This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014D0746
2014/746/EU: Commission Decision of 27 October 2014 determining, pursuant to Directive 2003/87/EC of the European Parliament and of the Council, a list of sectors and subsectors which are deemed to be exposed to a significant risk of carbon leakage, for the period 2015 to 2019 (notified under document C(2014) 7809) Text with EEA relevance
2014/746/EU: Besluit van de Commissie van 27 oktober 2014 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO 2 -weglekrisico, voor de periode 2015-2019 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 7809) Voor de EER relevante tekst
2014/746/EU: Besluit van de Commissie van 27 oktober 2014 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO 2 -weglekrisico, voor de periode 2015-2019 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 7809) Voor de EER relevante tekst
PB L 308 van 29.10.2014, p. 114–124
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
29.10.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 308/114 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 27 oktober 2014
tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico, voor de periode 2015-2019
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 7809)
(Voor de EER relevante tekst)
(2014/746/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 10 bis, lid 13,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Richtlijn 2003/87/EG is bepaald dat vanaf 2013 veiling het basisbeginsel dient te vormen voor de toewijzing van broeikasgasemissierechten aan exploitanten van installaties onder het toepassingsgebied van de EU-regeling voor de handel in emissierechten („EU-ETS”). Tussen 2013 en 2020 blijven de exploitanten die daarvoor in aanmerking komen evenwel kosteloos rechten ontvangen, in overeenstemming met de voorschriften van Richtlijn 2003/87/EG en Besluit 2011/278/EU van de Commissie (2). |
(2) |
Het ontbreken van een ambitieuze internationale overeenkomst inzake klimaatverandering om de mondiale temperatuurstijging tot 2 °C te beperken, kan de voordelen ondergraven van de maatregelen die door de Unie worden uitgevoerd. Zonder bindende maatregelen op internationaal niveau zou de emissie van broeikasgassen kunnen stijgen in derde landen waar het bedrijfsleven niet aan vergelijkbare CO2-beperkingen onderworpen is („weglekeffect”). Om het hoofd te bieden aan dit CO2-weglekrisico is in Richtlijn 2003/87/EG bepaald dat de Commissie in het licht van de resultaten van de internationale onderhandelingen een lijst moet vaststellen van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico („lijst van bedrijfstakken en deeltakken”). Deze bedrijfstakken en deeltakken ontvangen kosteloos rechten ter hoogte van 100 % van de op grond van Richtlijn 2003/87/EG en Besluit 2011/278/EU bepaalde hoeveelheid, waarop de correctiefactor voor alle bedrijfstakken wordt toegepast, zoals bedoeld in artikel 10 bis, lid 5, van Richtlijn 2003/87/EG en zoals vastgesteld in bijlage II bij Besluit 2013/448/EU van de Commissie (3). |
(3) |
In dit verband heeft de Commissie onderzocht in welke mate derde landen die een bepalend aandeel van de wereldproductie voor hun rekening nemen in de bedrijfstakken of deeltakken op de lijst, zich er uitdrukkelijk toe verbinden hun broeikasgasemissies in de betrokken bedrijfstakken te reduceren, en of dit gebeurt in een vergelijkbare mate en binnen dezelfde termijn als in de Unie. Daarnaast werd ook onderzocht in hoeverre de efficiëntie van in de betrokken landen gevestigde installaties vergelijkbaar is met die in de Unie. De Commissie kwam tot het besluit dat de inspanningen om de broeikasgasemissies te reduceren niet voldoende vergelijkbaar zijn; daarom doet de vergelijkbaarheid van de CO2-efficiëntie niet ter zake. |
(4) |
De eerste lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico, werd in 2009 bij Besluit 2010/2/EU (4) van de Commissie vastgesteld voor 2013 en 2014. |
(5) |
De beoordeling moet gebaseerd zijn op een aantal kwantitatieve en kwalitatieve criteria en berusten op gegevens van de laatste drie jaar. In dit verband heeft de Commissie gebruikgemaakt van gegevens uit 2009, 2010 en 2011, aangezien niet voor alle parameters gegevens uit 2012 beschikbaar waren. |
