Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D0587

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/587 van de Commissie van 14 april 2016 betreffende de goedkeuring van de in efficiënte buitenverlichting van voertuigen met behulp van lichtdioden toegepaste technologie als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)

    C/2016/2128

    PB L 101 van 16.4.2016, p. 17–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2020; opgeheven door 32020D1806

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2016/587/oj

    16.4.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 101/17


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/587 VAN DE COMMISSIE

    van 14 april 2016

    betreffende de goedkeuring van de in efficiënte buitenverlichting van voertuigen met behulp van lichtdioden toegepaste technologie als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto's, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (1), en met name artikel 12, lid 4,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De op 7 juli 2015 door de fabrikant Mazda Motor Europe GmbH ingediende aanvraag voor de goedkeuring van verlichting met lichtgevende dioden (leds) en de op 8 januari 2016 door Honda ingediende aanvraag voor de goedkeuring van efficiënte buitenverlichting met leds zijn beoordeeld overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 443/2009, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 van de Commissie (2) en de Technical Guidelines for the preparation of applications for the approval of innovative technologies pursuant to Regulation (EC) No 443/2009.

    (2)

    Uit de in de aanvragen van Mazda en Honda verstrekte informatie blijkt dat aan de in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 443/2009 en de in de artikelen 2 en 4 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 bedoelde voorwaarden en criteria is voldaan. Bijgevolg moet de efficiënte buitenverlichting met leds van Mazda en Honda worden goedgekeurd als innoverende technologieën.

    (3)

    Bij de Uitvoeringsbesluiten 2014/128/EU (3), (EU) 2015/206 (4) en (EU) 2016/160 (5) heeft de Commissie drie aanvragen goedgekeurd die betrekking hebben op technologieën die bijdragen tot verbetering van de efficiëntie van buitenverlichtingssystemen. Op basis van de ervaring die is opgedaan bij de beoordeling van die aanvragen alsmede van de aanvragen van Mazda en Honda, is bevredigend en overtuigend aangetoond dat efficiënte buitenverlichting met leds die een efficiënt buitenlicht met leds, zoals dimlichtkoplamp, grootlichtkoplamp, breedtelicht, mistvoorlicht, mistachterlicht, richtingaanwijzer aan de voorzijde, richtingaanwijzer aan de achterzijde, kentekenplaatverlichting en achteruitrijlicht, of geschikte combinaties van meerdere dergelijke lichten omvat, voldoet aan de in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 443/2009 en in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 bedoelde selectiecriteria, en ten opzichte van een basisbuitenverlichtingssysteem met dezelfde combinatie van voertuiglichten een vermindering van de CO2-emissies met ten minste 1 g CO2/km oplevert.

    (4)

    Het is daarom passend fabrikanten de mogelijkheid te bieden de CO2-besparingen als gevolg van het gebruik van efficiënte buitenverlichting met leds die aan die voorwaarden voldoet, te certificeren. Teneinde te waarborgen dat alleen buitenverlichting met leds die aan die voorwaarden voldoet, voor certificering wordt voorgesteld, moet de fabrikant samen met de bij de typegoedkeuringsinstantie ingediende certificeringsaanvraag ook een verificatierapport overleggen van een onafhankelijke verificatie-instantie waarin wordt bevestigd dat aan de voorwaarden is voldaan.

    (5)

    Indien de typegoedkeuringsinstantie oordeelt dat de ledverlichting niet voldoet aan de voorwaarden voor certificering, moet de aanvraag voor certificering van de besparingen worden afgewezen.

    (6)

    Het is passend de testmethode voor de bepaling van de CO2-besparingen als gevolg van het gebruik van buitenverlichting met leds goed te keuren.

    (7)

    Teneinde de CO2-besparingen als gevolg van het gebruik van buitenverlichting met leds te kunnen bepalen, is het nodig de basistechnologie vast te stellen ten opzichte waarvan de efficiëntie van de ledverlichting moet worden beoordeeld. Op basis van de opgedane ervaring is het passend halogeenverlichting als basistechnologie te beschouwen.

    (8)

    De besparingen als gevolg van het gebruik van buitenverlichting met leds kunnen gedeeltelijk worden aangetoond door middel van de in bijlage XII bij Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (6) bedoelde test. Daarom is het nodig ervoor te zorgen dat deze gedeeltelijke dekking in aanmerking wordt genomen bij de testmethode voor de CO2-besparingen als gevolg van het gebruik van buitenverlichting met leds.

