Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015O0044

Richtsnoer (EU) 2016/450 van de Europese Centrale Bank van 4 december 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2015/44)

PB L 86 van 1.4.2016, p. 42–96 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/01/2022; opgeheven door 32021O0835

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2016/450/oj

1.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 86/42


RICHTSNOER (EU) 2016/450 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 4 december 2015

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2015/44)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 5.1, artikel 12.1 en artikel 14.3,

Gezien Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (1),

Overwegende:

(1)

Het is noodzakelijk de samenstelling van monetaire en financiële statistieken te updaten aangezien krachtens Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/50) (2), met ingang van het eerste kwartaal van 2016 op verzekeringsinstellingen rapportagevereisten van toepassing zijn. Het is derhalve noodzakelijk binnen het in Richtsnoer ECB/2014/15 (3) vastgestelde kader te beginnen met de samenstelling van statistieken inzake verzekeringsinstellingen.

(2)

Derhalve moet Richtsnoer ECB/2014/15 dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Richtsnoer ECB/2014/15 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt lid 2 als volgt vervangen:

NCB's rapporteren de in de artikelen 3 tot en met 26 bis vermelde posten overeenkomstig de in bijlage II uiteengezette rapportagekaders en overeenkomstig de in bijlage III vastgelegde elektronische rapportagenormen. Tegen eind september van elk jaar zal de ECB de exacte transmissiedata aan de NCB's meedelen in de vorm van een rapportagekalender voor het volgende jaar.”.

2)

In artikel 25 wordt de volgende alinea aan lid 1 toegevoegd:

„Om de in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/50) (*) bedoelde lijst van verzekeringsinstellingen voor statistische doeleinden te kunnen opstellen en te onderhouden, moeten de in deel 1 en 2 van bijlage V vastgelegde variabelen volgens de voorgeschreven tussenpozen in RIAD worden verzameld. NCB's rapporteren updates van deze variabelen, met name wanneer instellingen tot de populatie van verzekeringsinstellingen toetreden, of die verlaten. NCB's verzenden de in deel 1 en 2 van bijlage V vastgelegde complete referentiegegevens inzake moederverzekeringsondernemingen en dochterondernemingen, inzake ingezeten bijkantoren ongeacht de plaats van vestiging van de moederondernemingen, alsook inzake bijkantoren van ingezeten moederverzekeringsondernemingen en dochterondernemingen die buiten het economisch gebied van de Unie ingezeten zijn. Deze informatiereeks wordt aangevuld met complete referentiegegevens zoals vastgelegd in deel 1 en 2 van bijlage V inzake bijkantoren van ingezeten moederverzekeringsondernemingen en dochterondernemingen die ingezeten zijn in niet-rapporterende, niet-deelnemende lidstaten. Deze rapportage kan zijn gebaseerd op een bredere gegevensverzameling die alle bijkantoren van moederverzekeringsondernemingen en dochterondernemingen afdekt, ongeacht hun land van ingezetenschap.

(*)  Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank van 28 november 2014 betreffende statistische rapportagevereisten voor verzekeringsinstellingen (ECB/2014/50) (PB L 366 van 20.12.2014, blz. 36).”."

3)

In artikel 25 wordt de volgende alinea aan lid 2 toegevoegd:

„Bij de eerste indiening van de lijst van verzekeringsinstellingen, sturen NCB's de ECB niet later dan 31 maart 2016 complete kwartaalreferentiegegevens zoals bedoeld in deel 1 van bijlage V inzake moederverzekeringsondernemingen en dochterondernemingen. De NCB's worden evenwel aangemoedigd deze gegevens op 31 december 2015 door te geven. NCB's sturen de ECB uiterlijk 31 juli 2016 de in deel 1 en 2 van bijlage V vastgelegde complete referentiegegevens inzake alle ingezeten bijkantoren, ongeacht de plaats van ingezetenschap van hun moederondernemingen, en inzake bijkantoren van ingezeten moederverzekeringsondernemingen en dochterondernemingen die buiten het economische gebied van de Unie en in niet-rapporterende, niet-deelnemende lidstaten ingezeten zijn. Op jaarbasis verkregen eigenschappen worden voor alle instellingen uiterlijk 31 juli 2016 gerapporteerd.

Bij de daaropvolgende verzendingen sturen NCB's de ECB binnen twee maanden volgende op de peildatum minstens op kwartaalbasis updates van de voor verzekeringsinstellingen vastgelegde kwartaalvariabelen. De jaarlijkse variabelen worden voor alle verzekeringsinstellingen op jaarbasis bijgewerkt, met een achterstand van maximaal zes maanden na de peildatum van 31 december.”.

4)

In artikel 25 wordt de volgende alinea aan lid 3 toegevoegd:

„Uiterlijk om 18.00 uur CET op de vierde werkdag volgende op de uiterste termijn voor de indiening van updates, maakt de ECB een kopie van het gegevensbestand inzake verzekeringsinstellingen en stelt die ter beschikking aan de NCB's. De ECB stelt vervolgens een lijst van verzekeringsinstellingen beschikbaar op haar website.”.

5)

In artikel 26 wordt lid 2 als volgt vervangen:

De rapportagefrequentie aan de ECB is driemaandelijks. De in lid 1, onder a), genoemde PF-statistieken worden aan de ECB gerapporteerd binnen een periode van maximaal 80 kalenderdagen na het einde van het referentiekwartaal. De exacte transmissiedata worden vooraf doorgegeven aan NCB's in de vorm van een rapportagekalender die door de ECB uiterlijk in september van ieder jaar wordt verstrekt.”.

6)

Het volgende artikel 26 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 26 bis

Statistieken inzake verzekeringsinstellingen

Overeenkomstig deel 23 van bijlage II rapporteren NCB's statistische informatie inzake activa en passiva van verzekeringsinstellingen, alsook informatie inzake premies, claims en commissies. Informatie wordt verschaft voor ieder van de volgende types verzekeringsinstelling: levensverzekering, schadeverzekering, samengesteld en herverzekering. Deze vereisten dekken eindekwartaalstanden en kwartaalstromenaanpassingen in activa en passiva van verzekeringsinstellingen af, alsook jaarlijkse informatie inzake premies, claims en commissies.

Overeenkomstig deel 23 van bijlage II rapporteren landen die over aanvullende informatie beschikken als p.m-post, waaronder op basis van de best mogelijke raming.

NCB's rapporteren aan de ECB afzonderlijke gegevens betreffende herwaarderingsaanpassingen (waaronder koers- en wisselkoerswijzigingen) en herindelingsaanpassingen, zoals uiteengezet in deel 23 van bijlage II en conform bijlage IV.

Financiële transacties, waaronder aanpassingen, worden overeenkomstig ESR-2010 afgeleid.

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) kunnen NCB's van ESR-2010 afwijken vanwege uiteenlopende nationale praktijken. Indien activagewijze standeninformatie beschikbaar is, kunnen herwaarderingsaanpassingen worden afgeleid overeenkomstig een gemeenschappelijke Eurosysteemmethode, d.w.z. de in deel 6 van bijlage IV bedoelde stroomafleidingsmethode.

Ramingen van financiële transacties inzake passiva kunnen overeenkomstig deel 6 van bijlage IV worden afgeleid.

NCB's rapporteren aan de ECB kwartaalgegevens inzake verzekeringsinstellingen aan het einde van de tiende werkdag volgende op de in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) vastgelegde uiterste termijn voor kwartaalgegevens. Gedurende een overgangsperiode voor de rapportage van de eerste drie kwartalen van 2016 wordt deze uiterste termijn verlengd tot de 30e werkdag volgende op de bovengenoemde uiterste termijn voor de referentieperiode eerste kwartaal 2016, tot de 25e werkdag volgende op de bovengenoemde uiterste termijn voor de referentieperiode tweede kwartaal 2016 en de 20e werkdag volgende op de bovengenoemde uiterste termijn voor de referentieperiode derde kwartaal 2016.

NCB's rapporteren aan de ECB jaargegevens inzake verzekeringsinstellingen aan het einde van de tiende werkdag volgende op de in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) vastgelegde uiterste termijn voor jaargegevens.

De exacte transmissiedata worden vooraf doorgegeven aan NCB's in de vorm van een rapportagekalender die door de ECB uiterlijk in september van ieder jaar wordt verstrekt.

Binnen het kader van de eerste rapportage van de kwartaalgegevens inzake verzekeringsinstellingen aan de ECB dienen NCB's gegevens inzake uitstaande bedragen in. Stroomaanpassingen worden naar beste vermogen ingediend.

De volgende algemene regels zijn van toepassing op herzieningen van kwartaal- en jaargegevens:

a)

gedurende de reguliere kwartaalproductieperioden, d.w.z. voor een bepaalde referentieperiode, mogen NCB's gegevens aangaande het vorige referentiekwartaal herzien, zulks vanaf de in lid 2 bedoelde uiterste termijn tot de dag dat de gegevens weer aan de NCB's worden teruggestuurd;

b)

gedurende de reguliere jaarproductieperioden, d.w.z. voor een bepaald referentiejaar, mogen NCB's gegevens aangaande het vorige referentiejaar herzien, zulks vanaf de in lid 2 bedoelde uiterste termijn tot de dag dat de gegevens weer aan de NCB's worden teruggestuurd;

c)

buiten de reguliere productieperioden mogen NCB's ook gegevens aangaande vorige referentieperioden herzien.

Indien NCB's overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) vrijstellingen verlenen aan de kleinste verzekeringsinstellingen, extrapoleren zij de aan de ECB gerapporteerde kwartaalgegevens inzake verzekeringsinstellingen tot 100 % dekking, zulks ter verzekering van de kwaliteit van de eurogebiedstatistieken inzake verzekeringsinstellingen.

NCB's zijn vrij in de keuze van de extrapolatieprocedure tot een dekking van 100 %, zulks gebaseerd op de overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b) en c), van Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) verzamelde gegevens, mits die ramingen zijn gebaseerd op het overeenkomstige type verzekeringsinstelling (d.w.z. levensverzekering, schadeverzekering, herverzekering, samengesteld).

NCB's verzekeren tevens dat voor de referentiekwartalen van 2016 de aan de ECB gerapporteerde gegevens 100 % van de populatie van informatieplichtigen vertegenwoordigen. NCB's die voornemens zijn overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) vrijstellingen te verlenen aan de kleinste verzekeringsinstellingen, verzamelen alle noodzakelijke informatie om te verzekeren dat de bij de ECB ingediende gegevens van hoge kwaliteit zijn. NCB's die de vereiste gegevens afleiden uit voor toezichtdoeleinden krachtens Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en van de Raad (**) verzamelde gegevens, kunnen te dien einde i) de voor de openingsdag verzamelde gegevens uitbreiden met ingang van de peildatum 1 januari 2016 (zie lid 5), ii) de dekking verhogen van de populatie van informatieplichtigen voor het eerste referentiekwartaal/de eerste referentiekwartalen, of iii) alternatieve gegevensbronnen gebruiken waaruit geëxtrapoleerde gegevens van even hoge kwaliteit kunnen worden afgeleid.

NCB's dienen bij de ECB eind 2015 standengegevens in die, indien nodig, ramingen mogen omvatten voor de in deel 23 van bijlage II vastgelegde belangrijkste aggregaten. NCB's kunnen te dien einde gegevens gebruiken die betrekking hebben op 1 januari 2016, welke gegevens uit hoofde van Richtlijn 2009/138/EG voor toezichtdoeleinden werden verzameld. Deze gegevens worden samen met de gegevens voor het eerste kwartaal van 2016 bij de ECB ingediend.

NCB's leiden de geaggregeerde driemaandelijkse gegevens inzake activa en passiva voor elk type verzekeringsinstelling overeenkomstig de tabellen 2a en 2b van deel 23 van bijlage II als volgt af:

a)

Voor effecten met ISIN-codes, identificeren de NCB's de effectgewijs verschafte informatie met de informatie die wordt afgeleid van de gecentraliseerde effectendatabase (GED) als belangrijkste referentiedatabase. De geïdentificeerde effectgewijze informatie wordt gebruikt om de waarde van activa en passiva in euro vast te stellen en de noodzakelijke uitsplitsingen af te leiden voor elk individueel door de verzekeringsinstelling aangehouden of uitgegeven effect. Indien de effectenidentificatiecodes niet in de GED worden gevonden, of de informatie die noodzakelijk is voor de samenstelling van de activa en passiva overeenkomstig tabel 2a en 2b van deel 23 van bijlage II, niet beschikbaar is in de GED, ramen de NCB's de ontbrekende gegevens.

b)

NCB's voegen de onder a) afgeleide gegevens betreffende effecten samen en voegen ze bij de informatie die wordt gerapporteerd voor effecten zonder ISIN-codes, ter vorming van aggregaten voor: i) schuldbewijzen uitgesplitst naar looptijd (oorspronkelijk en restlooptijd) en tegenpartij (sector en ingezetenschap); ii) deelnemingen uitgesplitst naar instrument en tegenpartij (sector en ingezetenschap); en iii) aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen uitgesplitst naar soort beleggingsfonds en ingezetenschap van de tegenpartij.

NCB's dienen bij de ECB beste ramingen in van door verzekeringsinstellingen aangehouden aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen uitgesplitst naar hoofdinvesteringsdoelstelling (d.w.z. obligatiefondsen, aandelenbeleggingsfondsen, gemengde fondsen, onroerendgoedfondsen, hedgefondsen en overige fondsen). Deze gegevens kunnen worden afgeleid door de overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) effectgewijs verschafte informatie te identificeren met de informatie die wordt afgeleid van de GED als belangrijkste referentiedatabase.

Indien de aangehouden aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen niet in de GED gevonden worden, ramen de NCB's de ontbrekende gegevens of gebruiken alternatieve gegevensbronnen voor de afleiding van de gegevens.

Bij wijze van overgang kunnen NCB's deze gegevens voor de eerste keer indienen bij de ECB wanneer zij gegevens indienen voor het tweede kwartaal van 2016, die ook de gegevens voor het eerste kwartaal van 2016 bestrijken.

Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) verzamelen NCB's jaarlijks gegevens met betrekking tot technische voorzieningen schadeverzekering, uitgesplitst naar zakelijke sector en geografisch gebied. NCB's dienen bij de ECB kwartaalgegevens in die geraamd mogen worden op basis van van de jaarlijks verzamelde gegevens.

De waarderings- en/of bedrijfseconomische regels in Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) zijn ook van toepassing wanneer de NCB's gegevens betreffende verzekeringsinstellingen aan de ECB rapporteren.

NCB's verstrekken een toelichting met de redenen voor belangrijke herzieningen en voor buiten de reguliere productieperioden overeenkomstig artikel 26 bis, lid 3, onder c), verstrekte herzieningen. Daarnaast verschaffen de NCB's uitleg aan de ECB betreffende herindelingsaanpassingen.

NCB's kunnen gegevens verzamelen van alle in het land ingezeten verzekeringsinstellingen („gastlandbenadering”), zulks overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50), dan wel leiden zij de voor ESCB-doeleinden bedoelde gegevens af uit voor toezichtdoeleinden uit hoofde van Richtlijn 2009/138/EG verzamelde gegevens, zulks overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) („thuislandbenadering”).