(6) |
Om de lijst van bedrijfstakken en deeltakken vast te stellen, heeft de Commissie het CO2-weglekrisico beoordeeld van de bedrijfstakken en deeltakken op NACE-4-niveau van de statistische classificatie van economische activiteiten in de Unie, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (5). Op NACE-4-niveau worden de bedrijfstakken nauwkeurig gedefinieerd en zijn de beschikbare gegevens optimaal. Bedrijfstakken worden in de NACE-classificatie met vier cijfers aangeduid; deeltakken worden aangeduid op het niveau van de CPA (met zes cijfers) of Prodcom (met acht cijfers), de classificatie van goederen die voor de statistieken over de industriële productie in de Unie wordt gebruikt en rechtstreeks op de NACE-classificatie is gebaseerd. |
(7) |
De bedrijfstakken werden eerst beoordeeld op basis van de kwantitatieve criteria van artikel 10 bis, leden 15 en 16, van Richtlijn 2003/87/EG. Voor de toepassing van deze kwantitatieve criteria moest de Commissie de som bepalen van de directe en indirecte extra kosten die het gevolg zijn van de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG. |
(8) |
De berekening van de directe extra kosten die het gevolg zijn van de hoeveelheid emissierechten die bedrijfstakken zouden moeten aankopen indien zij niet worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico, berust op de gegevens over directe CO2-emissies op bedrijfstakniveau. De gegevens in het EU-transactielogboek („EUTL”), die worden beschouwd als de meest nauwkeurige en transparante gegevensbron over CO2-emissies op installatieniveau, werden gebruikt om de directe kosten voor bedrijfstakken te berekenen. Voor bedrijfstakken en broeikasgassen die pas sinds 1 januari 2013 onder de EU-ETS vallen, zijn er in het EUTL geen emissiegegevens beschikbaar. Daarom maakte de Commissie in die gevallen gebruik van de gegevens over directe CO2-emissies die de lidstaten overeenkomstig Besluit 2011/278/EU in de nationale uitvoeringsbepalingen verstrekken. |
(9) |
Voor de berekening van de indirecte extra kosten heeft de Commissie gegevens van de lidstaten verzameld over het elektriciteitsverbruik op bedrijfstakniveau; daarbij werd erop toegezien dat er geen dubbeltelling van het elektriciteitsverbruik tussen verschillende NACE-codes was. Voor de lijst van bedrijfstakken en deeltakken in Besluit 2010/2/EU heeft de Commissie bij de bepaling van de emissies met betrekking tot het elektriciteitsverbruik door de onderscheiden bedrijfstakken gebruikgemaakt van de gemiddelde emissiefactor die werd afgeleid van de totale brandstofmix voor elektriciteitsproductie, aangezien die werd geacht op de meest nauwkeurige gegevens gebaseerd te zijn. Deze gemiddelde emissiefactor werd ook gebruikt voor de beoordelingen van het onderhavige besluit. |
(10) |
Bovendien moest de Commissie voor de berekening van de directe en indirecte extra kosten een raming maken van de gemiddelde prijs voor emissierechten. Bij de vaststelling van de eerste lijst van bedrijfstakken en deeltakken werd voor de beoordelingen uitgegaan van een prijs voor emissierechten van 30 EUR per ton CO2-equivalent. Tijdens de toepassingsduur van Besluit 2010/2/EU verschilde de prijs voor emissierechten waarop de beoordelingen berusten aanzienlijk van de werkelijke emissierechtenprijs, die veel lager lag. De Commissie heeft in haar mededeling „Een beleidskader voor klimaat en energie in de periode 2020-2030” (6) echter voor 2030 een onvoorwaardelijk emissiereductiestreefcijfer van 40 % ten opzichte van 1990 voorgesteld en een overeenkomstig streefcijfer voor hernieuwbare energiebronnen. De Commissie heeft ook voorgesteld een marktstabiliteitsreserve voor de EU-ETS in te stellen. In deze omstandigheden zal de prijs voor emissierechten in de toekomst naar verwachting sterker worden bepaald door de emissiereductie op middellange en lange termijn. Het is dan ook gerechtvaardigd om voor de beoordelingen van dit besluit te blijven uitgaan van een emissierechtenprijs van 30 EUR per ton CO2-equivalent. |
(11) |
De directe en indirecte extra kosten moeten worden berekend als een deel van de bruto toegevoegde waarde. Voor de raming van de bruto toegevoegde waarde op bedrijfstakniveau zijn gegevens van de structurele bedrijfsstatistieken van Eurostat gebruikt. |
