EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R1142

Verordening (EU, Euratom) nr. 1142/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 wat betreft de financiering van Europese politieke partijen

PB L 317 van 4.11.2014, p. 28–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/08/2018; stilzwijgende opheffing door 32018R1046

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/1142/oj

4.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 317/28


VERORDENING (EU, EURATOM) Nr. 1142/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 22 oktober 2014

tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 wat betreft de financiering van Europese politieke partijen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 322, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van de Rekenkamer (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Politieke partijen op Europees niveau zijn een belangrijke factor voor integratie binnen de Unie.

(2)

Volgens artikel 10 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 12, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie dragen de politieke partijen op Europees niveau bij tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de politieke wil van de burgers van de Unie.

(3)

Op 4 november 2003 hebben het Europees Parlement en de Raad Verordening (EG) nr. 2004/2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (3) vastgesteld.

(4)

In zijn resolutie van 6 april 2011 over de toepassing van Verordening (EG) nr. 2004/2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (4) heeft het Europees Parlement in het licht van de opgedane ervaring een aantal verbeteringen voorgesteld met betrekking tot de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen.

(5)

Op 22 oktober 2014 hebben het Europees Parlement en de Raad Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 (5) vastgesteld die Verordening (EG) nr. 2004/2003 intrekt en nieuwe regels vastlegt voor onder meer de financiering van politieke partijen en politieke stichtingen op Europees niveau, in het bijzonder wat betreft de voorwaarden voor financiering, de toekenning en de verdeling van de financiering, donaties en bijdragen, de financiering van campagnes voor verkiezingen voor het Europees Parlement, vergoedbare uitgaven, een financieringsverbod, rekeningen, verslaglegging en audit, uitvoering en controle, sancties, samenwerking tussen de Autoriteit voor Europese politieke partijen en stichtingen, de ordonnateur van het Europees Parlement en de lidstaten, en transparantie.

(6)

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (6) („het Financieel Reglement”) moet regels bevatten met betrekking tot bijdragen uit de algemene begroting van de Unie aan Europese politieke partijen zoals voorzien in Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014. Door deze regels moeten politieke partijen op Europees niveau flexibeler kunnen omgaan met de termijnen voor het gebruiken van die bijdragen, hetgeen de aard van hun activiteiten vereist.

(7)

Het systeem van financiële steun voor Europese politieke partijen via een exploitatiesubsidie, zoals vastgelegd in artikel 125, lid 6, van het Financieel Reglement, sluit niet bij hun behoeften aan; in het bijzonder de verplichting om een jaarlijks werkprogramma in te dienen, is een vereiste die in geen enkele lidstaat in de wetgeving is opgenomen. De financiële steun voor Europese politieke partijen moet daarom in de vorm van een specifieke bijdrage worden toegekend om aan de specifieke behoeften van de Europese politieke partijen te voldoen. Gezien het feit dat Europese politieke stichtingen blijven vallen onder de subsidieregels van het Financieel Reglement, moet het evenwel mogelijk zijn dat de beperkte overdracht voor drie maanden die momenteel is vastgelegd in artikel 125, lid 6, van het Financieel Reglement, op hen van toepassing is.

(8)

Hoewel financiële steun wordt toegekend zonder dat een jaarlijks werkprogramma is vereist, moeten Europese politieke partijen achteraf aantonen dat de financiering van de Unie goed is gebruikt. De bevoegde ordonnateur moet met name controleren of de financiering is gebruikt om binnen de in deze verordening vastgestelde termijnen vergoedbare uitgaven te betalen zoals vastgelegd in de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen. Bijdragen voor Europese politieke partijen moeten worden gebruikt uiterlijk op het einde van het begrotingsjaar dat volgt op het begrotingsjaar van de toekenning ervan, waarna alle ongebruikte financiering door de bevoegde ordonnateur moet worden teruggevorderd.

(9)

Financiering van de Unie die is toegekend voor het financieren van de werkingskosten van de Europese politieke partijen mogen niet voor andere dan de in Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 bepaalde doeleinden worden gebruikt, en met name niet voor het rechtstreeks of onrechtstreeks financieren van andere entiteiten, zoals nationale politieke partijen. De Europese politieke partijen moeten de bijdragen gebruiken voor het betalen van een percentage van huidige en toekomstige uitgaven, en niet voor uitgaven of schulden die vóór het indienen van hun verzoek om een bijdrage zijn gemaakt.