In beginsel weerspiegelen de overeenkomstig dit richtsnoer bij de ECB ingediende gegevens de gastlandbenadering. NCB's die evenwel voor ESCB-doeleinden benodigde gegevens afleiden uit toezichtgegevensverzameling mogen de gegevens volgens de thuislandbenadering indienen voor zover het verschil tussen de gastlandbenadering- en de thuislandbenaderinggegevens niet belangrijk geacht wordt.

Of het verschil tussen gastlandbenadering en thuislandbenadering al dan niet belangrijk is, wordt beoordeeld op basis van overeenkomst tabel 3 van deel 23 van bijlage II bij dit richtsnoer gerapporteerde premiegegevens. Na deze beoordeling zal de ECB in nauwe samenwerking met NCB's de benadering vastleggen die gevolgd moet worden aangaande de indiening van gastlandbenaderinggegevens bij de ECB. Tot de vaststelling van deze benadering genieten NCB's een vrijstelling inzake de aanpassing van hun gegevens.

NCB's die hun gegevens willen aanpassen, mogen vrijwillig en naar best vermogen gastlandbenaderinggegevens afleiden uit de overeenkomstig de thuislandbenadering verzamelde gegevens. Te dien einde kunnen bilaterale contacten en uitwisselingen plaatsvinden tussen de betrokken NCB's.

(**)  Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).”."

7)

Bijlagen II, III, IV en V worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit richtsnoer.

Artikel 2

Inwerkingtreding en implementatie

Dit richtsnoer treedt op de dag van notificatie aan lidstaten-NCB's in werking. De eurogebied-NCB's voldoen met ingang van 1 januari 2016 aan dit richtsnoer.

Artikel 3

Geadresseerden

Dit richtsnoer is gericht aan de eurogebied-NCB's.

Gedaan te Frankfurt am Main, 4 december 2015.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

(2)  Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank van 28 november 2014 betreffende statistische rapportagevereisten voor verzekeringsinstellingen (ECB/2014/50) (PB L 366 van 20.12.2014, blz. 36).

(3)  Richtsnoer ECB/2014/15 van de Europese Centrale Bank van 4 april 2014 betreffende monetaire en financiële statistieken (PB L 340 van 26.11.2014, blz. 1).


BIJLAGE

De bijlagen II, III en IV worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage II worden de tabel inzake pensioenfondsstatistieken in deel 22 vervangen door de volgende tabel:

Activa Pensioenfondsen

 

Totaal

 

Binnenland

Totaal

MFI's (S.121 + S.122 + S.123)

 

Niet-MFI's

Totaal

Overheid (S.13)

 

Niet-MFI's met uitzondering van de centrale overheid

Totaal

Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)

Overige financiële intermediairs + financiële hulpbedrijven + financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.125 + S.126 + S.127)

Verzekeringsinstellingen (S.128)

Pensioenfondsen (S.129)

Niet-financiële vennootschappen (S.11)

Huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.14 + S.15)

Chartaal geld en deposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot en met 1 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 1 en tot en met 2 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 2 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

waarvan: waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schuldbewijzen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot en met 1 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 1 en tot en met 2 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan twee jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Financiële derivaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Leningen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot en met 1 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 1 en tot en met 5 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 5 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deelnemingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

waarvan beursgenoteerde aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aandelen/rechten van deelneming in geldmarktfondsen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verzekeringstechnische voorzieningen en gerelateerde vorderingen  (1)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overige activa

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal niet-financiële activa

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

Eurogebied met uitzondering van binnenland

Rest van de wereld

Totaal

MFI's (S.121 + S.122 + S.123)

 

Niet-MFI's

Totaal

Overheid (S.13)

 

Niet-MFI's met uitzondering van de centrale overheid

Totaal

Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)

Overige financiële intermediairs + financiële hulpbedrijven + financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.125 + S.126 + S.127)

Verzekeringsinstellingen (S.128)

Pensioenfondsen (S.129)

Niet-financiële vennootschappen (S.11)

Huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.14 + S.15)

Chartaal geld en deposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot en met 1 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 1 en tot en met 2 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 2 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

waarvan: waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schuldbewijzen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot en met 1 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 1 en tot en met 2 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan twee jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Financiële derivaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Leningen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot en met 1 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 1 en tot en met 5 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 5 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deelnemingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

waarvan beursgenoteerde aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aandelen/rechten van deelneming in geldmarktfondsen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verzekeringstechnische voorzieningen en gerelateerde vorderingen  (1)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overige activa

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal niet-financiële activa

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Passiva Pensioenfondsen

 

Totaal

 

Binnenland

Totaal

MFI's (S.121 + S.122 + S.123)

 

Niet-MFI's

Totaal

Overheid (S.13)

 

Niet-MFI's met uitzondering van de centrale overheid

Totaal

Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)

Overige financiële intermediairs (S.125 + S.126 + S.127)

Verzekeringsinstellingen (S.128)

Pensioenfondsen (S.129)

Niet-financiële vennootschappen (S.11)

Huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.14 + S.15)

Uitgegeven schuldbrieven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Financiële derivaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Leningen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot en met 1 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 1 en tot 5 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 5 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deelnemingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

waarvan beursgenoteerde aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verzekeringstechnische reserves

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

waarvan: Pensioenrechten (2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toegezegde premies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toegezegde uitkeringen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hybride regelingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overige passiva

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

Eurogebied met uitzondering van binnenland

Rest van de wereld

Totaal

MFI's (S.121 + S.122 + S.123)

 

Niet-MFI's

Totaal

Overheid (S.13)

 

Niet-MFI's met uitzondering van de centrale overheid

Totaal

Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)

Overige financiële intermediairs (S.125 + S.126 + S.127)

Verzekeringsinstellingen (S.128)

Pensioenfondsen (S.129)

Niet-financiële vennootschappen (S.11)

Huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.14 + S.15)

Uitgegeven schuldbrieven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Financiële derivaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Leningen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot en met 1 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 1 en tot 5 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langer dan 5 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deelnemingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

waarvan beursgenoteerde aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verzekeringstechnische reserves

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

waarvan: Pensioenrechten (2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toegezegde premies

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toegezegde uitkeringen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hybride regelingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overige passiva

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2)

In bijlage II wordt het volgende deel 23 toegevoegd:

„DEEL 23

Statistieken inzake verzekeringsinstellingen

Tabel 1

Inzake voor het vierde kwartaal van 2015 te verstrekken activa- en passivagegevens: standen  (3)

 

Totaal

ACTIVA (F)

1.

Chartaal geld en deposito's (ESR-2010: F.21 + F.22 + F.29) — reële waarde

 

1x.

Chartaal geld en deposito's waarvan girale deposito's (F.22)

 

2.

Schuldbewijzen (ESR-2010: F.3)

 

3.

Leningen (ESR-2010: F.4) — waarde in het economisch verkeer

 

3x.

Leningen waarvan depositogaranties in verband met herverzekeringsbedrijf — reële waarde

 

4.

Deelnemingen (ESR-2010: F.51)

 

4a.

Deelnemingen waarvan beursgenoteerde aandelen

 

5.

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen (ESR-2010: F.52)

 

6.

Financiële derivaten (ESR-2010: F.7)

 

7.

Technische voorzieningen schadeverzekering (ESR-2010: F.61)

 

8.

Niet-financiële activa (ESR-2010: AN)

 

9.

Overige activa

 

PASSIVA (F)

1.

Uitgegeven schuldbewijzen en leningen ( ESR-2010: F.3 + F.4)

 

1x.

waarvan depositogaranties in verband met herverzekeringsbedrijf

 

2.

Deelnemingen (ESR-2010: F.51)

 

2a.

Deelnemingen waarvan beursgenoteerde aandelen

 

2b.

Deelnemingen waarvan niet-beursgenoteerde aandelen

 

2c.

Deelnemingen waarvan overige deelnemingen

 

3.

Verzekeringstechnische voorzieningen (ESR-2010: F.6)

 

3.1.

Technische voorzieningen levensverzekering

 

waarvan aan beleggingen gekoppeld

 

waarvan niet aan beleggingen gekoppeld

 

3.2.

Technische voorzieningen schadeverzekering

 

4.

Financiële derivaten (ESR-2010: F.7)

 

5.

Overige passiva

 


Tabel 2a

Inzake op kwartaalbasis te verstrekken activagegevens: standen- en stroomaanpassingen

 

Totaal

Eurogebied

Rest van de wereld

Binnenlands

Eurogebied met uitzondering van binnenland

Eurogebied met uitzondering van binnenland

(informatie per land)

Totaal

Niet-deelnemende lidstaten

(informatie per land)

Belangrijkste tegenpartijen buiten de Europese Unie (informatie per land voor Brazilië, Canada, China, Hongkong, India, Japan, Rusland, Zwitserland, VS)

ACTIVA (F)

1.

Chartaal geld en deposito's (ESR-2010: F.21 + F.22 + F.29) — reële waarde

 

 

 

 

 

 

 

Met een looptijd tot en met 1 jaar (resterend tot verstrijken

 

 

 

 

 

 

 

langer dan 1 jaar (resterend tot verstrijken)

 

 

 

 

 

 

 

1x.

Chartaal geld en deposito's waarvan girale deposito's (F.22)

 

 

 

 

 

 

 

1.

Chartaal geld en deposito's (ESR-2010: F.21 + F.22 + F.29) — nominale waarde

 

 

 

 

 

 

 

2.

Schuldbewijzen (ESR-2010: F.3)

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door MFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door O

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door OFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door NFV's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door HH's en IZWBH's

 

 

 

 

 

 

 

Met een looptijd tot en met 1 jaar (originele looptijd)

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door MFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door O

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door OFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door NFV's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door HH's en IZWBH's

 

 

 

 

 

 

 

1-2 jaar (originele looptijd)

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door MFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door O

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door OFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door NFV's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door HH's en IZWBH's

 

 

 

 

 

 

 

langer dan 2 jaar (originele looptijd)

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door MFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door O

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door OFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door NFV's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door HH's en IZWBH's

 

 

 

 

 

 

 

Met een looptijd tot en met 1 jaar (resterende looptijd)

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door MFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door O

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door OFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door NFV's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door HH's en IZWBH's

 

 

 

 

 

 

 

1-2 jaar (resterende looptijd)

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door MFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door O

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door OFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door NFV's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door HH's en IZWBH's

 

 

 

 

 

 

 

2-5 jaar (resterende looptijd)

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door MFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door O

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door OFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door NFV's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door HH's en IZWBH's

 

 

 

 

 

 

 

langer dan 5 jaar (resterende looptijd)

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door MFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door O

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door OFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door NFV's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door HH's en IZWBH's

 

 

 

 

 

 

 

3.

Leningen (ESR-2010: F.4) — waarde in het economisch verkeer

 

 

 

 

 

 

 

originele looptijd tot en met 1 jaar — reële waarde

 

 

 

 

 

 

 

aan MFI's

 

 

 

 

 

 

 

aan O

 

 

 

 

 

 

 

aan beleggingsfondsen

 

 

 

 

 

 

 

aan OFI's

 

 

 

 

 

 

 

aan verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

aan pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

aan NFV's

 

 

 

 

 

 

 

aan HH's en IZWBH's

 

 

 

 

 

 

 

originele looptijd 1-5 jaar — reële waarde

 

 

 

 

 

 

 

aan MFI's

 

 

 

 

 

 

 

aan O

 

 

 

 

 

 

 

aan beleggingsfondsen

 

 

 

 

 

 

 

aan OFI's

 

 

 

 

 

 

 

aan verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

aan pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

aan NFV's

 

 

 

 

 

 

 

aan HH's en IZWBH's

 

 

 

 

 

 

 

originele looptijd langer dan 5 jaar — reële waarde

 

 

 

 

 

 

 

aan MFI's

 

 

 

 

 

 

 

aan O

 

 

 

 

 

 

 

aan beleggingsfondsen

 

 

 

 

 

 

 

aan OFI's

 

 

 

 

 

 

 

aan verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

aan pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

aan NFV's

 

 

 

 

 

 

 

aan HH's en IZWBH's

 

 

 

 

 

 

 

tot en met 1 jaar resterende looptijd — reële waarde

 

 

 

 

 

 

 

1-2 jaar resterende looptijd — reële waarde

 

 

 

 

 

 

 

2-5 jaar resterende looptijd — reële waarde

 

 

 

 

 

 

 

meer dan 5 jaar resterende looptijd — reële waarde

 

 

 

 

 

 

 

3x.

Leningen waarvan depositogaranties in verband met herverzekeringsbedrijf — reële waarde

 

 

 

 

 

 

 

3.

Leningen (ESR-2010: F.4) — nominale waarde

 

 

 

 

 

 

 

originele looptijd tot en met 1 jaar — nominale waarde

 

 

 

 

 

 

 

originele looptijd 1-5 jaar — nominale waarde

 

 

 

 

 

 

 

originele looptijd langer dan 5 jaar 0151 nominale waarde

 

 

 

 

 

 

 

4.

Deelnemingen (ESR-2010: F.51)

 

 

 

 

 

 

 

4a.

Deelnemingen waarvan beursgenoteerde aandelen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door MFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door O

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door OFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door NFV's

 

 

 

 

 

 

 

4b.

Deelnemingen waarvan niet-beursgenoteerde aandelen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door MFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door O

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door OFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door NFV's

 

 

 

 

 

 

 

4c.

Deelnemingen waarvan overige deelnemingen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door MFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door O

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door OFI's

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door NFV's

 

 

 

 

 

 

 

5.

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen (ESR-2010: F.52)

 

 

 

 

 

 

 

5a.

Aandelen/rechten van deelneming in geldmarktfondsen

 

 

 

 

 

 

 

5b.

Aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen

 

 

 

 

 

 

 

Aandelenbeleggingsfondsen

 

 

 

 

 

 

 

Obligatiefondsen

 

 

 

 

 

 

 

Gemengde fondsen

 

 

 

 

 

 

 

Onroerendgoedfondsen

 

 

 

 

 

 

 

Hedgefondsen

 

 

 

 

 

 

 

Andere fondsen

 

 

 

 

 

 

 

6.

Financiële derivaten (ESR-2010: F.7)

 

 

 

 

 

 

 

7.

Verzekeringstechnische voorzieningen en gerelateerde vorderingen  (4)

 

 

 

 

 

 

 

8.

Niet-financiële activa (ESR-2010: AN)

 

 

 

 

 

 

 

9.

Overige activa

 

 

 

 

 

 

 

10.

Totale activa

 

 

 

 

 

 

 

In deze tabel gebruikte afkortingen: MFI=monetaire financiële instellingen, O=overheid, OFI=overige financiële intermediairs, NFV=Niet-financiële vennootschap, HH=huishouden, IZWBH=instelling zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens, GMF=geldmarktfonds


Tabel 2b

Inzake op kwartaalbasis te verstrekken passivagegevens: standen- en stroomaanpassingen

 

Totaal

Eurogebied

Rest van de wereld

Binnenland

Eurogebied met uitzondering van binnenland

Eurogebied met uitzondering van binnenland (informatie per land)

Totaal

Niet-deelnemende lidstaten (informatie per land)

Belangrijkste tegenpartijen buiten de Europese Unie (informatie per land voor Brazilië, Canada, China, Hongkong, India, Japan, Rusland, Zwitserland, VS)

PASSIVA (F)

1.

Uitgegeven schuldbewijzen (ESR-2010: F.3)

 

 

 

 

 

 

 

2.