    (9)

    Teneinde een bredere verspreiding van efficiënte buitenverlichting met leds in nieuwe voertuigen te vergemakkelijken, moet de fabrikant ook de mogelijkheid krijgen door middel van een enkele certificeringsaanvraag de certificering van de CO2-besparingen die het gevolg zijn van het gebruik van verschillende buitenverlichtingssystemen met leds aan te vragen. Het is echter passend te waarborgen dat, wanneer van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, een mechanisme wordt toegepast waarmee alleen de inzet van de efficiëntste buitenverlichtingssystemen met leds wordt gestimuleerd.

    (10)

    Om de algemene eco-innovatiecode vast te stellen die overeenkomstig de bijlagen I, VIII en IX bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (7) in de desbetreffende typegoedkeuringsdocumenten moet worden vermeld, moet voor de innoverende technologie voor buitenverlichting met leds de individuele code worden gespecificeerd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Goedkeuring

    De technologie die wordt gebruikt in de verlichting met lichtdioden (leds) van Mazda en in de ledverlichting van Honda wordt goedgekeurd als innoverende technologie in de zin van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 443/2009.

    Artikel 2

    Aanvraag voor certificering van CO2-besparingen

    1.   De fabrikant kan certificering aanvragen van de CO2-besparingen als gevolg van het gebruik van een of meer voor gebruik in voertuigen van categorie M1 bedoelde buitenverlichtingssystemen met leds die één van de volgende ledlichten of een combinatie daarvan bevatten:

    a)

    dimlichtkoplamp;

    b)

    grootlichtkoplamp;

    c)

    breedtelicht;

    d)

    mistvoorlicht;

    e)

    mistachterlicht;

    f)

    richtingaanwijzer aan de voorzijde;

    g)

    richtingaanwijzer aan de achterzijde;

    h)

    kentekenplaatverlichting;

    i)

    achteruitrijlicht.

    Het ledlicht of de combinatie van ledlichten waaruit de efficiënte buitenverlichting met leds bestaat, leveren ten minste de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) nr. 725/2011 gespecificeerde CO2-reductie op.

    2.   Een aanvraag voor de certificering van de besparingen als gevolg van het gebruik van een of meer efficiënte buitenverlichtingssystemen met leds gaat vergezeld van een onafhankelijk opgesteld verificatierapport waarin wordt gecertificeerd dat dat ledverlichtingssysteem of die ledverlichtingsystemen aan voorwaarden van lid 1 voldoen.

    3.   De typegoedkeuringsinstantie wijst de certificeringsaanvraag af indien zij oordeelt dat een of meer buitenverlichtingssystemen met leds niet aan de voorwaarden van lid 1 voldoen.

    Artikel 3

    Certificering van CO2-besparingen

    1.   De CO2-emissiereductie door het gebruik van de in artikel 2, lid 1, bedoelde efficiënte buitenverlichting met leds wordt bepaald volgens de in de bijlage beschreven methode.

    2.   Wanneer een fabrikant met betrekking tot één voertuigversie certificering aanvraagt van de CO2-besparingen als gevolg van het gebruik van meer dan één efficiënt buitenverlichtingssysteem met leds overeenkomstig artikel 2, lid 1, bepaalt de typegoedkeuringsinstantie welke van de geteste efficiënte buitenverlichtingssystemen met leds de geringste CO2-besparingen oplevert, en vermeldt zij de laagste waarde in de desbetreffende typegoedkeuringsdocumentatie. Die waarde wordt overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 in het certificaat van overeenstemming vermeldt.

    Artikel 4

    Eco-innovatiecode

    De eco-innovatiecode 19 wordt vermeld in de typegoedkeuringsdocumentatie wanneer naar dit besluit wordt verwezen overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011.

    Artikel 5

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 14 april 2016.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1.

    (2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 van de Commissie van 25 juli 2011 tot vaststelling van een procedure voor de goedkeuring en certificering van innoverende technologieën ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 194 van 26.7.2011, blz. 19).

    (3)  Uitvoeringsbesluit 2014/128/EU van de Commissie van 10 maart 2014 betreffende de goedkeuring van de „E-Light”-dimlichtmodule met lichtdioden als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 70 van 11.3.2014, blz. 30).

    (4)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/206 van de Commissie van 9 februari 2015 betreffende de goedkeuring van de efficiënte buitenlichten met lichtdioden als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 33 van 10.2.2015, blz. 52).

    (5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/160 van de Commissie van 5 februari 2016 betreffende de goedkeuring van de efficiënte buitenverlichting met lichtdioden van Toyota Motor Europe als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto's uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 31 van 6.2.2016, blz. 70).

    (6)  Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PB L 199 van 28.7.2008, blz. 1).

    (7)  Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn) (PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1).


