EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D1027

Besluit (EU) 2015/1027 van de Raad van 23 juni 2015 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd en tot intrekking van Besluit 2007/829/EG

PB L 163 van 30.6.2015, p. 40–52 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/1027/oj

30.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/40


BESLUIT (EU) 2015/1027 VAN DE RAAD

van 23 juni 2015

betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd en tot intrekking van Besluit 2007/829/EG

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 240, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De detachering van deskundigen kan voor het secretariaat-generaal van de Raad (het „SGR”) dienstig zijn in het kader van zijn opdracht om overeenkomstig artikel 235, lid 4, en artikel 240, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) de Europese Raad en de Raad bij te staan. Het SGR kan zo immers een beroep doen op de kennis en de beroepservaring van hoog niveau van deze deskundigen, met name op gebieden waar een dergelijke deskundigheid niet onmiddellijk beschikbaar is.

(2)

De uitwisseling van beroepservaring en kennis op het gebied van het Europees beleid moet worden ondersteund door middel van de tijdelijke aanstelling van deskundigen uit de overheidssector van de lidstaten (gedetacheerde nationale deskundigen — „GND's”) of uit openbare intergouvernementele organisaties („IGO's”).

(3)

Het is de bedoeling dat GND's tijdens hun detachering bij het SGR kennis opdoen die hun van nut zal zijn bij de uitvoering van hun taken in het kader van toekomstige voorzitterschappen.

(4)

Door middel van rechten en plichten moet worden gewaarborgd dat de deskundigen bij de uitvoering van hun taken uitsluitend het belang van het SGR voor ogen houden.

(5)

Gezien de tijdelijke aard van hun opdracht en gelet op hun bijzondere status, mogen de deskundigen geen handelingen verrichten die behoren tot de publiekrechtelijke bevoegdheden van het SGR als omschreven in de Verdragen, tenzij in dit besluit anders is bepaald.

(6)

Er moeten arbeidsvoorwaarden voor de deskundigen worden vastgelegd, die moeten worden toegepast ongeacht de oorsprong van de ter dekking van de desbetreffende uitgaven aangewende begrotingskredieten.

(7)

Aangezien de bij het onderhavige besluit vastgestelde regeling in de plaats dient te komen van de bij Besluit 2007/829/EG (1) van de Raad vastgestelde regeling, dient dat besluit te worden ingetrokken, met dien verstande dat het van toepassing blijft op alle bij de inwerkingtreding van het onderhavige besluit lopende detacheringen.

(8)

Bij Verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) werd het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (het „Statuut”), en met name de arbeidsvoorwaarden, de verloven alsmede de berekening van de in bijlage VII vastgestelde toelagen, gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Toepassingsgebied

1.   De bij dit besluit vastgestelde regeling is van toepassing op deskundigen die voldoen aan de in artikel 2 gestelde voorwaarden en bij het SGR in het belang van de Europese Raad en van de Raad worden gedetacheerd. Het gaat daarbij om:

a)

gedetacheerde nationale deskundigen („GND's”), zijnde deskundigen die worden gedetacheerd:

i)

door de overheidsdiensten van de lidstaten op nationaal of regionaal niveau, of

ii)

onder voorbehoud van toestemming die het SGR per geval verleent, door een werkgever die geen overheidsdienst van een lidstaat op nationaal of regionaal niveau is, als het in het belang van het SGR gerechtvaardigd is bij wijze van tijdelijke maatregel te voorzien in specifieke deskundigheid, mits de werkgever:

een onafhankelijke universiteit of onderzoeksinstelling is die geen winsten voor herverdeling beoogt te maken, of

volgens het nationaal recht de facto deel uitmaakt van de openbare sector.

GND's kunnen kosteloos worden gedetacheerd;

b)

deskundigen die kosteloos worden gedetacheerd door een openbare intergouvernementele organisatie („IGO”) (met uitzondering van organen van de Unie in de zin van artikel 1 bis, lid 2, van het Statuut), ingeval de overdracht van specifieke kennis of deskundigheid is vereist.

2.   De artikelen 18, 19 en 20 zijn niet van toepassing op kosteloos gedetacheerde deskundigen.

Artikel 2

Voorwaarden voor detachering

Om in aanmerking te komen voor detachering bij het SGR, voldoen deskundigen aan de volgende voorwaarden:

1.

zij hebben ten minste twaalf maanden op permanente of contractuele basis voor hun werkgever gewerkt voordat zij worden gedetacheerd;

2.

zij blijven tijdens de detacheringsperiode in dienst van hun werkgever;

3.

zij hebben een voltijdse beroepservaring van ten minste drie jaar opgedaan in een administratieve, wetenschappelijke, technische, adviserende of toezichthoudende functie die relevant is voor de uitoefening van de hen toevertrouwde taken. Voordat de detachering plaatsvindt, verstrekt de werkgever het SGR een werkgeversverklaring voor de afgelopen twaalf maanden;

4.

zij zijn onderdaan van een lidstaat.

In afwijking van de eerste alinea van dit punt kunnen deskundigen die geen onderdaan van een lidstaat zijn, door een IGO worden gedetacheerd; in zulke uitzonderlijke gevallen zorgt het SGR ervoor dat er geen sprake is van een belangenconflict en dat de onafhankelijkheid en samenhang van het beleid en de activiteiten van het SGR gewaarborgd zijn;

5.

zij beschikken voor de uitvoering van hun taken over een grondige kennis van een officiële taal van de Unie en een voldoende kennis van een andere taal.

