Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0323

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 323/2014 van de Commissie van 28 maart 2014 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong Voor de EER relevante tekst

PB L 95 van 29.3.2014, p. 12–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/12/2019; stilzwijgende opheffing door 32019R1793

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2014/323/oj

29.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 323/2014 VAN DE COMMISSIE

van 28 maart 2014

tot wijziging van de bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (1), en met name artikel 15, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (2) zijn voorschriften vastgesteld betreffende de meer uitgebreide officiële controles die op de punten van binnenkomst op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 882/2004 opgenomen grondgebieden moeten worden uitgevoerd op de invoer van de in bijlage I bij eerstgenoemde verordening vermelde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong ("de lijst").

(2)

Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 669/2009 bepaalt dat de lijst regelmatig en ten minste op kwartaalbasis moet worden herzien, waarbij ten minste rekening wordt gehouden met de in dat artikel vermelde informatiebronnen.

(3)

Uit de frequentie en de relevantie van de incidenten met levensmiddelen die via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders zijn gemeld, de bevindingen van de inspectiebezoeken door het Voedsel- en Veterinair Bureau in derde landen en de door de lidstaten overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 669/2009 bij de Commissie ingediende driemaandelijkse verslagen over zendingen van diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong blijkt dat de lijst moet worden gewijzigd.

(4)

Met name voor zendingen betelbladeren van oorsprong uit India en Thailand, enzymen van oorsprong uit India, grondnoten en afgeleide producten van oorsprong uit Soedan en wijnstokbladeren van oorsprong uit Turkije blijkt uit de desbetreffende informatiebronnen dat zich nieuwe risico's voordoen die de invoering van meer uitgebreide officiële controles rechtvaardigen. Daarom moeten in de lijst vermeldingen betreffende die zendingen worden opgenomen.

(5)

Bovendien moet de lijst worden gewijzigd door de vermeldingen te schrappen voor goederen die – volgens de beschikbare informatie – over het algemeen in toereikende mate aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften van de EU-wetgeving voldoen en waarvoor meer uitgebreide officiële controles bijgevolg niet langer nodig zijn. De vermelding in de lijst voor gedroogde noedels uit China moet daarom worden geschrapt.

(6)

De lidstaten hebben er de Commissie ook op gewezen dat moet worden gespecificeerd dat de vermeldingen voor ingevoerde kruiden uit Marokko, Thailand en Vietnam, okra uit Vietnam en pepers uit Thailand en Vietnam ook gekoelde goederen omvatten. Ter wille van de duidelijkheid van de EU-wetgeving moet ook een precisering in de lijst worden aangebracht bij de vermeldingen voor ingevoerde sinaasappelen en aardbeien uit Egypte en erwten en bonen uit Kenia.

(7)

Bovendien zijn wijzigingen nodig in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 669/2009, met name om in het gemeenschappelijk document van binnenkomst rekening te houden met de in artikel 8 van die verordening opgenomen bepalingen betreffende verder vervoer. Verder zijn ook technische wijzigingen nodig in de Richtsnoeren voor het gebruik van het gemeenschappelijk document van binnenkomst.

(8)

Ter wille van de samenhang en de duidelijkheid moeten de bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 669/2009 worden vervangen.

(9)

Verordening (EG) nr. 669/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 669/2009 worden vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 maart 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11).


BIJLAGE

BIJLAGE I

Diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong die aan meer uitgebreide officiële controles op het aangewezen punt van binnenkomst worden onderworpen

Diervoeders en levensmiddelen

(beoogd gebruik)

GN-code (1)

Taric-onder–verdeling

Land van oorsprong

Gevaar

Frequentie van materiële en overeenstemmingscontroles (%)

Gedroogde druiven

(Levensmiddelen)

0806 20

 

Afghanistan (AF)

Ochratoxine A

50

Grondnoten in de dop

1202 41 00

 

Brazilië (BR)

Aflatoxinen

10

Grondnoten, gedopt

1202 42 00

Pindakaas

2008 11 10

Grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

(Diervoeders en levensmiddelen)

2008 11 91;

2008 11 96;