(12) |
Voorts heeft de Commissie voor elke bedrijfstak en deeltak de intensiteit van de handel geraamd op basis van gegevens uit de Comext-databank van Eurostat. |
(13) |
In totaal heeft de Commissie 245 industriële bedrijfstakken en 24 deeltakken beoordeeld uit de afdelingen „Winning van delfstoffen” en „Industrie” van de NACE. De bedrijfstakken en deeltakken die zijn vermeld in punt 1 van de bijlage bij dit besluit voldoen aan de criteria van artikel 10 bis, leden 15 en 16, van Richtlijn 2003/87/EG, en moeten worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico. |
(14) |
Beoordelingen op basis van de kwalitatieve criteria van artikel 10 bis, lid 17, van Richtlijn 2003/87/EG werden uitgevoerd voor een aantal bedrijfstakken, die uitgaande van de kwantitatieve criteria van artikel 10 bis, leden 15 en 16, niet worden geacht te zijn blootgesteld aan het CO2-weglekrisico. Een kwalitatieve beoordeling vond plaats ingeval aan de kwalitatieve criteria werd voldaan in het kader van de vorige lijst, in het geval van bedrijfstakken die werden beschouwd als grensgevallen, en op verzoek van vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. |
(15) |
In het geval van de bedrijfstakken „Textielveredeling” (NACE-code 1330), „Vervaardiging van bakstenen, tegels en producten voor de bouw, van gebakken klei” (NACE-code 2332), „Vervaardiging van artikelen van gips voor de bouw” (NACE-code 2362), „Gieten van ijzer” (NACE-code 2451) en „Gieten van lichte metalen” (2453) werden de kwalitatieve beoordelingen geactualiseerd die werden uitgevoerd in het kader van de vorige lijst van bedrijfstakken en deeltakken voor 2013 en 2014. Er werd geconcludeerd dat de omstandigheden op grond waarvan die bedrijfstakken aan de lijst van bedrijfstakken en deeltakken werden toegevoegd nog aanhouden. Daarom worden die bedrijfstakken ook voor de periode 2015-2019 nog geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico. |
(16) |
Voor de bedrijfstak „Vervaardiging van mout” (NACE-code 1106) werd een kwalitatieve beoordeling uitgevoerd aangezien deze bedrijfstak met betrekking tot artikel 10 bis, lid 16, onder b), van Richtlijn 2003/87/EG wordt beschouwd als een grensgeval. Rekening houdend met de verhoogde kosten die voortvloeien uit de uitvoering van Richtlijn 2003/87/EG, bleek uit de beoordeling dat de intensiteit van de handel hoog was en dat de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk was gedaald. Door de lage winstmarges wordt de capaciteit van ondernemingen om te investeren en de emissies te verlagen, beperkt. Op grond van de combinatie van die factoren wordt de bedrijfstak geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico. |
(17) |
De bedrijfstakken die zijn vermeld in punt 2 van de bijlage moeten op basis van de kwalitatieve criteria worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico. |
(18) |
Aangezien de in de bijlage vast te stellen lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico voor de periode 2015-2019 zal gelden, moet dit besluit van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2015. |
(19) |
Ter wille van de rechtszekerheid en duidelijkheid moet Besluit 2010/2/EU worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2015. |
(20) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage opgenomen bedrijfstakken en deeltakken worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico.
Artikel 2
Besluit 2010/2/EU wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2015.
Artikel 3
Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2015.
Artikel 4
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 27 oktober 2014.
Voor de Commissie
Connie HEDEGAARD
Lid van de Commissie
(1) PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.
(2) Besluit 2011/278/EU van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 130 van 17.5.2011, blz. 1).
(3) Besluit 2013/448/EU van de Commissie van 5 september 2013 betreffende nationale uitvoeringsmaatregelen voor de voorlopige kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 240 van 7.9.2013, blz. 27).
(4) Besluit 2010/2/EU van de Commissie van 24 december 2009 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico (PB L 1 van 5.1.2010, blz. 10).
