017/916 VAN DE RAAD

van 29 mei 2017

tot uitvoering van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

Gezien Besluit 2013/798/GBVB van de Raad van 23 december 2013 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (1), en met name artikel 2 quater,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 23 december 2013 Besluit 2013/798/GBVB vastgesteld.

(2)

Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens Resolutie 2127 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, heeft op 12 januari 2017 de gegevens met betrekking tot tien personen en twee entiteiten die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn, geactualiseerd.

(3)

De bijlage bij Besluit 2013/798/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Besluit 2013/798/GBVB wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij het onderhavige besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 29 mei 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

C. CARDONA


(1)  PB L 352 van 24.12.2013, blz. 51.


BIJLAGE

De vermeldingen met betrekking tot de onderstaande personen en entiteiten worden vervangen door de volgende vermeldingen:

„A.   Personen

1.   François Yangouvonda BOZIZÉ (alias: Bozize Yangouvonda)

Geboortedatum: 14 oktober 1946

Geboorteplaats: Mouila, Gabon

Nationaliteit: Centraal-Afrikaanse Republiek

Adres: Uganda

Datum plaatsing op de VN-lijst: 9 mei 2014

Overige informatie: Naam moeder: Martine Kofio. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5802796

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Bozizé is op 9 mei 2014 op grond van punt 36 van Resolutie 2134 (2014) op de lijst geplaatst omdat hij „heeft deelgenomen of steun verleend aan activiteiten die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid in de CAR ondermijnen”.

Aanvullende informatie

Bozizé was, met zijn medestanders, instigator van de aanval van 5 december 2013 op Bangui. Sindsdien zet hij zijn destabilisatiepogingen voort om de onrust in de hoofdstad te bestendigen. Naar verluidt was Bozizé de oprichter van de anti-balakamilitie (vóór zijn vlucht uit de CAR op 24 maart 2013). Bozizé heeft zijn milities in een communiqué opgeroepen verder wreedheden te begaan tegen het huidige regime en tegen de islamisten. Naar verluidt levert Bozizé financiële en materiële steun aan milities die het transitieproces willen saboteren en hem weer aan de macht willen brengen. De anti-balakamilitie bestaat voor het grootste deel uit Centraal-Afrikaanse strijdkrachten die zich na de staatsgreep op het platteland hadden verspreid en later door Bozizé zijn gereorganiseerd. Bozizé en zijn medestanders controleren meer dan de helft van de anti-balaka-eenheden.

Met semi-automatische oorlogsgeweren, mortieren en raketlanceerders uitgeruste aanhangers van Bozizé waren steeds vaker betrokken bij vergeldingsacties tegen de moslimbevolking in het land. Na de aanval van de anti-balaka in Bangui op 5 december 2013, waarbij meer dan 700 doden vielen, verslechterde de situatie in het land zienderogen.

2.   Nourredine ADAM (alias: a) Nureldine Adam; b) Nourreldine Adam; c) Nourreddine Adam; d) Mahamat Nouradine Adam)

Functie: a) generaal; b) minister van Veiligheid; c) directeur-generaal van het „Speciaal Comité voor de verdediging van de democratische verworvenheden”

Geboortedatum: a) 1970; b) 1969; c) 1971; d) 1 januari 1970

Geboorteplaats: Ndele, Centraal-Afrikaanse Republiek

Nationaliteit: Centraal-Afrikaanse Republiek Paspoortnr.: D00001184

Adres: Birao, Centraal-Afrikaanse Republiek

Datum plaatsing op de VN-lijst: 9 mei 2014

Overige informatie: Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5802798

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Nourredine is op 9 mei 2014 op grond van punt 36 van Resolutie 2134 (2014) op de lijst geplaatst omdat hij „heeft deelgenomen of steun verleend aan activiteiten die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid in de CAR ondermijnen”.

Aanvullende informatie

Noureddine is een van de oorspronkelijke leiders van de Seleka. Hij wordt aangeduid als generaal en als leider van een van de gewapende rebellengroepen van de Seleka, de Central PJCC, een groep die formeel bekend staat als Convention of Patriots for Justice and Peace, ook wel afgekort tot CPJP. Als voormalig hoofd van de „fundamentalistische” fractie van de Convention of Patriots for Justice and Peace (CPJP/F) was hij militair coördinator van de ex-Seleka bij offensieven tijdens de opstand in de Centraal-Afrikaanse Republiek van begin december 2012 tot maart 2013. Zonder de steun van Noureddine en de nauwe betrokkenheid van Tsjadische elitetroepen was de Seleka wellicht nooit in staat geweest de vroegere president van de CAR, François Bozizé, van macht te beroven.

Na de aanstelling van Catherine Samba-Panza tot interim-president op 20 januari 2014 werd hij een van de voornaamste architecten van de tactische terugtrekking van de Seleka op Sibut, waarbij hij het plan koestert in het noorden van het land een islamitisch bolwerk te vestigen. Hij had zijn troepen kennelijk aangespoord zich te verzetten tegen de bevelen van de overgangsregering en van de militaire aanvoerders van de internationale ondersteuningsmissie ten behoeve van de Centraal-Afrikaanse Republiek onder Afrikaanse leiding (MISCA). Noureddine is metterdaad aanvoerder van ex-Seleka, de voormalige Seleka-strijdkrachten die naar verluidt in september 2013 door Djotodia werden ontbonden; hij dirigeert operaties tegen christelijke gebieden en blijft de ex-Seleka in de CAR leiden en steunen.

Nourredine is op 9 mei 2014 ook op grond van punt 37 b) van Resolutie 2134 (2014) op de lijst geplaatst omdat hij „betrokken was bij het plannen, bevelen en plegen van schendingen van het internationale recht inzake de mensenrechten of van het internationale humanitaire recht”.

