Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D0005

Besluit (EU) 2016/457 van de Europese Centrale Bank van 16 maart 2016 inzake de beleenbaarheid van door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldinstrumenten (ECB/2016/5)

PB L 79 van 30.3.2016, p. 41–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2016/457/oj

30.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 79/41


BESLUIT (EU) 2016/457 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 16 maart 2016

inzake de beleenbaarheid van door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldinstrumenten (ECB/2016/5)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2, het eerste streepje,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 3.1, het eerste streepje, artikel 12.1, artikel 18 en artikel 34.1, het tweede streepje,

Gezien Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (algemene documentatie richtsnoer) (ECB/2014/60) (1), met name artikel 1, lid 4, deel vier, titel I, II, IV, V, VI en VIII, en deel zes,

Gezien Richtsnoer ECB/2014/31 van 9 juli 2014 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 (2), met name artikel 1, lid 3 en artikel 8,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Conform artikel 18.1 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank mogen de Europese Centrale Bank (ECB) en de eurogebied-NCB's krediettransacties verrichten met kredietinstellingen en andere marktpartijen, waarbij de verleende kredieten worden gedekt door toereikend onderpand. De standaardcriteria en minimumkredietkwaliteitsvereisten die de beleenbaarheid van verhandelbare activa als onderpand voor monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem bepalen, zijn vastgesteld in Richtsnoer (EU) 2015/50 (ECB/2014/60) en met name in artikel 59 en in deel vier, titel II.

(2)

Conform artikel 1, lid 4 van Richtsnoer (EU) 2015/50 (ECB/2014/60) kan de Raad van bestuur te allen tijde besluiten tot aanpassing van hulpmiddelen, instrumenten, vereisten, criteria en procedures voor de implementatie van monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem. Luidens artikel 59, lid 6 van Richtsnoer (EU) 2015/50 (ECB/2014/60) behoudt het Eurosysteem zich het recht voor om op basis van informatie die het Eurosysteem relevant acht voor de verzekering van voldoende risicobescherming, te bepalen of een emissie, emittent, debiteur of garant aan de kredietkwaliteitsvereisten van het Eurosysteem voldoet.

(3)

In afwijking van de kredietkwaliteitsvereisten van het Eurosysteem voor verhandelbare activa bepaalt artikel 8 van Richtsnoer ECB/2014/31 dat de kredietkwaliteitsdrempels van het Eurosysteem niet van toepassing zijn op verhandelbare schuldinstrumenten die zijn uitgegeven door, dan wel volledig gegarandeerd worden door centrale regeringen van eurogebiedlidstaten, waarop een programma van de Europese Unie/Internationaal Monetair Fonds van toepassing is, tenzij de Raad van bestuur besluit dat de betrokken lidstaat niet voldoet aan de voorwaarde voor het programma inzake financiële steun en/of het macro-economische programma.

(4)

Bij wijze van uitzonderlijke maatregel schortte Besluit ECB/2013/13 (3) tijdelijk de minimumvereisten voor kredietkwaliteitsdrempels van het Eurosysteem op die van toepassing zijn op verhandelbare schuldinstrumenten die zijn uitgegeven of volledig worden gegarandeerd door de Republiek Cyprus. Nadat de Republiek Cyprus het schuldbeheer had voltooid, en werd bevestigd dat het voldoet aan de voorwaarde van het economisch en financieel aanpassingsprogramma dat het was aangegaan, heeft Besluit ECB/2013/22 (4) de beleenbaarheid hersteld van verhandelbare schuldinstrumenten, die zijn uitgegeven door, dan wel volledig gegarandeerd worden door de Republiek Cyprus, voor monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem, mits toepassing van specifieke surpluspercentages op die instrumenten, en op voorwaarde dat de Republiek Cyprus moet worden beschouwd als een eurogebiedlidstaat die voldoet aan een programma van de Europese Unie/Internationaal Monetair Fonds.

