Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D1602

    Gedelegeerd Besluit (EU) 2015/1602 van de Commissie van 5 juni 2015 betreffende de gelijkwaardigheid van het solvabiliteits- en prudentiële stelsel voor verzekerings- en herverzekeringsondernemingen van kracht in Zwitserland op basis van de artikelen 172, lid 2, 227, lid 4, en 260, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad

    PB L 248 van 24.9.2015, p. 95–98 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_del/2015/1602/oj

    24.9.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 248/95


    GEDELEGEERD BESLUIT (EU) 2015/1602 VAN DE COMMISSIE

    van 5 juni 2015

    betreffende de gelijkwaardigheid van het solvabiliteits- en prudentiële stelsel voor verzekerings- en herverzekeringsondernemingen van kracht in Zwitserland op basis van de artikelen 172, lid 2, 227, lid 4, en 260, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (1), en met name de artikelen 172, lid 2, 227, lid 4, en 260, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Richtlijn 2009/138/EG stelt een risicogebaseerd prudentieel stelsel voor verzekerings- en herverzekeringsondernemingen in de Unie in. Volledige toepassing van Richtlijn 2009/138/EG op verzekeraars en herverzekeraars in de Unie vangt aan op 1 januari 2016.

    (2)

    Hoewel de Solvabiliteit II-richtlijn volledig wordt toegepast vanaf 1 januari 2016 kan de Commissie onderhavig gedelegeerde besluit nu reeds vaststellen zoals aangegeven in artikel 311 van de Solvabiliteit II-richtlijn.

    (3)

    Artikel 172 van Richtlijn 2009/138/EG heeft betrekking op de gelijkwaardigheid van het solvabiliteitsstelsel van een derde land toegepast op herverzekeringsactiviteiten van ondernemingen met hun hoofdkantoor in dat derde land. Een positieve gelijkwaardigverklaring maakt het mogelijk dat herverzekeringscontracten met ondernemingen waarvan het hoofdkantoor in dat derde land is gelegen op dezelfde wijze worden behandeld als herverzekeringscontracten met ondernemingen waaraan overeenkomstig die richtlijn een vergunning is verleend.

    (4)

    Artikel 227 van Richtlijn 2009/138/EG heeft betrekking op gelijkwaardigheid voor verzekeraars uit derde landen die deel uitmaken van groepen die hun hoofdkantoor in de Unie hebben. Op grond van een positieve gelijkwaardigverklaring mogen dergelijke groepen, wanneer als consolidatiemethode voor hun groepsrapportage aftrek en aggregatie wordt gebruikt, ten behoeve van de berekening van het solvabiliteitsvereiste van de groep en het in aanmerking komend eigen vermogen, rekening houden met de berekening van de kapitaalvereisten en het beschikbaar kapitaal (eigen vermogen) op basis van de regels van het niet-uniale rechtsgebied in plaats van deze te berekenen op basis van Richtlijn 2009/138/EG.

    (5)

    Artikel 260 van Richtlijn 2009/138/EG heeft betrekking op de gelijkwaardigheid van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen waarvan de moederonderneming haar hoofdkantoor buiten de Unie heeft. In overeenstemming met artikel 261, lid 1, van Richtlijn 2009/138/EG steunen de lidstaten, in geval van een positieve gelijkwaardigverklaring, op het gelijkwaardige groepstoezicht dat door de groepstoezichtautoriteiten van het derde landt wordt uitgeoefend.

    (6)

    Een wettelijk stelsel van een derde land moet als volledig gelijkwaardig aan dat van Richtlijn 2009/138/EG worden beschouwd als het voldoet aan de vereisten die voor een vergelijkbaar niveau van bescherming van verzekeringnemers en begunstigden zorgen. Vollediggelijkwaardigverklaringen ingevolge de artikelen 172, lid 2, 227, lid 4, en 260, lid 3, zijn van onbeperkte duur, tenzij zij worden ingetrokken.

    (7)

    Op 9 maart 2015 heeft de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) aan de Commissie overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (2) advies verstrekt over het in Zwitserland van kracht zijnde regelgevings- en toezichtssysteem voor (her)verzekeringenondernemingen en groepen. Het advies van EIOPA is gebaseerd op het betrokken Zwitserse wetgevingskader, met inbegrip van de Zwitserse wet inzake toezicht op de financiële markt van 22 juni 2007 (hierna „FINMASA” genoemd), die op 1 januari 2009 in werking is getreden, de wet inzake toezicht op verzekeringen (hierna „ISA” genoemd) van 17 december 2004 en de ordonnantie inzake verzekeringstoezicht (hierna „ISO” genoemd) (3). De Commissie heeft haar beoordeling gebaseerd op de informatie die is verstrekt door EIOPA.