(10)

Het toekennen van bijdragen moet ook worden vereenvoudigd en aangepast aan de specifieke kenmerken van de Europese politieke partijen, in het bijzonder door geen selectiecriteria toe te passen, het betalen van een enkele volledige voorfinanciering als algemene regel vast te leggen en door het mogelijk te maken vaste bedragen, forfaitaire financiering en financiering voor eenheidskosten te gebruiken.

(11)

De bijdragen uit de algemene begroting van de Unie moeten worden opgeschort, verlaagd of ingetrokken indien de Europese politieke partijen de verplichtingen van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 niet naleven.

(12)

Sancties die worden opgelegd op basis van zowel het Financieel Reglement als Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014, moeten op coherente wijze worden toegepast met inachtneming van het „ne bis in idem”-beginsel. Overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 mogen administratieve en/of financiële sancties zoals vastgelegd in het Financieel Reglement niet worden opgelegd wanneer reeds sancties zijn opgelegd op basis van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014.

(13)

Het Financieel Reglement dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 121, lid 2, wordt het volgende punt toegevoegd:

„j)

de in deel 2, titel VIII, bedoelde bijdragen voor Europese politieke partijen.”.

2)

Artikel 125 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de tweede alinea van lid 3 wordt geschrapt;

b)

lid 6 wordt vervangen door:

„6.   Als een politieke stichting in de zin van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad (7) aan het eind van een begrotingsjaar waarin zij een exploitatiesubsidie heeft ontvangen, meer inkomsten dan uitgaven heeft, mag, als afwijking van het in lid 4 van dit artikel vervatte winstverbod, een gedeelte van dit overschot dat overeenkomt met maximaal 25 % van de totale inkomsten voor het jaar in kwestie, worden overgedragen naar het volgende jaar, op voorwaarde dat dit geld vóór het einde van het eerste kwartaal van dat volgende jaar wordt opgebruikt.

3)

Aan deel 2 wordt de volgende titel toegevoegd:

„TITEL VIII

BIJDRAGEN VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN

Artikel 204 bis

Algemene bepalingen

1.   Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder Europese politieke partijen: de entiteiten die als zodanig zijn geregistreerd overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014.

2.   Rechtstreekse financiële bijdragen uit de begroting kunnen aan Europese politieke partijen worden toegekend met het oog op hun bijdrage tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de politieke wil van de burgers van de Unie overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014.

Artikel 204 ter

Beginselen

1.   Bijdragen worden enkel gebruikt voor het vergoeden van het in artikel 17, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 bepaalde percentage van de werkingskosten van Europese politieke partijen die rechtstreeks verband houden met de doelstellingen van deze partijen, zoals nader bepaald in artikel 17, lid 5, en artikel 21 van die verordening.

2.   Bijdragen mogen worden gebruikt voor het vergoeden van uitgaven met betrekking tot door Europese politieke partijen gesloten contracten op voorwaarde dat er geen belangenconflicten waren, toen de contracten werden gegund.

3.   Bijdragen worden niet gebruikt om rechtstreeks of onrechtstreeks een persoonlijk voordeel, in geld of in natura, toe te kennen aan een individueel lid of personeelslid van een Europese politieke partij. Bijdragen worden niet gebruikt voor het rechtstreeks of onrechtstreeks financieren van activiteiten van derden, in het bijzonder nationale politieke partijen of politieke stichtingen op Europees of nationaal niveau, ongeacht of dit nu in de vorm van subsidies, donaties, leningen of andere soortgelijke regelingen gebeurt. Bijdragen worden niet gebruikt voor een van de doeleinden die in artikel 22 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 zijn uitgesloten.

4.   Met betrekking tot bijdragen gelden het transparantiebeginsel en het beginsel van gelijke behandeling, in overeenstemming met de in Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 vastgestelde criteria.

5.   Bijdragen worden jaarlijks door het Europees Parlement toegekend en overeenkomstig artikel 35, lid 2, van deze verordening en overeenkomstig artikel 32, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 bekendgemaakt.

6.   Europese politieke partijen die een bijdrage ontvangen, ontvangen geen andere financiering uit de begroting, rechtstreeks noch onrechtstreeks. In het bijzonder zijn donaties uit de begrotingen van fracties in het Europees Parlement verboden. Uitgaven worden in geen geval tweemaal uit de begroting gefinancierd.

Artikel 204 quater

Begrotingsaspecten

Bijdragen worden betaald uit de afdeling van het Europees Parlement in de begroting. De kredieten die worden gereserveerd voor onafhankelijke externe auditinstanties of -deskundigen als bedoeld in artikel 23 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 komen rechtstreeks ten laste van de begroting van het Europees Parlement.

Artikel 204 quinquies

Oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen

1.   Bijdragen worden toegekend op basis van een oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen, die jaarlijks, ten minste op de website van het Europees Parlement, wordt gepubliceerd.

