Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014H0118

    2014/118/EU: Aanbeveling van de Commissie van 3 maart 2014 betreffende de monitoring van sporen van gebromeerde vlamvertragers in levensmiddelen Voor de EER relevante tekst

    PB L 65 van 5.3.2014, p. 39–40 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2014/118/oj

    5.3.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 65/39


    AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

    van 3 maart 2014

    betreffende de monitoring van sporen van gebromeerde vlamvertragers in levensmiddelen

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2014/118/EU)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Gebromeerde vlamvertragers zijn broomhoudende organische verbindingen die aan producten worden toegevoegd om de ontbranding van brandbare materialen te verhinderen of te vertragen. Zij worden op grote schaal in een groot aantal uiteenlopende consumptiegoederen gebruikt, bijvoorbeeld elektronica, auto’s, meubelen en bouwmaterialen om het product minder brandbaar te maken. Gebromeerde vlamvertragers kunnen uit de producten waarin zij worden gebruikt, uitlogen of verdampen. Aangezien consumptiegoederen worden weggegooid wanneer zij niet meer bruikbaar zijn, hebben deze stoffen in de loop der tijd het milieu en de voedselketen verontreinigd.

    (2)

    Veel gebromeerde vlamvertragers zijn echter persistent, bioaccumulerend en giftig voor de mens en het milieu. Zij worden ervan verdacht neurologische effecten in het gedrag te veroorzaken en de hormoonhuishouding te ontregelen, en zijn in flora en fauna in het milieu aangetroffen.

    (3)

    Daarom heeft de Commissie de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) verzocht een wetenschappelijk advies uit te brengen over de risico’s voor de volksgezondheid in verband met de aanwezigheid van gebromeerde vlamvertragers in levensmiddelen.

    (4)

    Het EFSA-panel voor contaminanten in de voedselketen heeft tussen september 2010 en september 2012 zes wetenschappelijke adviezen (1) over verschillende groepen gebromeerde vlamvertragers opgesteld.

    (5)

    De EFSA heeft aanbevolen voor een aantal van die groepen nadere gegevens over de gehalten in levensmiddelen en bij de mens te verzamelen.

    (6)

    Het gehalte gebromeerde vlamvertragers in levensmiddelen van dierlijke oorsprong kan verband houden met de aanwezigheid van deze stoffen in diervoeding. Op grond van de eerste resultaten van de monitoring van levensmiddelen in 2014 kan daarom in 2015 een aanbeveling inzake de monitoring van diervoeders volgen,

    HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

    1.

    De lidstaten zouden in 2014 en 2015 de aanwezigheid van gebromeerde vlamvertragers in levensmiddelen moeten monitoren. De monitoring zou een grote verscheidenheid aan levensmiddelen moeten bevatten die de consumptiegewoonten weerspiegelen om een precieze schatting van de blootstelling mogelijk te maken. Voor de verschillende groepen gebromeerde vlamvertragers zouden uiteenlopende levensmiddelen moeten worden gekozen.

    2.

    De lidstaten zouden de bemonsteringsprocedures vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 252/2012 (2) moeten volgen om ervoor te zorgen dat de monsters representatief zijn voor de bemonsterde partij.

    3.

    De lidstaten zouden analysen van de verschillende groepen gebromeerde vlamvertragers moeten uitvoeren om de volgende stoffen in de respectieve levensmiddelen op te sporen:

    a)