2008 11 98

Aardbeien (bevroren)

(Levensmiddelen)

0811 10

 

China (CN)

Norovirus en hepatitis A

5

Brassica oleracea

(andere eetbare kool van het geslacht „Brassica”, „Chinese broccoli”) (2)

(Levensmiddelen – vers of gekoeld)

ex 0704 90 90

40

China (CN)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (3)

20

Pomelo’s

(Levensmiddelen – vers)

ex 0805 40 00

31; 39

China (CN)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (4)

20

Thee, ook indien gearomatiseerd

(Levensmiddelen)

0902

 

China (CN)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (5)

10

Aubergines

0709 30 00;

ex 0710 80 95

72

Dominicaanse Republiek (DO)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (6)

10

Bittermeloen (Momordica charantia)

(Levensmiddelen - verse, gekoelde of bevroren groenten)

ex 0709 99 90;

ex 0710 80 95

70

70

Kousenband

(Vigna unguiculata spp. sesquipedalis)

ex 0708 20 00;

ex 0710 22 00

10

10

Dominicaanse Republiek (DO)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (6)

20

Pepers (niet-scherpsmakende en andere) (Capsicum spp.)

0709 60 10;

ex 0709 60 99

20

(Levensmiddelen - verse, gekoelde of bevroren groenten)

0710 80 51;

ex 0710 80 59

20

Sinaasappelen (vers of gedroogd)

0805 10 20;

0805 10 80

 

Egypte (EG)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (7)

10

Aardbeien, vers

(Levensmiddelen)

0810 10 00

Pepers (niet-scherpsmakende en andere) (Capsicum spp.)

0709 60 10;

ex 0709 60 99;

20

Egypte (EG)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (8)

10

(Levensmiddelen - vers, gekoeld of bevroren)

0710 80 51;

ex 0710 80 59

20

Betelbladeren (Piper betle L.)

(Levensmiddelen)

ex 1404 90 00

10

India (IN)

Salmonella (9)

10

Capsicum annuum, geheel

0904 21 10

 

India (IN)

Aflatoxinen

10

Capsicum annuum, fijngemaakt of gemalen

ex 0904 22 00

10

Andere gedroogde vruchten van het geslacht Capsicum dan niet-scherpsmakende pepers (Capsicum annuum), geheel

0904 21 90

Kerrie (producten van Spaanse peper)

0910 91 05

Nootmuskaat

(Myristica fragrans)

(Levensmiddelen – gedroogde specerijen)

0908 11 00;

0908 12 00

Enzymen; bereidingen van enzymen

(Diervoeders en levensmiddelen)

3507

 

India (IN)

Chlooramfenicol

50

Nootmuskaat

(Myristica fragrans)

(Levensmiddelen – gedroogde specerijen)

0908 11 00;

0908 12 00

 

Indonesië (ID)

Aflatoxinen

20

Erwten met peul (niet gedopt)

ex 0708 10 00

40

Kenia (KE)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (10)

10

Bonen met peul (niet gedopt)

(Levensmiddelen – vers of gekoeld)

ex 0708 20 00

40

Munt

(Levensmiddelen – verse of gekoelde kruiden)

ex 1211 90 86

30

Marokko (MA)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (11)

10

Gedroogde bonen

(Levensmiddelen)

0713 39 00

 

Nigeria (NG)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (12)

50

Zaden van watermeloenen (Egusi, Citrullus lanatus) en afgeleide producten

(Levensmiddelen)

ex 1207 70 00;

ex 1106 30 90;

ex 2008 99 99

10

30

50

Sierra Leone (SL)

Aflatoxinen

50

Grondnoten in de dop

1202 41 00

 

Sudan (SD)

Aflatoxinen

50

Grondnoten, gedopt

1202 42 00

Pindakaas

2008 11 10

Grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

(Diervoeders en levensmiddelen)

2008 11 91;

2008 11 96;

2008 11 98

Pepers (andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.)

(Levensmiddelen – vers of gekoeld)

ex 0709 60 99

20

Thailand (TH)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (13)

10

Betelbladeren (Piper betle L.)

