Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015R1801

    Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1801 van de Commissie van 7 oktober 2015 tot verlaging van de vangstquota voor 2015 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren

    PB L 263 van 8.10.2015, p. 19–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 26/12/2015

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2015/1801/oj

    8.10.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 263/19


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1801 VAN DE COMMISSIE

    van 7 oktober 2015

    tot verlaging van de vangstquota voor 2015 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (1), en met name artikel 105, leden 1, 2 en 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De vangstquota voor 2014 zijn vastgesteld bij:

    Verordening (EU) nr. 1262/2012 van de Raad (2),

    Verordening (EU) nr. 1180/2013 van de Raad (3),

    Verordening (EU) nr. 24/2014 van de Raad (4), en

    Verordening (EU) nr. 43/2014 van de Raad (5).

    (2)

    De vangstquota voor 2015 zijn vastgesteld bij:

    Verordening (EU) nr. 1221/2014 van de Raad (6),

    Verordening (EU) nr. 1367/2014 van de Raad (7),

    Verordening (EU) 2015/104 van de Raad (8), en

    Verordening (EU) 2015/106 van de Raad (9).

    (3)

    Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 moet de Commissie, wanneer zij vaststelt dat een lidstaat de hem toegewezen vangstquota heeft overschreden, de toekomstige vangstquota van die lidstaat verlagen.

    (4)

    In artikel 105, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 is bepaald dat de vangstquota het volgende jaar of de volgende jaren moeten worden verlaagd door toepassing van bepaalde vermenigvuldigingsfactoren die in die leden zijn vastgesteld.

    (5)

    Sommige lidstaten hebben hun vangstquota voor 2014 overschreden. Derhalve moeten de aan die lidstaten toegewezen vangstquota voor de overbeviste bestanden in 2015 en in voorkomend geval ook in de daaropvolgende jaren worden verlaagd.

    (6)

    In 2012 heeft Spanje zijn quotum voor langoustines in gebied IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1 (NEP/93411) overbevist. De uit die overbevissing voortvloeiende verlaging met 75,45 ton gold voor 2013, maar is op verzoek van Spanje gespreid over drie jaar, te beginnen in 2013. De resterende jaarlijkse verlaging van het Spaanse quotum voor het bestand NEP/93411 bedraagt 19 ton in 2015, tenzij wordt beslist het quotum weer aan te passen.

    (7)

    Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 871/2014 van de Commissie (10) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1360/2014 van de Commissie (11) zijn voor 2014 de vangstquota voor bepaalde landen en soorten verlaagd. Voor sommige lidstaten waren de voor een aantal soorten toe te passen verlagingen evenwel groter dan de desbetreffende quota voor 2014 en konden die verlagingen in dat jaar bijgevolg niet volledig worden toegepast. Om te garanderen dat in dergelijke gevallen de volledige verlaging voor de desbetreffende bestanden wordt toegepast, moeten de resterende hoeveelheden in rekening worden gebracht bij de vaststelling van de verlagingen van de quota voor 2015 en, in voorkomend geval, voor de daaropvolgende jaren.

    (8)

    Verlagingen van vangstquota, als vastgesteld bij de onderhavige verordening, moeten gelden onverminderd de verlagingen van de quota voor 2015 overeenkomstig Verordening (EU) nr. 165/2011 van de Commissie (12) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 van de Commissie (13).

    (9)

    Aangezien quota worden uitgedrukt in ton of hele exemplaren, moeten hoeveelheden van minder dan één ton of één exemplaar niet in overweging worden genomen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De vangstquota die voor 2015 zijn vastgesteld in de Verordeningen (EU) nr. 1221/2014, (EU) nr. 1367/2014, (EU) 2015/104 en (EU) 2015/106, worden overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening verlaagd.

    2.   Lid 1 is van toepassing onverminderd de verlagingen waarin is voorzien bij Verordening (EU) nr. 165/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 7 oktober 2015.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU) nr. 1262/2012 van de Raad van 20 december 2012 tot vaststelling, voor 2013 en 2014, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (PB L 356 van 22.12.2012, blz. 22).

    (3)  Verordening (EU) nr. 1180/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn (PB L 313 van 22.11.2013, blz. 4).