    voor de groep polybroomdifenylethers (PBDE’s): 2,2’,4-tribroomdifenylether (BDE-28, CAS-nr. 41318-75-6); 2,2’,4,4’-tetrabroomdifenylether (BDE-47, CAS-nr. 5436-43-1); 2,2,4,5-tetrabroomdifenylether (BDE-49, CAS-nr. 243982-82-3); 2,2,4,4,5-pentabroomdifenylether (BDE-99, CAS-nr. 60348-60-9); 2,2’,4,4’,6-pentabroomdifenylether (BDE-100, CAS-nr. 189084-64-8); 2,2,3,4,4,5-hexabroomdifenylether (BDE-138, CAS-nr. 67888-98-6); 2,2’,4,4’,5,5’-hexabroomdifenylether (BDE-153, CAS-nr. 68631-49-2); 2,2’,4,4’,5,6’-hexabroomdifenylether (BDE-154, CAS-nr. 207122-15-4); 2,2’,3,4,4’,5’,6-heptabroomdifenylether (BDE-183, CAS-nr. 207122-16-5) en 2,2’,3,3’,4,4’,5,5’,6,6’-decabroomdifenylether (BDE-209, CAS-nr. 1163-19-5) in eieren en eierproducten, melk en zuivelproducten, vlees en vleesproducten, dierlijke en plantaardige vetten en oliën, vis en andere visserijproducten, voor bijzondere voeding bestemde producten, en voeding voor zuigelingen en peuters, volgens analysemethoden met een bepaalbaarheidsgrens van 0,01 ng/g vers gewicht of minder;

    b)

    voor de groep hexabroomcyclododecaan (HBCDD’s): (+/–)-α-HBCD (1,2,5,6,9,10-hexabroom-(1R,2R,5S,6R,9R, 10S)-rel-cyclododecaan, CAS-nr. 134237-50-6); (+/–)-β-HBCD (1,2,5,6,9,10-hexabroom-(1R,2S,5R,6R,9R,10S)-rel-cyclododecaan, CAS-nr. 134237-51-7) en (+/–)-γ-HBCD (1,2,5,6,9,10-hexabroom-(1R,2R,5R,6S,9S,10R)-rel-cyclododecaan, CAS-nr. 134237-52-8) in vis en andere visserijproducten, vlees en vleesproducten, melk en zuivelproducten, eieren en eierproducten, en zuigelingen- en opvolgvoeding. De analysemethoden voor de bepaling van HBCDD-gehalten omvatten eveneens de bepaling van stereo-isomeren en zouden een bepaalbaarheidsgrens van 0,01 ng/g vers gewicht of minder moeten hebben;

    c)

    voor de groep tetrabroombisfenol A en derivaten daarvan: tetrabroombisfenol A (TBBPA, CAS-nr. 79-94-7) en mogelijkerwijs TBBPA-bismethylether (TBBPA-bME, CAS-nr. 70156-79-5); TBBPA-bis(2-hydroxyethyl)ether (TBBPA-bOHEE, CAS-nr. 4162-45-2); TBBPA-bisallylether (TBBPA-bAE, CAS-nr. 25327-89-3); tetrabroombisfenol A-bis(glycidylether) (TBBPA-bGE, CAS-nr. 3072-84-2) en TBBPA-bis(2,3-dibroompropyl)ether (TBBPA-bDiBPrE, CAS-nr. 21850-44-2) in vis en andere visserijproducten, vlees en vleesproducten, melk en zuivelproducten, en eieren en eierproducten. De analysemethoden voor de bepaling van tetrabroombisfenol A en derivaten daarvan zouden een bepaalbaarheidsgrens van 0,1 ng/g vers gewicht of minder moeten hebben;

    d)

    voor de groep gebromeerde fenolen en derivaten daarvan: 2,4,6-tribroomfenol (2,4,6-TBP, CAS-nr. 118-79-6); 2,4-dibroomfenol (2,4-DBP, CAS-nr. 615-58-7); 4-broompfenol (4-BP, CAS-nr. 106-41-2); 2,6-dibroomfenol (2,6-DBP, CAS-nr. 608-33-3); tetrabroombisfenol S (TBBPS, CAS-nr. 39635-79-5); tetrabroombisfenol S-bismethylether (TBBPS-BME, CAS-nr. 70156-79-5) in vis en andere visserijproducten. De analysemethoden voor de bepaling van gebromeerde fenolen en derivaten daarvan zouden een bepaalbaarheidsgrens van 0,1 ng/g vers gewicht of minder moeten hebben;