Toen de Seleka op 24 maart 2013 Bangui had ingenomen, werd Nourredine Adam minister voor Veiligheid, en vervolgens directeur-generaal van het „Speciaal comité voor de verdediging van de democratische verworvenheden” (Comité extraordinaire de défense des acquis démocratiques — CEDAD, een nu verdwenen inlichtingendienst van de CAR). Nourredine Adam gebruikte het CEDAD als zijn eigen politieke politie; deze heeft zich schuldig gemaakt aan talrijke willekeurige arrestaties, folteringen en standrechtelijke executies. Voorts is Nourredine een spilfiguur geweest bij de bloedige operatie in Boy Rabe. In augustus 2013 werd Boy Rabe, een buurt die als bastion van de aanhangers van François Bozizé en diens stam geldt, door Selekatroepen bestormd. Naar verluidt vermoordden zij tientallen burgers en trokken zij plunderend door het gebied, onder het voorwendsel verborgen wapens te zoeken. Toen ook andere buurten werden overvallen, vluchtten duizenden bewoners naar de internationale luchthaven, die wegens de aanwezigheid van Franse soldaten als veilige zone werd beschouwd, en bezetten zij de startbaan.

Nourredine is op 9 mei 2014 ook op grond van punt 37 d) van Resolutie 2134 (2014) op de lijst geplaatst omdat hij „gewapende groepen en criminele netwerken heeft gesteund door illegale exploitatie van natuurlijke hulpbronnen”.

Begin 2013 heeft Nourredine Adam een belangrijke rol gespeeld in de netwerken die de ex-Seleka financieren. Hij reisde naar Saudi-Arabië, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten om er fondsen voor de opstand te werven. Hij trad voor een Tsjadische bende op als facilitator bij een diamantzwendel tussen de Centraal-Afrikaanse Republiek en Tsjaad.

4.   Alfred YEKATOM (alias: a) Alfred Yekatom Saragba b) Alfred Ekatom c) Alfred Saragba d) Colonel Rombhot e) Colonel Rambo f) Colonel Rambot g) Colonel Rombot h) Colonel Romboh)

Functie: korporaal-chef van de Centraal-Afrikaanse strijdkrachten (Forces Armées Centrafricaines — FACA)

Geboortedatum: 23 juni 1976

Geboorteplaats: Centraal-Afrikaanse Republiek

Nationaliteit: Centraal-Afrikaanse Republiek

Adres: a) Mbaiki, provincie Lobaye, Centraal-Afrikaanse Republiek (tel. +236 72154707/+236 75094341) b) Bimbo, provincie Ombella-Mpoko, Centraal-Afrikaanse Republiek (vorige locatie)

Datum plaatsing op de VN-lijst: 20 augustus 2015

Overige informatie: Hij heeft het bevel gevoerd over een grote groep gewapende militieleden. Naam vader (adoptievader): Ekatom Saragba (andere schrijfwijze: Yekatom Saragba). Broer van Yves Saragba, een anti-Balakacommandant in Batalimo (provincie Lobaye) en voormalig FACA-soldaat. Fysieke beschrijving: zwarte ogen, kaal, zwarte huidskleur, 170 cm groot, 100 kg zwaar. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van INTERPOL/VN-Veiligheidsraad. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5891143

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Alfred Yekatom werd op 20 augustus 2015 uit hoofde van punt 11 van Resolutie 2196 (2015) op de lijst geplaatst van personen die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van de CAR ondermijnen, waaronder handelingen die een bedreiging van of inbreuk op overgangsovereenkomsten vormen, of die het politieke overgangsproces bedreigen of verhinderen, onder meer een overgang naar vrije en eerlijke democratische verkiezingen, of die het geweld aanwakkeren”.

Aanvullende informatie:

Alfred Yekatom, ook bekend als Colonel Rombhot, is een militieleider van een factie van de anti-Balakabeweging, de zogeheten „Anti-Balakas uit het Zuiden”. Hij heeft de rang van korporaal-chef van de Centraal-Afrikaanse strijdkrachten (FACA).

Yekatom is actief betrokken geweest bij en heeft steun verleend aan handelingen die de vrede, de stabiliteit en de veiligheid van de Centraal-Afrikaanse Republiek ondermijnen, waaronder handelingen die overgangsovereenkomsten bedreigen, en die een bedreiging vormen voor het politieke overgangsproces. Yekatom heeft het bevel gevoerd over een grote groep gewapende militieleden in de nabijheid van PK9 in Bangui en in de steden Bimbo (provincie Ombella-Mpoko), Cekia, Pissa en Mbaiki (hoofdstad van de provincie Lobaye), en had zijn hoofdkwartier gevestigd in een bosbouwconcessiegebied in Batalimo.

Yekatom heeft de rechtstreekse controle uitgeoefend over een twaalftal controlepunten bemand door gemiddeld tien gewapende militieleden in legeruniformen die onder meer militaire aanvalsgeweren dragen, van de belangrijkste brug tussen Bimbo en Bangui tot Mbaiki (provincie Lobaye ) en van Pissa tot Batalimo (naast de grens met de Republiek Congo), en onrechtmatige belastingen heffen op particuliere auto's en motorfietsen, personenbusjes en vrachtwagens die bosbouwhulpbronnen uitvoeren naar Kameroen en Tsjaad, evenals op vaartuigen op de rivier Oubangui. Uit waarnemingen blijkt dat Yekatom een deel van deze onrechtmatige belastingen persoonlijk heeft geïnd. Yekatom en zijn milities zouden ook burgers hebben gedood.

5.   Habib SOUSSOU (alias: Soussou Abib)

Functie: a) coördinator van de anti-Balaka voor de provincie Lobaye; b), korporaal van de Centraal-Afrikaanse strijdkrachten (FACA)

Geboortedatum: 13 maart 1980

Geboorteplaats: Boda, Centraal-Afrikaanse Republiek

Nationaliteit: Centraal-Afrikaanse Republiek

Adres: Boda, Centraal-Afrikaanse Republiek (tel. + 236 72198628)

Datum plaatsing op de VN-lijst: 20 augustus 2015

Overige informatie: Hij werd benoemd tot zonecommandant (COMZONE) van Boda op 11 april 2014 en van de gehele provincie Lobaye op 28 juni 2014. Onder zijn bevel zijn gerichte moorden, gewelddadigheden en aanvallen tegen humanitaire organisaties en hulpverleners voortgezet. Fysieke beschrijving: bruine ogen, zwart haar, 160 cm groot, 60 kg zwaar. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van INTERPOL/VN-Veiligheidsraad. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5891199

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Habib Soussou werd op 20 augustus 2015 uit hoofde van punt 11 en punt 12 b) en e) van Resolutie 2196 (2015) op de lijst geplaatst van personen die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van de CAR ondermijnen, waaronder handelingen die een bedreiging van of inbreuk op overgangsovereenkomsten vormen, of die het politieke overgangsproces bedreigen of verhinderen, onder meer een overgang naar vrije en eerlijke democratische verkiezingen, of die het geweld aanwakkeren”; „betrokken zijn bij de planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, naargelang het geval, of die in de CAR een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder het gebruik van seksueel geweld, het viseren van burgers, etnisch of religieus gemotiveerde aanslagen, aanslagen op scholen en ziekenhuizen, ontvoering en gedwongen verplaatsing”; en „de levering van humanitaire bijstand aan de CAR of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in de CAR belemmeren”.