    (4)  Verordening (EU) nr. 24/2014 van de Raad van 10 januari 2014 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden in de Zwarte Zee (PB L 9 van 14.1.2014, blz. 4).

    (5)  Verordening (EU) nr. 43/2014 van de Raad van 20 januari 2014 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 24 van 28.1.2014, blz. 1).

    (6)  Verordening (EU) nr. 1221/2014 van de Raad van 10 november 2014 tot vaststelling, voor 2015, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 43/2014 en (EU) nr. 1180/2013 (PB L 330 van 15.11.2014, blz. 16).

    (7)  Verordening (EU) nr. 1367/2014 van de Raad van 15 december 2014 tot vaststelling, voor 2015 en 2016, van de vangstmogelijkheden voor vissersvaartuigen van de Unie voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (PB L 366 van 20.12.2014, blz. 1).

    (8)  Verordening (EU) 2015/104 van de Raad van 19 januari 2015 tot vaststelling, voor 2015, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 43/2014 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 779/2014 (PB L 22 van 28.1.2015, blz. 1).

    (9)  Verordening (EU) 2015/106 van de Raad van 19 januari 2015 tot vaststelling, voor 2015, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden in de Zwarte Zee (PB L 19 van 24.1.2015, blz. 8).

    (10)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 871/2014 van de Commissie van 11 augustus 2014 tot verlaging van de vangstquota voor 2014 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren (PB L 239 van 12.8.2014, blz. 14).

    (11)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1360/2014 van de Commissie van 18 december 2014 tot verlaging van de vangstquota voor 2014 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van andere bestanden in de voorgaande jaren en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 871/2014 wat betreft de in komende jaren af te trekken hoeveelheden (PB L 365 van 19.12.2014, blz. 106).

    (12)  Verordening (EU) nr. 165/2011 van de Commissie van 22 februari 2011 tot verlaging van bepaalde aan Spanje toegewezen makreelquota in 2011 en de daaropvolgende jaren wegens overbevissing in 2010 (PB L 48 van 23.2.2011, blz. 11).

    (13)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 van de Commissie van 5 maart 2013 tot verlaging van bepaalde aan Spanje toegewezen vangstquota in 2013 en de daaropvolgende jaren wegens overbevissing van een bepaald makreelquotum in 2009 (PB L 62 van 6.3.2013, blz. 62).


    BIJLAGE

    VERLAGINGEN VAN QUOTA VOOR BESTANDEN DIE ZIJN OVERBEVIST

    Lidstaat

    Soortcode

    Gebiedscode

    Soortnaam

    Benaming gebied

    Oorspronkelijk quotum 2014

    Toegestane aanlandingen 2014 (totale aangepaste hoeveelheid in ton) (1)

    Totale vangsten 2014 (hoeveelheid in ton)

    Benutting quotum in verhouding tot toegestane aanlandingen (%)

    Overbevissing in verhouding tot toegestane aanlandingen (hoeveelheid in ton)

    Vermenigvuldigingsfactor (2)

    Aanvullende vermenigvuldigingsfactor (3)  (4)

    Resterende verlaging van 2014 (5)

    Saldo (6)

    In 2015 toe te passen verlagingen (hoeveelheid in ton)

    (1)

    (2)

    (3)

    (4)

    (5)

    (6)

    (7)

    (8)

    (9)

    (10)

    (11)

    (12)

    (13)

    (14)

    (15)

    BE

    PLE

    7HJK.

    Schol

    VIIh, VIIj en VIIk

    8,000

    1,120

    3,701

    330,45

    2,581

    /

    /

    /

    /

    2,581

    BE

    SOL

    8AB.

    Tong

    VIIIa en VIIIb

    47,000

    327,900

    328,823

    100,28

    0,923

    /

    C

    /

    /

    1,385

    BE

    SRX

    07D.

    Roggen

    Wateren van de Unie van VIId

    72,000

    60,000

    69,586

    115,98

    9,586

    /

    /

    /

    /

    9,586

    BE

    SRX

    67AKXD

    Roggen

    Wateren van de Unie van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k

    725,000

    765,000

    770,738

    100,75

    5,738

    /

    /

    /

    /

    5,738

    DK

    COD

    03AN.