    e)

    voor nieuwe gebromeerde vlamvertragers: tris(2,3-dibroompropyl)fosfaat (TDBPP, CAS-nr. 126-72-7); N,N-ethyleenbis(tetrabroomftaalimide) (EBTEBPI, CAS-nr. 32588-76-4); hexabroomcyclodecaan (HBCYD, CAS-nr. 25495-98-1); bis(2-ethylhexyl)tetrabroomftalaat (BEH-TEBP, CAS-nr. 26040-51-7); 2-ethylhexyl-2,3,4,5-tetrabroombenzoaat (EH-TBB, CAS-nr. 183658-27-7) en dibroomneopentylglycol (DBNPG, CAS-nr. 3296-90-0) in vis en andere visserijproducten, vlees en vleesproducten (met inbegrip van eetbare slachtafvallen), dierlijke en plantaardige vetten en oliën, melk en zuivelproducten, eieren en eierproducten, en voeding voor zuigelingen en jonge kinderen. De analysemethoden voor de bepaling van nieuwe gebromeerde vlamvertragers zouden een bepaalbaarheidsgrens van 1 ng/g vers gewicht of minder moeten hebben.

    4.

    De lidstaten zouden de analyse van gebromeerde vlamvertragers moeten uitvoeren overeenkomstig bijlage III bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3) onder gebruikmaking van een analysemethode waarvan is gebleken dat zij betrouwbare resultaten oplevert.

    5.

    De lidstaten zouden regelmatig aan de EFSA op gehele gewichtsbasis of vetbasis uitgedrukte monitoringgegevens moeten verstrekken met de informatie en in het elektronische rapportageformaat, vastgesteld door de EFSA voor invoering van de gegevens in één gegevensbank. Zij zouden ook de beschikbare gegevens van vorige jaren moeten verstrekken, verkregen onder gebruikmaking van een analysemethode waarvan is gebleken dat zij betrouwbare resultaten oplevert, om de blootstellingstrends te monitoren.

    Gedaan te Brussel, 3 maart 2014.

    Voor de Commissie

    Tonio BORG

    Lid van de Commissie


    (1)  EFSA-panel voor contaminanten in de voedselketen (Contam); Scientific Opinion on Polybrominated Biphenyls (PBBs) in Food. EFSA Journal 2010; 8(10):1789. [151 blz.]. doi:10.2903/j.efsa.2010.1789.

    Scientific Opinion on Polybrominated Diphenyl Ethers (PBDEs) in Food. EFSA Journal 2011; 9(5):2156. [274 blz.] doi:10.2903/j.efsa.2011.2156.

    Scientific Opinion on Hexabromocyclododecanes (HBCDDs) in Food. EFSA Journal 2011; 9(7):2296. [118 blz.] doi:10.2903/j.efsa.2011.2296.

    Scientific Opinion on Tetrabromobisphenol A (TBBPA) and its derivatives in food. EFSA Journal 2011; 9(12):2477. [61 blz.] doi:10.2903/j.efsa.2011.2477.

    Scientific Opinion on Brominated Flame Retardants (BFRs) in Food: Brominated Phenols and their Derivatives. EFSA Journal 2012; 10(4):2634. [42 blz.] doi: 10.2903/j.efsa.2012.2634.

    Scientific Opinion on Emerging and Novel Brominated Flame Retardants (BFRs) in Food. EFSA Journal 2012; 10(10):2908. [125 blz.] doi: 10.2903/j.efsa.2012.2908.

    (2)  Verordening (EU) nr. 252/2012 van de Commissie van 21 maart 2012 tot vaststelling van bemonsterings- en analysemethoden voor de officiële controle op het gehalte aan dioxinen en dioxineachtige en niet-dioxineachtige pcb’s in bepaalde levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1883/2006 (PB L 84 van 23.3.2012, blz. 1).

    (3)  Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).


    Top