This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32016R2032
Regulation (EU) 2016/2032 of the European Parliament and of the Council of 26 October 2016 amending Regulation (EC) No 91/2003 on rail transport statistics, as regards the collection of data on goods, passengers and accidents
Verordening (EU) 2016/2032 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 91/2003 betreffende de statistieken van het spoorvervoer, wat betreft het verzamelen van gegevens over goederen, reizigers en ongevallen
Verordening (EU) 2016/2032 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 91/2003 betreffende de statistieken van het spoorvervoer, wat betreft het verzamelen van gegevens over goederen, reizigers en ongevallen
PB L 317 van 23.11.2016, p. 105–111
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 21/05/2018; stilzwijgende opheffing door 32018R0643
23.11.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/105 |
VERORDENING (EU) 2016/2032 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 26 oktober 2016
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 91/2003 betreffende de statistieken van het spoorvervoer, wat betreft het verzamelen van gegevens over goederen, reizigers en ongevallen
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 91/2003 van het Europees Parlement en de Raad (2) wordt een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor de productie, de toezending, de evaluatie en de verspreiding van vergelijkbare statistieken over het spoorvervoer in de Unie. |
(2) |
Statistieken over het spoorvervoer van goederen en reizigers zijn nodig om de Commissie in staat te stellen het gemeenschappelijke vervoersbeleid en de vervoersonderdelen van de beleidsmaatregelen op het gebied van regionaal beleid en trans-Europese netwerken te monitoren en te ontwikkelen. |
(3) |
Ook statistieken over de spoorveiligheid zijn noodzakelijk om de Commissie in staat te stellen maatregelen van de Unie op het gebied van vervoersveiligheid voor te bereiden en te monitoren. Het Spoorwegbureau van de Europese Unie verzamelt gegevens over ongevallen uit hoofde van bijlage I bij Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) met betrekking tot gemeenschappelijke veiligheidsindicatoren en gemeenschappelijke methoden voor de berekening van de kosten van ongevallen. |
(4) |
Er moet worden voorkomen dat werk twee keer wordt gedaan en het benutten van bestaande informatie die voor statistische doeleinden kan worden gebruikt, moet worden geoptimaliseerd. Daartoe moeten de Commissiediensten en daarvoor in aanmerking komende entiteiten goede afspraken maken over samenwerking bij het opstellen van statistieken, ook op internationaal niveau, zodat er aan de Unieburgers en aan andere belanghebbenden gemakkelijk toegankelijke en nuttige informatie over de veiligheid van het vervoer per spoor en de interoperabiliteit van de spoorinfrastructuur kan worden geboden. |
(5) |
De meeste lidstaten die reizigersgegevens aan de Commissie (Eurostat) verstrekken uit hoofde van Verordening (EG) nr. 91/2003, hebben regelmatig dezelfde gegevens voor zowel de voorlopige als de definitieve gegevensreeksen verstrekt. |
(6) |
De behoeften van de gebruikers en de lasten voor de respondenten moeten bij de productie van Europese statistieken in evenwicht zijn. |
(7) |
Eurostat heeft de op grond van de relevante bindende rechtshandelingen van de Unie verzamelde gegevens over statistieken over het spoorvervoer en het verspreidingsbeleid technisch geanalyseerd binnen de Working Group and Task Force on rail Transport statistics om de voor de productie van statistieken noodzakelijke activiteiten zoveel mogelijk te vereenvoudigen zonder dat de eindresultaten hun bruikbaarheid voor huidige en toekomstige gebruikers verliezen. |
(8) |
In haar verslag aan het Europees Parlement en aan de Raad over haar ervaringen met de toepassing van Verordening (EG) nr. 91/2003 verwees de Commissie naar het feit dat de al uit hoofde van die verordening verzamelde gegevens als gevolg van langetermijnontwikkelingen waarschijnlijk zullen worden afgeschaft of vereenvoudigd en dat het de bedoeling is de periode voor het indienen van gegevens voor de jaarlijkse gegevens over spoorreizigers te verkorten. De Commissie moet op gezette tijden verslag blijven uitbrengen over de tenuitvoerlegging van die verordening. |
(9) |
Bij Verordening (EG) nr. 91/2003 zijn aan de Commissie bevoegdheden verleend om een aantal bepalingen ervan uit te voeren. Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (het „Verdrag”) moeten de uit hoofde van die verordening aan de Commissie verleende bevoegdheden worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag. |
(10) |
Om rekening te kunnen houden met nieuwe ontwikkelingen in de lidstaten, en tegelijkertijd een geharmoniseerde verzameling van spoorvervoergegevens in de hele Unie en de hoge kwaliteit van de door de lidstaten verstrekte gegevens te waarborgen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag handelingen vast te stellen met betrekking tot het wijzigen van Verordening (EG) nr. 91/2003 om de technische definities aan te passen en om te voorzien in aanvullende technische definities. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (4). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
(11) |
De Commissie dient erop toe te zien dat die gedelegeerde handelingen niet leiden tot een aanzienlijke lastenverzwaring voor de lidstaten of de respondenten. |
(12) |