    (8)

    Rekening houdend met de bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/35 van de Commissie (4), met name de artikelen 378, 379 en 380, alsook het advies van EIOPA, moet een aantal criteria worden toegepast om de gelijkwaardigheid op basis van respectievelijk de artikelen 172, lid 2, 227, lid 4, en 260, lid 3 van Richtlijn 2009/138/EG te beoordelen.

    (9)

    Die criteria omvatten bepaalde vereisten die voorkomen in twee of meer van de artikelen 378, 379 en 380 van de gedelegeerde handeling (EU) 2015/35, geldig zijn op het niveau van individuele (5) (her)verzekeringsondernemingen en op het niveau van (her)verzekeringsgroepen, en betrekking hebben op de gebieden bevoegdheden, solvabiliteit, governance, transparantie, samenwerking tussen autoriteiten en behandeling van vertrouwelijke informatie, en de impact van de besluiten op de financiële stabiliteit.

    (10)

    Wat in de eerste plaats de middelen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden betreft heeft de Zwitserse financiëlemarkttoezichthouder (FINMA) de bevoegdheid om daadwerkelijk toezicht uit te oefenen op (her)verzekeringsactiviteiten en sancties op te leggen of handhavingsmaatregelen te nemen indien dit noodzakelijk is, zoals het intrekken van een vergunning van een bedrijf of het geheel of gedeeltelijk vervangen van het management ervan. FINMA beschikt over de noodzakelijk financiële en personele middelen, expertise, capaciteiten en het noodzakelijke mandaat om alle verzekeringnemers en begunstigden daadwerkelijk te beschermen.

    (11)

    In de tweede plaats steunt, wat betreft de Zwitserse solvabiliteitstest (ZST), de beoordeling van de financiële positie van (her)verzekeringsondernemingen of -groepen op gezonde economische beginselen en zijn de solvabiliteitsvereisten op een economische waardering van alle activa en verplichtingen gebaseerd. De ZST vereist dat (her)verzekeringsondernemingen voldoende financiële middelen aanhouden en stelt criteria vast met betrekking tot technische voorzieningen, beleggingen, kapitaalvereisten (met inbegrip van het minimumkapitaalniveau) en eigen vermogen en vereist dat FINMA tijdig ingrijpt als niet aan de kapitaalvereisten wordt voldaan of als de belangen van de verzekeringnemers in gevaar komen. De kapitaalvereisten zijn risicogebaseerd en zijn erop gericht kwantificeerbare risico's in beeld te brengen. Indien een risico niet wordt gekwantificeerd, wordt het via andere maatregelen aangepakt: operationele risico's bijvoorbeeld worden kwalitatief aangepakt via de Zwitserse kwaliteitsbeoordeling (ZKB). Het belangrijkste kapitaalvereiste, in het kader van de ZST bekend als het streefkapitaal, is berekend op het dekken van onverwachte verliezen uit hoofde van bestaande activiteiten. Daarnaast varieert het absolute minimumkapitaalvereiste (minimumkapitaal) voor verzekeraars in het kader van de ZST afhankelijk van de verzekeringsactiviteit. Beide vereisten zijn voor alle huidige combinaties van activiteiten van de Zwitserse verzekeraars ten minste even streng als de overeenkomstige vereisten van Richtlijn 2009/138/EG. Voor wat betreft modellen mogen de verzekeringsondernemingen een standaardmodel of, indien vereist door FINMA of op eigen initiatief, een intern model gebruiken.

    (12)

    Wat in de derde plaats de governance betreft vereist het Zwitserse solvabiliteitsstelsel dat (her)verzekeringsondernemingen over een doeltreffend governancesysteem beschikken, waarbij hen met name een duidelijke organisatorische structuur, geschiktheids- en betrouwbaarheidsvereisten voor degenen die de ondernemingen daadwerkelijk leiden en een effectief proces voor de doorgifte van informatie binnen de ondernemingen en aan FINMA worden opgelegd. Bovendien oefent FINMA daadwerkelijk toezicht op uitbestede functies en activiteiten uit.

    (13)

    De ZST vereist eveneens dat (her)verzekeringsondernemingen en -groepen risicomanagement-, nalevings-, interneaudit- en actuariële functies in stand houden. De ZST legt een risicomanagementsysteem op dat in staat is om risico's te identificeren, te meten, te monitoren, te managen en te rapporteren, en legt een effectief internecontrolesysteem op. De vereisten van Richtlijn 2009/138/EG inzake interne audit en naleving voor individuele ondernemingen worden door de ISO bevredigend aangepakt, omdat daardoor de risicomanagementsvereisten en met name de verplichting om over een nalevingsfunctie te beschikken worden versterkt.