Aanvullende informatie:

Habib Soussou werd op 11 april 2014 benoemd tot anti-Balaka-zonecommandant (COMZONE) van Boda en heeft beweerd dat hij derhalve verantwoordelijk was voor de veiligheidssituatie in de sous-préfecture (onderprefectuur). Op 28 juni 2014 werd Habib Soussou door de algemeen coördinator van de anti-Balaka, Patrice Edouard Ngaïssona, benoemd tot provinciaal coördinator voor de stad Boda vanaf 11 april 2014 en voor de gehele provincie Lobaye vanaf 28 juni 2014. In de gebieden waarvoor Soussou de anti-Balakacommandant of -coördinator is, hebben gerichte moorden, gewelddadigheden en aanvallen tegen humanitaire organisaties en hulpverleners door anti-Balaka in Boda wekelijks plaatsgevonden. Soussou en de anti-Balakastrijdkrachten in deze gebieden hebben ook gewelddaden gepleegd tegen burgers en daarmee gedreigd.

6.   Oumar YOUNOUS ABDOULAY (alias: a) Oumar Younous; b) Omar Younous; c) Oumar Sodiam; d) Oumar Younous M'Betibangui)

Functie: voormalig Séléka-generaal

Geboortedatum: 2 april 1970

Nationaliteit: Sudan, diplomatiek paspoort nr. D00000898 van de CAR, afgegeven op 11 april 2013 (geldig tot 10 april 2018)

Adres: a) Bria, Centraal-Afrikaanse Republiek (tel. +236 75507560), b) Birao, Centraal-Afrikaanse Republiek, c) Tullus, Zuid-Darfur, Sudan (vorige locatie)

Datum plaatsing op de VN-lijst: 20 augustus 2015

Overige informatie: Hij is diamantsmokkelaar, driesterrengeneraal van de Séléka en naaste vertrouweling van voormalig tijdelijk CAR-president Michel Djotodia. Fysieke beschrijving: zwart haar, 180 cm groot, behoort tot de etnische groep van de Fulani. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad. Hij zou overleden zijn op 11 oktober 2015. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5903116

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Oumar Younous is op 20 augustus 2015 uit hoofde van de punten 11 en 12 d) van Resolutie 2196 (2015) op de lijst geplaatst van personen die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van de CAR ondermijnen, waaronder handelingen die een bedreiging van of inbreuk op overgangsovereenkomsten vormen, of die het politieke overgangsproces bedreigen of verhinderen, onder meer een overgang naar vrije en eerlijke democratische verkiezingen, of die het geweld aanwakkeren”; en „gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en producten van wilde dieren, in de CAR”.

Aanvullende informatie:

Als generaal van de voormalige Séléka en diamantsmokkelaar heeft Oumar Younous steun verleend aan een gewapend groep door de illegale ontginning van en handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, in de Centraal-Afrikaanse Republiek.

In oktober 2008 werd Oumar Younous, die voordien als chauffeur werkte voor diamantaankoper SODIAM, lid van de rebellengroepering Mouvement des Libérateurs Centrafricains pour la Justice (MLCJ). In december 2013 werd Oumar Younous geïdentificeerd als driesterrengeneraal van de Séléka en naaste vertrouweling van tijdelijk president Michel Djotodia.

Younous is betrokken bij de diamanthandel vanuit Bria en Sam Quandja naar Sudan. Volgens sommige bronnen was Oumar Younous betrokken bij het verzamelen van in Bria verborgen pakjes diamanten en het overbrengen ervan naar Sudan om ze daar te verkopen.

7.   Haroun GAYE (alias: a) Haroun Geye; b) Aroun Gaye; c) Aroun Geye)

Functie: Rapporteur van de politieke coördinatie van het Front Populaire pour la Renaissance de Centrafrique (FPRC)

Geboortedatum: a) 30 januari 1968; b) 30 januari 1969

Paspoortnr.: Centraal-Afrikaanse Republiek nummer O00065772 (letter O gevolgd door drie nullen), verstrijkt op 30 december 2019

Adres: Bangui, Centraal-Afrikaanse Republiek

Datum plaatsing op de VN-lijst: 17 december 2015

Overige informatie: Gaye is een leider van het Front Populaire pour la Renaissance de Centrafrique (FPRC) (niet in de lijst opgenomen), een gemarginaliseerde gewapende groepering van voormalige Seleka-leden in Bangui. Hij is tevens een leider van de zogenaamde „Defense Committee” van PK5 in Bangui (bekend als „PK5 Resistance” of „Texas”) (niet in de lijst opgenomen), die ingezetenen geld afperst en met fysiek geweld bedreigt. Gaye werd op 2 november 2014 door Nourredine ADAM (CFi.002) benoemd tot rapporteur van de politieke coördinatie van het FPRC. Het Comité van de Veiligheidsraad, ingesteld bij Resolutie 2127 (2013) betreffende de CAR, heeft Adam op 9 mei 2014 op zijn sanctielijst geplaatst. Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van INTERPOL/VN-Veiligheidsraad. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5915753

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Haroun Gaye is op 17 december 2015 overeenkomstig de punten 11 en 12 b) en f) van Resolutie 2196 (2015) op de lijst geplaatst van personen die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de CAR ondermijnen”; „betrokken zijn bij de planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, naargelang het geval, of die in de CAR een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder het gebruik van seksueel geweld, het in het vizier nemen van burgers, etnisch of religieus gemotiveerde aanslagen, aanslagen op scholen en ziekenhuizen, en ontvoering en gedwongen verplaatsing”; en „betrokken zijn bij de planning, aansturing, sponsoring of uitvoering van aanslagen tegen VN-missies of internationale veiligheidstroepen waaronder MINUSCA, de missies van de Europese Unie en de Franse operaties die hen ondersteunen”.