(Levensmiddelen)

ex 1404 90 00

10

Thailand (TH)

Salmonella (9)

10

Korianderblad

ex 0709 99 90

72

Thailand (TH)

Salmonella (9)

10

Basilicum (heilig, zoet)

ex 1211 90 86

20

Munt

(Levensmiddelen – verse of gekoelde kruiden)

ex 1211 90 86

30

Korianderblad

ex 0709 99 90

72

Thailand (TH)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (14)

10

Basilicum (heilig, zoet)

(Levensmiddelen – verse of gekoelde kruiden)

ex 1211 90 86

20

Kousenband

(Vigna unguiculata spp. sesquipedalis)

ex 0708 20 00;

ex 0710 22 00

10

10

Thailand (TH)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (14)

20

Aubergines

(Levensmiddelen - verse, gekoelde of bevroren groenten)

0709 30 00;

ex 0710 80 95

72

Niet-scherpsmakende pepers (Capsicum annuum)

(Levensmiddelen - verse, gekoelde of bevroren groenten)

0709 60 10;

0710 80 51

 

Turkije (TR)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (15)

10

Wijnstokbladeren (druivenbladeren)

(Levensmiddelen)

ex 2008 99 99

11; 19

Turkije (TR)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (16)

10

Gedroogde druiven

(Levensmiddelen)

0806 20

 

Oezbekistan (UZ)

Ochratoxine A

50

Korianderblad

ex 0709 99 90

72

(VN) Vietnam

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (17)

20

Basilicum (heilig, zoet)

ex 1211 90 86

20

Munt

ex 1211 90 86

30

Peterselie

(Levensmiddelen – verse of gekoelde kruiden)

ex 0709 99 90

40

Okra's

ex 0709 99 90

20

(VN) Vietnam

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (17)

20

Pepers (andere dan niet-scherpsmakende) (Capsicum spp.)

(Levensmiddelen – vers of gekoeld)

ex 0709 60 99

20

BIJLAGE II

GEMEENSCHAPPELIJK DOCUMENT VAN BINNENKOMST (GDB)

Image

Image

Image

Richtsnoeren voor het gebruik van het GDB

Algemeen

Vul het gemeenschappelijk document van binnenkomst in hoofdletters in. De richtsnoeren hebben telkens betrekking op het met het nummer aangegeven vak.

Deel I   Dit deel moet worden ingevuld door de exploitant van het diervoerder- of levensmiddelenbedrijf of zijn vertegenwoordiger, tenzij anders aangegeven.

Vak I.1.

Verzender: naam en volledig adres van de natuurlijke of rechtspersoon (exploitant van het diervoeder- of levensmiddelenbedrijf) die de zending verzendt. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen.

Vak I.2.

De informatie betreffende het referentienummer van het GDB wordt verstrekt door de bevoegde autoriteit van het aangewezen punt van binnenkomst (APB). De exploitant van het diervoeder- of levensmiddelenbedrijf vermeldt het aangewezen punt van binnenkomst waar de zending moet aankomen.

Vak I.3.

Geadresseerde: naam en volledig adres van de natuurlijke of rechtspersoon (exploitant van het diervoeder- of levensmiddelenbedrijf) voor wie de zending bestemd is. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen.

Vak I.4.

Voor de zending verantwoordelijke persoon: de persoon (de exploitant van het diervoeder- of levensmiddelenbedrijf of zijn vertegenwoordiger of de persoon die namens hem aangifte doet) die voor de zending verantwoordelijk is op het ogenblik dat zij op het APB wordt aangeboden en die namens de importeur op het APB de nodige declaraties bij de bevoegde autoriteit doet. Vul de naam en het volledige adres in. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen.

Vak I.5.

Land van oorsprong: het derde land waarvan de goederen afkomstig zijn, waar zij worden geteeld, geoogst of geproduceerd.

Vak I.6.

Land van verzending: dit is het derde land waar de zending is geladen in het vervoermiddel waarmee zij uiteindelijk naar de Unie is gebracht.

Vak I.7.

Importeur: naam en volledig adres. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen.

Vak I.8.

Plaats van bestemming: leveringsadres in de Unie. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen.

Vak I.9.