Artikel 3

Selectieprocedure

1.   Deskundigen worden geselecteerd volgens een open en transparante procedure waarvan de praktische details worden bepaald overeenkomstig artikel 32.

Onverminderd artikel 2, punt 4, vindt de detachering van deskundigen plaats op basis van een zo breed mogelijke geografische spreiding over de onderdanen van de lidstaten. De lidstaten en het SGR werken samen om het evenwicht tussen mannen en vrouwen en het beginsel gelijke kansen zo veel mogelijk te verzekeren.

2.   Een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling wordt toegezonden aan de permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten of aan de IGO, naargelang het geval. De oproep omvat de beschrijving van de functies, de selectiecriteria en de uiterste termijn voor het indienen van de kandidaturen.

3.   Alle kandidaturen worden aan het SGR toegezonden via de permanente vertegenwoordigingen van de EU-lidstaten of via de afdeling Personeelszaken van de IGO.

4.   In naar behoren gemotiveerde en uitzonderlijke omstandigheden kan het SGR in het belang van de Europese Raad besluiten om een deskundige te selecteren zonder dat de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde selectieprocedures worden gevolgd.

5.   De detachering van deskundigen hangt af van de specifieke behoeften en de begrotingscapaciteit van het SGR.

6.   Het SGR legt een individueel dossier voor de deskundige aan. Dat dossier bevat relevante administratieve informatie.

Artikel 4

Administratieve procedure voor detachering

1.   De detachering komt tot stand door middel van een briefwisseling tussen de directeur-generaal van de Administratie van het SGR en de permanente vertegenwoordiging van de betrokken lidstaat of de IGO, naargelang het geval. De permanente vertegenwoordiging wordt tevens in kennis gesteld van de detachering van eigen onderdanen door IGO's. De standplaats en de functiegroep waartoe de deskundige zal behoren (AD of AST, als omschreven in het Statuut), worden in de briefwisseling vermeld. In de briefwisseling wordt tevens vermeld wie de meerdere is van de deskundige in het directoraat-generaal, het directoraat en de eenheid of de dienst waarbij hij is gedetacheerd, en wordt gedetailleerd beschreven welke taken hij dient te verrichten. Bij de briefwisseling wordt een afschrift gevoegd van de regeling die van toepassing is op de deskundige.

2.   Kosteloze detachering van deskundigen op kortstondige basis als bedoeld in hoofdstuk IV kan per geval worden toegestaan. Bij het verlenen van deze toestemming wordt rekening gehouden met de plaats van rekrutering van de deskundige, het directoraat-generaal waarbij de deskundige wordt gedetacheerd, het geografisch evenwicht als bedoeld in artikel 3, lid 2, tweede alinea, en de voorgestelde taken.

Artikel 5

Duur van de detachering

1.   De detachering duurt ten minste zes maanden en ten hoogste twee jaar. Zij kan achtereenvolgens worden vernieuwd, zonder dat de totale duur meer dan vier jaar bedraagt.

Op verzoek van de betrokken directeur-generaal van het SGR en na voorafgaande toestemming van de werkgever, kan de directeur-generaal van de Administratie van het SGR in uitzonderlijke gevallen echter één of meer verlengingen van de detachering voor ten hoogste nog eens twee jaar toestaan boven op de in de eerste alinea bedoelde maximumduur van vier jaar.

2.   De duur van de detachering wordt vastgesteld in de in artikel 4, lid 1, bedoelde briefwisseling. In geval van vernieuwing of verlenging van de detachering wordt dezelfde procedure toegepast.

3.   Een deskundige die reeds eerder bij het SGR gedetacheerd was, kan opnieuw worden gedetacheerd, en wel onder de volgende voorwaarden:

a)

de deskundige voldoet nog steeds aan de in artikel 2 bedoelde voorwaarden voor detachering;

b)

sinds het einde van de vorige detacheringsperiode, waartoe ook vernieuwingen en verlengingen of een eventuele latere arbeidsovereenkomst met het SGR worden gerekend, is een periode van ten minste zes jaar verlopen.

Deze bepaling belet het SGR niet om minder dan zes jaar na het einde van de vorige detacheringsperiode in te stemmen met de detachering van een deskundige wiens vorige detachering, eventuele vernieuwingen en verlengingen inbegrepen, minder dan zes jaar duurde, met dien verstande dat de duur van beide detacheringen tezamen niet meer dan zes jaar mag bedragen.

Artikel 6

Verplichtingen van de werkgever

Tijdens de duur van de detachering blijft de werkgever van de deskundige:

1.

de bezoldiging van de deskundige betalen;

2.

verantwoordelijk voor alle sociale rechten van de deskundige, met name inzake sociale zekerheid, verzekering en pensioen, en

3.

de ambtelijke stand van de deskundige als ambtenaar in vaste dienst of arbeidscontractant handhaven, onverminderd artikel 10, lid 2, onder d), en blijft hij het directoraat-generaal Administratie van het SGR in kennis stellen van eventuele wijzigingen in de ambtelijke stand van de deskundige als ambtenaar in vaste dienst of arbeidscontractant.