Aanvullende informatie:

Haroun Gaye is sinds begin 2014 een van de leiders van een gewapende groepering die actief is in de wijk PK5 in Bangui. Vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld van de wijk PK5 zeggen dat Gaye en zijn gewapende groepering het conflict in Bangui aanwakkeren, verzoening tegenhouden en beletten dat burgers zich verplaatsen van en naar het derde arrondissement van Bangui. Op 11 mei 2015 blokkeerden Gaye en 300 demonstranten de toegang tot de Nationale Overgangsraad met als doel de slotdag van het forum van Bangui te verstoren. Gaye zou daarvoor hebben samengewerkt met anti-Balaka-functionarissen.

Op 26 juni 2015 verstoorden Gaye en een kleine groep aanhangers de opening van een bijeenkomst voor kiezersregistratie in de wijk PK5 van Bangui, waardoor de bijeenkomst moest worden afgebroken.

De MINUSCA ondernam op 2 augustus 2015 een poging om Gaye te arresteren op grond van punt 32 f) i) van Resolutie 2217 (2015) van de Veiligheidsraad. Gaye, die naar verluidt van tevoren getipt was over deze poging tot arrestatie, had zwaar gewapende aanhangers rond zich verzameld. De troepen van Gaye openden het vuur op de MINUSCA Joint Task Force. In het daarop volgende vuurgevecht, dat zeven uur duurde, gebruikten de mannen van Gaye vuurwapens, raketgranaten en handgranaten tegen de MINUSCA-troepen; daarbij kwam één lid van de VN-vredesmacht om het leven en werden er acht gewond. Gaye was eind september 2015 betrokken bij het aanmoedigen van gewelddadige protestacties en rellen, in wat een poging bleek om de overgangsregering omver te werpen. De mislukte staatsgreep was waarschijnlijk het werk van aanhangers van de voormalige president Bozize, die voor die gelegenheid een verbond hadden gesloten met Gaye en andere FPRC-leiders. Blijkbaar probeerde Gaye een reeks vergeldingsaanslagen te organiseren die een bedreiging voor de ophanden zijnde verkiezingen zouden vormen. Gaye was belast met de coördinatie van gemarginaliseerde elementen van de anti-Balaka-milities.

Op 1 oktober 2015 vond er in de wijk PK5 een ontmoeting plaats tussen Gaye en Eugène Barret Ngaïkosset, een lid van een gemarginaliseerde anti-Balaka-groep, om een gezamenlijke aanval op Bangui op zaterdag 3 oktober te plannen. De groep van Gaye belette mensen om de wijk PK5 te verlaten, met de bedoeling de gemeenschapsidentiteit van de moslimbevolking te versterken en aldus de interetnische spanningen te doen oplopen en verzoening onmogelijk te maken. Op 26 oktober 2015 verstoorden Gaye en zijn groep een ontmoeting tussen de aartsbisschop van Bangui en de imam van de centrale moskee van Bangui. Zij bedreigden de delegatie, die de centrale moskee moest verlaten en de wijk PK5 moest ontvluchten.

8.   Eugène BARRET NGAÏKOSSET (alias: a) Eugene Ngaikosset, b) Eugene Ngaikoisset, c) Eugene Ngakosset, d) Eugene Barret Ngaikosse, e) Eugene Ngaikouesset; minder betrouwbaar alias: f) „The Butcher of Paoua”, g) Ngakosset)

Functie: a) voormalig kapitein, presidentiële garde CAR; b) voormalig kapitein, zeestrijdkrachten CAR

Nationaal identificatienr.: Militair identificatienummer 911-10-77 van de strijdkrachten van de Centraal-Afrikaanse Republiek (FACA)

Adres: a) Bangui, Centraal-Afrikaanse Republiek

Datum plaatsing op de VN-lijst: 17 december 2015

Overige informatie: Kapitein Eugène Barret Ngaïkosset is een voormalig lid van de presidentiële garde van voormalig president François Bozizé en heeft banden met de anti-Balaka-beweging. Hij ontsnapte op 17 mei 2015 uit de gevangenis na zijn uitlevering vanuit Brazzaville en richtte zijn eigen anti-Balaka-factie op met voormalige FACA-strijders.

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Eugène Barret Ngaïkosset is op 17 december 2015 overeenkomstig de punten 11 en 12 b) en f) van Resolutie 2196 (2015) op de lijst geplaatst van personen die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de CAR ondermijnen”; „betrokken zijn bij de planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, naargelang het geval, of die in de CAR een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder het gebruik van seksueel geweld, het viseren van burgers, etnisch of religieus gemotiveerde aanslagen, aanslagen op scholen en ziekenhuizen, en ontvoering en gedwongen verplaatsing”; „en betrokken zijn bij de planning, aansturing, sponsoring of uitvoering van aanslagen tegen VN-missies of internationale veiligheidstroepen waaronder MINUSCA, de missies van de Europese Unie en de Franse operaties die hen ondersteunen”.

Aanvullende informatie:

Ngaïkosset is een van de belangrijkste organisatoren van het geweld dat eind september 2015 in Bangui uitbrak. Ngaïkosset en andere anti-Balaka-leden werkten samen met gemarginaliseerde ex-Séléka-strijders in een poging de overgangsregering van de CAR te destabiliseren. In de nacht van 27 op 28 september 2015 probeerden Ngaïkosset en anderen vruchteloos het „Izamo”-gendarmeriekamp te bestormen om wapens en munitie te stelen. Op 28 september omsingelde de groep de gebouwen van de nationale radio van de CAR.

Op 1 oktober 2015 vond er in de wijk PK5 een bijeenkomst plaats tussen Ngaïkosset en Haroun Gaye, een leider van het Front Populaire pour la Renaissance de Centrafrique (FPRC), om een gezamenlijke aanval op Bangui op zaterdag 3 oktober te plannen.