Aankomst op het APB: vul de datum in waarop de zending naar verwachting op het APB zal aankomen.

Vak I.10.

Documenten: vul de datum van afgifte en het nummer in van de officiële documenten waarvan de zending in voorkomend geval vergezeld gaat.

Vak I.11.

Vermeld alle gegevens betreffende het vervoermiddel van aankomst: voor vliegtuigen het vluchtnummer, voor schepen de naam van het schip, voor wegvoertuigen het registratienummer met eventueel het nummer van de aanhanger, voor spoorwagons de identificatiegegevens van de trein en het wagonnummer.

Referenties van documenten: nummer van de luchtvrachtbrief, de zeevrachtbrief of commercieel registratienummer van de trein of het wegvoertuig.

Vak I.12.

Omschrijving van de goederen: geef een gedetailleerde omschrijving van de goederen (met inbegrip van de soort voor diervoeders).

Vak I.13.

Goederencode: gebruik de code waarmee de goederen worden geïdentificeerd, zoals vermeld in bijlage I (met inbegrip van de Taric-onderverdeling indien van toepassing).

Vak I.14.

Brutogewicht: totaalgewicht in kg. Dit wordt omschreven als de totale massa van de producten inclusief de onmiddellijke verpakkingen en alle andere verpakkingen, maar exclusief de transportcontainers en andere transportmiddelen.

Nettogewicht: gewicht van het product zelf in kg, exclusief de verpakking. Dit wordt omschreven als de massa van de producten zelf zonder de onmiddellijke verpakkingen of andere verpakkingen.

Vak I.15.

Aantal colli.

Vak I.16.

Temperatuur: kruis de passende vervoer-/opslagtemperatuur aan.

Vak I.17.

Soort colli: vermeld de aard van de verpakking van de producten.

Vak I.18.

Goederen bestemd voor: kruis het passende vakje aan, naargelang de goederen bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder voorafgaande sortering of materiële behandeling (kruis in dat geval „Menselijke consumptie” aan), of voor menselijke consumptie na een dergelijke behandeling (kruis in dat geval „Verdere verwerking” aan), of voor gebruik als diervoeder (kruis in dat geval „Diervoeders” aan).

Vak I.19.

Vermeld alle zegelnummers en containernummers voor zover dat relevant is.

Vak I.20.

Overbrenging naar een controlepunt: gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode moet het APB dit vak aankruisen om overbrenging naar een ander controlepunt mogelijk te maken.

Vak I.21.

Niet van toepassing.

Vak I.22.

Voor invoer: dit vakje aankruisen wanneer de zending bestemd is voor invoer in de Unie (artikel 8).

Vak I.23.

Niet van toepassing.

Vak I.24.

Kruis het passende vervoermiddel aan.

Deel II   Dit deel moet door de bevoegde autoriteit worden ingevuld.

Vak II.1.

Gebruik hetzelfde referentienummer als in vak I.2.

Vak II.2.

Voor gebruik door de douanediensten, indien nodig.

Vak II.3.

Documentencontrole: in te vullen voor alle zendingen.

Vak II.4.

De bevoegde autoriteit van het APB geeft aan of de zending wordt geselecteerd voor materiële controles, die gedurende de in artikel 19, lid 1, vermelde overgangsperiode door een ander controlepunt kunnen worden uitgevoerd.

Vak II.5.

Gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode geeft de bevoegde autoriteit van het APB na een bevredigende documentencontrole aan naar welk controlepunt de zending kan worden vervoerd om aldaar overeenstemmings- en materiële controles te ondergaan.

De bevoegde autoriteit van het APB geeft ook aan of de zending is toegelaten voor verder vervoer, als bedoeld in artikel 8. Verder vervoer kan alleen worden toegestaan indien de overeenstemmingscontroles op het APB zijn uitgevoerd en indien het resultaat ervan bevredigend is. Vak II.11 moet daarom worden ingevuld op het moment dat verder vervoer wordt toegestaan, terwijl vak II.12 moet worden ingevuld zodra de resultaten van de laboratoriumtests beschikbaar zijn.

Vak II.6.