    BIJLAGE

    METHODE OM DE CO2-BESPARINGEN ALS GEVOLG VAN HET GEBRUIK VAN BUITENVERLICHTING VAN VOERTUIGEN MET BEHULP VAN LICHTDIODEN (LEDS) TE BEPALEN

    1.   INLEIDING

    Om te bepalen welke CO2-emissiereducties aan het gebruik van een voor gebruik in een voertuig van categorie M1 bedoeld pakket van efficiënte buitenlichten met leds bestaande uit een passende combinatie van voertuiglichten zoals bedoeld in artikel 2 kan worden toegeschreven, moet het volgende worden vastgesteld:

    1)

    testomstandigheden;

    2)

    testapparatuur;

    3)

    bepaling van de energiebesparingen;

    4)

    berekening van de CO2-besparingen;

    5)

    berekening van de statistische fout.

    2.   SYMBOLEN, PARAMETERS EN EENHEDEN

    Latijnse symbolen

    Formula

    CO2-besparingen [g CO2/km]

    CO2

    Koolstofdioxide

    CF

    Omrekeningsfactor (l/100 km) – (g CO2/km) [g CO2/l] zoals gedefinieerd in tabel 3

    m

    Aantal efficiënte buitenlichten met leds waaruit het pakket bestaat

    n

    Aantal metingen van het monster

    P

    Elektriciteitsverbruik van het voertuiglicht [W]

    Formula

    Standaardafwijking van het elektriciteitsverbruik van het ledlicht [W]

    Formula

    Standaardafwijking van het gemiddelde elektriciteitsverbruik van het ledlicht [W]

    Formula

    Standaardafwijking van de totale CO2-besparingen [g CO2/km]

    UF

    Gebruiksfactor [-] zoals gedefinieerd in tabel 4

    v

    Gemiddelde rijsnelheid van de nieuwe Europese rijcyclus (NEDC) [km/h]

    VPe

    Verbruik van effectief vermogen [l/kWh] zoals gedefinieerd in tabel 2

    Image

    Gevoeligheid van de berekende CO2-besparingen gerelateerd aan het elektriciteitsverbruik van het ledlicht

    Griekse symbolen

    Δ

    Verschil

    ηA

    Efficiëntie van de alternator [%]

    Indices

    Index i verwijst naar voertuiglichten

    Index j verwijst naar meting van het monster

    EI

    Eco-innoverend

    RW

    Werkelijke omstandigheden

    TA

    Typegoedkeuringsomstandigheden

    B

    Basis

    3.   TESTVOORWAARDEN

    De testvoorwaarden moeten overeenstemmen met de voorschriften van VN/ECE-Reglement nr. 112 (1) betreffende uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voor motorvoertuigen bestemde koplampen die asymmetrisch dimlicht en/of grootlicht uitstralen en voorzien zijn van gloeilampen en/of ledmodulen. Het elektriciteitsverbruik wordt bepaald overeenkomstig punt 6.1.4 van VN/ECE-Reglement nr. 112 en de punten 3.2.1 en 3.2.2 van bijlage 10 bij dat reglement.

    4.   TESTAPPARATUUR

    De volgende apparatuur moet worden gebruikt, zoals afgebeeld in het figuur:

    een voedingseenheid (d.w.z. een variabele spanningsbron),

    twee digitale multimeters, één voor het meten van de gelijkstroom en één voor het meten van de gelijkspanning. In het figuur is een mogelijke testopstelling afgebeeld, waarbij de gelijkspanningsmeter is geïntegreerd in de voedingseenheid.

    Image

    5.   METINGEN EN BEPALING VAN DE ELEKTRICITEITSBESPARINGEN

    Voor elk in het pakket opgenomen efficiënt buitenlicht met leds wordt de stroommeting uitgevoerd zoals afgebeeld in het figuur, bij een spanning van 13,2 V. Ledmodulen met een elektronisch lichtbronregelmechanisme moeten volgens de specificaties van de aanvrager worden gemeten.

    De fabrikant kan verzoeken om de uitvoering van andere stroommetingen bij andere aanvullende spanningen. In dat geval moet de fabrikant geverifieerde documentatie aan de typegoedkeuringsinstantie verstrekken over de noodzaak deze andere metingen te verrichten. De stroommetingen bij elk van deze extra spanningen moeten ten minste vijf (5) keer achter elkaar worden uitgevoerd. De precieze nominale spanningen en de gemeten stroom moeten met vier decimalen worden geregistreerd.

    Het elektriciteitsverbruik moet worden bepaald door de nominale spanning te vermenigvuldigen met de gemeten stroom. Het gemiddelde van het elektriciteitsverbruik voor elk efficiënt buitenlicht met leds (Formula) moet worden berekend. Elk van de waarden moet in vier decimalen worden uitgedrukt. Wanneer een stappenmotor of elektronische regelaar wordt gebruikt voor de levering van elektriciteit aan de ledlampen, dient de elektrische belasting van deze component te worden uitgesloten van de meting.