    Kabeljauw

    Skagerrak

    3 177,000

    3 299,380

    3 408,570

    103,31

    109,190

    /

    C

    /

    /

    163,785

    DK

    HER

    03A.

    Haring

    IIIa

    19 357,000

    15 529,000

    15 641,340

    100,72

    112,340

    /

    /

    /

    /

    112,340

    DK

    HER

    2A47DX

    Haring

    IV, VIId en wateren van de Unie van IIa

    12 526,000

    12 959,000

    13 430,160

    103,64

    471,160

    /

    /

    /

    /

    471,160

    DK

    HER

    4AB.

    Haring

    Wateren van de Unie en Noorse wateren van IV ten noorden van 53° 30′ NB

    80 026,000

    99 702,000

    99 711,800

    100,10

    9,800

    /

    /

    /

    /

    9,800

    DK

    PRA

    03A.

    Noorse garnaal

    IIIa

    2 308,000

    2 308,000

    2 317,330

    100,40

    9,330

    /

    /

    /

    /

    9,330

    DK

    SAN

    234_2

    Zandspiering

    Wateren van de Unie van voor zandspiering ingesteld beheersgebied 2

    4 717,000

    4 868,000

    8 381,430

    172,17

    3 513,430

    2

    /

    /

    /

    7 026,860

    DK

    SPR

    2AC4-C

    Sprot en bijvangsten

    Wateren van de Unie van IIa en IV

    122 383,000

    126 007,000

    127 165,410

    100,92

    1 158,410

    /

    /

    /

    /

    1 158,410

    ES

    ALF

    3X14-

    Beryx spp.

    Uniewateren en internationale wateren van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

    67,000

    67,000

    79,683

    118,93

    12,683

    /

    A

    3,000

    /

    22,025

    ES

    BSF

    56712-

    Zwarte haarstaartvis

    Uniewateren en internationale wateren van V, VI, VII en XII

    226,000

    312,500

    327,697

    104,86

    15,197

    /

    A

    /

    /

    22,796

    ES

    BSF

    8910-

    Zwarte haarstaartvis

    Uniewateren en internationale wateren van VIII, IX en X

    12,000

    6,130

    15,769

    257,24

    9,639

    /

    A

    27,130

    /

    41,589

    ES

    BUM

    ATLANT

    Blauwe marlijn

    Atlantische Oceaan

    27,200

    27,200

    124,452

    457,54

    97,252

    /

    A

    27,000

    /

    172,878

    ES

    DWS

    56789-

    Diepzeehaaien

    Uniewateren en internationale wateren van V, VI, VII, VIII en IX

    0

    0

    3,039

    n.v.t.

    3,039

    /

    A

    /

    /

    4,559

    ES

    GFB

    567-

    Gaffelkabeljauw

    Uniewateren en internationale wateren van V, VI en VII

    588,000

    828,030

    842,467

    101,74

    14,437

    /

    /

    /

    /

    14,437

    ES

    GFB

    89-

    Gaffelkabeljauw

    Uniewateren en internationale wateren van VIII en IX

    242,000

    216,750

    237,282

    109,47

    20,532

    /

    A

    17,750

    /

    48,548

    ES

    GHL

    1N2AB.

    Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

    Noorse wateren van I en II

    /

    0

    22,685

    n.v.t.

    22,685

    /

    /

    /

    /

    22,685

    ES

    HAD

    5BC6A.

    Schelvis

    Wateren van de Unie en internationale wateren van Vb en VIa

    /

    2,840

    18,933

    666,65

    16,093

    /

    A

    12,540

    /

    36,680

    ES

    HAD

    7X7A34

    Schelvis

    VIIb-k, VIII, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1.

    /

    0

    3,075

    n.v.t.

    3,075

    /

    A

    /

    /

    4,613

    ES

    NEP

    9/3411

    Langoustine

    IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1.

    55,000

    33,690

    24,403

    72,43

    – 9,287

    /

    /

    19,000 (7)

    /

    9,713

    ES

    OTH

    1N2AB.

    Andere soorten

    Noorse wateren van I en II

    /

    0

    26,744

    n.v.t.