Geef duidelijk aan welke maatregelen moeten worden genomen in geval van afwijzing van de zending wegens een onbevredigend resultaat van de documentencontroles. Het adres van de inrichting van bestemming in geval van „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” en „Gebruik voor ander doel” moet in vak II.7. worden vermeld.

Vak II.7.

Geef, in voorkomend geval, het erkenningsnummer en adres (of de naam van het vaartuig en de haven) op voor alle bestemmingen waar verdere controle van de zending vereist is, bijvoorbeeld voor vak II.6 „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel”.

Vak II.8.

Breng hier het officiële stempel van de bevoegde autoriteit van het APB aan.

Vak II.9.

Handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit van het APB.

Vak II.10.

Niet van toepassing.

Vak II.11.

De bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt vult hier de resultaten van de overeenstemmingscontroles in.

Vak II.12.

De bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt vult hier de resultaten van de materiële controles in.

Vak II.13.

De bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt vult hier de resultaten van de laboratoriumtest in. Vermeld in dit vak de categorie van de stof of de pathogeen waarvoor een laboratoriumtest is uitgevoerd.

Vak II.14.

Dit vak moet worden gebruikt voor alle zendingen die in de Unie in het vrije verkeer worden gebracht.

Vak II.15.

Niet van toepassing.

Vak II.16.

Geef duidelijk aan welke maatregelen moeten worden genomen in geval van afwijzing van de zending wegens een onbevredigend resultaat van de overeenstemmings- of materiële controles. Het adres van de inrichting van bestemming in geval van „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” en „Gebruik voor ander doel” moet in vak II.18. worden vermeld.

Vak II.17.

Reden voor weigering: gebruik dit vak voor zover nodig om relevante informatie toe te voegen. Kruis het passende vakje aan.

Vak II.18.

Geef, in voorkomend geval, het erkenningsnummer en adres (of de naam van het vaartuig en de haven) op voor alle bestemmingen waar verdere controle van de zending vereist is, bijvoorbeeld voor vak II.16 „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel”.

Vak II.19.

Gebruik dit vak wanneer het originele zegel op een zending vernietigd is bij het openen van de container. Er moet een geconsolideerde lijst van alle in dit verband gebruikte zegels worden bewaard.

Vak II.20.

Breng hier het officiële stempel aan van de bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, van de bevoegde autoriteit van het controlepunt.

Vak II.21.

Handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, van de bevoegde autoriteit van het controlepunt.

Deel III   Dit deel moet door de bevoegde autoriteit worden ingevuld.

Vak III.1.

Gegevens betreffende de terugzending: de bevoegde autoriteit van het APB, of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt, vermeldt het gebruikte vervoermiddel, de identificatiegegevens ervan, het land van bestemming en de datum van terugzending, zodra deze gegevens bekend zijn.

Vak III.2.

Follow-up: vermeld indien nodig de voor het toezicht verantwoordelijke eenheid van de plaatselijke bevoegde autoriteit in geval van „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel” van de zending. Die autoriteit vermeldt in dit vak het resultaat van de aankomst van de zending en de overeenstemming van de zending.

Vak III.3.

Handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, van de verantwoordelijke ambtenaar van het controlepunt in geval van „Terugzending”. Handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de plaatselijke bevoegde autoriteit in geval van „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel”.


(1)  Indien slechts bepaalde onder een GN-code vallende producten behoeven te worden onderzocht en in de goederennomenclatuur geen specifieke onderverdeling voor die code bestaat, wordt de GN-code voorafgegaan door „ex”.

(2)  Soorten van Brassica oleracea L. convar. botrytis (L) Alef var. italica Plenck, cultivar alboglabra. Ook bekend als „Kai Lan”, „Gai Lan”, „Gailan”, „Kailan”, „Chinese bare Jielan”.

(3)  Met name residuen van: chloorfenapyr, fipronil (som van fipronil en de sulfonmetaboliet daarvan (MB46136), uitgedrukt als fipronil), carbendazim en benomyl (som van benomyl en carbendazim, uitgedrukt als carbendazim), acetamiprid, dimethomorf en propiconazool.