Artikel 7

Taken

1.   De deskundigen staan de ambtenaren en andere functionarissen van het SGR bij en vervullen de hun opgedragen taken.

De door een deskundige uit te oefenen taken worden in onderling overleg vastgesteld tussen het SGR en de werkgever:

a)

in het belang van de dienst van het SGR waarbij de deskundige wordt gedetacheerd, en

b)

rekening houdend met de bekwaamheden van de deskundige.

2.   Tot de taken die aan een deskundige worden toegewezen, behoren onder meer analyses, studies, uitwisseling van kennis tussen overheidsdiensten, projectbeheer en bijstand aan de groepen en voorbereidende comités van het SGR.

In afwijking van lid 1, eerste alinea, en van de eerste alinea van dit lid, kan de secretaris-generaal, op voorstel van de directeur-generaal van de dienst waarbij de deskundige is gedetacheerd en nadat hij zich ervan heeft vergewist dat er geen sprake is van een belangenconflict, de deskundige met specifieke taken belasten en hem opdragen een of meer specifieke dienstreizen uit te voeren.

3.   Een deskundige mag alleen aan dienstreizen of vergaderingen deelnemen:

a)

indien hij een ambtenaar van het SGR of een andere functionaris vergezelt, of

b)

zo hij alleen is, als waarnemer of louter voor informatiedoeleinden.

De deskundige mag namens het SGR geen verbintenissen jegens derden aangaan, tenzij hij overeenkomstig de regelingen voor de uitvoering van dit besluit een bijzonder mandaat heeft gekregen van de directeur-generaal van de betrokken dienst van het SGR.

4.   Alleen het SGR is bevoegd om de resultaten van door een deskundige uitgevoerde opdrachten goed te keuren.

5.   De betrokken diensten van het SGR, de werkgever van de deskundige en de deskundige zelf doen al het mogelijke om te vermijden dat zich in verband met de taken van de deskundige tijdens zijn detachering belangenconflicten of potentiële belangenconflicten voordoen. Daartoe deelt het SGR de deskundige en diens werkgever tijdig mee welke taken het voornemens is de deskundige op te dragen en verzoekt het hen beide schriftelijk te bevestigen dat er volgens hen geen reden bestaat om deze taken niet aan de deskundige toe te vertrouwen.

De deskundige wordt met name verzocht opgave te doen van ieder potentieel belangenconflict tussen zijn gezinssituatie (in het bijzonder wat betreft de beroepsbezigheden van naaste of andere familieleden of aanzienlijke financiële belangen van de deskundige of die familieleden) en zijn taken tijdens de detachering.

De werkgever en de deskundige verbinden zich ertoe het SGR in kennis te stellen van iedere wijziging tijdens de detachering die aanleiding kan geven tot enig belangenconflict.

6.   Indien het SGR van mening is dat de aard van de aan de deskundige toevertrouwde taken bijzondere voorzorgen op veiligheidsgebied vereist, dient de deskundige vóór de detachering een veiligheidsmachtiging over te leggen.

7.   Wanneer de bepalingen van de leden 2, 3 en 5 van dit artikel niet worden nageleefd, kan het SGR de detachering van de deskundige overeenkomstig artikel 10, lid 2, onder c), beëindigen.

Artikel 8

Rechten en plichten van deskundigen

1.   Gedurende de detacheringsperiode handelt een deskundige op integere wijze. Daarbij geldt met name het volgende:

a)

de deskundige verricht de hem opgedragen taken en handelt voor het overige met enkel de belangen van de Europese Raad en de Raad voor ogen.

Bij de uitvoering van zijn taken aanvaardt de deskundige met name geen instructies van zijn werkgever, regeringen of andere personen, particuliere bedrijven of overheidsinstanties, en verricht hij evenmin werkzaamheden voor hen;

b)

de deskundige onthoudt zich van iedere handeling, en in het bijzonder van iedere meningsuiting in het openbaar, die afbreuk zou kunnen doen aan de waardigheid van zijn positie bij het SGR;

c)

een deskundige informeert zijn meerdere wanneer hij zich in de uitoefening van zijn taken moet uitspreken over de behandeling of de afwikkeling van een aangelegenheid waarin hij een zodanig persoonlijk belang heeft dat zijn onafhankelijkheid in het geding kan komen;

d)

zonder machtiging, verleend onder de voorwaarden en volgens de voorschriften van het SGR, is het de deskundige niet toegestaan om alleen of in samenwerking met anderen enig geschrift waarvan het onderwerp betrekking heeft op de activiteiten van de Unie, openbaar te maken of openbaar te doen maken. Machtiging kan alleen worden geweigerd als de overwogen publicatie schadelijk kan zijn voor de belangen van de Unie;

e)

alle rechten die verband houden met de werkzaamheden die de deskundige in de uitoefening van zijn functie verricht, komen toe aan het SGR;

f)

de deskundige woont in zijn standplaats of op zodanige afstand van die plaats dat hij niet gehinderd wordt in de uitoefening van de hem toevertrouwde taken;

g)

de deskundige staat zijn meerdere bij de dienst waarbij hij is gedetacheerd bij en adviseert hem; hij is tegenover die meerdere verantwoordelijk voor de uitvoering van de hem toevertrouwde taken.