2.   Aan een Europese politieke partij kan slechts één bijdrage per jaar worden toegekend.

3.   Een Europese politieke partij komt enkel in aanmerking voor een bijdrage als deze een verzoek om financiering indient overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen die in de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen zijn vastgesteld.

4.   In de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen worden de toelatingscriteria bepaald waaraan de aanvrager moet voldoen, alsook de uitsluitingscriteria.

5.   In de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen wordt ten minste de aard bepaald van de uitgaven die door de bijdrage kunnen worden terugbetaald.

6.   Voor de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen is een geraamde begroting vereist.

Artikel 204 sexies

Toekenningsprocedure

1.   Verzoeken om bijdragen worden tijdig schriftelijk en eventueel in een beveiligd elektronisch formaat ingediend.

2.   Aan aanvragers die ten tijde van de procedure voor het toekennen van een bijdrage in een van de in artikel 106, lid 1, artikel 107 en artikel 109, lid 1, onder a), bedoelde situaties verkeren of op basis van artikel 108 in de centrale gegevensbank van uitsluitingen zijn opgenomen, worden geen bijdragen toegekend.

3.   Aanvragers moeten bewijzen dat zij in geen van de in lid 2 bedoelde situaties verkeren.

4.   Bijdragen worden toegekend op basis van een overeenkomst of besluit tot toekenning van een bijdrage, zoals bepaald in de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen.

5.   De bevoegde ordonnateur kan door een commissie worden bijgestaan bij de beoordeling en de vaststelling van het besluit of de overeenkomst tot toekenning van een bijdrage. De bevoegde ordonnateur stelt, met inachtneming van de beginselen van transparantie en gelijke behandeling, de regels vast met betrekking tot de samenstelling, benoeming en werking van een dergelijke commissie, alsook de regels ter voorkoming van belangenconflicten.

Artikel 204 septies

Beoordelingsprocedure

1.   Verzoeken worden op basis van de toekenningscriteria van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 geselecteerd uit de verzoeken die voldoen aan de toelatingscriteria en niet onder de uitsluitingscriteria vallen.

2.   De toelatingscriteria bepalen de voorwaarden waaraan een aanvrager moet voldoen om overeenkomstig de regels van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 in aanmerking te komen voor een bijdrage.

3.   In het besluit van de bevoegde ordonnateur met betrekking tot de verzoeken wordt ten minste het volgende vermeld:

a)

het voorwerp en het totale bedrag van de bijdrage;

b)

de naam van de geselecteerde aanvragers en de goedgekeurde bedragen;

c)

de namen van de afgewezen aanvragers en de redenen voor deze afwijzing.

4.   De bevoegde ordonnateur brengt de aanvrager schriftelijk op de hoogte van het gevolg dat aan zijn verzoek is gegeven. Indien het verzoek om financiering wordt afgewezen, of de gevraagde bedragen niet deels of volledig worden toegekend, deelt de bevoegde ordonnateur de redenen mee voor de afwijzing van het verzoek of het niet toekennen van de gevraagde bedragen, met name onder verwijzing naar de in de leden 1 en 2 genoemde toelatings- en toekenningscriteria. Indien het verzoek wordt afgewezen, stelt de bevoegde ordonnateur de aanvrager in kennis van de beschikbare administratieve en/of gerechtelijke beroepsmogelijkheden vastgelegd in artikel 97 van deze verordening.

Artikel 204 octies

Vorm van bijdragen

1.   Bijdragen kunnen de volgende vorm hebben:

a)

vergoeding van een percentage van de werkelijk gedane uitgaven die voor vergoeding in aanmerking komen;

b)

vergoeding op basis van eenheidskosten;

c)

vaste bedragen;

d)

forfaitaire financiering;

e)

een combinatie van de onder a) tot en met d) genoemde vormen.

2.   Enkel uitgaven die aan de criteria in de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen voldoen en niet vóór de datum van indiening van het verzoek zijn gedaan, kunnen worden vergoed.

Artikel 204 nonies

Regels voor bijdragen

1.   Eenheidskosten worden gebruikt om alle of sommige specifieke categorieën vergoedbare uitgaven te dekken die vooraf duidelijk omschreven zijn op grond van een bedrag per eenheid.

2.   Vaste bedragen worden gebruikt om bepaalde uitgaven te dekken voor het uitvoeren van een specifieke activiteit van de Europese politieke partij. Het gebruik van vaste bedragen gebeurt enkel in combinatie met andere vormen van bijdragen.