Op 8 oktober 2015 kondigde de minister van Justitie van de CAR zijn voornemen aan om een onderzoek in te stellen naar Ngaïkosset en andere personen voor hun rol bij het geweld dat in september 2015 in Bangui was uitgebroken. Ngaïkosset en anderen werden genoemd als betrokkenen bij „ernstige misdragingen die een inbreuk op de interne veiligheid van de staat vormen en neerkomen op samenzwering en aanzetten tot burgeroorlog, burgerlijke ongehoorzaamheid, haat en medeplichtigheid”. De justitiële autoriteiten van de CAR kregen de opdracht een onderzoek in te stellen om de daders en medeplichtigen op te sporen en te arresteren.

Op 11 oktober 2015 zou Ngaïkosset anti-Balaka-milities onder zijn commando hebben gevraagd ontvoeringen te plegen, waarbij naast Franse onderdanen ook politici van de CAR en VN-functionarissen het doelwit waren, met als doel het vertrek van de overgangspresident, Catherine Samba-Panza, te forceren.

9.   Joseph KONY (alias: a) Kony, b) Joseph Rao Kony, c) Josef Kony, d) Le Messie sanglant)

Functie: bevelhebber van het Verzetsleger van de Heer (Lord's Resistance Army)

Geboortedatum: a) 1959, b) 1960, c) 1961, d) 1963, e) 18 september 1964, f) 1965, g) (augustus 1961), h) (juli 1961), i) 1 januari 1961, j) (april 1963)

Geboorteplaats: a) Palaro Village, Palaro Parish, Omoro County, Gulu District, Uganda b) Odek, Omoro, Gulu, Uganda c) Atyak, Uganda

Nationaliteit: Ugandees paspoort

Adres: a) Vakaga, Centraal-Afrikaanse Republiek b) Haute-Kotto, Centraal-Afrikaanse Republiek c) Basse-Kotto, Centraal-Afrikaanse Republiek d) Haut-Mbomou, Centraal-Afrikaanse Republiek e) Mbomou, Centraal-Afrikaanse Republiek f) Haut-Uolo, Democratische Republiek Congo g) Bas-Uolo, Democratische Republiek Congo h) (opgegeven adres: Kafia Kingi (gebied op de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan waarvan de definitieve status nog moet worden bepaald). Naar verluidt zijn sinds januari 2015 vijfhonderd leden van het Verzetsleger van de Heer uit Sudan verwijderd.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 7 maart 2016

Overige informatie: Kony is de oprichter en leider van het Verzetsleger van de Heer (LRA — Lord's Resistance Army) (CFe.002). Onder zijn leiding is het LRA betrokken geweest bij het ontvoeren, doden en verminken van duizenden burgers in Centraal-Afrika. Het LRA is verantwoordelijk voor het ontvoeren, het verdrijven, het plegen van seksueel geweld jegens en het doden van honderden burgers in de Centraal-Afrikaanse Republiek, en heeft eigendommen van burgers geplunderd en vernield. Naam van de vader is Luizi Obol. Naam van de moeder is Nora Obol.

Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5932340

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Joseph Kony werd op 7 maart 2016 overeenkomstig de punten 12 en 13 b), c) en d) van Resolutie 2262 (2016) op de lijst geplaatst van personen of entiteiten die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de CAR ondermijnen”; „betrokken zijn bij de planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, naargelang het geval, of die in de CAR een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder het gebruik van seksueel geweld, het in het vizier nemen van burgers, etnisch of religieus gemotiveerde aanslagen, aanslagen op scholen en ziekenhuizen, en ontvoering en gedwongen verplaatsing”; „kinderen rekruteren of gebruiken in gewapende conflicten in de CAR, en daarbij het toepasselijke internationale recht overtreden”; en „gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en producten van wilde dieren in of vanuit de CAR”.

Aanvullende informatie:

Kony is de oprichter van het Verzetsleger van de Heer (Lord's Resistance Army — LRA) en wordt omschreven als de stichter, religieus leider, voorzitter en bevelhebber ervan. Het LRA ontstond in de jaren tachtig in het noorden van Uganda en was betrokken bij het ontvoeren, doden en verminken van duizenden burgers in Centraal-Afrika. Als gevolg van toenemende militaire druk, gaf Kony het LRA in 2005 en 2006 de opdracht uit Uganda weg te trekken. Sindsdien is het LRA actief in de Democratische Republiek Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Zuid-Sudan en naar verluidt ook in Sudan.

Als leider van het LRA formuleert en implementeert Kony de strategie van het LRA, waarbij hij vaste orders geeft om de burgerbevolking aan te vallen en hardhandig aan te pakken. Sinds december 2013 heeft het LRA onder het bewind van Joseph Kony honderden burgers in de Centraal-Afrikaanse Republiek ontvoerd, verdreven, seksueel misbruikt en gedood, en heeft het eigendommen van burgers geplunderd en vernietigd. Zich voornamelijk ophoudend in het oosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek en naar verluidt in Kafia Kingi (een gebied op de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan waarvan de uiteindelijke status nog moet worden bepaald, maar dat militair door Sudan wordt gecontroleerd), valt het LRA dorpen aan om voedsel en voorraden te plunderen. Als veiligheidstroepen op aanvallen reageren, leggen de LRA-strijders hinderlagen om hen aan te vallen en hun materiaal te stelen, en LRA-strijders viseren en plunderen ook dorpen waar geen militairen aanwezig zijn. Het LRA voert ook steeds meer aanvallen uit op diamant- en goudmijnen.

Het Internationaal Strafhof heeft tegen Kony een aanhoudingsbevel uitgevaardigd. Het Internationaal Strafhof heeft hem in staat van beschuldiging gesteld voor twaalf aanklachten wegens misdaden tegen de menselijkheid, waaronder moord, slavernij, seksslavernij, verkrachting en onmenselijke daden waarbij ernstig lichamelijk letsel en menselijk lijden worden toegebracht, en 21 aanklachten wegens oorlogsmisdaden waaronder moord, wrede behandeling van burgers, het opzettelijk aanvallen van een burgerbevolking, plundering, aanzetten tot verkrachting en het ronselen, door middel van ontvoering, van kinderen jonger dan 15 jaar.