2.   Tijdens en na zijn detachering neemt de deskundige de grootste discretie in acht met betrekking tot alle feitelijke gegevens en inlichtingen die in de uitoefening van zijn taken of ter gelegenheid daarvan te zijner kennis komen. Het is de deskundige verboden enig document of gegeven dat niet eerder op rechtmatige wijze openbaar is gemaakt, in welke vorm dan ook, te verstrekken aan personen die niet gemachtigd zijn daarvan kennis te dragen, of ten eigen bate aan te wenden.

3.   Na de beëindiging van de detachering blijft de deskundige gehouden op integere en discrete wijze te handelen bij het uitoefenen van nieuwe taken en bij het aanvaarden van bepaalde ambten of voordelen.

Daartoe stelt de deskundige het SGR gedurende drie jaar na de beëindiging van zijn detachering onverwijld in kennis van de ambten of taken die kunnen leiden tot een belangenconflict in verband met de door hem tijdens de detachering verrichte taken.

4.   De deskundige is onderworpen aan de bij het SGR geldende beveiligingsregelingen, met inbegrip van gegevensbeschermingsvoorschriften en beschermingsvoorschriften voor netwerken van het SGR. De deskundige is eveneens onderworpen aan de voorschriften inzake de bescherming van de financiële belangen van de Unie.

5.   Bij niet-naleving van het bepaalde in de leden 1, 2 en 4 van dit artikel kan het SGR de detachering van een deskundige overeenkomstig artikel 10, lid 2, onder c), beëindigen.

6.   De deskundige doet onmiddellijk schriftelijke melding bij zijn meerdere indien hij tijdens zijn detachering kennis krijgt van feiten die het bestaan doen vermoeden van:

a)

mogelijke onwettige activiteiten, inclusief fraude of corruptie, waardoor de belangen van de Unie worden geschaad, of

b)

gedragingen bij de uitvoering van de werkzaamheden in dienstverband die een aanwijzing vormen voor ernstig plichtsverzuim door ambtenaren van de Unie of deskundigen.

Dit lid is ook van toepassing in het geval van ernstig plichtsverzuim door een lid van een instelling, door personen die in dienst zijn van een instelling, of door dienstverleners die voor rekening van een instelling werken.

7.   Indien een meerdere een in lid 6 van dit artikel bedoelde melding krijgt, neemt hij de maatregelen als bedoeld in artikel 22 bis, lid 2, van het Statuut. De artikelen 22 bis, 22 ter en 22 quater van het Statuut zijn van toepassing op de meerdere in de zin van artikel 4, lid 1,van dit besluit. Deze bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing op de betrokken deskundige, teneinde ervoor te zorgen dat zijn rechten worden geëerbiedigd.

Artikel 9

Schorsing van de detachering

1.   Op schriftelijk verzoek van de deskundige of diens werkgever, en met instemming van de werkgever, kan het SGR schorsing van de detachering toestaan en de voorwaarden daarvoor vaststellen. Tijdens deze schorsing:

a)

worden de in de artikel 19 bedoelde vergoedingen en toelagen niet uitgekeerd;

b)

worden de in de artikel 20 bedoelde kosten alleen vergoed wanneer het SGR zelf om de schorsing heeft verzocht.

2.   Het SGR stelt de werkgever en de permanente vertegenwoordiging van de betrokken lidstaat in kennis van de schorsing.

Artikel 10

Beëindiging van de detachering

1.   Onverminderd lid 2 kan de detachering op verzoek van het SGR of op verzoek van de werkgever worden beëindigd mits de andere partij daarvan drie maanden van tevoren in kennis is gesteld. De detachering kan ook op verzoek van de deskundige worden beëindigd, mits de werkgever en het SGR daarmee instemmen en de bovengenoemde opzeggingstermijn in acht wordt genomen.

2.   In uitzonderlijke gevallen kan de detachering zonder opzeggingstermijn worden beëindigd:

a)

door de werkgever, indien diens wezenlijke belangen zulks vereisen;

b)

in onderlinge overeenstemming tussen het SGR en de werkgever, op een door de deskundige aan beide partijen gericht verzoek, indien wezenlijke persoonlijke of beroepsbelangen van de deskundige zulks vereisen;

c)

door het SGR, indien de deskundige de bij dit besluit vastgestelde verplichtingen niet heeft nageleefd. De deskundige wordt vooraf in de gelegenheid gesteld zijn opmerkingen in te dienen.

d)

door het SGR, ingeval de ambtelijke stand van de deskundige als ambtenaar in vaste dienst of arbeidscontractant van de werkgever wordt beëindigd of gewijzigd. De deskundige wordt vooraf in de gelegenheid gesteld zijn opmerkingen in te dienen.

3.   In geval van beëindiging van de detachering krachtens lid 2, onder c), stelt het SGR de werkgever en de permanente vertegenwoordiging van de betrokken lidstaat daarvan onverwijld in kennis.

HOOFDSTUK II

ARBEIDSVOORWAARDEN

Artikel 11

Sociale zekerheid

1.   Vóór de detachering bevestigt de werkgever aan het SGR dat de deskundige tijdens zijn detachering onderworpen blijft aan de socialezekerheidswetgeving die van toepassing is op de overheidsdienst van de lidstaat of de IGO waar de deskundige in dienst is. Daartoe verstrekt de overheidsdienst van de lidstaat het SGR de verklaring als bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) („Portable document A1”). De IGO verstrekt het SGR een certificaat dat gelijkwaardig is aan „Portable document A1”, en zij toont aan dat de toepasselijke socialezekerheidswetgeving voorziet in de vergoeding van in het buitenland gemaakte gezondheidszorgkosten.

