Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R0441

Verordening (EU) 2016/441 van de Commissie van 23 maart 2016 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van steviolglycosiden (E 960) als zoetstof in mosterd (Voor de EER relevante tekst)

C/2016/1712

PB L 78 van 24.3.2016, p. 47–48 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/441/oj

24.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/47


VERORDENING (EU) 2016/441 VAN DE COMMISSIE

van 23 maart 2016

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van steviolglycosiden (E 960) als zoetstof in mosterd

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (1), en met name artikel 10, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en van de gebruiksvoorwaarden daarvoor.

(2)

Die lijst kan volgens de uniforme procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) hetzij op initiatief van de Commissie, hetzij ingevolge een aanvraag worden bijgewerkt.

(3)

Op 23 januari 2015 is een aanvraag ingediend voor de goedkeuring van het gebruik van steviolglycosiden (E 960) als zoetstof in mosterd. Deze aanvraag is vervolgens toegankelijk gemaakt voor de lidstaten overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1331/2008.

(4)

Steviolglycosiden zijn niet-calorische bestanddelen met een zoete smaak en mogen worden gebruikt ter vervanging van sucrose bij de productie van mosterd om zo de houdbaarheid te verlengen en de microbiologische stabiliteit te vergroten (door de verlaging van het suikergehalte wordt het gistingsproces, waarbij suiker als substraat dient, tegengegaan) met behoud van de vereiste organoleptische eigenschappen van het product. Door het gebruik van steviolglycosiden in mosterd toe te staan, kan het productassortiment worden uitgebreid met een product dat een andere zoetstof bevat dan degene die tot nu toe worden gebruikt, en licht verschillende smaakeigenschappen heeft.

(5)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft de veiligheid van uit de bladeren van de Stevia rebaudiana Bertoni-plant geëxtraheerde steviolglycosiden als zoetstof geëvalueerd en haar advies op 14 april 2010 uitgebracht (3). De EFSA heeft een aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) voor steviolglycosiden, uitgedrukt als steviolequivalenten, van 4 mg/kg lichaamsgewicht/dag vastgesteld.

(6)

De goedkeuring van het gebruik van deze zoetstof in mosterd in een verhouding van 120 mg/kg (uitgedrukt als steviolequivalenten) zou leiden tot een verhoging van de inname van E 960 binnen de volgende grenzen: tussen 0 en 0,133 % van de ADI bij gemiddeld gebruik en tussen 0 en 1,143 % van de ADI bij veelvuldig gebruik. Dit wordt beschouwd als een verwaarloosbare verhoogde blootstelling van de consument die geen veiligheidsrisico oplevert.

(7)

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 moet de Commissie het advies van de EFSA inwinnen met het oog op het bijwerken van de EU-lijst van levensmiddelenadditieven in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008, tenzij die bijwerking geen gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de mens. Aangezien het bij de goedkeuring van het gebruik van steviolglycosiden (E 960) als zoetstof in mosterd gaat om een bijwerking van die lijst die geen gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de mens, moet het advies van de EFSA niet worden ingewonnen.

(8)

Daarom moet het gebruik van steviolglycosiden (E 960) als zoetstof in mosterd (levensmiddelencategorie 12.4) met een maximumgehalte van 120 mg/kg worden goedgekeurd.

(9)

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 maart 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.

(2)  Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1).

(3)  EFSA Journal 2010; 8(4):1537.


BIJLAGE

Deel E van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In levensmiddelencategorie 12.4 „Mosterd” wordt na de vermelding voor E 959 de volgende vermelding ingevoegd:

 

„E 960

Steviolglycosiden

120

(60)”

 

2)

De volgende voetnoot wordt toegevoegd:

„(60)

Uitgedrukt als steviolequivalenten.”.


Top