Leningen (ESA 2010: F.4)

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door monetaire financiële instellingen (MFI's) (5)

 

 

 

 

 

 

 

uitgegeven door niet-MFI's (5)

 

 

 

 

 

 

 

2.

Leningen waarvan depositogaranties in verband met herverzekeringsbedrijf

 

 

 

 

 

 

 

3.

Deelnemingen (ESR-2010: F.51)

 

 

 

 

 

 

 

Aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen

 

 

 

 

 

 

 

Verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen

 

 

 

 

 

 

 

Overige deelnemingen

 

 

 

 

 

 

 

4.

Verzekeringstechnische voorzieningen (ESR-2010: F.6)

 

 

 

 

 

 

 

4.1.

Technische voorzieningen levensverzekering

 

 

 

 

 

 

 

Gekoppeld aan eenheid

 

 

 

 

 

 

 

Niet gekoppeld aan eenheid (6)

 

 

 

 

 

 

 

4.1.a

Technische voorzieningen levensverzekering waarvan pensioenrechten  (7)

 

 

 

 

 

 

 

Toegezegde-premieregelingen

 

 

 

 

 

 

 

Toegezegde-uitkeringsregelingen

 

 

 

 

 

 

 

Hybride regelingen

 

 

 

 

 

 

 

4.1.b

Technische voorzieningen levensverzekering waarvan geaccepteerde herverzekering  (7)

 

 

 

 

 

 

 

4.2.

Technische voorzieningen schadeverzekering  (8)

 

 

 

 

 

 

 

naar zakelijke sector

 

 

 

 

 

 

 

Ziektekostenverzekeringen

 

 

 

 

 

 

 

Inkomensverzekeringen

 

 

 

 

 

 

 

Werknemerscompensatieverzekeringen

 

 

 

 

 

 

 

Verzekeringen voor wettelijke aansprakelijkheid motorrijtuigen

 

 

 

 

 

 

 

Overige motorrijtuigenverzekering

 

 

 

 

 

 

 

Verzekeringen voor schepen, luchtvaartuigen en vervoersprestaties

 

 

 

 

 

 

 

Verzekeringen tegen brand en andere schade aan eigendommen

 

 

 

 

 

 

 

Algemene aansprakelijkheidsverzekeringen

 

 

 

 

 

 

 

Krediet- en borgtochtverzekeringen

 

 

 

 

 

 

 

Rechtsbijstandverzekeringen

 

 

 

 

 

 

 

Bijstand

 

 

 

 

 

 

 

Diverse verzekeringen tegen financieel verlies

 

 

 

 

 

 

 

Herverzekering

 

 

 

 

 

 

 

5.

Financiële derivaten (ESR-2010: F.7)

 

 

 

 

 

 

 

6.

Overige passiva

 

 

 

 

 

 

 


Tabel 3

Op jaarbasis te verstrekken premie-, claim en commissiegegevens

 

Totaal

 

Binnenland

Bijkantoren binnen de EER (informatie per land)

Bijkantoren buiten de EER (totaal)

1.

Premies

 

 

 

 

2.

Claims

 

 

 

 

3.

Commissies”

 

 

 

 

3)

In bijlage III worden deel 2, 3 en 4 als volgt vervangen:

„DEEL 2

DSD's en gegevensbestanden

1.   In de uitgewisselde SDMX-boodschappen kunnen statistische concepten worden gebruikt hetzij als dimensies (bij de samenstelling van de „sleutels” die de tijdreeksen identificeren) of als eigenschappen (die informatie over de gegevens verstrekken). Gecodeerde dimensies en eigenschappen ontlenen hun waarden aan vooraf gedefinieerde codelijsten. De DSD's bepalen de structuur van de uitgewisselde reekscodes, in termen van begrippen en bijbehorende codelijsten. Daarnaast bepalen ze de relatie ervan met de betreffende eigenschappen. Dezelfde structuur kan worden gebruikt voor verscheidene gegevensstromen, die worden onderscheiden door de informatie in het gegevensbestand.

2.   In het kader van monetaire en financiële statistieken, heeft de ECB 12 DSD's gedefinieerd die thans worden gebruikt voor de uitwisseling van statistieken met het ESCB en andere internationale organisaties. Voor het merendeel van deze DSD's wordt één gegevensbestand dat gebruik maakt van die structuur uitgewisseld, waardoor de DSD-code en het daarmee verband houdende gegevensbestand-ID die in de SDMX-gegevensberichten worden gebruikt hetzelfde zijn. Ten behoeve van behandeling, tijdigheid en verantwoordelijkheid, zijn conform de „ECB_BSI1”-DSD twee verschillende gegevensbestanden gedefinieerd die op het niveau van de gegevensbestand-ID worden onderscheiden. Evenzo zijn conform de „ECB_ICPF1”-DSD twee verschillende gegevensbestanden gedefinieerd die op het niveau van de gegevensbestand-ID worden onderscheiden. De volgende kenmerken van gegevensstromen zijn in productie:

balansposten, DSD-code en gegevensbestand-ID „ECB_BS|1”,

balansposten in de context van het Blauwe Boek (BSP), DSD-code „ECB_BSI1” en gegevensbestand-ID-„ECB_BSP”,

bancaire structurele financiële indicatoren (SSI), DSD-code en gegevensbestand-ID „ECB_SSI1”,

bancaire structurele financiële indicatoren in de context van het Blauwe Boek (SSP), DSD-code „ECB_SS1” en gegevensbestand-ID „ECB_SSP”,

MFI-rentevoeten (MIR), DSD-code en gegevensbestand-ID „ECB_MIR1”,

overige financiële intermediairs (OFI), DSD-code en gegevensbestand-ID „ECB_OFI1”,

effectenemissies (SEC), DSD-code en gegevensbestand-ID „ECB_SEC1”,

betalings- en verrekeningssystemen (PSS), DSD-code en gegevensbestand-ID „ECB_PSS1”,

beleggingsfondsen (IVF), DSD-code en gegevensbestand-ID „ECB_IVF1”,

lege financiële instellingen (LFI's), DSD-code en gegevensbestand-ID „ECB_FVC1”,

geconsolideerde bankgegevens (CBD), DSD-code en gegevensbestand-ID „ECB_CBD1”,

internationale geconsolideerde bankgegevens (CBS), DSD-code en gegevensbestand-ID „BIS_CBS”.

activa en passiva van verzekeringsinstellingen (ICB), DSD-code „ECB_ICPF1” en gegevensbestand-ID „ECB_CBD1”,

transacties van verzekeringsinstellingen (premies, claims, commissies) (ICO), DSD-code en gegevensbestand-ID „ECB_ICO1”,

activa en passiva van pensioenfondsen (PFB), DSD-code „ECB_ICPF1” en gegevensbestand-ID „ECB_PFB”.

2.1.   Het gegevensbestand-ID „ECB_BSI1” wordt gebruikt om de reekscodes te definiëren voor gegevens betreffende:

MFI-balansstatistieken,

elektronisch geld,

balansstatistieken van kredietinstellingen

balansstatistieken van geldmarktfondsen,

depositoverplichtingen en bezit aan kasmiddelen en effecten van de centrale overheid,

pro-memorieposten

aanvullende balanspostgegevens die door de NCB's middels de ECB gateway services aan het Internationaal Monetair Fonds worden gerapporteerd,

gesecuritiseerde en aan derden verkochte MFI-leningen,

reservebasisstatistieken,

macroratio,

leningen aan niet-financiële vennootschappen uitgesplitst naar tak van activiteit,

kredietlijnen

2.2.   Ten aanzien van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (VIPF) definieert de DSD „ECB_ICPF1” de reekscodes voor gegevens betreffende de activa en passiva van verzekeringsinstellingen en de activa en passiva van pensioenfondsen.

DEEL 3

Dimensies

De tabel hierna identificeert de dimensies die de reekscodes vormen van de in deel 2 opgesomde specifieke monetaire en financiële statistieken, het formaat ervan en de codelijsten waaraan ze hun codewaarden ontlenen.

Gegevensstructurendefinitie (DSD)

Concept

Conceptnaam

Waarde

Codelijst

Naam codelijst

BSI

SSI

MIR

OFI

SEC

PSS

IVF

FVC

CBD

CBS (9)

ICPF

ICO

(ID)

 

formaat (10)

 

 

VOLGORDE DIMENSIE IN DE CODE

DIMENSIES

1.

1.

1.

1.

1.

1.

1.

1.

1.

1.

1.

1.

FREQ

Frequentie

AN1

CL_FREQ

Frequentie

2.

2.

2.

2.

2.

2.

2.

2.

2.

 

 

 

REF_AREA

Referentiesector

AN2

CL_AREA_EE

Gebied

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.

2.

REF_AREA

Referentiesector

AN2

CL_AREA (11)

Gebied

3.

 

 

3.

 

 

3.

3.

 

 

 

 

AANPASSING

Aanpassingsindicator

AN1

CL_ADJUSTMENT

Aanpassingsindicator

4.

 

3.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BS_REP_SECTOR

Uitsplitsing rapporterende sector van balans

AN..2

CL_BS_REP_SECTOR

Uitsplitsing rapporterende sector van balans

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

REF_SECTOR

Uitsplitsing rapporterende sector

AN4

CL_ESA95_SECTOR

ESR 95 uitsplitsing van rapporterende sector

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

SEC_ISSUING SECTOR

Sector effectenemissie

AN4

CL_ESA95_SECTOR

ESR 95 uitsplitsing van rapporterende sector

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

PSS_INFO_TYPE

Informatietype betalings- en verrekeningssystemen

AN4

CL_PSS_INFO_TYPE

Informatietype betalings- en verrekeningssystemen

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

 

PSS_INSTRUMENT

Instrument voor betalings- en verrekeningssysteem

AN4

CL_PSS_INSTRUMENT

Instrument voor betalings- en verrekeningssysteem

 

 

 

 

 

5

 

 

 

 

 

 

PSS_SYSTEM

Ingangsadres voor betalings- en verrekeningssysteem

AN4

CL_PSS_SYSTEM

Ingangsadres voor betalings- en verrekeningssysteem

 

 

 

 

 

6

 

 

 

 

 

 

DATA_TYPE_PSS

Gegevenstype betalings- en verrekeningssystemen

AN2

CL_DATA_TYPE_PSS

Gegevenstype betalings- en verrekeningssystemen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

 

COMP_APPROACH

Indicator samenstellingsmethode

AN1

CL_COMP_APPROACH

Indicator samenstellingsmethode

 

 

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

OFI_REP_SECTOR

Rapporterende sector van overige financiële intermediairs

AN2

CL_OFI_REP_SECTOR

Uitsplitsing rapporterende sector van overige financiële intermediairs

 

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

IVF_REP_SECTOR

Rapporterende sector van beleggingsfondsen

AN2

CL_IVF_REP_SECTOR

Uitsplitsing rapporterende sector van beleggingsfondsen

 

 

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

FVC_REP_SECTOR

Rapporterende sector van lege financiële instellingen

AN1

CL_FVC_REP_SECTOR

Uitsplitsing rapporterende sector van lege financiële instellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

3

REPORTING_SECTOR

Rapporterende sector

AN..6

CL_SECTOR (11)

Institutionele sector

 

 

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

CB_REP_SECTOR

Uitsplitsing rapporterende sector van geconsolideerde bankgegevens

AN2

CL_CB_REP_SECTOR

Uitsplitsing rapporterende sector van geconsolideerde bankgegevens

 

 

 

 

 

 

 

 

4

 

 

 

CB_SECTOR_SIZE

Omvang rapporterende sector van geconsolideerde bankgegevens

AN1

CL_CB_SECTOR_SIZE

Omvang rapporterende sector van geconsolideerde bankgegevens

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SSI_INDICATOR

Structurele financiële indicator

AN3

CL_SSI_INDICATOR

Structurele financiële indicator

5

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BS_ITEM

Balanspost

AN..7

CL_BS_ITEM

Balanspost

 

 

 

5

 

 

 

 

 

 

 

 

OFI_ITEM

Balanspost overige financiële intermediairs

AN3

CL_OFI_ITEM

Balanspost overige financiële intermediairs

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

 

 

SEC_ITEM

Effectenpost

AN6

CL_ESA95_ACCOUNT

ESR 95 rekening

 

 

 

 

 

 

5

 

 

 

 

 

IF_ITEM

Activa en passiva van beleggingsfondsen

AN3

CL_IF_ITEM

Balanspost beleggingsfondsen

 

 

 

 

 

 

 

5

 

 

 

 

FVC_ITEM

Activa en passiva van lege financiële instellingen

AN3

CL_FVC_ITEM

Balanspost lege financiële instellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

 

ICPF_ITEM

Activa en passiva van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen

AN..4

CL_ICPF_ITEM

Activa en passiva van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

ICO_PAY_ITEM

Activiteitenpost verzekeringsinstellingen

AN1

CL_ICO_PAY

Activiteitenpost verzekeringsinstellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

5

 

 

 

CB_ITEM

Geconsolideerde bankgegevenspost

AN5

CL_CB_ITEM

Geconsolideerde bankgegevenspost

6

 

5

6

 

 

6

6

6

 

 

 

MATURITY_ORIG

Oorspronkelijke looptijd

AN..3

CL_MATURITY_ORIG

Oorspronkelijke looptijd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

 

MATURITY

Looptijd

AN..6

CL_MATURITY (11)

Looptijd

 

 

 

 

5

 

 

 

 

 

 

 

SEC_VALUATION

Effectenwaardering

AN1

CL_MUFA_VALUATION

Waardering in MUFA context

7

5

 

7

 

 

7

7

7

 

7

 

DATA_TYPE

Gegevenstype

AN1

CL_DATA_TYPE

Type monetaire en bancaire gegevens, stroom en positie

 

 

6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DATA_TYPE_MIR

Gegevenstype MFI- rentevoet

AN1

CL_DATA_TYPE_MIR

Gegevenstype MFI- rentevoet

 

 

 

 

6

 

 

 

 

 

 

 

DATA_TYPE_SEC

Gegevenstype effecten

AN1

CL_DATA_TYPE_SEC

Gegevenstype effecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

L_MEASURE

Stromen, standen

AN1

CL_STOCK_FLOW

Stromen, standen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

 

 

L_REP_CTY

Referentiegebiedcode voor internationale financiële statistieken van de BIB (BIB-IFS)

AN2

CL_BIS_IF_REF_AREA

Referentiegebied voor BIB-IFS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

 

 

CBS_BANK_TYPE

CBS banktype

AN2

CL_BIS_IF_REF_AREA

CBS banktype

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

 

 

CBS_BASIS

CBS rapportagebasis

AN1

CL_CBS_BASIS

CBS rapportagebasis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

 

 

L_POSITION

CBS positietype

AN1

CL_L_POSITION

Type positie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

 

 

L_INSTR

CBS positietype

AN1

CL_L_INSTR

Type instrument

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

 

 

REM_MATURITY

CBS overige looptijden

AN1

CL_ISSUE_MAT

lijst van looptijdcodes bij uitgifte

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

 

 

CURR_TYPE_BOOK

CBS valutatype van boekingslocatie

AN3

CL_CURRENCY_3POS

Valutatype van boekingslocatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10

 

 

L_CP_SECTOR

CBS tegenpartijsector

AN1

CL_L_SECTOR

CBS tegenpartijsector

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11

 

 