    26,744

    /

    /

    /

    /

    26,744

    ES

    POK

    56-14

    Koolvis

    VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb, XII en XIV

    /

    4,810

    8,703

    180,94

    3,893

    /

    /

    /

    /

    3,893

    ES

    RNG

    5B67-

    Rondneusgrenadier

    Uniewateren en internationale wateren van Vb, VI en VII

    70,000

    111,160

    125,401

    112,81

    14,241

    /

    /

    /

    /

    14,241

    ES

    SBR

    678-

    Zeebrasem

    Uniewateren en internationale wateren van VI, VII en VIII

    143,000

    133,060

    136,418

    102,52

    3,358

    /

    /

    /

    /

    3,358

    ES

    SOL

    8AB.

    Tong

    VIIIa en VIIIb

    9,000

    8,100

    9,894

    122,15

    1,794

    /

    A+C

    2,100

    /

    4,791

    ES

    SRX

    89-C.

    Roggen

    Wateren van de Unie van VIII en IX

    1 057,000

    857,000

    1 089,241

    127,10

    232,241

    1,4

    /

    /

    /

    325,137

    ES

    USK

    567EI.

    Lom

    Wateren van de Unie en internationale wateren van V, VI en VII

    26,000

    15,770

    15,762

    99,95

    – 0,008

    /

    /

    58,770

    /

    58,762

    ES

    WHM

    ATLANT

    Witte marlijn

    Atlantische Oceaan

    30,500

    25,670

    98,039

    381,92

    72,369

    /

    /

    0,170

    /

    72,539

    FR

    SRX

    07D.

    Roggen

    Wateren van de Unie van VIId

    602,000

    627,000

    698,414

    111,39

    71,414

    /

    /

    /

    /

    71,414

    FR

    SRX

    2AC4-C

    Roggen

    Wateren van de Unie van IIa en IV

    33,000

    36,000

    48,212

    133,92

    12,212

    /

    /

    /

    /

    12,212

    IE

    PLE

    7HJK.

    Schol

    VIIh, VIIj en VIIk

    59,000

    61,000

    78,270

    128,31

    17,270

    /

    A

    /

    /

    25,905

    IE

    SOL

    07A.

    Tong

    VIIa

    41,000

    42,000

    43,107

    102,64

    1,107

    /

    /

    /

    /

    1,107

    IE

    SRX

    67AKXD

    Roggen

    Wateren van de Unie van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k

    1 048,000

    1 030,000

    1 079,446

    104,80

    49,446

    /

    /

    /

    /

    49,446

    LT

    GHL

    N3LMNO

    Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

    NAFO 3 LMNO

    22,000

    0

    0

    n.v.t.

    0

    /

    /

    46,000

    /

    46,000

    LV

    HER

    03D.RG

    Haring

    Deelsector 28.1

    16 534,000

    19 334,630

    20 084,200

    103,88

    749,570

    /

    /

    /

    /

    749,570

    NL

    HKE

    3A/BCD

    Heek

    IIIa; wateren van de Unie van de deelsectoren 22-32

    /

    0

    1,655

    n.v.t.

    1,655

    /

    C

    /

    /

    2,482

    NL

    RED

    1N2AB.

    Roodbaarzen

    Noorse wateren van I en II

    /

    0

    2,798

    n.v.t.

    2,798

    /

    /

    /

    /

    2,798

    PT

    ANF

    8C3411

    Zeeduivels

    VIIIc, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1.

    436,000

    664,000

    676,302

    101,85

    12,302

    /

    /

    /

    /

    12,302

    PT

    BFT

    AE45WM

    Blauwvintonijn

    Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee

    235,500

    235,500

    243,092

    103,22

    7,592

    /

    C

    /

    /

    11,388

    PT

    HAD

    1N2AB

    Schelvis

    Noorse wateren van I en II

    /

    0

    26,816

    n.v.t.

    26,816

    /

    /

    /

    344,950

    371,766

    PT

    POK

    1N2AB.

    Koolvis

    Noorse wateren van I en II

    /

    18,000

    11,850

    65,83

    – 6,150

    /

    /

    /

    185,000

    178,850

    PT

    SRX

    89-C.