(4)  Met name residuen van: triazofos, triadimefon en triadimenol (som van triadimefon en triadimenol), parathion-methyl (som van parathion-methyl en paraoxon-methyl, uitgedrukt als parathion-methyl), fenthoaat en methidathion.

(5)  Met name residuen van: buprofezin, imidacloprid, fenvaleraat en esfenvaleraat (som van RS- en SR-isomeer), profenofos, trifluraline, triazofos, triadimefon en triadimenol (som van triadimefon en triadimenol), cypermethrin (cypermethrin inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren (som van de isomeren)).

(6)  Met name residuen van: amitraz (amitraz met inbegrip van alle metabolieten die de 2,4–dimethylaniline-groep bevatten, uitgedrukt als amitraz), acefaat, aldicarb (som van aldicarb, het sulfoxide en het sulfon daarvan, uitgedrukt als aldicarb), carbendazim en benomyl (som van benomyl en carbendazim, uitgedrukt als carbendazim), chloorfenapyr, chloorpyrifos, dithiocarbamaten (dithiocarbamaten uitgedrukt als CS2, inclusief maneb, mancozeb, metiram, propineb, thiram en ziram), diafenthiuron, diazinon, dichloorvos, dicofol (som van p, p'- en o,p'-isomeer), dimethoaat (som van dimethoaat en omethoaat, uitgedrukt als dimethoaat), endosulfan (som van alfa- en bèta-isomeer en endosulfansulfaat, uitgedrukt als endosulfan), fenamidon, imidacloprid, malathion (som van malathion en malaoxon, uitgedrukt als malathion), methamidofos, methiocarb (som van methiocarb en methiocarbsulfoxide en -sulfon, uitgedrukt als methiocarb), methomyl en thiodicarb (som van methomyl en thiodicarb, uitgedrukt als methomyl), monocrotofos, oxamyl, profenofos, propiconazool, thiabendazool, thiacloprid.

(7)  Met name residuen van: carbendazim en benomyl (som van benomyl en carbendazim, uitgedrukt als carbendazim), cyfluthrin (cyfluthrin inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren (som van de isomeren)), cyprodinil, diazinon, dimethoaat (som van dimethoaat en omethoaat, uitgedrukt als dimethoaat), ethion, fenitrothion, fenpropathrin, fludioxonil, hexaflumuron, lambda-cyhalothrin, methiocarb (som van methiocarb en methiocarbsulfoxide en sulfon, uitgedrukt als methiocarb), methomyl en thiodicarb (som van methomyl en thiodicarb, uitgedrukt als methomyl), oxamyl, fenthoaat, thiofanaat-methyl.

(8)  Met name residuen van: carbofuran (som van carbofuran en 3-hydroxycarbofuran, uitgedrukt als carbofuran), chloorpyrifos, cypermethrin (cypermethrin inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren (som van de isomeren)), cyproconazool, dicofol (som van p, p'- en o,p'-isomeer), difenoconazool, dinotefuran, ethion, flusilazool, folpet, prochloraz (som van prochloraz en de metabolieten daarvan die het 2,4,6-trichloorofenolgedeelte bevatten, uitgedrukt als prochloraz), profenofos, propiconazool, thiofanaat-methyl, triforine.

(9)  Referentiemethode EN/ISO 6579 of een ten opzichte van die methode gevalideerde methode overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).

(10)  Met name residuen van: dimethoaat (som van dimethoaat en omethoaat, uitgedrukt als dimethoaat), chloorpyrifos, acefaat, methamidofos, methomyl en thiodicarb (som van methomyl en thiodicarb, uitgedrukt als methomyl), diafenthiuron, indoxacarb als de som van het S- en het R-isomeer.

(11)  Met name residuen van: chloorpyrifos, cypermethrin (cypermethrin inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren (som van de isomeren)), dimethoaat (som van dimethoaat en omethoaat, uitgedrukt als dimethoaat), endosulfan (som van alfa- en bèta-isomeer en endosulfansulfaat, uitgedrukt als endosulfan), hexaconazool, parathion-methyl (som van parathion-methyl en paraoxon-methyl, uitgedrukt als parathion-methyl), methomyl en thiodicarb (som van methomyl en thiodicarb, uitgedrukt als methomyl), flutriafol, carbendazim en benomyl (som van benomyl en carbendazim, uitgedrukt als carbendazim), flubendiamide, myclobutanil, malathion (som van malathion en malaoxon, uitgedrukt als malathion).