(5) Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).
(6) COM(2014) 15 final/2 van 28 januari 2014.
BIJLAGE
Bedrijfstakken en deeltakken die overeenkomstig artikel 10 bis, lid 13, van Richtlijn 2003/87/EG worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico
1. OP BASIS VAN DE CRITERIA VAN ARTIKEL 10 bis, LEDEN 15 EN 16, VAN RICHTLIJN 2003/87/EG
1.1. Op NACE-4-niveau
NACE-code |
Omschrijving |
Overeenkomstig criterium |
0510 |
Winning van steenkool |
C |
0610 |
Winning van aardolie |
C |
0620 |
Winning van aardgas |
C |
0710 |
Winning van ijzererts |
C |
0729 |
Winning van andere non-ferrometaalertsen |
C |
0891 |
Winning van mineralen voor de chemische en de kunstmestindustrie |
C |
0893 |
Zoutwinning |
A |
0899 |
Overige winning van delfstoffen, n.e.g. |
A, C |
1020 |
Verwerking en conservering van vis en van schaal- en weekdieren |
C |
1041 |
Vervaardiging van oliën en vetten |
C |
1062 |
Vervaardiging van zetmeel en zetmeelproducten |
A |
1081 |
Vervaardiging van suiker |
A |
1086 |
Vervaardiging van gehomogeniseerde voedingspreparaten en dieetvoeding |
C |
1101 |
Vervaardiging van gedistilleerde dranken door distilleren, rectificeren en mengen |
C |
1102 |
Vervaardiging van wijn uit druiven |
C |
1104 |
Vervaardiging van andere niet-gedistilleerde gegiste dranken |
A |
1310 |
Bewerken en spinnen van textielvezels |
C |
1320 |
Weven van textiel |
C |
1391 |
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen |
C |
1392 |
Vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding |
C |
1393 |
Vervaardiging van vloerkleden en tapijt |
C |
1394 |
Vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten |
C |
1395 |
Vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, exclusief kleding |
C |
1396 |
Vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel |
C |
1399 |
Vervaardiging van andere textielproducten, n.e.g. |
C |
1411 |
Vervaardiging van kleding van leer |
C |
1412 |
Vervaardiging van werkkleding |
C |
1413 |
Vervaardiging van andere bovenkleding |
C |
1414 |
Vervaardiging van onderkleding |
C |
1419 |
Vervaardiging van andere kleding en toebehoren |
C |
1420 |
Vervaardiging van artikelen van bont |
C |
1431 |
Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken |
C |
1439 |
Vervaardiging van andere gebreide en gehaakte kleding |
C |
1511 |
Looien en bereiden van leer; bereiden en verven van bont |
C |
1512 |
Vervaardiging van koffers, tassen en dergelijke en van zadel- en tuigmakerswerk |
C |
1520 |
Vervaardiging van schoeisel |
C |
1622 |
Vervaardiging van parketvloeren |
C |
1629 |
Vervaardiging van andere artikelen van hout; vervaardiging van artikelen van kurk, riet of vlechtwerk |
C |
1711 |
Vervaardiging van pulp |
A, C |
1712 |
Vervaardiging van papier en karton |
A |
1724 |
Vervaardiging van behangpapier |
C |
1910 |
Vervaardiging van cokesovenproducten |
A, C |
1920 |
Vervaardiging van geraffineerde aardolieproducten |
A |
2012 |
Vervaardiging van kleurstoffen en pigmenten |
C |
2013 |
Vervaardiging van andere anorganische chemische basisproducten |
A, C |
2014 |
Vervaardiging van andere organische chemische basisproducten |
A, C |
2015 |
Vervaardiging van kunstmeststoffen en stikstofverbindingen |
A, B |
2016 |
Vervaardiging van kunststoffen in primaire vormen |
C |
2017 |
Vervaardiging van synthetische rubber in primaire vormen |
C |
2020 |
Vervaardiging van verdelgingsmiddelen en van andere chemische producten voor de landbouw |
C |
2042 |
Vervaardiging van parfums en toiletartikelen |
C |
2053 |
Vervaardiging van etherische oliën |