    (14)

    Het in Zwitserland van kracht zijnde stelsel vereist dat wijzigingen in het bedrijfsbeleid of het management van (her)verzekeringsondernemingen of -groepen of gekwalificeerde deelnemingen in dergelijke ondernemingen of groepen in overeenstemming zijn met gezond en prudent management. Met name worden acquisities, veranderingen in het bedrijfsplan of in gekwalificeerde deelnemingen van (her)verzekeringsondernemingen of verzekeringsgroepen aan FINMA meegedeeld, dat indien gerechtvaardigd passende sancties kan nemen, zoals een verbod op een acquisitie.

    (15)

    Wat in de vierde plaats transparantie betreft moeten (her)verzekeringsondernemingen en -groepen alle informatie verstrekken die noodzakelijk is om toezicht uit te oefenen, en ten minste jaarlijks een rapport over hun solvabiliteit en financiële positie publiceren. De vereisten van Richtlijn 2009/138/EG betreffende openbaarmaking worden door de ISO bevredigend aangepakt, aangezien de soorten kwalitatieve en kwantitatieve informatie die moet worden openbaargemaakt in overeenstemming is met Richtlijn 2009/138/EG. In het kader van de ISO moeten (her)verzekeringsondernemingen en -groepen hun bedrijfsactiviteiten, prestaties, risicomanagement, risicoprofiel, de methoden die worden gebruikt voor de beoordeling betreffende met name voorzieningen, kapitaalbeheer en solvabiliteit openbaarmaken.

    (16)

    Wat in de vijfde plaats het beroepsgeheim, de samenwerking en de uitwisseling van informatie betreft omvat het in Zwitserland van kracht zijnde stelsel verplichtingen inzake beroepsgeheim voor alle personen die voor FINMA werken of hebben gewerkt, met inbegrip van auditors en deskundigen die in opdracht van FINMA handelen. Volgens die verplichtingen mag vertrouwelijke informatie ook niet openbaar worden gemaakt, behalve in samengevatte of geaggregeerde vorm, onverminderd gevallen die onder het strafrecht vallen. Voorts maakt FINMA voor de uitvoering van haar taken en voor de doeleinden waarin bij wet is voorzien alleen gebruik van vertrouwelijke informatie die van andere toezichthoudende autoriteiten is ontvangen. Het in Zwitserland geldende stelsel vereist ook dat ingeval een (her)verzekeringsonderneming failliet wordt verklaard of op grond van een rechterlijke beslissing in liquidatie verkeert, vertrouwelijke informatie openbaar mag worden gemaakt als deze geen betrekking heeft op derden die betrokken zijn bij de redding van die onderneming. FINMA mag vertrouwelijke informatie die zij van een andere toezichthoudende autoriteit ontvangen heeft slechts na uitdrukkelijke instemming van die toezichthoudende autoriteit delen met autoriteiten, instanties of personen die onder het beroepsgeheim vallen in Zwitserland. Zij heeft met alle lidstaten van de Unie een memorandum van overeenstemming ondertekend om de internationale samenwerking, met name met betrekking tot de uitwisseling van vertrouwelijke informatie, te coördineren.

    (17)

    Wat in de zesde plaats de impact van haar beslissingen betreft zijn FINMA en de andere Zwitserse autoriteiten die het mandaat hebben om te zorgen voor de goede werking van de financiële markten, zoals de Zwitserse nationale bank en het ministerie van Financiën, toegerust om te beoordelen hoe beslissingen mondiaal van invloed zullen zijn op de stabiliteit van de financiële systemen, met name in noodsituaties, en om rekening te houden met de mogelijke procyclische effecten wanneer zich uitzonderlijke bewegingen op de financiële markten voordoen. Op grond van het in Zwitserland geldende stelsel vinden regelmatig vergaderingen tussen de bovengenoemde autoriteiten plaats om informatie uit te wisselen over de risico's voor de financiële stabiliteit en de maatregelen te coördineren. Deze vinden eveneens plaats op internationaal niveau, waar de Zwitserse autoriteiten bijvoorbeeld met de colleges van toezichthouders van de lidstaten van de Unie en EIOPA informatie uitwisselen over aangelegenheden in verband met financiële stabiliteit.

    (18)

    De artikelen 378 en 380 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/35 omvatten ook specifieke criteria met betrekking tot gelijkwaardigheid voor herverzekeringsactiviteiten en voor groepstoezicht.

    (19)

    Voor wat betreft de specifieke criteria voor herverzekeringsactiviteiten op grond van artikel 378 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/35 moet om toegelaten te worden tot het herverzekeringsbedrijf eerst een vergunning van FINMA worden verkregen waarbij nadere in het recht vastgestelde normen dienen te worden nageleefd. Captive herverzekeringsbedrijven vallen onder het solvabiliteitsstelsel dat in Zwitserland op grond van de ISO van kracht is.