2.   Zodra de deskundige gedetacheerd is bij het SGR, is hij door het SGR verzekerd tegen ongevallen. De dag waarop de deskundige zich bij de bevoegde dienst van het directoraat-generaal Administratie aanmeldt om de administratieve formaliteiten in verband met de detachering te vervullen, ontvangt hij van het SGR een afschrift van de toepasselijke bepalingen.

3.   Indien in het kader van een dienstreis waaraan de deskundige uit hoofde van artikel 7, lid 3, en artikel 29 deelneemt, een aanvullende of specifieke verzekering nodig is, komen de daarmee verband houdende kosten voor rekening van het SGR.

Artikel 12

Arbeidstijden

1.   De deskundige is onderworpen aan de bij het SGR geldende voorschriften inzake werktijden en regelingen inzake flexibele werktijden, afhankelijk van de behoeften van de functie die hem binnen het SGR is toegewezen.

2.   Een deskundige werkt gedurende de gehele detacheringsperiode op basis van een volledige werktijd. Wanneer een directoraat-generaal daartoe een naar behoren gemotiveerd verzoek indient, kan het SGR een deskundige toestemming verlenen om deeltijds te werken, mits de werkgever daarmee instemt, en voor zover dit met de belangen van het SGR verenigbaar is.

3.   Wanneer een deskundige toestemming heeft gekregen om deeltijds te werken, moet hij ten minste de helft van de normale arbeidstijd werken.

4.   De bij het SGR geldende vergoedingen in het kader van een continu-, ploegen- of wachtdienst kunnen aan deskundigen worden toegekend.

Artikel 13

Afwezigheid wegens ziekte of ongeval

1.   In geval van afwezigheid wegens ziekte of ongeval stelt de deskundige zijn meerdere daarvan zo spoedig mogelijk in kennis, met vermelding van het adres waar hij verblijft. Duurt de afwezigheid langer dan drie achtereenvolgende dagen, dan dient de deskundige een medisch attest in en kan hij aan een door het SGR georganiseerde medische controle worden onderworpen.

2.   Wanneer deze afwezigheid wegens ziekte of ongeval van telkens ten hoogste drie dagen over een tijdvak van twaalf maanden een totaal van twaalf dagen overschrijdt, legt de deskundige voor elke nieuwe afwezigheid wegens ziekte of ongeval een medisch attest over.

3.   Als de afwezigheid wegens ziekte of ongeval langer duurt dan een maand of, indien die langer is, de door de deskundige reeds volbrachte diensttijd, worden de in artikel 19, leden 1 en 2, bedoelde vergoedingen en toelagen geschorst. Dit lid geldt niet wanneer de ziekte verband houdt met een zwangerschap. Afwezigheid wegens ziekte of ongeval mag niet langer duren dan de periode van detachering van de betrokkene.

4.   Wanneer de deskundige evenwel tijdens de detacheringsperiode door een arbeidsongeval wordt getroffen, blijft hij gedurende de hele periode van arbeidsongeschiktheid en zolang de detacheringsperiode niet is verstreken, de volledige in artikel 19, leden 1 en 2, bedoelde vergoedingen en toelagen ontvangen.

Artikel 14

Vakantieverlof, buitengewoon verlof en feestdagen

1.   Onverminderd specifieke bepalingen van dit besluit is de deskundige onderworpen aan de bij het SGR geldende voorschriften inzake vakantieverlof, buitengewoon verlof en feestdagen.

2.   Verlof moet vooraf worden goedgekeurd door de dienst waarbij de deskundige is aangesteld.

3.   Op een naar behoren gemotiveerd verzoek van de werkgever kan door het SGR een aanvullend buitengewoon verlof worden toegekend van ten hoogste twee dagen per periode van twaalf maanden. De verzoeken worden per geval beoordeeld.

4.   Vakantiedagen die bij het verstrijken van de detacheringsperiode niet zijn opgenomen, worden niet vergoed.

5.   Aan een deskundige wiens duur van detachering minder dan zes maanden bedraagt, kan, op grond van een met redenen omkleed verzoek zijnerzijds, bijzonder verlof worden toegekend bij besluit van de directeur-generaal van de dienst waarbij hij is aangesteld. Dit bijzonder verlof bedraagt ten hoogste drie dagen voor de gehele duur van de detachering. Vóór de toekenning van een dergelijk verlof raadpleegt de directeur-generaal van de dienst de directeur-generaal van de Administratie.

Artikel 15

Buitengewoon verlof voor opleiding

Dit artikel is van toepassing op deskundigen wier detachering zes maanden of langer duurt.

Onverminderd artikel 14, lid 3, kan het SGR op een met redenen omkleed verzoek van de werkgever een aanvullend buitengewoon verlof toekennen voor een door de werkgever aan de deskundige te verstrekken opleiding met het oog op diens reïntegratie. Gedurende dit aanvullend buitengewoon verlof worden de in artikel 19 bedoelde vergoedingen en toelagen niet uitgekeerd.