C |
2059 |
Vervaardiging van andere chemische producten, n.e.g. |
C |
2060 |
Vervaardiging van synthetische en kunstmatige vezels |
C |
2110 |
Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen |
C |
2120 |
Vervaardiging van farmaceutische producten |
C |
2211 |
Vervaardiging van binnen- en buitenbanden van rubber; loopvlakvernieuwing |
C |
2219 |
Vervaardiging van andere producten van rubber |
C |
2311 |
Vervaardiging van vlakglas |
A |
2313 |
Vervaardiging van holglas |
A |
2314 |
Vervaardiging van glasvezels |
A/C (1) |
2319 |
Vervaardiging en bewerking van ander glas (inclusief technisch glaswerk) |
C |
2320 |
Vervaardiging van vuurvaste producten |
C |
2331 |
Vervaardiging van keramische tegels en plavuizen |
A, C |
2341 |
Vervaardiging van huishoudelijk en sieraardewerk |
C |
2342 |
Vervaardiging van sanitair aardewerk |
C |
2343 |
Vervaardiging van isolatoren en isolatiemateriaal, van keramische stoffen |
C |
2344 |
Vervaardiging van ander technisch aardewerk |
C |
2349 |
Vervaardiging van andere keramische producten |
C |
2351 |
Vervaardiging van cement |
B |
2352 |
Vervaardiging van kalk en gips |
B |
2370 |
Houwen, bewerken en afwerken van natuursteen |
C |
2391 |
Vervaardiging van schuur-, slijp- en polijstmiddelen |
C |
2410 |
Vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen |
A |
2420 |
Vervaardiging van buizen, pijpen, holle profielen en fittings daarvoor, van staal |
C |
2431 |
Koudtrekken van staven |
C |
2441 |
Productie van edelmetalen |
C |
2442 |
Productie van aluminium |
A, C |
2443 |
Productie van lood, zink en tin |
A |
2444 |
Productie van koper |
C |
2445 |
Productie van andere non-ferrometalen |
C |
2446 |
Bewerking van splijt- en kweekstoffen |
A, C |
2540 |
Vervaardiging van wapens en munitie |
C |
2571 |
Vervaardiging van scharen, messen, bestekken, enz. |
C |
2572 |
Vervaardiging van hang- en sluitwerk |
C |
2573 |
Vervaardiging van gereedschap |
C |
2594 |
Vervaardiging van bouten, schroeven en moeren |
C |
2599 |
Vervaardiging van andere producten van metaal, n.e.g. |
C |
2611 |
Vervaardiging van elektronische onderdelen |
C |
2612 |
Vervaardiging van elektronische printplaten |
C |
2620 |
Vervaardiging van computers en randapparatuur |
C |
2630 |
Vervaardiging van communicatieapparatuur |
C |
2640 |
Vervaardiging van consumentenelektronica |
C |
2651 |
Vervaardiging van meet-, controle- en navigatie-instrumenten en -apparatuur |
C |
2652 |
Vervaardiging van uurwerken |
C |
2660 |
Vervaardiging van bestralingsapparatuur en van elektromedische en elektrotherapeutische apparatuur |
C |
2670 |
Vervaardiging van optische instrumenten en van foto- en filmapparatuur |
C |
2680 |
Vervaardiging van magnetische en optische media |
C |
2711 |
Vervaardiging van elektromotoren en van elektrische generatoren en transformatoren |
C |
2712 |
Vervaardiging van schakel- en verdeelinrichtingen |
C |
2720 |
Vervaardiging van batterijen en accumulatoren |
C |
2731 |
Vervaardiging van kabels van optische vezels |
C |
2732 |
Vervaardiging van andere elektrische en elektronische kabels |
C |
2733 |
Vervaardiging van schakelaars, stekkers, stopcontacten e.d. |
C |
2740 |
Vervaardiging van elektrische verlichtingsbenodigdheden |
C |
2751 |
Vervaardiging van elektrische huishoudapparaten |
C |
2752 |
Vervaardiging van niet-elektrische huishoudapparaten |
C |
2790 |
Vervaardiging van andere elektrische apparatuur |
C |
2811 |
Vervaardiging van motoren en turbines, exclusief motoren voor luchtvaartuigen, motorvoertuigen en bromfietsen |
C |
2812 |