    Voor het berekenen van de bereikte elektriciteitsbesparingen van elk efficiënt buitenlicht met leds (ΔPi) moet de volgende formule worden gebruikt:

    Formule 1

    Formula

    waarbij het elektriciteitsverbruik van het overeenkomstige basislicht wordt gedefinieerd door tabel 1.

    Tabel 1

    De vermogenseisen voor verschillende basislichten van voertuigen

    Voertuiglicht

    Totaal elektrisch vermogen (PB)

    [W]

    Dimlichtkoplamp

    137

    Grootlichtkoplamp

    150

    Breedtelicht

    12

    Kentekenplaatverlichting

    12

    Mistvoorlicht

    124

    Mistachterlicht

    26

    Richtingaanwijzer aan de voorzijde

    13

    Richtingaanwijzer aan de achterzijde

    13

    Achteruitrijlicht

    52

    6.   BEREKENING VAN DE CO2-BESPARINGEN

    De totale CO2-besparingen van het verlichtingspakket moeten worden berekend met formule 2.

    Formule 2

    Formula

    waarbij

    v

    :

    gemiddelde rijsnelheid van de NEDC [km/h], te weten 33,58 km/h

    ηA

    :

    efficiëntie van de alternator [%], te weten 67 %

    VPe

    :

    verbruik van effectief vermogen [l/kWh] zoals gedefinieerd in tabel 2

    Tabel 2

    Verbruik van effectief vermogen

    Motortype

    Verbruik van effectief vermogen (VPe)

    [l/kWh]

    Benzine

    0,264

    Benzine turbo

    0,280

    Diesel

    0,220

    CF

    :

    omrekeningsfactor (l/100 km) – (g CO2/km) [g CO2/l] zoals gedefinieerd in tabel 3

    Tabel 3

    Omrekeningsfactor voor brandstof

    Brandstoftype

    Omrekeningsfactor (l/100 km) — (g CO2/km) (CF)

    [g CO2/l]

    Benzine

    2 330

    Diesel

    2 640

    UF

    :

    gebruiksfactor van het voertuiglicht [–] zoals gedefinieerd in tabel 4

    Tabel 4

    Gebruiksfactor voor verschillende voertuiglichten

    Voertuiglicht

    Gebruiksfactor (UF)

    [–]

    Dimlichtkoplamp

    0,33

    Grootlichtkoplamp

    0,03

    Breedtelicht

    0,36

    Kentekenplaatverlichting

    0,36

    Mistvoorlicht

    0,01

    Mistachterlicht

    0,01

    Richtingaanwijzer aan de voorzijde

    0,15

    Richtingaanwijzer aan de achterzijde

    0,15

    Achteruitrijlicht

    0,01

    7.   BEREKENING VAN DE STATISTISCHE FOUT

    Statistische fouten in de resultaten van de testmethode als gevolg van de metingen moeten worden gekwantificeerd. Voor elk in het pakket opgenomen efficiënt buitenlicht met leds wordt de standaardafwijking berekend zoals gedefinieerd in formule 3.

    Formule 3

    Formula

    waarbij:

    n

    :

    aantal metingen van het monster, te weten ten minste 5

    De standaardafwijking van het rendement van elk efficiënt buitenlicht met leds (Formula) resulteert in een fout in de CO2-besparingen (Formula). Deze fout kan worden berekend met formule 4

    Formule 4

    Image

    8.   STATISTISCHE SIGNIFICANTIE

    Voor elk type, elke variant en elke versie van een voertuig dat met de combinatie van de efficiënte buitenlichten met leds is uitgerust, moet worden aangetoond dat de fout in de CO2-besparingen berekend volgens formule 4 niet groter is dan het verschil tussen de totale CO2-besparingen en de minimumdrempelwaarde voor besparingen zoals vermeld in artikel 9, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 (zie formule 5).

    Formule 5

    Formula

    waarbij:

    MT

    :

    minimumdrempel [g CO2/km], te weten 1 g CO2/km

    Indien de totale CO2-emissiebesparingen van het pakket efficiënte buitenlichten met leds volgens de berekening met formule 5 minder zijn dan de drempelwaarde van artikel 9, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011, is de tweede alinea van artikel 11, lid 2, van die verordening van toepassing.


    (1)  E/ECE/324/Rev.2/Add.111/Rev.3 — E/ECE/TRANS/505/Rev.2/Add.111/Rev.3 van 9 januari 2013.


    Top