    Roggen

    Wateren van de Unie van VIII en IX

    1 051,000

    1 051,000

    1 059,237

    100,78

    8,237

    /

    /

    /

    /

    8,237

    SE

    COD

    03AN.

    Kabeljauw

    Skagerrak

    371,000

    560,000

    562,836

    100,51

    2,836

    /

    C

    /

    /

    4,254

    UK

    DGS

    15X14

    Doornhaai

    Uniewateren en internationale wateren van I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV

    0

    0

    1,027

    n.v.t.

    1,027

    /

    A

    /

    /

    1,541

    UK

    GHL

    514GRN

    Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

    Groenlandse wateren van V en XIV

    189,000

    0

    0

    n.v.t.

    0

    /

    /

    1,000

    /

    1,000

    UK

    HAD

    5BC6A.

    Schelvis

    Wateren van de Unie en internationale wateren van Vb en VIa

    3 106,000

    3 236,600

    3 277,296

    101,26

    40,696

    /

    /

    /

    /

    40,696

    UK

    MAC

    2CX14-

    Makreel

    VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; Uniewateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van IIa, XII en XIV

    179 471,000

    275 119,000

    279 250,206

    101,50

    4 131,206

    /

    /

    /

    /

    4 131,206

    UK

    NOP

    2A3A4.

    Kever

    IIIa; wateren van de Unie van IIa en IV

    /

    0

    14,000

    n.v.t.

    14,000

    /

    /

    /

    /

    14,000

    UK

    PLE

    7DE.

    Schol

    VIId en VIIe

    1 548,000

    1 500,000

    1 606,749

    107,12

    106,749

    1,1

    /

    /

    /

    117,424

    UK

    SOL

    7FG.

    Tong

    VIIf en VIIg

    282,000

    255,250

    252,487

    98,92

    (– 2,763) (8)

    /

    /

    1,950

    /

    1,950

    UK

    SRX

    07D.

    Roggen

    Wateren van de Unie van VIId

    120,000

    95,000

    102,679

    108,08

    7,679

    /

    /

    /

    /

    7,679

    UK

    WHB

    24-N

    Blauwe wijting

    Noorse wateren van II en IV

    0

    0

    22,204

    n.v.t.

    22,204

    /

    /

    /

    /

    22,204


    (1)  Quota die op grond van de betrokken verordeningen inzake de vangstmogelijkheden beschikbaar zijn voor de lidstaten, rekening houdend met het ruilen van vangstmogelijkheden overeenkomstig artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22), het overdragen van quota overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad (PB L 115 van 9.5.1996, blz. 3) of het opnieuw toewijzen en verlagen van vangstmogelijkheden overeenkomstig de artikelen 37 en 105 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

    (2)  Als vastgesteld in artikel 105, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad. Een verlaging gelijk aan de overbevissing van × 1,00 is van toepassing in alle gevallen van overbevissing ter hoogte van maximaal 100 ton.

    (3)  Als vastgesteld in artikel 105, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad.

    (4)  Met de letter „A” wordt aangegeven dat een aanvullende vermenigvuldigingfactor van 1,5 is toegepast vanwege overbevissing in de opeenvolgende jaren 2012, 2013 en 2014. Met de letter „C” wordt aangegeven dat een aanvullende vermenigvuldigingfactor van 1,5 is toegepast omdat het betrokken bestand onder een meerjarenplan valt.

    (5)  Resterende hoeveelheden die in 2014 niet overeenkomstig Verordening (EU) nr. 871/2014 in mindering konden worden gebracht omdat er geen of geen toereikend quotum beschikbaar was.

    (6)  Resterende hoeveelheden die verband houden met overbevissing in aan de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1224/2009 voorafgaande jaren en die niet op een ander bestand in mindering kunnen worden gebracht.

    (7)  Op verzoek van Spanje is de in 2013 toe te passen verlaging gespreid over drie afzonderlijke jaren.

    (8)  Deze hoeveelheid is niet meer beschikbaar aangezien het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig Verordening (EG) nr. 847/96 heeft verzocht om een overdracht, die van toepassing is op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1170 van de Commissie (PB L 189 van 17.7.2015, blz. 2).


    Top