This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32016L0856
Council Directive (EU) 2016/856 of 25 May 2016 amending Directive 2006/112/EC on the common system of value added tax, as regards the duration of the obligation to respect a minimum standard rate
Richtlijn (EU) 2016/856 van de Raad van 25 mei 2016 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, wat betreft de geldigheidsduur van de minimumhoogte van het normale tarief
Richtlijn (EU) 2016/856 van de Raad van 25 mei 2016 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, wat betreft de geldigheidsduur van de minimumhoogte van het normale tarief
PB L 142 van 31.5.2016, p. 12–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
31.5.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/12 |
RICHTLIJN (EU) 2016/856 VAN DE RAAD
van 25 mei 2016
tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, wat betreft de geldigheidsduur van de minimumhoogte van het normale tarief
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 113,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 97 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (3) is bepaald dat het normale tarief van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2015 niet lager mag zijn dan 15 %. |
(2) |
Het thans in de lidstaten geldende normale btw-tarief heeft, in samenhang met het mechanisme van de overgangsregeling, gezorgd voor een aanvaardbare werking van de btw-regeling. Met de nieuwe regels inzake de plaats van een dienst, waarbij de klemtoon is verschoven naar belastingheffing op de plaats van verbruik, zijn de mogelijkheden om door verplaatsing voordeel te halen uit verschillen tussen de btw-tarieven verder beperkt en zijn potentiële verstoringen van de concurrentie verminderd. |
(3) |
Om te voorkomen dat buitensporige verschillen in de normale btw-tarieven die in de lidstaten worden toegepast tot structurele onevenwichtigheden in de Unie en concurrentieverstoringen in sommige bedrijfssectoren leiden, is het vaste praktijk op het gebied van de indirecte belastingen om minimumtarieven vast te stellen. Wat de btw betreft, is dit nog steeds raadzaam. |
(4) |
In het licht van de aan de gang zijnde discussie over hoe het definitieve btw-stelsel voor de handel binnen de Unie eruit moet gaan zien, zou het voorbarig zijn een definitief normaal btw-tarief vast te stellen of een wijziging van het btw-minimumtarief te overwegen. |
(5) |
Het is daarom passend het huidige normale minimumtarief te handhaven op 15 % voor een periode die lang genoeg is om rechtszekerheid te bieden, terwijl in de tussentijd verdere reflectie kan worden verricht. |
(6) |
Het handhaven van het huidige normale minimumtarief betekent geenszins dat de btw-wetgeving voor 31 december 2017 niet meer kan worden herzien om rekening te houden met de invoering van een definitief btw-stelsel voor de handel binnen de Unie. |
(7) |
Teneinde de ononderbroken toepassing van het bij Richtlijn 2006/112/EG van de Raad bepaalde normale minimumtarief te verzekeren, is het passend dat de onderhavige richtlijn vanaf 1 januari 2016 wordt toegepast. |
(8) |
Richtlijn 2006/112/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 97 van Richtlijn 2006/112/EG wordt vervangen door:
„Artikel 97
Vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2017 mag het normale tarief niet lager zijn dan 15 %.”.
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 augustus 2016 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 25 mei 2016.
Voor de Raad
De voorzitter
J.R.V.A. DIJSSELBLOEM
(1) Advies van 12 april 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Advies van 17 februari 2016 (PB C 133 van 14.4.2016, blz. 23).
(3) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).