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 91/2003, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de specificatie van de informatie die moet worden verstrekt voor de verslagen over de kwaliteit en de vergelijkbaarheid van de resultaten en de regelingen voor de verspreiding van die resultaten door de Commissie (Eurostat). Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (5). |
(13) |
Het Comité voor het Europees statistisch systeem is geraadpleegd. |
(14) |
Verordening (EG) nr. 91/2003 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 91/2003 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
In artikel 5, lid 2, wordt punt b) vervangen door:
|
4) |
Artikel 7 wordt vervangen door: „Artikel 7 Verspreiding Statistieken op basis van de gegevens van de bijlagen A, C, E, F, G en L worden door de Commissie (Eurostat) verspreid. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met de regelingen voor de verspreiding van resultaten. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”. |
5) |
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
|
6) |
Artikel 9 wordt vervangen door: „Artikel 9 Uitvoeringsverslagen Uiterlijk op 31 december 2020 en vervolgens om de vier jaar dient de Commissie, na raadpleging van het Comité voor het Europees statistisch systeem, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van deze verordening en over toekomstige ontwikkelingen. In dat verslag houdt de Commissie rekening met relevante door de lidstaten verstrekte informatie over de kwaliteit van de geleverde gegevens, de gebruikte methoden voor het verzamelen van gegevens en informatie over mogelijke verbeteringen en over gebruikersbehoeften. Dit verslag bevat met name:
|
7) |
Artikel 10 wordt vervangen door: „Artikel 10 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie 1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden. 2. De in artikel 3, lid 2, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 13 december 2016. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. 3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (**). 5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad. 6. Een overeenkomstig artikel 3, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar hebben gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. |
8) |
Artikel 11 wordt vervangen door: „Artikel 11 Comitéprocedure 1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 opgerichte Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (***). 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. (***) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”." |
9) |
Artikel 12 wordt geschrapt. |
10) |
De bijlagen B, D, H en I worden geschrapt. |
11) |
Bijlage C wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij deze verordening. |
12) |
Bijlage L, als opgenomen in bijlage II bij deze verordening, wordt toegevoegd. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 26 oktober 2016.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
M. SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
I. LESAY
(1) Standpunt van het Europees Parlement van 11 maart 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 18 juli 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 26 oktober 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Verordening (EG) nr. 91/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de statistieken van het spoorvervoer (PB L 14 van 21.1.2003, blz. 1).
(3) Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).
(4) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
(5) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
BIJLAGE I
„BIJLAGE C
JAARSTATISTIEKEN OVER HET REIZIGERSVERVOER — GEDETAILLEERDE RAPPORTAGE |
|||||||||
Lijst van variabelen en meeteenheden |
Vervoerde reizigers in:
Reizigerstreinverkeer in:
|
||||||||
Referentieperiode |
Een jaar |
||||||||
Frequentie |
Jaarlijks |
||||||||
Lijst van tabellen met uitsplitsing voor iedere tabel |
Tabel C3: vervoerde reizigers naar soort vervoer Tabel C4: internationaal vervoerde reizigers naar land van instappen en naar land van uitstappen Tabel C5: reizigerstreinverkeer |
||||||||
Termijn voor indiening van de gegevens |
Acht maanden na afloop van de referentieperiode |
||||||||
Eerste referentieperiode |
2016 |
||||||||
Opmerkingen |
|
BIJLAGE II
„BIJLAGE L
Tabel L.1
VERVOERSACTIVITEIT BIJ HET GOEDERENVERVOER |
|||||||
Lijst van variabelen en meeteenheden |
Vervoerde goederen in:
Goederentreinverkeer in:
|
||||||
Referentieperiode |
Jaar |
||||||
Frequentie |
Jaarlijks |
||||||
Termijn voor indiening van de gegevens |
Vijf maanden na afloop van de referentieperiode |
||||||
Eerste referentieperiode |
2017 |
||||||
Opmerkingen |
Alleen voor ondernemingen met een totaalvolume vrachtvervoer van minder dan 200 miljoen tonkilometer en minder dan 500 000 ton die geen gegevens in bijlage A (gedetailleerde rapportage) verstrekken. |
Tabel L.2
VERVOERSACTIVITEIT BIJ HET REIZIGERSVERVOER |
|||||||
Lijst van variabelen en meeteenheden |
Vervoerde reizigers in:
Reizigerstreinverkeer in:
|
||||||
Referentieperiode |
Jaar |
||||||
Frequentie |
Jaarlijks |
||||||
Termijn voor indiening van de gegevens |
Acht maanden na afloop van de referentieperiode |
||||||
Eerste referentieperiode |
2017 |
||||||
Opmerkingen |
Alleen voor ondernemingen met een totaalvolume reizigersvervoer van minder dan 100 miljoen reizigerskilometer die geen gegevens in bijlage C (gedetailleerde rapportage) verstrekken.” |