L_CP_COUNTRY

CBS tegenpartijgebied

AN2

CL_BIS_IF_REF_AREA

Referentiegebied voor BIB-IFS

8

6

 

8

 

7

8

8

8

 

 

 

COUNT_AREA

Tegenpartijgebied

AN2

CL_AREA_EE

Gebied

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

5

COUNTERPART_AREA

Tegenpartijgebied

AN2

CL_AREA

Gebied

 

 

7

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AMOUNT_CAT

Bedragcategorie

AN1

CL_AMOUNT_CAT

Bedragcategorie

9

 

8

9

 

 

9

9

9

 

 

 

BS_COUNT_SECTOR

Tegenpartijsector van de balans

AN..7

CL_BS_COUNT_SECTOR

Tegenpartijsector van de balans

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

 

COUNTERPART_SECTOR

Tegenpartijsector

AN..6

CL_SECTOR

Institutionele sector

 

 

 

 

 

8

 

 

 

 

 

 

COUNTERPART_SECTOR

Tegenpartijsector

AN2

CL_PS_COUNT_SECTOR

Ontvangende/verkrijgende sector van betalings- en verrekeningssystemen

 

 

 

 

 

 

 

10

 

 

 

 

FVC_ORI_SECTOR

Rapporterende sector van de initiator van lege financiële instellingen

AN2

CL_FVC_ORI_SECTOR

Rapporterende sector van de initiator van lege financiële instellingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

ICO_UNIT

Eenheid verzekeringsinstellingen

AN1

CL_ICO_UNIT

Eenheid verzekeringsinstellingen

10

7

9

10

7

9

10

11

10

 

10

 

CURRENCY_TRANS

Transactievaluta

AN3

CL_CURRENCY

Valuta

 

8

 

11

8

10

11

 

11

 

 

 

SERIES_DENOM

Denominatie van de reeks of speciale berekening

AN1

CL_SERIES_DENOM

Denominatie van de reeks of speciale berekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11

7

CURRENCY_DENOM

Valutanoemer

AN..15

CL_UNIT

Eenheid

11

 

 

 

 

 

 

12

 

 

 

 

BS_SUFFIX

Balanssuffix

AN..3

CL_BS_SUFFIX

Balanssuffix

 

 

 

 

9

 

 

 

 

 

 

 

SEC_SUFFIX

Reekssuffix in effectencontext

AN1

CL_SEC_SUFFIX

Effectensuffix

 

 

10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IR_BUS_COV

Rentevoet van te rapporteren activiteiten

AN1

CL_IR_BUS_COV

Rentevoet van te rapporteren activiteiten

Frequentie. Deze dimensie heeft betrekking op de frequentie van de gerapporteerde tijdreeks. De specifieke gegevensuitwisselingseisen zijn als volgt.

voor de „ECB_OFI1”-DSD: wanneer nationale gegevens alleen beschikbaar zijn met een lagere frequentie, d.w.z. halfjaarlijks of jaarlijks, ramen NCB's de kwartaalgegevens. Wanneer kwartaalramingen niet haalbaar zijn, worden de gegevens niettemin als driemaandelijkse tijdreeksen verschaft, d.w.z. jaarlijkse gegevens worden verschaft als jjjjQ4 en halfjaarlijkse gegevens als jjjjQ2 en jjjjQ4, waarbij de resterende kwartalen hetzij niet worden gerapporteerd, of worden gerapporteerd als ontbrekend met waarnemingsstatus „L”,

voor de „ECB_SEC1”-DSD: indien de vereiste maandelijkse gegevens niet beschikbaar zijn en geen ramingen kunnen worden gemaakt, kunnen driemaandelijkse of jaarlijkse gegevens worden gestuurd.

Referentiegebied. Deze dimensie heeft betrekking op het land van ingezetenschap van de rapporterende instelling. In de „CB_SEC1”-DSD geeft ze het land van ingezetenschap van de uitgevende sector aan (*).

Aanpassingsindicator. Deze dimensie geeft aan of een seizoens- en/of een werkdagcorrectie is toegepast.

Uitsplitsing rapporterende sector van balans. Deze dimensie geeft de rapporterende sector aan volgens de in de bijbehorende codelijst gedefinieerde uitsplitsing.

Uitsplitsing rapporterende sector. Deze dimensie geeft de rapporterende sector aan voor de structurele financiële indicatoren (in de „ECB_SSI1”-DSD).

Sector effectenemissie Deze dimensie heeft betrekking op de sector van de emittenten van effecten (in de „ECB_SEC1”-DSD).

Informatietype betalings- en verrekeningssystemen. Deze dimensie geeft het algemene type informatie weer dat moet worden verschaft in de context van de „ECB_PSS1”-DSD.

Instrument van betalings- en verrekeningssysteem. Deze dimensie, die gebruikt wordt in de „ECB_PSS1”-DSD, geeft het specifieke type instrument/apparaat aan dat gebruikt wordt voor de betalingstransacties, bv. kaarten met een cashfunctie of overboekingen enz.

Ingangsadres voor betalings- en verrekeningssysteem. Deze dimensie is gekoppeld aan het type terminal of systeem waarmee de onderliggende betalingstransactie werd verricht. Voor de correspondentie tussen de codewaardes voor betalingssystemen en het ingangsadres van betalings- en verrekeningssysteem, zie deel 16 van bijlage II.

Gegevenstype van betalings- en verrekeningssystemen. In de context van betalings- en verrekeningssystemen geeft deze dimensie de meeteenheid voor de waarneming, d.w.z. of voor de post een aantal of een waarde dient te worden gerapporteerd (bv. aantal transacties per kaart, waarde van transacties per kaart enz.).

Samenstellingsmethode. Deze dimensie geeft aan of de gegevens de thuisland- of de gastlandbenadering weergeven.

Rapporterende sector van overige financiële intermediairs. Deze dimensie geeft de sector van de rapporterende instelling aan binnen de sector van overige financiële intermediairs.

Rapporterende sector van beleggingsfondsen. Deze dimensie geeft de sector van de rapporterende instelling aan binnen de sector van beleggingsfondsen.

Rapporterende sector van lege financiële instellingen. Deze dimensie geeft de sector van de rapporterende instelling aan binnen de sector van lege financiële instellingen.

Rapporterende sector Deze dimensie geeft aan of de rapporterende instelling een pensioenfonds is of een type verzekeringsinstelling.

Uitsplitsing rapporterende sector van geconsolideerde bankgegevens. Deze dimensie geeft de eigendom en het type van de rapporterende instelling aan (binnenlandse kredietinstellingen versus buitenlandse beheerde dochterondernemingen of bijkantoren).

Sectoromvang geconsolideerde bankgegevens. Deze dimensie geeft de grootte van de rapporterende instelling aan met betrekking tot haar totale activa. Dit heeft alleen betrekking op binnenlandse kredietinstellingen.

Structurele financiële indicator. Deze dimensie is specifiek voor „CB_SSI1”-DSD en geeft het type structurele financiële indicator weer.

Balanspost. Deze dimensie geeft de post van de MFI-balans aan zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33).

Balanspost overige financiële intermediairs. Deze dimensie geeft een post aan van de balans van overige financiële intermediairs. Overige financiële intermediairs richten zich op verschillende financiële activiteiten afhankelijk van het type instelling, en niet alle balansposten gelden voor alle typen intermediairs. Daarom, terwijl alle typen overige financiële intermediairs de meeste balansposten gemeen hebben, kunnen „overige activa” en „overige passiva” verschillende definities hebben voor verschillende typen intermediairs. Aan de actiefzijde worden twee verschillende definities genomen voor de post „overige activa”: a) voor handelaren in waardepapieren en derivaten omvat deze post leningen; en b) voor FOL's omvat deze post deposito's, kasmiddelen, aandelen in beleggingsfondsen, vaste activa en financiële derivaten. Met betrekking tot de post „overige passiva”: a) voor handelaren in waardepapieren en derivaten worden schuldbewijzen, kapitaal en reserves en financiële derivaten niet in deze post opgenomen; en b) voor FOL's omvat deze post financiële derivaten.

Effectenpost. Deze dimensie heeft betrekking op de posten die ontleend worden aan de lijst van posten die overeenkomstig de begrippen van het Europese systeem van rekeningen zijn opgezet voor de financiële rekeningen van de monetaire unie (MUFA). De dimensie wordt alleen gebruikt voor de „ECB_SEC1”-DSD.

Activa en passiva van beleggingsfondsen. Deze dimensie betreft de post van de activa en passiva van beleggingsfondsen zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1073/2013 (ECB/2013/38).

Activa en passiva van lege financiële instellingen. Deze dimensie betreft de post van de activa en passiva van beleggingsfondsen zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1075/2013 (ECB/2013/40).

Activa en passiva van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen. Deze dimensie betreft een post van de activa en passiva van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen. Voor verzekeringsinstellingen zijn de posten vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50). Voor pensioenfondsen zijn de posten vastgelegd in ESR-2010.

Activiteitenpost verzekeringsinstellingen. Deze dimensie betreft de activiteitenposten van verzekeringsinstellingen, d.w.z. premies, claims en commissies, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50).

Geconsolideerde bankgegevenspost. Deze dimensie betreft de post van het te rapporteren rapportagekader van geconsolideerde bankgegevens (op basis van de winst- en verliesrekening, de balans en rapportages omtrent de toereikendheid van het bankkapitaal van de banken).

Oorspronkelijke looptijd. Voor de DSD's inzake „ECB_BSI1”, „ECB_FVC1”, „ECB_IVF1”, „ECB_CBD1” en „ECB_OFI1”, geeft deze dimensie de oorspronkelijke looptijd van de balansposten aan. Voor de „ECB_MIR1”-DSD, geeft deze dimensie voor posten betreffende uitstaande bedragen de uitsplitsing naar oorspronkelijke looptijd of opzegtermijn van de deposito's of leningen aan; voor posten betreffende nieuwe contracten, geeft de dimensie de uitsplitsing aan naar oorspronkelijke looptijd of opzegtermijn in het geval van deposito's en de initiële periode met vaste rente in het geval van leningen.

Looptijd. Deze dimensie geeft de oorspronkelijke en de restlooptijd van het instrument in de „ECB_ICPF1”-DSD aan.

Effectenwaardering. Deze dimensie geeft de waarderingsmethode aan die gebruikt wordt voor statistieken betreffende effectenemissies, in de „ECB_SEC1”-DSD.

Gegevenstype. Deze dimensie beschrijft het type gegevens dat gerapporteerd wordt voor de DSD's inzake „ECB_BSI1”, „ECB_SSI1”, „ECB_OFI1”, „ECB_IVF1”, „ECB_FVC1”, „ECB_CBD1”, „ECB_ICPF1” en „ECB_ICO1”.

Gegevenstype MFI-rentevoet. In de „ECB_MIR1”-DSD onderscheidt deze dimensie MFI-rentestatistieken van de statistieken betreffende de omzet aan nieuwe contracten of uitstaande bedragen.

Gegevenstype effecten. Deze dimensie geeft het type gegevens aan in de statistieken betreffende effectenemissies in de „ECB_SEC1”-DSD. Netto-emissies worden alleen verschaft indien emissies en aflossingen niet afzonderlijk kunnen worden vastgesteld.

Stroom, stand. Deze dimensie is specifiek voor „BIS_CBS” en geeft het gegevenstype stand of stroom van de gerapporteerde gegevens weer.

Referentiegebied voor BIB-IFS. Deze dimensie is specifiek voor „BIS_CBS” en vertegenwoordigt het gebied van ingezetenschap van de rapporterende instellingen.

CBS banktype. Deze dimensie is specifiek voor „BIS_CBS” en geeft de groep van de corresponderende rapporterende sector aan. Voor transmissie naar de ECB dient de code „4P” te worden gebruikt; gegevens moeten namelijk alleen gerapporteerd worden voor binnenlandse bankkantoren met betrekking tot grote CBD-bankgroepen.

CBS rapportagebasis. Deze dimensie is specifiek voor „BIS_CBS” en vertegenwoordigt de vastleggingsbasis van een vordering of blootstelling.

CBS positietype. Deze dimensie is specifiek voor „BIS_CBS” en vertegenwoordigt het type financiële positie zoals vastgelegd door de gegevens.

CBS overige looptijd. Deze dimensie is specifiek voor „BIS_CBS” en vertegenwoordigt de resterende looptijd van de vastgelegde vorderingen en blootstellingen.

CBS valutatype van boekingslocatie. Deze dimensie is specifiek voor „BIS_CBS” en vertegenwoordigt het valutatype van de vastgelegde vorderingen.

CBS tegenpartijsector. Deze dimensie is specifiek voor „BIS_CBS” en is verbonden aan de sectorale uitsplitsing van de tegenpartij van de vastgelegde vorderingen en blootstellingen.

CBS tegenpartijgebied. Deze dimensie is specifiek voor „BIS_CBS” en geeft het gebied van ingezetenschap aan van de tegenpartij van de betreffende post.

Tegenpartijgebied. Deze dimensie geeft het gebied van ingezetenschap aan van de tegenpartij van de betreffende post.

Bedragcategorie. Deze dimensie geeft de categorie van het bedrag aan nieuwe leningen aan niet-financiële ondernemingen; nieuwe leningen worden ook gerapporteerd naar hun omvang. De dimensie is alleen relevant voor de „ECB_MIR1”-DSD.

Tegenpartijsector van de balans. Deze dimensie is gekoppeld aan de sectoruitsplitsing van de tegenpartij van de balansposten. In de „ECB_ICPF1”-DSD geeft het de tegenpartijsector van de betrokken post aan.

Tegenpartijsector. Deze dimensie, gedefinieerd in de „ECB_PSS1”-DSD, geeft de sectoruitsplitsing weer van het type begunstigde (tegenpartij) dat bij de betalingstransactie is betrokken.

Rapporterende sector van de initiator van lege financiële instellingen. Deze dimensie, gedefinieerd in de „ECB_FVC1”-DSD, geeft de sector weer van de overdragende partij (initiator) van de activa of een pool van activa, en/of het kredietrisico van de activa of een pool van activa ten opzichte van de securitisatiestructuur.

Eenheid verzekeringsinstellingen. Deze dimensie geeft de betrokken bedrijfseenheid van de verzekeringsinstelling aan.

Transactievaluta. Deze dimensie beschrijft de valuta's waarin de effecten zijn uitgegeven (voor de „ECB_SEC1”-DSD), of waarin de volgende luiden: a) de MFI-balansposten (voor de „ECB_BSI1”-DSD); b) de structurele financiële indicatoren (voor de „ECB_SSI1”-DSD); c) de deposito's en leningen (voor de „ECB_MIR1”-DSD); d) de activa en passiva van beleggingsfondsen (voor de „ECB_IVF1”-DSD); e) de betalingstransacties (voor de „ECB_PSS1”-DSD); f) de activa en passiva van LFI's (voor de „ECB_FVC1”-DSD); g) de balansposten van overige financiële intermediairs (voor de „ECB_OFI1”-DSD); en h) de CBD-posten (voor de „ECB_CBD1”-DSD); en i) de transacties in activa en passiva van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (voor de „ECB_ICPF1”-DSD).

Valutanoemer. Deze dimensie beschrijft de valuta waarin a) de activa en passiva van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (voor de „ECB_ICPF1”-DSD); en b) de activiteiten van verzekeringsinstellingen (voor de „ECB_ICO1”-DSD) luiden.