Artikel 16

Moederschaps- en vaderschapsverlof

1.   De deskundige is onderworpen aan de bij het SGR geldende voorschriften inzake moederschaps- en vaderschapsverlof.

2.   Wanneer de deskundige op grond van de voor de werkgever geldende nationale wetgeving recht heeft op een langer moederschapsverlof, wordt de detachering, op verzoek van de deskundige en na voorafgaande toestemming van de werkgever, gedurende de tijd waarmee deze periode het door het SGR toegekende moederschapsverlof overschrijdt, geschorst. In dat geval wordt de schorsingsperiode aan de duur van de detachering toegevoegd als het belang van het SGR zulks rechtvaardigt.

3.   Onverminderd lid 1 kan de deskundige na voorafgaande toestemming van de werkgever ook verzoeken de detachering te schorsen gedurende de gehele periode van het moederschapsverlof. In dat geval wordt de schorsingsperiode aan de duur van de detachering toegevoegd als het belang van het SGR zulks rechtvaardigt.

4.   De leden 2 en 3 gelden ook in het geval van adoptie.

Artikel 17

Beheer en controle

Het beheer van en de controle op arbeidstijden en afwezigheid worden toevertrouwd aan het directoraat-generaal Administratie van het SGR en het directoraat-generaal of de dienst waarbij de deskundige is aangesteld, overeenkomstig de geldende regels en procedures binnen het SGR.

HOOFDSTUK III

VERGOEDINGEN EN KOSTEN

Artikel 18

Berekening van vergoedingen en reiskosten

1.   Voor de toepassing van dit besluit moeten de plaats van rekrutering, de standplaats en de plaats van terugkeer van een deskundige door het SGR worden vastgesteld op basis van de geografische positie van deze plaatsen in lengte- en breedtegraad, als vastgelegd in een passende gegevensbank door het tot aanstelling bevoegde gezag van het SGR.

2.   De in de artikelen 19 en 20 van dit besluit bedoelde geografische afstand tussen de standplaats, enerzijds, en de plaats van rekrutering of de plaats van terugkeer, anderzijds, wordt bepaald door de orthodromische afstand tussen de twee punten volgens de lengte- en breedtegraad, gebaseerd op de WGS 84-norm (World Geodetic System 1984).

3.   In het kader van dit besluit wordt verstaan onder:

a)

de plaats van rekrutering is de plaats waar de GND onmiddellijk vóór zijn detachering zijn werkzaamheden voor zijn werkgever uitoefende;

b)

de standplaats is Brussel;

c)

de plaats van terugkeer is de plaats waar de GND na zijn detachering zijn hoofdwerkzaamheden zal uitoefenen.

De plaats van rekrutering wordt bepaald in de in artikel 4, lid 1, bedoelde briefwisseling. De plaats van terugkeer wordt vastgesteld op grond van een verklaring van de werkgever.

4.   De omstandigheden die verband houden met werkzaamheden die de GND voor een andere lidstaat dan de lidstaat van de standplaats of voor een IGO heeft verricht, worden voor de toepassing van dit artikel niet in aanmerking genomen.

Artikel 19

Vergoedingen en toelagen

1.   De GND heeft gedurende de gehele periode van zijn detachering recht op een dagvergoeding volgens dezelfde criteria als de ontheemdingstoelage van de ambtenaren als bedoeld in artikel 4 van bijlage VII bij het Statuut. Indien aan deze criteria wordt voldaan, bedraagt de dagvergoeding 128,67 EUR. Anders bedraagt deze vergoeding 32,18 EUR.

2.   De GND heeft gedurende de gehele periode van zijn detachering recht op een bijkomende maandelijkse toelage die wordt toegekend volgens de onderstaande tabel:

Geografische afstand tussen de plaats van rekrutering en de standplaats

(in km)

Bedrag in EUR

0-150

0,00

> 150

82,70

> 300

147,03

> 500

238,95

> 800

385,98

> 1 300

606,55

> 2 000

726,04

3.   De in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde vergoedingen zijn bedoeld om ook de verhuiskosten van de GND en eventuele jaarlijkse reiskosten tijdens de detachering te dekken. Deze worden doorbetaald tijdens perioden van dienstreizen, vakantieverlof, moederschapsverlof, vaderschaps- of adoptieverlof, buitengewoon verlof en door het SGR toegekende vrije dagen, onverminderd de artikelen 14, 15 en 16. Wanneer de GND toestemming heeft gekregen om deeltijds te werken, heeft hij recht op pro rata verlaagde vergoedingen.

4.   Bij zijn indiensttreding ontvangt de GND bij wijze van voorschot een bedrag, gelijk aan de dagvergoeding voor 75 dagen. Door deze betaling vervalt elk recht op nieuwe dagvergoedingen voor de overeenkomstige periode. Wanneer de GND zijn dienst bij het SGR definitief beëindigt vóór het verstrijken van de periode waarvan is uitgegaan voor de berekening van het voorschot, wordt het gedeelte van dat voorschot dat overeenkomt met het resterende aantal dagen teruggevorderd.

5.   In de in artikel 4, lid 1, bedoelde briefwisseling wordt het SGR door de werkgever in kennis gesteld van door de GND ontvangen soortgelijke betalingen als die welke worden vermeld in de leden 1 en 2. Deze bedragen worden in mindering gebracht op de overeenkomstige vergoedingen die door het SGR aan de GND worden toegekend.