    (20)

    Voor wat betreft de specifieke criteria voor groepstoezicht op grond van artikel 380 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/35 is FINMA bevoegd om te bepalen welke ondernemingen onder het toepassingsgebied van het toezicht op groepsniveau vallen en om toezicht uit te oefenen op verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die deel uitmaken van een groep. FINMA houdt toezicht op alle (her)verzekeringsondernemingen waarover een deelnemende onderneming, als omschreven in artikel 212, lid 1, onder a), van Richtlijn 2009/138/EG, overheersende invloed of invloed van betekenis uitoefent.

    (21)

    FINMA is bij machte het risicoprofiel, de financiële positie en de solvabiliteit van (her)verzekeringsondernemingen die deel uitmaken van een groep en de bedrijfsstrategie van die groep te beoordelen.

    (22)

    Onder het in Zwitserland geldende stelsel staan de rapportage- en boekhoudkundige regels de monitoring toe van intragroepstransacties en risicoconcentraties, die (her)verzekeringsgroepen ten minste op jaarbasis moeten rapporteren.

    (23)

    Onder het in Zwitserland geldende stelsel beperkt FINMA het gebruik van het eigen vermogen van een (her)verzekeringsonderneming als dit niet daadwerkelijk beschikbaar kan worden gesteld voor de dekking van het kapitaalvereiste van de deelnemende onderneming waarvoor de groepssolvabiliteit wordt berekend. De berekening van de groepssolvabiliteit leidt tot resultaten die ten minste gelijkwaardig zijn aan de resultaten van de methoden vastgesteld in de artikelen 230 en 233 van Richtlijn 2009/138/EG, zonder dubbeltelling van het eigen vermogen en na eliminatie van de intragroepscreatie van kapitaal via wederzijdse financiering. Ook al bestaat er meer bepaald geen groepssolvabiliteitsratio zoals ingevolge de artikelen 230 en 233 van Richtlijn 2009/138/EG, maar wel een reeks solvabiliteitsratio's per entiteit binnen een groep, toch worden met die reeks alle interacties tussen entiteiten van de groep weergegeven en wordt aldus de structuur van de groep in aanmerking genomen.

    (24)

    Bijgevolg wordt, aangezien het alle criteria neergelegd in de artikelen 378, 379 en 380 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/35 vervult, het in Zwitserland van kracht zijnde regelgevings- en toezichtsstelsel voor (her)verzekeringsondernemingen en -groepen geacht te voldoen aan de criteria voor volledige gelijkwaardigheid neergelegd in de artikelen 172, lid 2, 227, lid 4, en 260, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG.

    (25)

    De Commissie kan te allen tijde buiten het kader van de algemene toetsing een specifieke toetsing betreffende een individueel derde land of grondgebied ondernemen indien desbetreffende ontwikkelingen het noodzakelijk maken dat de Commissie de erkenning op grond van dit besluit herbeoordeelt. De Commissie moet, met technische bijstand van EIOPA, de ontwikkeling van het stelsel dat van kracht is in Zwitserland en de inachtneming van de voorwaarden op basis waarvan dit besluit is genomen blijven monitoren.

    (26)

    Richtlijn 2009/138/EG is van toepassing vanaf 1 januari 2016. Dit besluit moet derhalve ook vanaf die datum het solvabiliteits- en prudentieel stelsel dat in Zwitserland van kracht is gelijkwaardig verklaren,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Vanaf 1 januari 2016 wordt het in Zwitserland van kracht zijnde solvabiliteitsstelsel dat op de herverzekeringsactiviteiten van ondernemingen met hun hoofdkantoor in Zwitserland van toepassing is geacht gelijkwaardig te zijn aan de vereisten van Richtlijn 2009/138/EG, titel I.

    Artikel 2

    Vanaf 1 januari 2016 wordt het in Zwitserland van kracht zijnde solvabiliteitsstelsel dat op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen met hoofdkantoor in Zwitserland van toepassing is geacht gelijkwaardig te zijn aan de vereisten in Richtlijn 2009/138/EG, hoofdstuk VI, titel I.

    Artikel 3

    Vanaf 1 januari 2016 wordt het in Zwitserland van kracht zijnde prudentiële stelsel dat op het toezicht op verzekerings- en herverzekeringsondernemingen in een groep van toepassing is geacht gelijkwaardig te zijn aan de vereisten van Richtlijn 2009/138/EG, titel III.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 5 juni 2015.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

    (3)  De ISO is op 25 maart 2015 door de Zwitserse Bondsraad aangenomen en treedt op 1 juli 2015 in werking.

    (4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 12 van 17.1.2015, blz. 1).

    (5)  Wij specificeren in de huidige wet of wij verzekeringsondernemingen op individueel („solo”) niveau dan wel op groepsniveau beschouwen. Individuele ondernemingen kunnen al dan niet van groepen deel uitmaken.


    Top