EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D2039

Besluit (EU) 2016/2039 van de Raad van 15 november 2016 tot vaststelling van het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016 in samenhang met het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU voor bijstand aan Duitsland

PB L 314 van 22.11.2016, p. 19–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2016/2039/oj

22.11.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/19


BESLUIT (EU) 2016/2039 VAN DE RAAD

van 15 november 2016

tot vaststelling van het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016 in samenhang met het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU voor bijstand aan Duitsland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1), en met name artikel 41,

Overwegende hetgeen volgt:

De begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2016 is definitief vastgesteld op 25 november 2015 (2).

De Commissie heeft op 19 oktober 2016 een voorstel ingediend met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de algemene begroting voor het begrotingsjaar 2016.

Aangezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de algemene begroting voor 2016 onverwijld moet worden vastgesteld, is het gerechtvaardigd om overeenkomstig artikel 3, lid 3, van het reglement van orde van de Raad de periode van acht weken voor kennisgeving aan de nationale parlementen, bedoeld in artikel 4 van Protocol nr. 1, alsmede de in dat artikel bedoelde periode van tien dagen voor het plaatsen van het agendapunt op de voorlopige agenda van de Raad, in te korten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

Het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016 is vastgesteld op 15 november 2016.

De volledige tekst kan worden geraadpleegd op of gedownload van de website van de Raad: http://www.consilium.europa.eu/

Gedaan te Brussel, 15 november 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

I. KORČOK


(1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(2)  PB L 48 van 24.2.2016, blz. 1.


Top