Denominatie van de reeks of speciale berekening. Deze dimensie geeft de valutanoemer aan waarin de waarnemingen in een tijdreeks worden uitgedrukt of specificeert de onderliggende berekening.

Balanssuffix. Deze dimensie, in de „ECB_BSI1”-DSD, geeft de valutanoemer aan waarin de waarnemingen in een tijdreeks worden uitgedrukt of specificeert de onderliggende berekening.

Reekssuffix in effectencontext. Deze dimensie bevat aanvullende gegevenstypen voor afgeleide reeksen. De dimensie wordt alleen gebruikt voor de „ECB_SEC1”-DSD.

Rentevoet van te rapporteren activiteiten. Deze dimensie, die specifiek is voor de „ECB_MIR1”-DSD, geeft aan of de MFI-rentestatistieken betrekking hebben op uitstaande bedragen of op een nieuw contract.

DEEL 4

Eigenschappen

De hierna volgende secties geven een gedetailleerde uitleg van de eigenschappen van de uitgewisselde gegevens. Sectie 1 geeft de definities van de eigenschappen per DSD met inbegrip van het formaat en toewijzingsniveau ervan. Sectie 2 geeft de verantwoordelijkheid aan van de partners in de ESCB-gegevensuitwisseling bij de creatie van eigenschappen en hun onderhoud en de status van de eigenschappen. In secties 3, 4 en 5 wordt de inhoud van de eigenschappen aangegeven, gerangschikt naar toewijzingsniveau, respectievelijk verwant niveau, tijdreeks- en waarnemingsniveau.

Sectie 1: Gecodeerde en niet-gecodeerde eigenschappen gedefinieerd in de DSD's voor ECB_BSI1, ECB_SSI1, ECB_MIR1, ECB_OFI1, ECB_SEC1, ECB_PSS1, ECB_IVF1, ECB_FVC1, ECB_CBD1, BIS_CBS, ECB_ICPF1 en ECB_ICO1.

Naast de dimensies die de reekscodes definiëren, wordt een stel eigenschappen gedefinieerd. De eigenschappen worden toegewezen aan verscheidene niveaus van de uitgewisselde informatie: op verwant niveau, tijdreeksniveau of waarnemingsniveau. Zoals hierna wordt geïllustreerd, ontlenen ze hun waarde hetzij aan vooraf gedefinieerde lijsten van codes of zijn ze niet gecodeerd, en worden ze gebruikt om tekstuitleg over relevante aspecten van de gegevens toe te voegen.

Waarden van eigenschappen worden alleen uitgewisseld wanneer ze voor de eerste keer worden ingesteld of telkens wanneer ze gewijzigd worden met uitzondering van de verplichte eigenschappen op waarnemingsniveau die aan elke waarneming worden toegewezen en bij elke gegevenstransmissie worden gerapporteerd.

De tabel hierna geeft informatie betreffende de eigenschappen die voor elke beschouwde DSD worden gedefinieerd, over het niveau waaraan ze worden toegewezen, het formaat ervan en de naam van de codelijsten waaraan gecodeerde eigenschappen hun waarde ontlenen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Statistisch concept

Formaat (12)

Codelijst

BSI

SSI

MIR

OFI

SEC

PSS

IVF

FVC

CBD

CBS

VIPF

ICO

EIGENSCHAPPEN OP VERWANT NIVEAU

(uitgewisseld met behulp van de FNS-groep)

 

 

 

 

TITLE

Titel

AN..70

niet gecodeerd

 

UNIT

Eenheid

AN..12

CL_UNIT

Eenheid

UNIT_MULT

Vermenigvuldigingsfactor

AN..2

CL_UNIT_MULT

Vermenigvuldigingsfactor

DECIMALS

Decimalen

N1

CL_DECIMALS

Decimalen

TITLE_COMPL

Titelcomplement

AN..1050

niet gecodeerd

 

 

 

 

 

 

NAT_TITLE

Titel in nationale taal

AN..350

niet gecodeerd

 

COMPILATION

Compilatie

AN..1050

niet gecodeerd

 

 

 

 

 

 

 

COVERAGE

Dekking

AN..350

niet gecodeerd

 

SOURCE_AGENCY

Bron

AN3

CL_ORGANISATION

Organisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

METHOD_REF

Methodeverwijzing

AN..1050

niet gecodeerd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EIGENSCHAPPEN OP TIJDREEKSNIVEAU

(uitgewisseld met behulp van de FNS-groep)

COLLECTION

Verzamelindicator

AN1

CL_COLLECTION

Verzamelindicator

 

DOM_SER_IDS

ID's binnenlandse reeksen

AN..70

niet gecodeerd

 

 

 

 

 

BREAKS

Breuken

AN..350

niet gecodeerd

 

 

 

 

 

 

UNIT_INDEX_BASE

Basiswaarde van de index

AN..35

niet gecodeerd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AVAILABILITY

Beschikbaarheid

AN1

CL_AVAILABILITY

Beschikbaarheid

 

 

 

PUBL_PUBLIC

Publicatiebron

AN..1050

niet gecodeerd

 

 

 

PUBL_MU

Publicatiebron (alleen Eurogebied)

AN..1050

niet gecodeerd

 

 

 

 

 

 

 

PUBL_ECB

Publicatiebron (alleen ECB)

AN..1050

niet gecodeerd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EIGENSCHAPPEN OP WAARNEMINGSNIVEAU

(uitgewisseld samen met de gegevens in het ARR-hoofdsegment m.u.v. OBS_COM dat uitgewisseld wordt binnen de FNS-groep)

OBS_STATUS

Waarnemingsstatus

AN1

CL_OBS_STATUS

Waarnemingsstatus

OBS_CONF

Vertrouwelijkheid waarneming

AN1

CL_OBS_CONF

Vertrouwelijkheid waarneming

OBS_PRE_BREAK

Waarde waarneming voor breuk

AN..15

niet gecodeerd

 

OBS_COM

Commentaar waarneming

AN..1050

niet gecodeerd

 

Sectie 2: Gemeenschappelijke eigenschappen gedefinieerd voor de DSD's inzake ECB_BSI1, ECB_SSI1, ECB_MIR1, ECB_OFI1, ECB_SEC1, ECB_PSS1, ECB_IVF1, ECB_FVC1, ECB_CBD1, BIS_CBS, ECB_ICPF1 en ECB_ICO1: Rapportage van NCB's aan de ECB  (15)

Elke eigenschap wordt gekarakteriseerd door bepaalde technische kenmerken, die in de tabel hierna staan opgesomd.


 

Status

Eerste waarde ingesteld, opgeslagen en verspreid door … (13)

Kan gewijzigd worden door NCB's

TITLE_COMPL

M

ECB

Neen (**)

NAT_TITLE

C

NCB

Ja

COMPILATION

C

NCB

Ja (***)

COVERAGE

C

NCB

Ja (***)

METHOD_REF

M

NCB

Ja

DOM_SER_IDS (14)

C

NCB

Ja

BREAKS

C

NCB

Ja

OBS_STATUS

M

NCB

Ja

OBS_CONF

C

NCB

Ja

OBS_PRE_BREAK

C

NCB

Ja

OBS_COM

C

NCB

Ja

De definitie van een stel eigenschappen, die samen met de gegevens moeten worden uitgewisseld, maakt het mogelijk extra informatie te verschaffen betreffende de uitgewisselde tijdreeks. Details van de door de eigenschappen verschafte informatie voor de onderhavige statistische gegevensbestanden van de ECB worden hierna gerapporteerd.

Sectie 3: Eigenschappen op verwant niveau

Verplicht

TITLE_COMPL (Titelcomplement). Deze eigenschap mag uit een groter aantal karakters bestaan dan de eigenschap TITLE en vervangt om die reden TITLE als de verplichte eigenschap om de titel van de reeks op te slaan.

UNIT (eenheid)

BSI

Voor lidstaten uit het eurogebied: EUR

SSI

Voor lidstaten uit het eurogebied: EUR

Voor reeksen die gerapporteerd worden als absolute waarden en voor indexen: PURE_NUMB

Voor reeksen die gerapporteerd worden als percentages: PCT

OFI

Voor lidstaten uit het eurogebied: EUR

MIR

Voor omzet: EUR

Voor rentevoeten: PCPA

SEC

Voor lidstaten uit het eurogebied: EUR

PSS

Voor reeksen inzake oorspronkelijke eenheden (tabel 5 van deel 16 van bijlage II), aantal transacties (tabellen 3, 4, 6 en 7 van deel 16 van bijlage II) en reeksen inzake concentratieratio's (tabel 6 van deel 16 van bijlage II): PURE_NUMB

Voor reeksen inzake de waarde van transacties (tabellen 3, 4, 6 en 7 van deel 16 van bijlage II): EUR

IVF

Voor lidstaten uit het eurogebied: EUR

FVC

Voor lidstaten uit het eurogebied: EUR

CBD

Voor lidstaten uit het eurogebied: EUR of PURE_NUMB (indien geen valutadenominatie relevant is)

CBS

Voor de door alle landen in USD gerapporteerde gegevens: USD; voor de data waarvoor geen valutadenominatie relevant is: PURE_NUMB.

VIPF

Voor lidstaten uit het eurogebied: EUR

ICO

Voor lidstaten uit het eurogebied: EUR


UNIT_MULT (vermenigvuldigingsfactor)

BSI

6

SSI

0

OFI

6

MIR (16)

Voor omzet: 6

Voor rentevoeten: 0

SEC

6

PSS

Voor reeksen inzake oorspronkelijke eenheden behalve reeksen inzake transacties (tabel 5 van deel 16 van bijlage II): 0

Voor reeksen inzake transacties (tabellen 3, 4, 6 en 7 van deel 16 van bijlage II, behalve concentratieratio's): 6

Voor reeksen inzake concentratieratio's (tabel 6 van deel 16 van bijlage II): 0

IVF

6

FVC

6

CBD

3

CBS

6

VIPF

6

ICO

6


DECIMALS (decimalen)

BSI

0

SSI

Voor absolute waarden: 0

Voor indexreeksen en percentages: 4

OFI

0

MIR

Voor omzet: 0

Voor rentevoeten: 4

SEC

0

PSS

Voor reeksen inzake oorspronkelijke eenheden, behalve reeksen inzake transacties en concentratieratio's (tabel 5 van deel 16 van bijlage II): 0

Voor reeksen inzake transacties en concentratieratio's (tabellen 3, 4, 6 en 7 van deel 16 van bijlage II): 3

IVF

0

FVC

0

CBD

0

CBS

0

VIPF

0

ICO

0

METHOD_REF (methodeverwijzing). Deze eigenschap wordt alleen gebruikt voor het PSS-gegevensbestand en geeft aan of, voor elke tijdreeks of voor een deel ervan, de 2005 „uitgebreide” definitie of een eerdere definitie wordt gebruikt. Twee waarden worden gedefinieerd:

De eigenschap dient ook de periode aan te geven waarvoor elke definitie van toepassing is. Bijvoorbeeld „2005 definities voor de hele reeks”, „2005 definities vanaf gegevens die betrekking hebben op 2003, eerdere definities voor de rest”, of „eerdere definities tot gegevens die betrekking hebben op 2004”.

Voorwaardelijk

TITLE (titel). NCB's kunnen de TITLE eigenschap gebruiken voor de opbouw van korte titels.

NAT_TITLE (Titel in nationale taal). NCB's kunnen deze eigenschap gebruiken om een precieze beschrijving en andere aanvullende of onderscheidende specificaties te geven in de nationale taal. Ofschoon het gebruik van hoofdletters en kleine letters geen problemen geeft, worden de NCB's verzocht zich te beperken tot de Latijn-1 tekenset. In het algemeen dient de uitwisseling van tekens met accenten en uitgebreide alfanumerieke symbolen getest te worden voordat regelmatig gebruik mogelijk is.

COMPILATION (Compilatie). Voor de BSI, IVF, LFI, VIPF, ICO en MIR gegevensbestanden kan deze eigenschap worden gebruikt om verdere tekstuitleg te geven over de compilatiemethoden, wegingsystemen en statistische procedures die gebruikt worden om de onderliggende reeksen samen te stellen, met name indien ze afwijken van de regels en standaarden van de ECB. In het algemeen heeft de vereiste nationale toelichting de volgende structuur:

gegevensbronnen/systeem van gegevensverzameling:

compilatieprocedures (met inbegrip van beschrijving van gemaakte ramingen/aannames),

afwijkingen van de rapportage-instructies van de ECB (indeling naar geografisch gebied/sector en/of waarderingsmethoden),

informatie betreffende het nationale juridische kader.

Voor het SSI-gegevensbestand omvat de eigenschap „compilatie” informatie over links naar het regelgevend kader van de Unie voor intermediairs m.u.v. van kredietinstellingen.

Voor het OFI-gegevensbestand wordt een gedetailleerde beschrijving van de onder deze eigenschap op te nemen informatie verstrekt in punt 1-5 van de nationale toelichting (zie deel 11 van bijlage II).

Evenzo wordt voor het SEC-gegevensbestand een gedetailleerde beschrijving van de onder deze eigenschap op te nemen informatie verstrekt in de punten 1, 2, 4, 5, 8, 9 en 10 van de nationale toelichting (zie deel 12 van bijlage II).

COVERAGE (dekking)

Informatie betreffende

Opmerkingen

SSI

dekking van verschillende categorieën intermediairs

type intermediair voor de verschillende indicatoren

of een raming werd gebruikt in het geval van gedeeltelijke dekking

aanduiding van (eventuele) extrapolatie

OFI

dekking van reeksen totale activa/passiva

type overige financiële intermediairs die door de hoofdcategorieën worden bestreken

of een raming werd gebruikt in het geval van gedeeltelijke dekking

aanduiding van (eventuele) extrapolatie

zie ook deel 11 van bijlage II (zie nationale toelichting, punt 6)

MIR

stratificatiecriteria, selectieprocedure (gelijke waarschijnlijkheid/waarschijnlijkheid evenredig aan grootte/selectie van grootste instellingen) in het geval van steekproeftrekking

 

SEC

indeling van emissies

zie ook deel 12 van bijlage II (sectie 2 (punt 4) en sectie 3 (punt 6)

CBD

beschrijving van de populatie van informatieplichtigen

of bepaalde instellingen zijn uitgesloten van de verzameling

de redenen voor de uitsluiting

SOURCE_AGENCY (Bron). Deze eigenschap wordt door de ECB ingesteld op een waarde die de naam weergeeft van de NCB die de gegevens verstrekt.

Sectie 4: Eigenschappen op tijdreeksniveau

Verplicht

COLLECTION (Verzamelingsindicator). Deze eigenschap verschaft informatie over de periode waarin of het moment waarop de tijdreeks wordt gemeten (bv. begin, midden of einde van een periode) of geeft aan of de gegevens gemiddelden zijn.

Voorwaardelijk

DOM_SER_IDS (ID van binnenlandse reeks). Deze eigenschap maakt het mogelijk te verwijzen naar de in nationale databases gebruikte code om de corresponderende reeksen te identificeren (formules die nationale referentiecodes gebruiken, kunnen ook worden gespecificeerd).

UNIT_INDEX_BASE (basiswaarde van de index). Deze eigenschap is verplicht in combinatie met een reekscode die een index weergeeft. De eigenschap geeft de basisreferentie en de basiswaarde aan voor de indexen en wordt alleen gebruikt voor de reeks van de index van fictieve standen die door de ECB worden afgeleid en aan het ESCB worden verspreid.