6.   De aanpassing van de bezoldigingen en vergoedingen die wordt vastgesteld door toepassing van artikel 65 en bijlage XI bij het Statuut, is automatisch van toepassing op de maandelijkse vergoedingen en dagvergoedingen in de maand na hun vaststelling, zonder terugwerkende kracht. De nieuwe bedragen die voortvloeien uit de aanpassing worden bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 20

Reiskosten

1.   De GND heeft recht op een forfaitaire vergoeding van de reiskosten voor hemzelf aan het begin van de detachering.

2.   De forfaitaire vergoeding is gebaseerd op een vergoeding per kilometer geografische afstand tussen de plaats van rekrutering en de standplaats. De kilometervergoeding wordt bepaald overeenkomstig artikel 7 van bijlage VII bij het Statuut.

3.   De GND heeft recht op terugbetaling van de reiskosten voor hemzelf naar de plaats van terugkeer aan het einde van de detachering. De vergoeding van die reiskosten mag niet meer bedragen dan het bedrag waarop de GND recht zou hebben indien hij naar zijn plaats van rekrutering zou terugkeren.

4.   De reiskosten van de gezinsleden van de GND worden niet vergoed.

Artikel 21

Dienstreizen en vergoeding van kosten van dienstreizen

1.   De deskundige kan met inachtneming van artikel 7, leden 2 en 3, op dienstreis worden gezonden.

2.   Kosten van dienstreizen worden vergoed overeenkomstig de voorwaarden die bij het SGR gelden.

Artikel 22

Opleiding

De deskundige kan aan door het SGR georganiseerde opleidingscursussen deelnemen, indien het belang van het SGR dat rechtvaardigt. Bij het nemen van een besluit betreffende de toelating van een deskundige tot een opleidingscursus dient het billijke belang van de betrokkene, met name gelet op de ontwikkeling van zijn loopbaan na de detachering, in aanmerking te worden genomen.

Artikel 23

Administratieve bepalingen

1.   De deskundige moet zich de eerste dag van zijn detachering bij de bevoegde dienst van het directoraat-generaal Administratie aanmelden om de nodige administratieve formaliteiten te vervullen. Indiensttreding vindt steeds plaats op de eerste of de zestiende dag van de maand.

2.   De betalingen worden door het SGR in euro verricht op een bankrekening bij een bankinstelling in de Unie.

HOOFDSTUK IV

OP KOSTELOZE KORTSTONDIGE BASIS GEDETACHEERDE DESKUNDIGEN

Artikel 24

Op kosteloze kortstondige basis gedetacheerde deskundigen

1.   Een uiterst gespecialiseerde deskundige kan op kosteloze kortstondige basis bij het SGR worden gedetacheerd voor het verrichten van specifieke taken voor een periode van ten hoogste zes maanden, die kan worden verlengd in overeenstemming met artikel 25, lid 1.

Onverminderd hetgeen eventueel anders is overeengekomen tussen het SGR en de overheidsdienst die de deskundige op kosteloze kortstondige basis detacheert, brengt deze detachering niet de betaling van vergoedingen of kosten voor het SGR met zich mee, behalve in voorkomend geval die waarin artikel 29 voorziet.

2.   Onder voorbehoud van de artikelen 25 tot en met 29 is de in de artikelen 1 tot en met 17, de artikelen 21 tot en met 23 en de artikelen 30 tot en met 32 opgenomen regeling eveneens van toepassing op deskundigen die op kosteloze kortstondige basis worden gedetacheerd.

3.   Onverminderd artikel 8 dient uit het gedrag van een op kosteloze kortstondige basis gedetacheerde deskundige steeds te blijken dat hij bij het SGR is gedetacheerd; het gedrag dient steeds in overeenstemming te zijn met de waardigheid van zijn positie bij het SGR.

Artikel 25

Vernieuwing en verlenging van een kosteloze kortstondige detachering

1.   De in artikel 24, lid 1, genoemde periode kan één keer met ten hoogste zes maanden worden verlengd. In uitzonderlijke gevallen kan het SGR evenwel besluiten om een verlenging van meer dan zes maanden toe te staan.

2.   Een op kosteloze kortstondige basis gedetacheerde deskundige kan opnieuw bij het SGR worden gedetacheerd, onder naleving van de bij dit besluit vastgestelde regels, op voorwaarde dat een periode van ten minste één jaar is verstreken tussen het einde van de vorige detachering en de nieuwe detachering.

3.   In uitzonderlijke gevallen kan de in lid 2 genoemde periode van één jaar worden ingekort.

Artikel 26

Taakomschrijving

1.   De in artikel 4, lid 1, bedoelde briefwisseling bevat de naam van de verantwoordelijke van het directoraat-generaal of het directoraat, de eenheid of andere dienst waarbij de deskundige op kosteloze kortstondige basis wordt gedetacheerd, alsmede een gedetailleerde beschrijving van de door de hem te verrichten taken.

2.   De op kosteloze kortstondige basis gedetacheerde deskundige ontvangt instructies van de in lid 1 bedoelde verantwoordelijke met betrekking tot de specifieke taken die hij dient te verrichten.