3.   Forfaitaire financieringen worden gebruikt om door toepassing van een vooraf bepaald percentage vooraf duidelijk omschreven specifieke categorieën vergoedbare uitgaven te dekken.

4.   Het eventuele gebruik van vaste bedragen, forfaitaire financiering of eenheidskosten wordt in de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen omschreven, met de respectieve bedragen en forfaits, wanneer van toepassing. De oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen bevat eveneens een omschrijving van de methodes om vaste bedragen, forfaitaire financiering of eenheidskosten te bepalen, die gebaseerd zijn op objectieve middelen zoals statistische gegevens, gecertificeerde of controleerbare historische gegevens van de Europese politieke partijen of hun gebruikelijke kostenberekeningsmethoden. Het besluit of de overeenkomst tot toekenning van een bijdrage omvat bepalingen op grond waarvan kan worden gecontroleerd of aan de voorwaarden voor vaste bedragen, forfaitaire financiering of eenheidskosten is voldaan.

Artikel 204 decies

Voorfinanciering

De bijdragen worden volledig betaald door middel van één enkele voorfinanciering, tenzij de bevoegde ordonnateur hierover in naar behoren gemotiveerde gevallen anders beslist.

Artikel 204 undecies

Zekerheidsstellingen

De bevoegde ordonnateur kan, wanneer hij of zij zulks in individuele gevallen en na een risicoanalyse passend en evenredig acht, van de Europese politieke partij een voorafgaande zekerheidsstelling verlangen om de aan de betaling van de voorfinanciering verbonden financiële risico's te beperken; dit kan enkel wanneer op basis van de risicoanalyse blijkt dat er een dreigend risico bestaat dat de Europese politieke partij zich in één van de in artikel 106, lid 1, onder a) en d), van deze verordening bedoelde situaties bevindt of wanneer een besluit van de krachtens artikel 6 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 opgerichte Autoriteit voor Europese politieke partijen en stichtingen („de Autoriteit”) is meegedeeld aan het Europees Parlement en de Raad, overeenkomstig artikel 10, lid 4, van de genoemde verordening.

De bepalingen van artikel 134 van deze verordening inzake de zekerheidsstelling voor de voorfinanciering van subsidies is van overeenkomstige toepassing op zekerheidsstellingen die in de gevallen die in de eerste alinea van dit artikel worden genoemd, kunnen worden geëist voor de betaling van voorfinanciering aan Europese politieke partijen.

Artikel 204 duodecies

Gebruik van bijdragen

1.   Bijdragen worden gebruikt overeenkomstig artikel 204 ter.

2.   Elk gedeelte van de bijdrage dat niet is gebruikt binnen het begrotingsjaar waarop deze bijdrage betrekking heeft (jaar n), wordt gebruikt voor uiterlijk op 31 december van het jaar n + 1 gedane uitgaven die voor vergoeding in aanmerking komen. Het resterende gedeelte van de bijdrage, dat niet binnen die termijn is gebruikt, wordt overeenkomstig deel 1, titel IV, hoofdstuk 5, teruggevorderd.

3.   Europese politieke partijen nemen het in artikel 17, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 vastgestelde maximale medefinancieringspercentage in acht. De resterende bedragen van de bijdragen uit het voorgaande jaar worden niet gebruikt voor het gedeelte dat de Europese politieke partijen met hun eigen middelen moeten financieren. Bijdragen van derden aan gezamenlijke evenementen worden niet beschouwd deel uit te maken van de eigen middelen van een Europese politieke partij.

4.   Europese politieke partijen gebruiken het gedeelte van de bijdrage dat niet is gebruikt binnen het begrotingsjaar waarop die bijdrage betrekking heeft, alvorens bijdragen te gebruiken die na dat jaar zijn toegekend.

5.   Alle rente op de voorfinancieringsbetalingen wordt beschouwd als deel van de bijdrage.

Artikel 204 terdecies

Verslag over het gebruik van de bijdragen

1.   Overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 moet de Europese politieke partij haar jaarlijkse verslag over het gebruik van de bijdrage en haar jaarrekeningen ter goedkeuring indienen bij de bevoegde ordonnateur.

2.   Op basis van het jaarlijkse verslag en de jaarrekeningen bedoeld in lid 1 van dit artikel stelt de bevoegde ordonnateur zijn in artikel 66, lid 9, van deze verordening bedoeld jaarlijks activiteitenverslag op. Voor het opstellen van dat verslag mag hij of zij andere bewijsstukken gebruiken.