BREAKS (breuken). Deze eigenschap geeft een beschrijving van breuken en belangrijke wijzigingen die in de loop der tijd optreden in het verzamelen, het rapportagebereik en de samenstelling van de reeks. In het geval van breuken moet, waar mogelijk, worden aangegeven in hoeverre oude en nieuwe gegevens als vergelijkbaar kunnen worden beschouwd.

PUBL_PUBLIC, PUBL_MU, PUBL_ECB (publicatiebron, publicatiebron (alleen eurogebied), publicatiebron (alleen ECB)). Deze eigenschappen worden ingesteld door de ECB indien de gegevens in ECB-publicaties worden gepubliceerd, hetzij in openbare of vertrouwelijke publicaties van de ECB. Ze verwijzen naar gepubliceerde gegevens (d.w.z. publicaties, posten enz.).

Sectie 5: Eigenschappen op waarnemingsniveau

Indien een NCB een eigenschap wenst te herzien die is toegewezen aan het waarnemingsniveau, moet (of moeten) tegelijkertijd de relevante waarneming (of waarnemingen) opnieuw worden doorgegeven. Indien een NCB een waarneming herziet zonder eveneens de betreffende waarde van de eigenschap te verschaffen, worden de bestaande waarden vervangen door de standaardwaarden.

Verplicht

OBS_STATUS (waarnemingsstatus). NCB's rapporteren een waarde voor de waarnemingsstatus die aan iedere uitgewisselde waarneming wordt toegevoegd. Deze eigenschap is verplicht en moet met iedere gegevenstransmissie voor iedere individuele waarneming worden verschaft. Wanneer NCB's de waarde van deze eigenschap herzien, dient zowel de waarde van de waarneming (ook als die niet gewijzigd is) als de markering voor de status van de nieuwe waarneming te worden gerapporteerd.

De lijst hierna specificeert de verwachte waarden voor deze eigenschap, volgens de overeengekomen hiërarchie, ten behoeve van deze statistieken:

„A”= normale waarde (standaardwaarde voor niet-ontbrekende waarnemingen),

„B”= breukwaarde voor de volgende gegevensbestanden: SSI, MIR, CBD en PSS (****),

„M”= ontbrekende waarde, gegevens bestaan niet,

„L”= ontbrekende waarde, gegevens bestaan, maar werden niet verzameld,

„E”= geraamde waarde (*****),

„P”= voorlopige waarde (deze waarde kan bij elke gegevenstransmissie worden gebruikt en heeft betrekking op de laatste beschikbare waarneming, indien die als voorlopig wordt beschouwd).

In normale omstandigheden dienen numerieke waarden te worden gerapporteerd met daaraan toegevoegd de waarnemingsstatus „A” (normale waarde). In andere gevallen wordt een van „A” verschillende waarde gegeven volgens de boven aangegeven lijst. Indien twee waarden van toepassing zijn op een waarneming, wordt de belangrijkste gerapporteerd, volgens de boven aangegeven hiërarchie.

Bij elke gegevenstransmissie kunnen de meest recentelijk beschikbare waarnemingen worden gerapporteerd als voorlopig, met als markering de waarde „P” voor de waarnemingsstatus. Deze waarnemingen krijgen in een later stadium definitieve waarden met markering „A” voor de waarnemingsstatus wanneer de nieuwe herziene waarden en de vlaggen voor de waarnemingsstatus de eerdere voorlopige waarnemingen overschrijven.

Ontbrekende waarden („-”) worden gerapporteerd wanneer het niet mogelijk is een numerieke waarde te rapporteren (bv. vanwege niet-bestaande gegevens of omdat gegevens niet worden verzameld). Een ontbrekende waarneming dient nooit als „nul” te worden gerapporteerd, omdat nul een normale numerieke waarde is die een precieze en geldige grootte aangeeft. Indien NCB's niet in staat zijn de reden aan te geven voor een ontbrekende waarde of indien ze niet de hele reeks waarden in de codelijst CL_OBS_STATUS kunnen gebruiken voor het rapporteren van ontbrekende waarnemingen („L” of „M”), dient de waarde „M” te worden gebruikt.

Wanneer vanwege lokale statistische omstandigheden gegevens voor een tijdreeks niet worden verzameld op bepaalde data of niet voor de totale lengte van de tijdreeks (het onderliggende economische verschijnsel bestaat, maar wordt statistisch niet waargenomen), wordt een ontbrekende waarde gerapporteerd („-”) met waarnemingsstatus „L” in iedere periode.

Wanneer vanwege lokale marktpraktijken of het juridisch/economisch kader een tijdreeks (of een deel daarvan) niet van toepassing is (het onderliggende verschijnsel bestaat niet), wordt een ontbrekende waarde gerapporteerd („-”) met waarnemingsstatus „M”.

Voorwaardelijk

OBS_CONF (vertrouwelijkheid waarneming). NCB's rapporteren een waarde voor de vertrouwelijkheid van de waarneming die aan iedere uitgewisselde waarneming wordt toegevoegd. Ofschoon deze eigenschap wordt gedefinieerd als voorwaardelijk in het bestand van structuurdefinities van de ECB, dient de eigenschap bij elke gegevenstransmissie voor elke individuele waarneming te worden verstrekt, aangezien elke vertrouwelijke waarneming op de juiste manier moet worden gemarkeerd. Wanneer NCB's de waarde van deze eigenschap herzien, dient zowel de waarde van de betrokken waarneming als de markering voor de status van de nieuwe waarneming (ook als die niet gewijzigd is) opnieuw te worden ingediend.

De lijst hierna geeft de verwachte waarden aan voor deze eigenschap ten behoeve van deze statistieken:

„F”= ter vrije publicatie,

„N”= niet voor publicatie, beperkt tot alleen intern gebruik,

„C”= vertrouwelijke statistische informatie in de betekenis van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2533/98,

„S”= secundaire vertrouwelijkheid ingesteld en beheerd door de ontvanger, niet voor publicatie,

„D”= secundaire vertrouwelijkheid ingesteld door de afzender, niet voor publicatie. Deze code kan worden gebruikt door de NCB's die in hun rapportagesysteem al onderscheid maken tussen primaire en secundaire vertrouwelijkheid. Indien dat niet het geval is, moet de rapporterende NCB „C” gebruiken om de secundaire vertrouwelijkheid aan te geven.

OBS_PRE_BREAK (waarde waarneming voor breuk). Deze eigenschap bevat de waarde van de waarneming vóór de breuk, hetgeen net als de waarneming een numeriek veld is (******). In het algemeen wordt ze verschaft wanneer een reeksbreuk optreedt; in dat geval moet de waarnemingsstatus op „B” (breukwaarde) worden ingesteld.

Voor de BSI-, IVF-, LFI, OFI-, VIPF- en ICO-gegevensbestanden is deze eigenschap niet vereist omdat deze informatie al beschikbaar is uit de herindelingsreeksen of de reeksen die financiële transacties uitdrukken. Deze eigenschap is toegevoegd aan de lijst van eigenschappen omdat ze deel uitmaakt van de gemeenschappelijke deelgroep van eigenschappen voor alle gegevensbestanden.

OBS_COM(commentaar waarneming). Deze eigenschap kan worden gebruikt om commentaar te geven op waarnemingsniveau (bv. om de raming te beschrijven die voor een specifieke waarneming vanwege gebrek aan gegevens is gemaakt, om de reden uit te leggen voor een mogelijke abnormale waarneming of om bijzonderheden te geven betreffende een wijziging in de gerapporteerde tijdreeks).

(*)  Voor NCB's is het land van ingezetenschap van de uitgevende sector het land waarin de NCB gevestigd is."

(****)  Indien OBS_STATUS wordt gerapporteerd als „B”, moet een waarde worden gerapporteerd onder de eigenschap OBS_PRE_BREAK."

(*****)  De waarnemingsstatus „E” dient te worden gebruikt voor alle waarnemingen of perioden van gegevens die het resultaat zijn van ramingen en niet als normale waarden kunnen worden beschouwd."

(******)  De vier objecten waarde waarneming plus OBS_STATUS, OBS_CONF en OBS_PRE_BREAK worden als één eenheid behandeld. Dit betekent dat NCB's verplicht zijn alle aanvullende informatie voor een waarneming te versturen. (Wanneer eigenschappen niet worden gerapporteerd, worden de eerdere waarden ervan overschreven met standaardwaarden.)”."

4)

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door wat volgt:

„AFLEIDING VAN TRANSACTIES IN DE CONTEXT VAN STATISTIEKEN INZAKE BALANSPOSTEN VAN MONETAIRE FINANCIELE INSTELLINGEN, INVESTERINGSFONDSEN, LEGE FINANCIELE INSTELINGEN EN VERZEKERINGSINSTELLINGEN”;

b)

deel 1 wordt als volgt vervangen:

„DEEL 1

Algemene beschrijving van de procedure voor afleiding van transacties

Sectie 1: Kader

1.

Het kader voor het afleiden van transacties voor activa- en passivastatistieken betreffende monetaire financiële instellingen (MFI), balansposten, beleggingsfondsen, lege financiële instellingen (LFI) en verzekeringsinstellingen is gebaseerd op het Europees systeem van rekeningen (hierna het „ESA 2010”). Waar nodig wordt zowel wat betreft de inhoud van de gegevens als de aanduiding van statistische concepten van die internationale standaard afgeweken. Deze bijlage wordt geïnterpreteerd volgens het ESR 2010, tenzij Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33), Verordening (EU) nr. 1073/2013 (ECB/2013/38), Verordening (EU) nr. 1075/2013 (ECB/2013/40), Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) of dit richtsnoer expliciet of impliciet anders bepalen.

2.

In overeenstemming met het ESR 2010, worden financiële transacties gedefinieerd als de netto-aankoop van vorderingen of het netto aangaan van schulden voor elk type financieel instrument, d.w.z. de som van alle financiële transacties die in de betreffende verslagperiode plaatsvinden (*******). Transacties betreffende elke in Verordening (EU) nr. 1071/2013 (ECB/2013/33), Verordening (EU) nr. 1073/2013 (ECB/2013/38), Verordening (EU) nr. 1075/2013 (ECB/2013/40) en Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) gespecificeerde post moeten op een nettobasis worden berekend, d.w.z. er is geen vereiste om bruto financiële transacties of volumes te bepalen (********). De waarderingsmethode voor elke transactie is de waarde te nemen waarvoor vorderingen worden verworven/vervreemd en/of schulden worden aangegaan, afgelost of vervangen. Niettemin zijn afwijkingen van het ESR 2010 toegestaan.

3.

Deze bijlage toetst de methodiek voor het afleiden van transacties in de context van statistieken inzake balansposten, beleggingsfondsen, LFI's en verzekeringsinstellingen. Dit deel is geconcentreerd op de berekening van de transactiegegevens bij de Europese Centrale Bank (ECB) en de rapportage van de onderliggende informatie door NCB's, terwijl in deel 2 de concepten van stroomaanpassingen worden behandeld. Vervolgens verschaffen deel 3, 4 en 5 specifieke informatie met betrekking tot de kaders voor samenstelling van statistieken inzake balansposten, beleggingsfondsen, LFI's en verzekeringsinstellingen.

Nadere gegevens en rekenvoorbeelden worden gegeven in de handleidingen met betrekking tot deze statistieken, die worden gepubliceerd op de website van de ECB.

Sectie 2: Berekening van transactiegegevens door de ECB en rapportage van de NCB's aan de ECB

1.   Inleiding

1.

Voor statistieken inzake balansposten, beleggingsfondsen en verzekeringsinstellingen berekent de ECB transacties door voor elke actief- en passiefpost het verschil te nemen tussen de posities van standen op de rapportagedata aan het einde van een periode en vervolgens het effect van ontwikkelingen die niet het gevolg zijn van transacties, d.w.z. „overige mutaties”, te verwijderen. „Overige mutaties” worden verdeeld in twee hoofdcategorieën „herindelingen en overige aanpassingen” en „herwaarderingsaanpassingen”, waarbij deze laatste herwaarderingen wegens prijs- en wisselkoerswijzigingen bestrijkt (*********). Nationale centrale banken (NCB's) rapporteren „herindelingen en overige aanpassingen” en „herwaarderingsaanpassingen” aan de ECB zodat deze niet-transactie-effecten uit de berekening van stroomstatistieken kunnen worden verwijderd.

In geval van statistieken inzake balansposten, rapporteren NCB's aanpassingsgegevens aan de ECB in overeenstemming met deel 1 van bijlage II. De door de NCB's gerapporteerde „herwaarderingsaanpassingen” bestaan uit afschrijvingen/afwaarderingen van leningen en herwaarderingsaanpassingen wegens prijswijzigingen. Normaliter berekent de ECB herwaarderingsaanpassingen als gevolg van wisselkoerswijzigingen; indien NCB's echter in staat zijn meer accurate wijzigingen samen te stellen mogen zij deze aanpassingen ook direct aan de ECB toesturen (**********).

In geval van statistieken inzake beleggingsfondsstatistieken, rapporteren NCB's aanpassingsgegevens aan de ECB in overeenstemming met deel 17 van bijlage II. De door de NCB's gerapporteerde „herwaarderingsaanpassingen” bestaan uit herwaarderingsaanpassingen wegens prijswijzigingen en wisselkoerswijzigingen.

In geval van statistieken inzake verzekeringsinstellingen, rapporteren NCB's aanpassingsgegevens aan de ECB in overeenstemming met deel 23 van bijlage II. De door de NCB's gerapporteerde „herwaarderingsaanpassingen” bestaan uit herwaarderingsaanpassingen wegens prijswijzigingen en wisselkoerswijzigingen.

2.

In de context van statistieken inzake LFI's worden transacties rechtstreeks door NCB's aan de ECB gerapporteerd, en niet de stroomaanpassingen. De berekening van de transacties (hetzij rechtstreeks door informatieplichtigen of door NCB's) moet consistent zijn met de algemene benadering van herindelingen en overige aanpassingen alsmede herwaarderingen zoals gegeven in deze bijlage.

2.   Herindelingen en overige aanpassingen

1.

NCB's stellen de door dit richtsnoer gevraagde gegevens betreffende „herindelingen en overige aanpassingen” samen met behulp van informatie verkregen uit toezichtgegevens, plausibiliteitscontroles, ad-hocaanvragen (bijv. in verband met uitschieters), nationale statistische vereisten, informatie betreffende toetreders en uittreders van de populatie van informatieplichtigen, en eventuele andere aan hen beschikbare bronnen. Van de ECB wordt niet verwacht ex-postaanpassingen te maken tenzij de NCB's abrupte wijzigingen in de definitieve gegevens constateren.

2.

De NCB's stellen de wijzigingen vast in standengegevens ten gevolge van herindelingen en nemen het geïdentificeerde nettobedrag op onder „herindelingen en overige aanpassingen”. Een netto toename in standen wegens herindelingen wordt opgenomen met een positief teken, een nettoafname in standen met een negatief teken.

3.