Kony heeft de rebellenstrijders vaste orders gegeven om diamanten en goud te stelen van ambachtelijke mijnwerkers in het oosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Naar verluidt worden bepaalde mineralen dan door de groep van Kony naar Sudan gebracht of verhandeld met lokale burgers en leden van de voormalige Séléka.

Kony heeft zijn strijders tevens opgedragen olifanten te stropen in het Garamba National Park in de Democratische Republiek Congo, van waaruit slagtanden van olifanten via het oosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek naar verluidt naar Sudan worden vervoerd, alwaar hooggeplaatste LRA-strijders ze naar verluidt verhandelen en verkopen aan Sudanese handelaren en plaatselijke functionarissen. De handel in ivoor vormt een belangrijke bron van inkomsten voor de groep van Kony. Naar verluidt zijn sinds januari 2015 vijfhonderd leden van het Verzetsleger van de Heer uit Sudan verwijderd.

10.   Ali KONY (alias: a) Ali Lalobo b) Ali Mohammad Labolo c) Ali Mohammed d) Ali Mohammed Lalobo e) Ali Mohammed Kony f) Ali Mohammed Labola g) Ali Mohammed Salongo h) Ali Bashir Lalobo i) Ali Lalobo Bashir j) Otim Kapere k) „Bashir” l) „Caesar” m) „One-P” n) „1-P”

Functie: Adjunct, Verzetsleger van de Heer (Lord's Resistance Army)

Geboortedatum: a) 1994 b) 1993 c) 1995 d) 1992

Adres: Kafia Kingi (gebied op de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan waarvan de definitieve status nog moet worden bepaald)

Datum plaatsing op de VN-lijst: 23 augustus 2016

Overige informatie: Ali Kony is een adjunct in het Lord's Resistance Army (LRA), een op de lijst geplaatste entiteit, en de zoon van LRA-leider Joseph Kony, een op de lijst geplaatste persoon. Ali werd in 2010 opgenomen in de leiding van het LRA. Hij maakt deel uit van een groep hooggeplaatste LRA-officieren uit de entourage van Joseph Kony. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5971056

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ali Kony werd op 23 augustus 2016 overeenkomstig de punten 12 en 13 d) en g) van Resolutie 2262 (2016) op de lijst geplaatst van personen of entiteiten die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de CAR ondermijnen”; „gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en planten en producten daarvan in of vanuit de CAR”; „de leider zijn van een entiteit die het Comité overeenkomstig punt 36 of 37 van Resolutie 2134 (2014) of Resolutie 2262 (2016) heeft aangewezen, of ondersteuning hebben verleend aan of opgetreden hebben voor, namens of op aanwijzing van een persoon of een entiteit die het Comité overeenkomstig punt 36 of 37 van Resolutie 2134 (2014) of Resolutie 2262 (2016) heeft aangewezen, of van een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een op de lijst geplaatste persoon of entiteit”.

Ali Kony wordt beschouwd als mogelijke opvolger van Joseph Kony als leider van het LRA. Ali is in toenemende mate betrokken bij de operationele planning van het LRA, en geldt als rechterhand van Joseph Kony. Ali is tevens inlichtingenofficier bij het LRA, en heeft in die hoedanigheid tot 10 ondergeschikten.

Ali en zijn broer Salim Kony zijn allebei verantwoordelijk geweest voor het handhaven van de discipline in het LRA. Aangenomen wordt dat beide broers deel uitmaken van de kring van vertrouwelingen van Joseph Kony en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van Kony's bevelen. De twee hebben disciplinaire beslissingen genomen om LRA-leden die de LRA-regels niet hebben gevolgd, te straffen of te doden. Op bevel van Joseph Kony zijn Salim en Ali betrokken bij de smokkel van ivoor van het nationaal park Garamba, in het noorden van de Democratische Republiek Congo (DRC), via de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR), naar de conflictregio van Kafia Kingi, met het oog op de verkoop of de handel met plaatselijke kooplui.

Ali Kony is verantwoordelijk voor het onderhandelen over ivoorprijzen en het marchanderen met kooplui. Ali heeft één à twee keer per maand een ontmoeting met kooplui om de prijs van het ivoor van het LRA te bespreken, in Amerikaanse dollar of Sudanese pond, of het ivoor te verhandelen voor wapens, munitie of voedsel. Joseph Kony heeft Ali opgedragen met de opbrengst van de grootste slagtanden antipersoonsmijnen te kopen om rond het kamp van Kony te leggen. In juli 2014 had Ali Kony de leiding over de operatie om 52 stukken ivoor te verplaatsen met het oog op de levering aan Joseph Kony en vervolgens de verkoop.

In april 2015 verliet Salim Kafia Kingi om een lading slagtanden in ontvangst te nemen. In mei nam Salim deel aan het vervoer van 20 stukken ivoor van de DRC naar Kafia Kingi. Rond dezelfde tijd had Ali een ontmoeting met de kooplui om voorraden aan te kopen en een bijeenkomst te plannen voor nog meer transacties, en om namens het LRA de voorwaarden overeen te komen voor de aankoop van het ivoor dat Salim zou hebben vervoerd.

11.   Salim KONY (alias: a) Salim Saleh Kony b) Salim Saleh c) Salim Ogaro d) Okolu Salim e) Salim Saleh Obol Ogaro f) Simon Salim Obol)

Functie: Adjunct, Verzetsleger van de Heer (Lord's Resistance Army)

Geboortedatum: a) 1992 b) 1991 c) 1993

Adres: a) Kafia Kingi (gebied op de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan waarvan de definitieve status nog moet worden bepaald) b) Centraal-Afrikaanse Republiek

Datum plaatsing op de VN-lijst: 23 augustus 2016

Overige informatie: Salim Kony is een adjunct in het Lord's Resistance Army (LRA), een op de lijst geplaatste entiteit, en de zoon van LRA-leider Joseph Kony, een op de lijst geplaatste persoon. Salim werd in 2010 opgenomen in de leiding van het LRA. Hij maakt deel uit van een groep hooggeplaatste LRA-officieren uit de entourage van Joseph Kony. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/un/5971058

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Salim Kony werd op 23 augustus 2016 overeenkomstig de punten 12 en 13 d) en g) van Resolutie 2262 (2016) op de lijst geplaatst van personen of entiteiten die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de CAR ondermijnen”; „gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en planten en producten daarvan in of vanuit de CAR”; „de leider zijn van een entiteit die het Comité overeenkomstig punt 36 of 37 van Resolutie 2134 (2014) of Resolutie 2262 (2016) heeft aangewezen, of ondersteuning hebben verleend aan of opgetreden hebben voor, namens of op aanwijzing van een persoon of een entiteit die het Comité overeenkomstig punt 36 of 37 van Resolutie 2134 (2014) of Resolutie 2262 (2016) heeft aangewezen, of van een entiteit die eigendom is of onder zeggenschap staat van een op de lijst geplaatste persoon of entiteit”.