Artikel 27

Verzekering

Onverminderd artikel 29 en niettegenstaande artikel 11, leden 2 en 3, is een op kosteloze kortstondige basis gedetacheerde deskundige door het SGR verzekerd tegen ongevallen in gevallen waarin hij niet door de verzekering van zijn werkgever tegen hetzelfde risico wordt gedekt.

Artikel 28

Arbeidsvoorwaarden

1.   Onverminderd artikel 12, lid 2, tweede zin, werkt de op kosteloze kortstondige basis gedetacheerde deskundige gedurende zijn detachering alleen voltijds.

2.   Artikel 12, lid 4, is niet van toepassing op een op kosteloze kortstondige basis gedetacheerde deskundige.

3.   Artikel 14, leden 3 en 5, is niet van toepassing op een op kosteloze kortstondige basis gedetacheerde deskundige. De directeur-generaal van de dienst waarbij een deskundige op kosteloze kortstondige basis is gedetacheerd, kan hem echter op een gemotiveerd verzoek zijnerzijds een bijzonder verlof toekennen. Dit bijzonder verlof bedraagt ten hoogste drie dagen gedurende de gehele detacheringsperiode. Vóór de toekenning van een dergelijk verlof raadpleegt de directeur-generaal van de dienst de directeur-generaal van de Administratie.

Artikel 29

Dienstreizen

1.   Een op kosteloze kortstondige basis gedetacheerde deskundige die deelneemt aan dienstreizen buiten zijn standplaats, wordt vergoed volgens de regels die gelden voor de vergoeding van dienstreizen voor ambtenaren, tenzij tussen het SGR en de werkgever anders is overeengekomen.

2.   Indien het SGR in het kader van een dienstreis een bijzondere aanvullende verzekering tegen hoge risico's afsluit voor ambtenaren, geldt dit voordeel eveneens voor de op kosteloze kortstondige basis gedetacheerde deskundige die aan dezelfde dienstreis deelneemt.

3.   Een op kosteloze kortstondige basis gedetacheerde deskundige die deelneemt aan een dienstreis buiten het grondgebied van de EU is onderworpen aan de beveiligingsregelingen die bij het SGR in het kader van die dienstreizen gelden.

HOOFDSTUK V

KLACHTEN

Artikel 30

Klachten

Onverminderd de mogelijkheden voor het instellen van een beroep na het aanvaarden van zijn betrekking, volgens de voorwaarden en termijnen die daarvoor worden gesteld in artikel 263 van het VWEU, kan een deskundige bij de eenheid van het directoraat-generaal Administratie die verantwoordelijk is voor klachten en verzoeken uit hoofde van het Statuut, een klacht indienen over een handeling van de secretaris-generaal van de Raad uit hoofde van dit besluit die voor hem een negatief effect heeft, met uitzondering van handelingen die rechtstreeks voortvloeien uit door de werkgever genomen besluiten.

De klacht moet binnen twee maanden worden ingediend. Deze periode begint op de datum van kennisgeving van het besluit aan de betrokkene, maar in geen geval later dan de datum waarop de betrokkene de kennisgeving heeft ontvangen. De directeur-generaal van de Administratie brengt het met redenen omklede besluit binnen vier maanden, te rekenen vanaf de dag van indiening van de klacht, ter kennis van de betrokkene. Indien aan het eind van die periode de deskundige geen antwoord op de klacht heeft ontvangen, wordt de klacht geacht impliciet te zijn verworpen.

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 31

Informatieverstrekking

De permanente vertegenwoordigingen van alle lidstaten worden op jaarbasis op de hoogte gehouden over het aantal deskundigen bij het SGR. Deze informatie omvat tevens:

a)

de nationaliteit van deskundigen die zijn gedetacheerd door een IGO als bedoeld in artikel 2, punt 4, tweede alinea;

b)

eventuele uitzonderingen op de selectieprocedure overeenkomstig artikel 3, lid 4;

c)

de toewijzing van alle deskundigen;

d)

de eventuele opschorting en voortijdige beëindiging van de detachering van deskundigen, als bedoeld in de artikelen 9 en 10;

e)

de jaarlijkse aanpassing van de vergoedingen en toelagen van de GND's in overeenstemming met artikel 19.

Artikel 32

Bevoegdheidsdelegatie

Alle bevoegdheden die op grond van dit besluit aan het SGR worden toegekend, worden uitgeoefend door de secretaris-generaal van de Raad. De secretaris-generaal van de Raad wordt gemachtigd deze bevoegdheden geheel of gedeeltelijk over te dragen aan de directeur-generaal van de Administratie van het SGR.

Artikel 33

Intrekkingsbepaling

Besluit 2007/829/EG van de Raad wordt ingetrokken. Artikel 2, lid 1, en de artikelen 15 tot en met 19 daarvan blijven evenwel van toepassing op alle bij de inwerkingtreding van onderhavig besluit lopende detacheringen, onverminderd artikel 34.

Artikel 34

Inwerkingtreding en toepassing

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is op elke nieuwe detachering of hernieuwing of verlenging van detachering van toepassing vanaf de eerste dag van de maand volgende op die waarin het van kracht wordt.

Gedaan te Luxemburg, 23 juni 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

E. RINKĒVIČS


(1)  Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 2007 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd en tot intrekking van Besluit 2003/479/EG (PB L 327 van 13.12.2007, blz. 10).

(2)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 15).

(3)  Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).


Top