In principe voldoen de NCB's aan alle vereisten met betrekking tot „herindelingen en overige aanpassingen” zoals toegelicht in dit richtsnoer. In ieder geval sturen de NCB's alle „herindelingen en overige aanpassingen” boven 50 miljoen EUR. Deze drempel is bedoeld om de NCB's te helpen beslissen om al dan niet een aanpassing te maken. Wanneer de informatie echter niet gemakkelijk voorhanden is of van slechte kwaliteit, kan worden besloten niets te doen of ramingen te maken. Om deze reden is flexibiliteit nodig in de toepassing van een dergelijke drempel, niet in het minst vanwege het heterogene karakter van bestaande procedures om aanpassingen te berekenen. Indien bijvoorbeeld relatief gedetailleerde informatie wordt verzameld ongeacht de drempel, kan het averechts werken te proberen een dergelijke drempel toe te passen.

3.   Herwaarderingsaanpassingen

1.

Teneinde te voldoen aan de in dit richtsnoer gespecificeerde vereisten met betrekking tot „herwaarderingsaanpassingen”, moeten NCB's de aanpassingen wellicht berekenen uit de transacties, uit gegevens van afzonderlijke effecten of uit andere door de populatie van rapportageplichtigen gerapporteerde gegevens en/of moeten ze wellicht schattingen maken van de aanpassingen betreffende sommige van de niet door de populatie van rapportageplichtigen gerapporteerde uitsplitsingen omdat ze niet worden beschouwd als „minimumvereisten”.

2.

De „herwaarderingsaanpassingen” worden normaliter samengesteld door NCB's op basis van gegevens die rechtstreeks door de populatie van informatieplichtigen zijn gerapporteerd. NCB's mogen echter ook indirect aan deze rapportagevereisten voldoen (bijvoorbeeld door rechtstreekse verzameling van gegevens met betrekking tot transacties) en mogen in ieder geval aanvullende gegevens verzamelen bij informatieplichtigen. Ongeacht welke aanpak wordt toegepast op nationaal niveau, moeten de NCB's een volledige set gegevens aan de ECB doorgeven overeenkomstig deel 1 van bijlage II voor balanspoststatistieken, deel 17 van bijlage II voor beleggingsfondsstatistieken en deel 23 van bijlage II voor statistieken inzake verzekeringsinstellingen.

(*******)  Dit is in overeenstemming met het ESR 2010 en andere internationale statistische normen."

(********)  Echter in geval van statistieken betreffende beleggingsfondsen, vereist Verordening (EU) nr. 1073/2013 (ECB/2013/38) afzonderlijke rapportage van nieuwe uitgiften en aflossing van aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen gedurende de rapportagemaand."

(*********)  De definitie en classificatie van „overige mutaties” zijn grotendeels consistent met het ESR 2010. Herindelingen en overige aanpassingen is grosso modo equivalent aan „overige volumemutaties in activa en passiva” (K.1-K.6, zie punten 6.03-25), terwijl „herwaarderingen” kunnen worden overgebracht naar „nominale waarderingsverschillen” (K.7, zie punten 6.26-64). Voor balanspoststatistieken is een belangrijke afwijking dat „afschrijvingen op leningen” worden opgenomen onder „herwaarderingen” (en in het bijzonder als herwaarderingen gevolg van prijsveranderingen), terwijl ze in het ESR 2010 over het algemeen worden beschouwd als „overige volumeveranderingen” (punt 6.14) — met uitzondering van verliezen die bij verkoop van leningen worden gerealiseerd; deze verliezen, die gelijk zijn aan het verschil tussen de transactieprijs en het op de balans vermelde bedrag van de leningen, wordt vastgelegd als een herwaardering (punt 6.58). Het opnemen van „afschrijvingen op leningen” onder „herwaarderingen” is ook een afwijking van de regels betreffende de internationale investeringspositie (i.i.p.). In de i.i.p. worden deze behandeld als „overige aanpassingen” en niet als „koers- of wisselkoerswijzigingen”. Voor beleggingsfondsstatistieken worden geen „afschrijvingen/afwaarderingen” op leningen gevraagd."

(**********)  De aanpassingen betreffende de eigen balans van de ECB worden aan het directoraat Algemeen Beheer van de ECB gerapporteerd.”;"

c)

het volgende deel 6 wordt toegevoegd:

„DEEL 6

Stroomaanpassingen: bijzondere kenmerken in statistieken inzake verzekeringsinstellingen

Sectie 1: Inleiding

1.

Voor statistieken inzake verzekeringsinstellingen geven de NCB's herwaarderingsaanpassingen door betreffende herwaarderingen wegens prijs- en wisselkoerswijzigingen en herindelingsaanpassingen voor alle posten op de verzekeringsinstellingsbalans in overeenstemming met artikel 26 bis. Gedurende dit proces kan het nodig zijn dat de NCB's een berekening en/of schatting maken van de aanpassingen die niet zijn gerapporteerd door de verzekeringsinstellingen. Dit omvat die gegevens waarbij de corresponderende reeksen van standen per instrument worden gerapporteerd, die welke niet worden beschouwd als „minimumvereisten” in tabel 3a en 3b van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) en gegevens betreffende verzekeringstechnische voorzieningen.

Sectie 2: Herwaarderingsaanpassingen

1.

Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) is flexibel wat betreft de soort gegevens die nodig zijn om de herwaarderingsaanpassingen van activa en passiva te berekenen en de vorm waarin deze gegevens dienen te worden verzameld en samengesteld. De beslissing over de methode wordt overgelaten aan de NCB's.

2.

De volgende twee opties bestaan om herwaarderingsaanpassingen voor effecten af te leiden die effectgewijs worden verzameld. NCB's kunnen een soortgelijke benadering volgen met betrekking tot activa anders dan effecten bij de paarsgewijze gegevensverzameling.

Verzekeringsinstellingen rapporteren effectsgewijze informatie waarmee NCB's herwaarderingsaanpassingen kunnen afleiden: Verzekeringsinstellingen rapporteren de op basis van paragrafen 1, 2 en 4 van tabel 2.1 en 2.2 van deel 3 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) vereiste gegevens effectsgewijs aan NCB's. Met deze informatie kunnen NCB's nauwkeurige informatie verkrijgen betreffende de aan de ECB door te geven „herwaarderingsaanpassingen”. Indien voor deze optie wordt gekozen, mogen NCB's de „herwaarderingsaanpassingen” overeenkomstig de gemeenschappelijke Eurosysteemmethode afleiden, d.w.z. de „stroomafleidingsmethode”, zoals omschreven in het begeleidende verzekeringsinstellingenhandboek bij de Verordening en dit richtsnoer.

Verzekeringsinstellingen rapporteren transacties onmiddellijk effectsgewijs aan de NCB: Verzekeringsinstellingen rapporteren de samengevoegde bedragen van aankopen en verkopen van effecten gedurende de referentieperiode zoals uiteengezet in paragrafen 1 en 3 van tabel 2.1 en 2.2 van deel 3 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1374/2014 (ECB/2014/50) effectsgewijs. NCB's berekenen de „herwaarderingsaanpassingen” door het verschil te nemen tussen standen aan het einde van opeenvolgende perioden en de transacties te verwijderen, en geven de herwaarderingsaanpassingen conform dit richtsnoer aan de ECB door.

3.

Voor verzekeringstechnische voorzieningen.die worden aangehouden door verzekeringsinstellingen, bestaan de volgende twee opties om herwaarderingsaanpassingen af te leiden:

Verzekeringsinstellingen rapporteren geaggregeerde aanpassingen of transacties conform de instructies van de NCB's. NCB's die deze methode kiezen, voegen de door verzekeringsinstellingen gerapporteerde aanpassingen samen ten behoeve van het doorgeven van gegevens aan de ECB.

De NCB's leiden ramingen af uit gegevens die door verzekeringsinstellingen zijn verschaft.

4.

Voor activa en passiva anders dan die welke per instrument worden verzameld en door verzekeringsinstellingen aangehouden verzekeringstechnische voorzieningen, bestaan de volgende drie opties om herwaarderingsaanpassingen af te leiden:

Verzekeringsinstellingen rapporteren geaggregeerde aanpassingen; Verzekeringsinstellingen rapporteren de op elke post van toepassing zijnde aanpassingen, die de veranderingen in waardering weergeven ten gevolge van prijs- en wisselkoerswijzigingen. NCB's die deze methode kiezen, voegen de door verzekeringsinstellingen gerapporteerde aanpassingen samen ten behoeve van het doorgeven van gegevens aan de ECB;

Verzekeringsinstellingen rapporteren geaggregeerde transacties: Verzekeringsinstellingen accumuleren transacties gedurende het kwartaal en geven aan de NCB de waarde van aankopen en verkopen door. NCB's die transactiegegevens ontvangen, berekenen de „herwaarderingsaanpassingen” als een restpost uit het verschil tussen de standen en de transacties, en geven de herwaarderingsaanpassing aan de ECB door conform dit richtsnoer, of

NCB's leiden ramingen af uit gegevens die door verzekeringsinstellingen zijn verschaft.”

5)

Bijlage V wordt als volgt vervangen:

„BIJLAGE V

LIJST VAN INSTITUTIONELE EENHEDEN VOOR STATISTISCHE DOELEINDEN

DEEL 1

Mapping van eigenschappenlijst van het Register of Institutions and Affiliates Database (RIAD) ten opzichte van specifieke gegevensbestanden die voor statistische doeleinden worden aangehouden

Naam eigenschap (1)

Relevant in het kader van de lijst van

MFI's

Beleggingsfondsen

LFI's

PSRI's (2)

Verzekeringsinstellingen

Type

Updatefrequentie

Type

Updatefrequentie

Type

Updatefrequentie

Type

Updatefrequentie

Type

Updatefrequentie

„Non-industry” IDs

RIAD code

M

d

M

q

M

q

M

a

M

q

Nationals business register

E

d

E

q

E

q

O

a

E

q

EGR code

E

d

 

 

E

q

 

 

 

 

LEI (indien beschikbaar)

M

d

M

q

M

q

M

a

M

q

„Industry” IDs

BIC

E

d

 

 

 

 

 

 

 

 

ISINs

E

d

M

q

M

q

 

 

E

q

Name

M

d

M

q

M

q

M

a

M

q

Country of residence

M

d

M

q

M

q

M

a

M

q

Address

M

d

M

q

M

q

M

a

M

q

Area code

M

d

M

q

M

q

M

a

M

q

Legal form

E

d

E

q

E

q

E

a

E

q

Flag Listed

M

d

M

q

M

q

O

a

M

q

Flag Supervised

M

d

M

q

M

q

M

a

M

q

Flag Subject to Directive 2009/138/EC

 

 

 

 

 

 

 

 

M

q

Reporting requirements

E

d

E

q

E

q

E

a

E

q

Type of licence

M

d

M

q

M

q

O

a

E

q

Capital variability

 

 

M

q

 

 

 

 

 

 

UCITS compliance

 

 

M

q

 

 

 

 

 

 

Legal set-up

 

 

M

q

 

 

 

 

 

 

Flag Sub-fund

 

 

M

q

 

 

 

 

 

 

Nature of securitisation

 

 

 

 

M

q

 

 

 

 

Flag E-money issuer — licence

 

 

 

 

 

 

M

a

 

 

Flag E-money issuer — business

 

 

 

 

 

 

M

a

 

 

Flag Payment service provider — licence

 

 

 

 

 

 

M

a

 

 

Flag Payment service provider — business

 

 

 

 

 

 

M

a

 

 

Flag Payment system operator

 

 

 

 

 

 

M

a

 

 

Comment

O

d

O

q

O

q

O

a

O

q

NACE code

M

d

M

q

M

q

E

a

M

q

Total employment

E

a

O

a

E

a

O

a

E

a

Total solo balance sheet (ECB Regulation)

M

a

E

a

E

a

 

 

E

a

Net assets, net asset value

E

a

M

a

 

 

 

 

 

 

Gross premiums written

 

 

 

 

 

 

 

 

M

a

ESA 2010

M

d

M

q

M

q

M

a

M

q

Sub-sector type

M

d

M

q

M

q

M

a

M

q

Birth date

O

d

O

q

O

q

O

a

O

q

Closure date

M

d

M

q

M

q

M

a

M

Q

Flag Activity status

M

d

M

q

M

q

M

a

M

Q

Minimumreferentie gegevens (1) zoals verzocht

Originator of FVC

 

 

 

 

M

q

 

 

 

 

Management company

 

 

M

q

M

q

 

 

 

 

Head of branch

M

d

 

 

 

 

 

 

M

Q

M (verplicht), E (aangemoedigd), O (optioneel), blank (niet van toepassing)

Frequentie: a (jaarlijks), q (driemaandelijks), m (maandelijks) d (dagelijks/zodra een verandering plaatsvindt).

Tijdigheid: voor jaarlijkse gegevens is (indien niet elders gespecificeerd) een maand na de referentiedatum

DEEL 2

Soorten relaties tussen organisatorische eenheden

 

Type

Updatefrequentie

1.   

Organisatorische relaties binnen een onderneming

Relatie tussen een juridische eenheid/eenheden en een onderneming.

O

2.   

Relaties binnen een groep van ondernemingen

Zeggenschapsrelatie

E (c)

Q

Eigendomsrelatie

E (c)

Q

3.   

Overige relaties

Verband tussen een „initiator” en zijn LFI

M

Q

Verband tussen een „beheermaatschappij” en zijn LFI/beleggingsfonds

M

Q

Verband tussen een „niet-ingezeten bijkantoor” en zijn ingezeten „hoofdkwartier”

M

Q

Verband tussen een „ingezeten bijkantoor” en zijn niet-ingezeten „hoofdkwartier”

M

Q

Verband tussen „subfonds” en een „paraplufonds”

M

Q

 

Verband met voorganger/opvolger ingeval van absorptie/breuk

M

d/q

DEEL 3

Definities en nadere uitwerking van rapportage-instructies

RIAD code

De unieke identificatiecode voor een organisatorische eenheid in RIAD bestaat uit 2 delen: „host” en „id”.

De combinatie van de waarden voor de twee delen dient te verzekeren dat deze voornaamste reekscode uniek is:

2-cijferige ISO-3166-landencodes,

free string.

[verplichte post voor het creëren van een entiteit in RIAD]

Alias identifiers

Open lijst van een veelvoud aan identificatiecodes die al dan niet in overeenstemming zijn met enige (semi-)industriestandaard. Aangezien hierin zuivere „nationale” codes opgenomen kunnen zijn, is niet de gehele lijst verplicht voor alle gegevensverstrekkende instellingen. Voorbeelden hiervan zijn nationale ondernemingsregistercodes, de EuroGroups Register code, de Legal Entity Identifier (indien beschikbaar) en de BIC-code.

Teneinde operationeel te kunnen zijn voor de gegevensuitwisseling tussen een NCB en RIAD, moet de identificatiecode geregistreerd zijn in een specifieke codelijst van het systeem.

ISIN

„International Securities Identifying Number” (ISIN): is gedefinieerd in ISO 6166. In RIAD verschijnt de ISIN-code op twee manieren:

in geval van beleggingsfondsen en LFI's omvatten de rapportagevereisten de verplichting tot rapportage van (alle) uitstaande (niet-afgeloste) effecten die door een financiële instelling zijn uitgegeven;

aangezien ieder door een vennootschap uitgegeven effect de entiteit eveneens op een unieke wijze identificeert, kan iedere enkelvoudige ISIN-code van uitgegeven (en eventueel) beursgenoteerde aandelen of andere uitstaande schuldbewijzen gebruikt worden om de organisatorische eenheid zelf aan te duiden.