Salim Kony is de hoofdcommandant van het hoofdkwartier „op het terrein” van het LRA en heeft van jongs af aan samen met Joseph Kony aanvallen en defensieve acties van het LRA gepland. Eerder voerde Salim de groep aan die de beveiliging van Joseph Kony verzorgt. Meer recent heeft Joseph Kony aan Salim het beheer van de financiële en logistieke netwerken van het LRA toevertrouwd.

Salim en zijn broer Ali Kony zijn allebei verantwoordelijk geweest voor het handhaven van de discipline in het LRA. Aangenomen wordt dat beide broers deel uitmaken van de kring van vertrouwelingen van Joseph Kony en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van Joseph Kony's bevelen. De twee hebben disciplinaire beslissingen genomen om LRA-leden die de LRA-regels niet hebben gevolgd, te straffen of te doden. Salim zou LRA-leden hebben gedood die van plan waren over te lopen, en heeft bij Joseph Kony verslag uitgebracht over activiteiten van groepen en leden van het LRA.

Op bevel van Joseph Kony zijn Salim en Ali betrokken bij de smokkel van ivoor van het nationaal park Garamba, in het noorden van de Democratische Republiek Congo (DRC), via de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) naar de conflictregio van Kafia Kingi, met het oog op de verkoop of de handel met plaatselijke kooplui.

Salim trekt geregeld met een tiental strijders naar de grens van de CAR, waar hij andere LRA-groepen ontmoet en begeleidt die ivoor vervoeren via een route ten noorden van Garamba. In april 2015 verliet Salim Kafia Kingi om een lading slagtanden in ontvangst te nemen. In mei nam Salim deel aan het vervoer van 20 stukken ivoor van de DRC naar Kafia Kingi.

Eerder, in juni 2014, was Salim met een groep LRA-strijders de DRC binnengetrokken om olifanten te stropen in Garamba. Joseph Kony had Salim ook de opdracht gegeven om twee LRA-commandanten naar Garamba te brengen om bergplaatsen van ivoor bloot te leggen die daar jaren eerder ingericht waren. In juli 2014 had Salim een ontmoeting met een tweede LRA-groep om het ivoor, 52 stukken in totaal, te vervoeren naar Kafia Kingi. Salim was verantwoordelijk voor het bijhouden van de ivoorboekhouding voor Joseph Kony en voor het doorgeven van informatie over ivoortransacties aan LRA-groepen.

B.   Entiteiten

1.   BUREAU D'ACHAT DE DIAMANT EN CENTRAFRIQUE/KARDIAM (alias: a) BADICA/KRDIAM b) KARDIAM)

Adres: a) BP 333 Bangui, Centraal-Afrikaanse Republiek (tel. + 32 3 2310521, fax. + 32 3 2331839, e-mail: kardiam.bvba@skynet.be: website: www.groupeabdoulkarim.com) b) Antwerpen, België

Datum plaatsing op de VN-lijst: 20 augustus 2015

Overige informatie: geleid door Abdoul-Karim Dan-Azoumi sinds 12 december 1986 en door Aboubakar Mahamat sinds 1 januari 2005. Bijkantoren zijn MINAiR en SOFIA TP (Douala, Kameroen).

Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5891200

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Het Bureau d'achat de Diamant en Centrafrique/KARDIAM werd op 20 augustus 2015 uit hoofde van punt 12 d) van Resolutie 2196 (2015) op de lijst geplaatst van entiteiten die „gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en producten van wilde dieren, in de CAR”.

Aanvullende informatie:

BADICA/KARDIAM heeft steun verleend aan gewapende groepen in de Centraal-Afrikaans Republiek, namelijk de voormalige Séléka en anti-Balaka, door de illegale ontginning van en handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten en goud.

Het Bureau d'Achat de Diamant en Centrafrique (BADICA) bleef in 2014 diamanten aankopen uit Bria en Sam Ouandja (provincie Haute Kotto) in het oosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek, waar voormalige Sélékastrijdkrachten belastingen heffen op vliegtuigen voor diamantvervoer en geld ontvangen voor het beschermen van diamantdelvers. Verschillende delvers uit Bria en Sam Ouandja die aan BADICA leveren, onderhouden nauwe banden met voormalige Sélékacommandanten.

In mei 2014 konden de Belgische autoriteiten beslag leggen op twee diamantpartijen die verstuurd waren naar BADICA's vertegenwoordiger in Antwerpen, die in België officieel geregistreerd is als KARDIAM. Diamantexperts oordeelden dat de in beslag genomen diamanten zeer waarschijnlijk afkomstig zijn uit Centraal Afrika en eigenschappen vertonen die kenmerkend zijn voor diamanten uit Sam Ouandja en Bria, evenals Nola (provincie Sangha Mbaéré), in het zuidwesten van het land.

Handelaars die illegaal uit de Centraal-Afrikaanse Republiek naar buitenlandse markten verhandelde diamanten aankochten, inclusief uit het westelijke deel van het land, zijn namens BADICA actief geweest in Kameroen.

In mei 2014 voerde BADICA ook goud uit dat vervaardigde was in Yaloké (provincie Ombella-Mpoko), waar artisanale goudmijnen onder de controle van de Séléka waren gekomen totdat anti-Balakagroepen deze in februari 2014 overnamen.