(5)

Thans bepaalt artikel 1, lid 3 van ECB/2014/31 dat voor de doeleinden van artikel 8 van dat richtsnoer de Republiek Cyprus moet worden beschouwd als een eurogebiedlidstaat die voldoet aan een programma van de Europese Unie/Internationaal Monetair Fonds. Bovendien bepaalt artikel 8, lid 3 van dat richtsnoer dat op verhandelbare schuldinstrumenten die zijn uitgegeven door, dan wel volledig gegarandeerd worden door de Republiek Cyprus specifieke in bijlage II bij dat richtsnoer vastgestelde surpluspercentages van toepassing zijn.

(6)

Krachtens een door de Republiek Cyprus ingediend verzoek werd het op haar toepasselijke programma van het Internationaal Monetair Fonds met ingang van 7 maart 2016 ingetrokken (5). Krachtens artikel 1 van de Overeenkomst inzake financiële bijstand tussen Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), de Republiek Cyprus en de Central Bank of Cyprus (6), is de beëindigingsdatum van het ESM-programma 31 maart 2016. Derhalve wordt de Republiek Cyprus met ingang van 1 april 2016 niet langer beschouwd als een lidstaat waarop een programma van de Europese Unie/Internationaal Monetair Fonds van toepassing is. Met ingang van die datum zal niet langer voldaan worden aan de voorwaarde voor de tijdelijke opschorting van de kredietkwaliteitsdrempels van het Eurosysteem ten aanzien van verhandelbare schuldinstrumenten die zijn uitgegeven door, dan wel volledig gegarandeerd worden door de Republiek Cyprus, zoals bepaald in artikel 8, lid 2 van Richtsnoer ECB/2014/31.

(7)

Derhalve heeft de Raad van bestuur besloten dat met ingang van 1 april 2016 de standaardcriteria en kredietkwaliteitsdrempels van het Eurosysteem van toepassing moeten zijn op verhandelbare schuldinstrumenten die zijn uitgegeven door of volledig gegarandeerd worden door de Republiek Cyprus en dat op die schuldinstrumenten de in Richtsnoer (EU) 2016/65 van de Europese Centrale Bank (ECB/2015/35) (7) vastgestelde standaardsurpluspercentages van toepassing zullen zijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Beleenbaarheid van door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldinstrumenten

1.   Binnen het kader van artikel 8 van Richtsnoer ECB/2014/31 wordt de Republiek Cyprus niet langer beschouwd als een lidstaat waarop een programma van de Europese Unie/Internationaal Monetair Fonds van toepassing is.

2.   De in Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60), en met name in artikel 59 en in Deel Vier, Titel II vastgestelde minimumvereisten van het Eurosysteem voor kredietkwaliteitsdrempels zijn van toepassing op verhandelbare schuldinstrumenten die zijn uitgegeven door, dan wel volledig gegarandeerd worden door de Republiek Cyprus.

3.   Op door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldinstrumenten zijn de in bijlage II bij Richtsnoer ECB/2014/31 vastgelegde specifieke surpluspercentages niet langer van toepassing.

4.   Bij een discrepantie tussen dit besluit en Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) en Richtsnoer ECB/2014/31, zoals op nationaal niveau door de nationale centrale banken van de eurogebiedlidstaten uitgevoerd, geldt dit besluit.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt op 1 april 2016 in werking.

Gedaan te Frankfurt am Main, 16 maart 2016.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3.

(2)  PB L 240 van 13.8.2014, blz. 28.

(3)  Besluit ECB/2013/13 van 2 mei 2013 inzake tijdelijke maatregelen betreffende de beleenbaarheid van door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen (PB L 133 van 17.5.2013, blz. 26).

(4)  Besluit ECB/2013/22 van 5 juli 2013 inzake tijdelijke maatregelen betreffende de beleenbaarheid van door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen (PB L 195 van 18.7.2013, blz. 27).

(5)  Verklaring Christine Lagarde, directeur van het International Monetair Fonds, ten aanzien van Cyprus, 7 maart 2016, persbericht nr. 16/94.

(6)  Beschikbaar op de ECB-website (www.ecb.europa.eu).

(7)  Richtsnoer (EU) 2016/65 van de Europese Centrale Bank van 18 november 2015 betreffende binnen het kader van de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem toegepaste surpluspercentages (ECB/2015/35) (PB L 14 van 21.1.2016, blz. 30).


Top