 

 

Name

Volledige vestigingsnaam, met inbegrip van de aanduiding voor de vennootschapsvorm, d.w.z. Plc, Ltd, SpA, AG enz.

Country of residence

Land van rechtsgeldige vestiging of registratie.

[verplichte post voor het creëren van een entiteit in RIAD]

Address

De adresgegevens van een organisatorische eenheid; indien van toepassing bestaande uit vier delen:

City

de stad van vestiging

Address

de naam van de straat en het nummer van het gebouw

Postal code

de postcode, met gebruik van de nationale conventies voor postsystemen

Postal box

het postbusnummer, met gebruik van de nationale conventies voor postbussystemen

Area code

Geografische aanduiding vereist voor statistische doeleinden.

Legal form

Het domein van toepasselijke rechtsvormen volgt individuele nationale codelijsten en moet in RIAD geregistreerd moeten worden voordat zij gebruikt kan worden voor de gegevensoverdracht door een gegevensverstrekkende NCB.

Flag Listed (d)

Markering die aangeeft of een organisatorische eenheid genoteerd is op enige binnen- of buitenlandse beurs; kan andersom gebruikt worden om de beëindiging van de beursnotering van een entiteit aan te geven.

Flag Supervised (d)

Markering die aangeeft of een entiteit onderworpen is aan enig toezichtregime dat aan nationale en/of supranationale autoriteiten is toevertrouwd.

Flag Subject to Directive 2009/138/EC

Markering die aangeeft of een entiteit onderworpen is aan Richtlijn 2009/138/EG of enig ander toezichtregime (mogelijke waarden: „Richtlijn 2009/138/EG”/„anders”. Slechts in te vullen indien de entiteit is onderworpen aan toezicht.

Reporting requirements

Open codelijsten die gebruikt kunnen worden om in een centraal register op te slaan welke nationale en/of supranationale rapportageverplichtingen gelden voor een entiteit; een entiteit kan onderworpen zijn aan meerdere vereisten.

Het domein van toepasselijke individuele nationale codelijsten moet in RIAD geregistreerd worden voordat het gebruikt kan worden voor de gegevensoverdracht door een gegevensverstrekkende NCB.

Type of licence

Markering die aangeeft of een entiteit een door nationale en/of supranationale autoriteiten gecertificeerde (specifieke) vergunning heeft.

Gedetailleerde nationale codelijsten kunnen in RIAD geregistreerd worden om de identificatie van specifieke vergunningsregelingen/-kaders mogelijk te maken.

 

 

Capital variability

Deze variabele geeft beperkingen aan met betrekking tot het aantal aandelen dat het fonds mag uitgegeven, d.w.z. een „open-end” of „closed-end” fonds weergevend.

UCITS compliance

Markering die aangeeft of een fonds ICBE-conform is.

Legal set-up

Deze variabele geeft de rechtsvorm van een beleggingsfonds aan.

Sub-fund

Deze variabele geeft aan of een beleggingsfonds een subfonds is.

Nature of securitisation

Deze variabele verduidelijkt de soort door een LFI uitgevoerde securitisatie.

Flag E-money issuer — licence  (d)

Markering die aangeeft of een entiteit beschikt over een specifieke vergunning „emittent van elektronisch geld” (in overeenstemming met artikel 2 van Richtlijn 2009/110/EG) van het Europees Parlement en de Raad (17).

Flag E-money issuer — business  (d)

Markering die aangeeft of een entiteit daadwerkelijk de werkzaamheden van een „emittent van elektronisch geld” uitoefent.

Flag Payment service provider — licence  (d)

Markering die aangeeft of een entiteit beschikt over een specifieke „betalingsdienstaanbieder”-vergunning (in overeenstemming met artikel 4 van Richtlijn 2007/64/EG).

Flag Payment service provider — business  (d)

Markering die aangeeft of een entiteit daadwerkelijk de werkzaamheden van een „betalingsdienstaanbieder” uitoefent.

Flag Payment system operator  (d)

Markering die aangeeft of een entiteit een „betalingssysteemexploitant” is in overeenstemming met artikel 1 van Verordening (EU) nr. 1409/2013 (ECB/2013/43).

Comment

Vrije tekst.

 

 

NACE

Hoofdactiviteit in overeenstemming met NACE Rev. 2 (viercijferniveauklasse).

Total employment

Aantal werknemers: indien mogelijk uitgedrukt in voltijdequivalenten (FTE's);

Total solo balance sheet (ECB Regulation)

Totaal balansbedrag in overeenstemming met de respectieve balansstatistieken-, beleggingsfonds-, LFI- en verzekeringsinstellingsverordening (luidend in EUR).

Net assets, NAV

Voor beleggingsfondsen de waarde van „aandelen/rechten van deelnemingen” (NAV); voor kredietinstellingen benaderd aan de hand van „kapitaal en reserves” (luidend in EUR).

Gross premiums written

Voor verzekeringsinstellingen de waarde van de bruto geboekte premies bestaande uit alle met betrekking tot verzekeringscontracten verschuldigde bedragen gedurende het boekjaar, ongeacht of zulke bedragen geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op een later boekjaar.

ESA 2010

ESR-2010 institutionele sectoren (viercijfercode); kan de classificatie in handen van de overheid, in handen van de particuliere sector of in handen van het buitenland inhouden.

Sub-sector type

Uitbreiding van de ESR-2010 classificatie, die de identificering mogelijk maakt van subcategorieën van de standaarduitsplitsing van nationale rekeningen.

Voor verzekeringsinstellingen betekent dit het type verzekeringsinstelling volgens haar bedrijfsactiviteiten. Dit kunnen de volgende waarden zijn: levensverzekering, schadeverzekering, samengesteld, herverzekering.

 

 

Birth date

Datum van rechtsgeldige oprichting van een juridische eenheid of de registratie van een institutionele eenheid; indien deze informatie niet kan worden afgeleid (voor zover mogelijk) dient deze bij benadering opgegeven te worden.

[verplichte post voor het creëren van een entiteit in RIAD; mag bij benadering opgegeven worden]

Closure date

Data van registratiebeëindiging van een entiteit. Alle entiteiten blijven ook na hun sluitingsdatum in RIAD.

ad existence

Vragen met betrekking tot het feit of een individuele eenheid op een specifiek tijdstip al dan niet bestaat kunnen afgeleid worden vanaf de „sluitingsdatum”.

Activity status  (d)

Markering die aangeeft of een entiteit „actief”, „niet-actief” of „in liquidatieis”;

deze eigenschap is een aanvulling op de informatie die aangeeft of een entiteit (nog) bestaat.

ad liquidation

De validiteitsstartdatum van de waarde „in liquidatie” (zie „activiteitenstatus”) markeert de datum van de start van het liquidatieproces.

ad absorption

In RIAD worden zakelijke handelingen zoals fusies en splitsingen in beeld gebracht door de registratie van de relevante sluitingen, wijzigingen of oprichtingen, plus de daaraan verbonden voorganger-/opvolgerrelaties.

 

 

Relationship between legal unit(s) and enterprise

Laat de vastlegging van de relatie toe tussen een juridische eenheid en de onderneming die de eenheid uitoefent en geeft het concept weer dat een onderneming kan bestaan uit ofwel één juridische eenheid of een combinatie van juridische eenheden.

Control relationship

Band tussen juridische eenheden, gebaseerd op het concept „zeggenschap” zoals gedefinieerd in Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (18) (> 50 %-eigendomsregel).

Ownership relationship

Band tussen juridische eenheden, gebaseerd op het concept van het percentage „kapitaalaandeel”, „stemrechten” enz., bijvoorbeeld zoals weergegeven door de > 10 %-regeling zoals gedefinieerd in de FDI-benchmark van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Organisation for Economic Co-operation and Development).

Link between a „sub-fund” and an „umbrella fund”

Laat de vastlegging toe van de respectieve relaties indien een paraplu-fonds haar fondsen zodanig splitst in verschillende subfondsen dat aandelen/rechten van deelnemingen met betrekking tot ieder subfonds zelfstandig worden gedekt door verschillende activa (zie Verordening (EU) nr. 1073/2013 (ECB/2013/38).

 

 

Management company

Beschrijving van de geregistreerde beheermaatschappij van een fonds of lege financiële instelling — naam, ingezetenschap, institutionele sectorcode en RIAD-code (voor in de Unie ingezeten eenheden).

Dient verbonden te zijn aan betrokken beleggingsfonds(en) of lege financiële instelling(en) die de entiteit beheert.

Head

Beschrijving van het geregistreerde hoofdkantoor van een bijkantoor dat actief is in een Unielidstaat — naam, ingezetenschap, institutionele sectorcode en RIAD-code (voor in de Unie ingezeten eenheden).

Dient verbonden te worden aan het betreffende bijkantoor dat in een Unie-land is gevestigd.

Originator

Beschrijving van de geregistreerde onderneming die de LFI heeft opgericht voor securitisatie-doeleinden en de activa, of een pool van activa, en/of het kredietrisico van de activa of de pool van activa heeft overgedragen aan de securitisatie-structuur — naam, ingezetenschap, institutionele sectorcode en RIAD-code (voor in de Unie ingezeten eenheden).

Dient verbonden te zijn aan de betreffende LFI('s) die de entiteit heeft opgericht.

Resident branch

Een bijkantoor dat ingezeten is binnen het grondgebied van de rapporterende NCB en waarvan het hoofdkantoor een niet-ingezeten entiteit is, in de zin van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2533/98.

Non-resident branch

Een bijkantoor dat ingezeten is buiten het grondgebied van de rapporterende NCB en waarvan het hoofdkantoor een ingezeten entiteit is, in de zin van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2533/98.

DEEL 4

Gegevensverzending

NCB's kunnen referentiegegevens of updates daarvan online doorgeven of in batchmodus via RIAD, in overeenstemming met een van de formaten vastgelegd in het document getiteld „Exchange Specification for the RIAD Data Exchange System”. De invoering van nieuwe entiteiten in RIAD (evenals de uitzonderlijke verwijdering uit de database) kan ook online of in batchmodus geschieden.

RIAD hanteert een sobere beheerbenadering van de referentiegegevens, hetgeen betekent dat enige wijziging in de referentiegegevens van een individuele entiteit toegepast kan worden op specifieke (enkelvoudige) eigenschappen. Behalve in geval van een belangrijke fout wordt een in RIAD geregistreerde eenheid niet verwijderd; de eenheidlevensduur wordt bepaald door het invoeren van een totstandkomings- of sluitingsdatum. Wijzigingen van enkelvoudige eigenschappen worden doorgevoerd via de wijziging (van het geldigheidsbereik) van specifieke waarden.”.

6)

In de lijst van termen worden de volgende definities toegevoegd:

 

Schadeverzekeringsinstellingen zijn verzekeringsinstellingen die voornamelijk schadeverzekeringen verzorgen.

 

Levensverzekeringsinstellingen zijn verzekeringsinstellingen die voornamelijk levensverzekeringen verzorgen.

 

Gemengde verzekeringsinstellingen zijn verzekeringsinstellingen die zowel levensverzekeringen als schadeverzekeringen verzorgen, zonder een uitspringende voorkeur voor de een of de ander.

 

Herverzekeringsinstellingen zijn verzekeringsinstellingen die voornamelijk herverzekeringen verzorgen.

 

Technische voorzieningen voor levensverzekeringen waarvan geaccepteerde herverzekering vertegenwoordigt het kapitaalbedrag dat wordt aangehouden door de verzekeringsinstelling ter tegemoetkoming aan vorderingen die voortvloeien uit haar levensherverzekeringsverplichtingen zoals gedefinieerd in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie (***********).

(***********)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 12 van 17.1.2015, blz. 1).”."


(1)  Dit item kan omvatten: technische voorzieningen schadeverzekeringen (ESA 2010: F.61), vorderingen van verzekeringsinstellingen op pensioenbeheerders (ESA 2010: F.64) en voorzieningen voor claims in het kader van standaardgaranties (ESA 2010: F.66).

(2)  Deze post, inclusief de betreffende uitsplitsing, kan claims van beheerders op pensioenfondsen omvatten (ESA 2010: F.64) en rechten op niet-pensioenuitkeringen (ESA 2010: F.65).

(3)  Gegevensreferentie 1 januari 2016 mag als indicator worden gebruikt.

(4)  Dit item kan omvatten: technische voorzieningen schadeverzekeringen (ESA 2010: F.61), vorderingen van verzekeringsinstellingen op pensioenbeheerders (ESA 2010: F.64) en voorzieningen voor claims in het kader van standaardgaranties (ESA 2010: F.66)

(5)  In het geval van niet- eurogebiedlidstaten, verwijzen de termen „MFI's” en „niet-MFI's” naar „banken” en „niet-banken”.

(6)  Dit item kan omvatten: rechten op niet-pensioenuitkeringen (ESA 2010: F.65).

(7)  Het „waarvan” deelt van deze post kan ook vorderingen van pensioenbeheerders op verzekeringsinstellingen die optreden als pensioenadministrateur (ESA 2010: F.64).

(8)  Deze post,inclusief de betreffende zakelijke sector, kan voorzieningen voor claims in het kader van standaardgaranties omvatten (ESA 2010: F.66).

(9)  De codestructuur en DSD van de internationale geconsolideerde bancaire statistieken zijn gemeenschappelijk voor alle rapporterende landen en dienen dezelfde te zijn als die welke worden gebruikt voor het rapporteren van de corresponderende gegevens aan de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) (www.bis.org/statistics/dsd_cbs.pdf).

(10)  Dit geeft het aantal letters/cijfers aan dat is toegestaan voor ieder element van de codelijsten (bv. AN..7 betekent een maximaal 7 karakters lange reeks alfanumerieke symbolen, AN1 betekent één alfanumeriek karakter).

(11)  Nieuwe SDMX-DSD-codelijst.

(12)  Dit geeft het aantal letters/cijfers aan dat is toegestaan voor de transmissie van elke eigenschap (bv. AN.1050 betekent een maximaal 1 050 karakters lange reeks alfanumerieke symbolen, AN1 betekent één alfanumeriek karakter, terwijl N1 betekent 1 cijfer).

(**)  Indien een NCB een wijziging wil aanbrengen, overlegt ze met de ECB, die de wijziging dan zal doorvoeren.

(***)  Wijzigingen worden per e-mail doorgegeven aan de verantwoordelijke werkeenheid van de ECB.

(13)  ECB verwijst hier naar het directoraat Statistieken van de ECB.

(14)  De ECB beveelt aan dat de NCB's deze waarden verstrekken om een meer transparante communicatie te verzekeren.

(15)  Alle in de tabel in sectie 1 gespecificeerde eigenschappen, die door de ECB worden ingesteld, worden niet in deze tabel opgenomen.

M

:

verplicht,

C

:

voorwaardelijk

(16)  Gegevens betreffende rentetarieven worden als percentages ingediend.

(1)  Voor verdere beschrijving en metadata zie deel 3.

(2)  PSRI's: let op dat de lijst van PSRI's kan overlappen met de lijst van MFI's.

(c)  Alleen voor „grote bankgroepen” met een hoofdkwartier in het eurogebied (zie artikel 12).

(d)  Voor simpele markeringen hoeven de eerste keer geen specifieke validiteitreeksen opgegeven te worden.

(17)  Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7).

(18)  Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).


Top