2.   VERZETSLEGER VAN DE HEER/LORD'S RESISTANCE ARMY (alias a) LRA, b) Lord's Resistance Movement (LRM), c) Lord's Resistance Movement/Army (LRM/A)

Adres: a) Vakaga, Centraal-Afrikaanse Republiek b) Haute-Kotto, Centraal-Afrikaanse Republiek c) Basse-Kotto, Centraal-Afrikaanse Republiek d) Haut-Mbomou, Centraal-Afrikaanse Republiek e) Mbomou, Centraal-Afrikaanse Republiek f) Haut-Uolo, Democratische Republiek Congo g) Bas-Uolo, Democratische Republiek Congo h) (opgegeven adres: Kafia Kingi (gebied op de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan waarvan de definitieve status nog moet worden bepaald). Naar verluidt zijn sinds januari 2015 vijfhonderd leden van het Verzetsleger van de Heer uit Sudan verwijderd.

Datum plaatsing op de VN-lijst: 7 maart 2016

Overige informatie: Is in de jaren tachtig in het noorden van Uganda ontstaan. Is verantwoordelijk voor het ontvoeren, doden en verminken van duizenden burgers in Centraal-Afrika, waaronder honderden in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Joseph Kony is de leider. Weblink speciale kennisgeving van Interpol/VN-Veiligheidsraad: https://www.interpol.int/en/notice/search/une/5932344

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Het Verzetsleger van de Heer is op 7 maart 2016 overeenkomstig de punten 12 en 13 b), c) en d) van Resolutie 2262 (2016) op de lijst geplaatst van personen of entiteiten die „handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de CAR ondermijnen”; „betrokken zijn bij de planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, naargelang het geval, of die in de CAR een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder het gebruik van seksueel geweld, het in het vizier nemen van burgers, etnisch of religieus gemotiveerde aanslagen, aanslagen op scholen en ziekenhuizen, en ontvoering en gedwongen verplaatsing”; „kinderen rekruteren of gebruiken in gewapende conflicten in de CAR, en daarbij het toepasselijke internationale recht overtreden”; en „gewapende groepen of criminele netwerken steunen door de illegale ontginning van of de handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder diamanten, goud, wilde dieren en producten van wilde dieren in of vanuit de CAR”.

Aanvullende informatie:

Het LRA ontstond in de jaren tachtig in het noorden van Uganda en was betrokken bij het ontvoeren, doden en verminken van duizenden burgers in Centraal-Afrika. Als gevolg van toenemende militaire druk gaf Joesph Kony, de leider van het LRA, in 2005 en 2006 het LRA de opdracht om uit Uganda weg te trekken. Sindsdien is het LRA actief in de Democratische Republiek Congo (DRC), de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR), Zuid-Sudan en naar verluidt ook in Sudan.

Sinds december 2013 heeft het LRA honderden burgers in de Centraal-Afrikaanse Republiek ontvoerd, verdreven, seksueel misbruikt en gedood, en heeft het eigendommen van burgers geplunderd en vernietigd. Zich voornamelijk ophoudend in het oosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek en naar verluidt in Kafia Kingi (een gebied op de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan waarvan de uiteindelijke status nog moet worden bepaald, maar dat militair door Sudan wordt gecontroleerd), valt het LRA dorpen aan om voedsel en voorraden te plunderen. Als veiligheidstroepen op aanvallen reageren, leggen de LRA-strijders hinderlagen om hen aan te vallen en hun materiaal te stelen, en LRA-strijders viseren en plunderen ook dorpen waar geen militairen aanwezig zijn. Het LRA voert ook steeds meer aanvallen uit op diamant- en goudmijnen.

Eenheden van het LRA worden vaak vergezeld door gevangenen die worden gedwongen als dragers, koks en seksslaven te werken. Het LRA pleegt gendergerelateerd geweld, waaronder verkrachtingen van vrouwen en meisjes.

In december 2013 heeft het LRA in Haute-Kotto tientallen mensen ontvoerd. Naar verluidt is het LRA sinds het begin van 2014 betrokken geweest bij de ontvoering van honderden burgers in de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Begin 2014 hebben LRA-strijders herhaaldelijk aanvallen uitgevoerd op Obo, gelegen in de prefectuur van Haut-Mbomou in het oosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Tussen mei en juli 2014 ging het LRA door met het uitvoeren van aanvallen in Obo en in andere plaatsen in het zuidoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek, waaronder aanvallen en ontvoeringen in de prefectuur van Mbomou begin juni die gecoördineerd leken.

Het LRA is sinds ten minste 2014 bij de olifantenstroperij en de olifantenhandel betrokken om inkomsten te genereren. Naar verluidt smokkelt het LRA ivoor van het Garamba National Park in het noorden van de Democratische Republiek Congo naar Darfur om het te verhandelen voor wapens en goederen. Het LRA vervoert de slagtanden van gestroopte olifanten naar verluidt via de Centraal-Afrikaanse Republiek naar Darfur in Sudan om ze te verkopen. Bovendien heeft Kony vanaf begin 2014 de LRA-strijders naar verluidt opgedragen om bij mijnwerkers in het oosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek diamanten en goud te plunderen voor vervoer naar Sudan. Naar verluidt zijn sinds januari 2015 vijfhonderd leden van het Verzetsleger van de Heer uit Sudan verwijderd.

Begin februari 2015 hebben met zware wapens bewapende LRA-strijders in Kpangbayanga, Haut-Mbomou, burgers ontvoerd en voedingsmiddelen gestolen.

Op 20 april 2015 heeft het LRA Ndambissoua in het zuidoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek aangevallen en er kinderen ontvoerd, hetgeen ertoe heeft geleid dat het merendeel van de bewoners het dorp is ontvlucht. Begin juli 2015 heeft het LRA verschillende dorpen in het zuiden van de prefectuur Haute-Kotto aangevallen; daarbij werden huizen verbrand en vonden plunderingen, ontvoeringen en geweldplegingen jegens burgers plaats.

Sinds januari 2016 zijn de aanvallen die aan het LRA worden toegeschreven, toegenomen in Mbomou, Haut-Mbomou en Haute-Kotto; met name de mijnbouwgebieden in Haute-Kotto hebben hieronder te lijden. Deze aanvallen gingen gepaard met plunderingen, geweldpleging jegens burgers, vernieling van eigendommen en ontvoeringen. Dit heeft geleid tot verplaatsingen van de bevolking, waaronder ongeveer zevenhonderd mensen die hun toevlucht hebben gezocht in Bria.”


Top