(12)  Met name residuen van dichloorvos.

(13)  Met name residuen van: carbofuran (som van carbofuran en 3-hydroxycarbofuran, uitgedrukt als carbofuran), methomyl en thiodicarb (som van methomyl en thiodicarb, uitgedrukt als methomyl), dimethoaat (som van dimethoaat en omethoaat, uitgedrukt als dimethoaat), triazofos, malathion (som van malathion en malaoxon, uitgedrukt als malathion), profenofos, prothiofos, ethion, carbendazim en benomyl (som van benomyl en carbendazim, uitgedrukt als carbendazim), triforine, procymidon, formetanaat: som van formetanaat en zouten daarvan, uitgedrukt als formetanaat(hydrochloride).

(14)  Met name residuen van: acefaat, carbaryl, carbendazim en benomyl (som van benomyl en carbendazim, uitgedrukt als carbendazim), carbofuran (som van carbofuran en 3-hydroxycarbofuran, uitgedrukt als carbofuran), chloorpyrifos, chloorpyrifos-methyl, dimethoaat (som van dimethoaat en omethoaat, uitgedrukt als dimethoaat), ethion, malathion (som van malathion en malaoxon, uitgedrukt als malathion), metalaxyl en metalaxyl-M (metalaxyl inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren, waaronder metalaxyl-M (som van de isomeren)), methamidofos, methomyl en thiodicarb (som van methomyl en thiodicarb, uitgedrukt als methomyl), monocrotofos, profenofos, prothiofos, quinalfos, triadimefon en triadimenol (som van triadimefon en triadimenol), triazofos, dicrotofos, EPN, triforine.

(15)  Met name residuen van: methomyl en thiodicarb (som van methomyl en thiodicarb, uitgedrukt als methomyl), oxamyl, carbendazim en benomyl (som van benomyl en carbendazim, uitgedrukt als carbendazim), clofentezine, diafenthiuron, dimethoaat (som van dimethoaat en omethoaat, uitgedrukt als dimethoaat), formetanaat: som van formetanaat en zouten daarvan, uitgedrukt als formetanaat(hydrochloride), malathion (som van malathion en malaoxon, uitgedrukt als malathion), procymidone, tetradifon, thiofanaat-methyl.

(16)  Met name residuen van: azoxystrobin, boscalid, chloorpyrifos, dithiocarbamaten (dithiocarbamaten uitgedrukt als CS2, inclusief maneb, mancozeb, metiram, propineb, thiram en ziram), endosulfan (som van alfa- en bèta-isomeer en endosulfansulfaat, uitgedrukt als endosulfan), kresoxim-methyl, lambda-cyhalothrin, metalaxyl en metalaxyl-M (metalaxyl, inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren, waaronder metalaxyl-M (som van de isomeren)), methoxyfenozide, metrafenon, myclobutanil, penconazool, pyraclostrobine en pyrimethanil, triadimefon en triadimenol (som van triadimefon en triadimenol), trifloxystrobin.

(17)  Met name residuen van: carbofuran (som van carbofuran en 3-hydroxycarbofuran, uitgedrukt als carbofuran), carbendazim en benomyl (som van benomyl en carbendazim, uitgedrukt als carbendazim), chloorpyrifos, profenofos, permethrin (som van de isomeren), hexaconazool, difenoconazool, propiconazool, fipronil (som van fipronil en de sulfonmetaboliet daarvan (MB46136), uitgedrukt als fipronil), propargite, flusilazool, fentoaat, cypermethrin (cypermethrin inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren (som van de isomeren)), methomyl en thiodicarb (som van methomyl en thiodicarb, uitgedrukt als methomyl), quinalfos, pencycuron, methidathion, dimethoaat (som van dimethoaat en omethoaat, uitgedrukt als dimethoaat), fenbuconazool.


Top