Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015R1839

    Verordening (EU) 2015/1839 van het Europees Parlement en de Raad van 14 oktober 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft specifieke maatregelen voor Griekenland

    PB L 270 van 15.10.2015, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2015/1839/oj

    15.10.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 270/1


    VERORDENING (EU) 2015/1839 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 14 oktober 2015

    tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft specifieke maatregelen voor Griekenland

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 177,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Na raadpleging van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

    Na raadpleging van van het Comité van de Regio's,

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De financiële crisis heeft voor Griekenland ongekende gevolgen gehad. De crisis heeft in Griekenland gedurende een aantal jaren geleid tot een aanhoudend negatief groeipercentage van het bruto binnenlands product, hetgeen op zijn beurt ernstige liquiditeitstekorten heeft veroorzaakt, alsook een gebrek aan beschikbare overheidsmiddelen voor de nodige overheidsinvesteringen om duurzaam herstel te bevorderen. Dit heeft geleid tot een buitengewone situatie waarvoor specifieke maatregelen nodig zijn.

    (2)

    Het is van essentieel belang dat het gebrek aan liquiditeit en overheidsmiddelen in Griekenland niet in de weg staat aan investeringen in het kader van programma's die worden ondersteund door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds („de Fondsen”) en door het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).

    (3)

    Om ervoor te zorgen dat Griekenland in 2015 en 2016 over voldoende financiële middelen beschikt om te beginnen met de uitvoering van de programma's voor 2014-2020 die door de Fondsen en het EFMZV worden ondersteund, is het aangewezen om het niveau van de initiële voorfinanciering van de operationele programma's van Griekenland in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” en van door het EFMZV ondersteunde programma's te verhogen door in die jaren een aanvullende initiële voorfinanciering uit te keren.

    (4)

    Om ervoor te zorgen dat de aanvullende initiële voorfinanciering daadwerkelijk wordt gebruikt en de begunstigden van de Fondsen en het EFMZV zo snel mogelijk bereikt, zodat zij geplande investeringen kunnen doen en onmiddellijk na de indiening van hun betalingsaanvragen kunnen worden terugbetaald, moet de aanvullende initiële voorfinanciering aan de Commissie worden terugbetaald indien er binnen een bepaalde termijn na de betaling van het bedrag geen adequaat niveau aan betalingsaanvragen bij de Commissie wordt ingediend.

    (5)

    Met het oog op een efficiënter gebruik van beschikbare middelen voor de financiering van concrete acties in het kader van door de Fondsen ondersteunde operationele programma's voor de convergentiedoelstelling en de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” die voor 2007-2013 in Griekenland zijn vastgesteld, moeten de maximale medefinancieringspercentages en het maximum voor betalingen aan programma's aan het einde van de programmeringsperiode worden verhoogd. Er moet worden voorzien in een verslagleggingsmechanisme om ervoor te zorgen dat de aldus beschikbaar gestelde middelen daadwerkelijk voor de financiering van investeringen in de praktijk worden gebruikt.

    (6)

    Aangezien de steun dringend nodig is, moet deze verordening in werking treden daags na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    (7)

    Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) moet derhalve worden gewijzigd,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In artikel 134 wordt het volgende lid ingevoegd:

    „1 bis.   Naast de in lid 1, onder b) en c), vervatte tranches wordt aan de operationele programma's in Griekenland in 2015 en 2016 telkens een aanvullende initiële voorfinanciering van 3,5 % van het steunbedrag uit de Fondsen en het EFMZV voor de gehele programmeringsperiode uitgekeerd.

    De aanvullende initiële voorfinanciering is niet van toepassing op programma's in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”, noch op de specifieke toewijzing voor het Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief.

    Indien de certificeringsautoriteit voor een operationeel programma per Fonds uiterlijk op 31 december 2016 geen betalingsaanvragen heeft ingediend voor de volledige aanvullende voorfinanciering die in 2015 en 2016 op grond van dit lid, indien van toepassing, wordt uitgekeerd, betaalt Griekenland de Commissie het volledige bedrag terug van de voor dat Fonds aan dat programma uitgekeerde aanvullende initiële voorfinanciering. Deze terugbetalingen zijn geen financiële correctie en brengen geen verlaging mee van de steun uit de Fondsen of het EFMZV aan het operationele programma. De terugbetaalde bedragen zijn interne bestemmingsontvangsten zoals bedoeld in artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.”.

    2)

    In artikel 152 worden de volgende leden toegevoegd:

    „4.   In afwijking van artikel 79, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 bedraagt het maximum van het gecumuleerde totaal van de voorfinanciering en de gedane tussentijdse betalingen 100 % van de bijdrage van de Fondsen aan operationele programma's in Griekenland voor de convergentiedoelstelling en de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”.

    5.   In afwijking van artikel 53, lid 2, en artikel 77, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en niettegenstaande de besluiten van de Commissie tot vaststelling van het maximale percentage en het maximumbedrag van de bijdrage uit de Fondsen voor elk Grieks operationeel programma en voor elke prioritaire as, worden tussentijdse betalingen en saldobetalingen berekend door toepassing van een maximaal medefinancieringspercentage van 100 % op de subsidiabele uitgaven die voor Griekse operationele programma's voor de convergentiedoelstelling en de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” zijn vermeld in het kader van elke prioritaire as in elke door de certificeringsautoriteit gecertificeerde uitgavenstaat. Artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 is niet van toepassing op operationele programma's in Griekenland.

    6.   Griekenland voorziet in een mechanisme om ervoor te zorgen dat de aanvullende bedragen die als gevolg van de maatregelen van de leden 4 en 5 van dit artikel beschikbaar worden gesteld, uitsluitend worden gebruikt voor betalingen aan begunstigden en concrete acties voor zijn operationele programma's.

    Griekenland dient voor eind 2016 bij de Commissie een verslag in over de uitvoering van de leden 4 en 5 van dit artikel en brengt verder verslag uit in het eindverslag over de uitvoering van het operationele programma dat op grond van artikel 89, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1083/2006 moet worden ingediend.”.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 14 oktober 2015.

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    M. SCHULZ

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. ASSELBORN


    (1)  Standpunt van het Europees Parlement van 6 oktober 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 oktober 2015.

    (2)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).


    Top