Artikel 204 quaterdecies

Betaling van het saldo

1.   Het bedrag van de bijdrage wordt pas definitief vastgesteld na de goedkeuring van het jaarlijkse verslag en de jaarrekeningen bedoeld in artikel 204 terdecies, lid 1, door de bevoegde ordonnateur. De goedkeuring van het jaarverslag en de jaarrekeningen laat latere controles door de Autoriteit onverlet.

2.   Ongebruikte voorfinanciering wordt pas definitief vastgesteld nadat het door de Europese politieke partij is gebruikt voor het betalen van vergoedbare uitgaven die voldoen aan de in de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen gedefinieerde criteria.

3.   Indien de Europese politieke partij haar verplichtingen met betrekking tot het gebruik van de bijdrage niet nakomt, wordt de bijdrage opgeschort, verlaagd of ingetrokken nadat de Europese politieke partij in de gelegenheid is gesteld haar opmerkingen te formuleren.

4.   De bevoegde ordonnateur verifieert vóór de betaling van het saldo of de Europese politieke partij nog steeds in het in artikel 7 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 bedoelde register is opgenomen en vanaf de datum van haar verzoek tot het einde van het begrotingsjaar waarop de bijdrage betrekking heeft aan geen van de in artikel 27 van deze verordening genoemde sancties is onderworpen.

5.   Indien de Europese politieke partij niet langer in het in artikel 7 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 bedoelde register is opgenomen of aan een in artikel 27 van deze verordening genoemde sanctie is onderworpen, kan de bevoegde ordonnateur de bijdrage opschorten, verlagen of intrekken en het bedrag terugvorderen dat op grond van het besluit of de overeenkomst tot toekenning van een bijdrage ten onrechte was uitbetaald; dit beslist hij in verhouding tot de ernst van de fouten, onregelmatigheden, fraude of andere schendingen van de verplichtingen met betrekking tot het gebruik van de bijdrage en nadat de Europese politieke partij in de gelegenheid is gesteld haar opmerkingen te formuleren.

Artikel 204 quindecies

Controle en sancties

1.   In elk besluit of elke overeenkomst tot toekenning van een bijdrage wordt uitdrukkelijk bepaald dat het Europees Parlement, het Europees Bureau voor fraudebestrijding en de Rekenkamer bevoegd zijn bij alle Europese politieke partijen, contractanten en subcontractanten die financiering van de Unie hebben ontvangen, controles op stukken en controles ter plaatse uit te voeren.

2.   De bevoegde ordonnateur kan de aanvragers overeenkomstig artikel 109 van deze verordening en artikel 27 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 doeltreffende, evenredige en afschrikkende administratieve en financiële sancties opleggen.

3.   De in lid 2 bedoelde sancties kunnen ook worden opgelegd aan Europese politieke partijen die ten tijde van de indiening van het verzoek om een bijdrage of na ontvangst van de bijdrage valse verklaringen hebben afgelegd bij het verstrekken van de door de bevoegde ordonnateur gevraagde inlichtingen of die nalaten deze inlichtingen te verstrekken.

Artikel 204 sexdecies

Bewaren van gegevens

1.   Europese politieke partijen bewaren alle gegevens en bewijsstukken met betrekking tot de bijdrage tot vijf jaar na het indienen van het jaarlijkse eindverslag en de jaarrekeningen zoals bedoeld in artikel 204 terdecies, lid 1.

2.   Gegevens met betrekking tot audits, verhaalprocedures, geschillen of de afwikkeling van claims die voortvloeien uit het gebruik van de bijdrage, worden bewaard tot deze audits, verhaalprocedures, geschillen of claims tot een einde zijn gebracht.

Artikel 204 septdecies

Selectie van externe auditinstanties of -deskundigen

De in artikel 23 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 bedoelde onafhankelijke externe auditinstanties of -deskundigen worden geselecteerd door middel van een openbare aanbestedingsprocedure. De looptijd van hun contract bedraagt ten hoogste vijf jaar. Na twee opeenvolgende termijnen worden zij geacht tegenstrijdige belangen te hebben die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de uitvoering van de audit.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2017. Artikel 125, lid 3, tweede alinea, en artikel 125, lid 6, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, zoals deze luidden voordat de bij artikel 1 van deze verordening genoemde wijzigingen werden aangebracht, blijven van toepassing op rechtshandelingen en vastleggingen met betrekking tot de financiering van politieke partijen op Europees niveau die zijn vastgesteld tot en met 31 december 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 22 oktober 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

B. DELLA VEDOVA


(1)  PB C 4 van 8.1.2014, blz. 1.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 16 april 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 29 september 2014.

(3)  PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1.

(4)  PB C 296 E van 2.10.2012, blz. 46.

(5)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).

(6)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

(7)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1).”.


Top