Vervaardiging van hydraulische apparatuur |
C |
2813 |
Vervaardiging van andere pompen en compressoren |
C |
2814 |
Vervaardiging van andere kranen en dergelijke artikelen |
C |
2815 |
Vervaardiging van tandwielen, lagers en andere drijfwerkelementen |
C |
2821 |
Vervaardiging van ovens en branders |
C |
2822 |
Vervaardiging van hijs-, hef- en transportwerktuigen |
C |
2823 |
Vervaardiging van kantoormachines en -uitrusting (exclusief computers en randapparatuur) |
C |
2824 |
Vervaardiging van elektrisch handgereedschap |
C |
2825 |
Vervaardiging van machines en apparaten voor de koeltechniek en de klimaatregeling, voor niet-huishoudelijk gebruik |
C |
2829 |
Vervaardiging van andere machines en apparaten voor algemeen gebruik, n.e.g. |
C |
2830 |
Vervaardiging van machines en werktuigen voor de landbouw en de bosbouw |
C |
2841 |
Vervaardiging van machines voor de metaalbewerking |
C |
2849 |
Vervaardiging van andere gereedschapswerktuigen |
C |
2891 |
Vervaardiging van machines voor de metallurgie |
C |
2892 |
Vervaardiging van machines voor de winning van delfstoffen en voor de bouw |
C |
2893 |
Vervaardiging van machines voor de productie van voedings- en genotmiddelen |
C |
2894 |
Vervaardiging van machines voor de productie van textiel, kleding en leer |
C |
2895 |
Vervaardiging van machines voor de productie van papier en karton |
C |
2896 |
Vervaardiging van machines voor de kunststof- en rubberindustrie |
C |
2899 |
Vervaardiging van andere machines, apparaten en werktuigen voor specifieke doeleinden, n.e.g. |
C |
2910 |
Vervaardiging van auto's |
C |
2931 |
Vervaardiging van elektrische en elektronische benodigdheden voor auto's |
C |
3011 |
Bouw van schepen en drijvend materieel |
C |
3012 |
Bouw van plezier- en sportvaartuigen |
C |
3030 |
Vervaardiging van lucht- en ruimtevaartuigen en van toestellen in verband daarmee |
C |
3091 |
Vervaardiging van motorfietsen |
C |
3092 |
Vervaardiging van fietsen en invalidenwagens |
C |
3099 |
Vervaardiging van andere transportmiddelen, n.e.g. |
C |
3109 |
Vervaardiging van andere meubelen |
C |
3211 |
Slaan van munten |
C |
3212 |
Bewerken van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen |
C |
3213 |
Vervaardiging van imitatiesieraden en dergelijke artikelen |
C |
3220 |
Vervaardiging van muziekinstrumenten |
C |
3230 |
Vervaardiging van sportartikelen |
C |
3240 |
Vervaardiging van spellen en speelgoed |
C |
3250 |
Vervaardiging van medische en tandheelkundige instrumenten en benodigdheden |
C |
3291 |
Vervaardiging van borstelwaren |
C |
3299 |
Overige industrie, n.e.g. |
C |
1.2. Op CPA- of Prodcom-niveau
CPA of Prodcom |
Omschrijving |
Overeenkomstig criterium |
081221 |
Kaolien en andere kaolienhoudende klei |
C |
08122250 |
Gewone klei en schalie, voor het bouwbedrijf (excl. bentoniet, vuurvaste klei, geëxpandeerde klei, kaolien en kaolienhoudende klei); andalusiet, kyaniet en sillimaniet; mulliet; chamotte- en dinasaardemulliet |
C |
10311130 |
Aardappelen, bereid of verduurzaamd, bevroren (incl. aardappelen, voorgebakken of gebakken in olie en vervolgens bevroren) (excl. bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur) |
A |
10311300 |
Meel, gries, poeder, vlokken, korrels en pellets, van gedroogde aardappelen |
A |
10391725 |
Tomatenpuree en tomatenpasta, geconcentreerd |
C |
105121 |
Mageremelkpoeder |
C |
105122 |
Vollemelkpoeder |
C |
105153 |
Caseïne |
C |
105154 |
Lactose (melksuiker) en melksuikerstroop |
C |
10515530 |
Wei en gewijzigde wei, in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, ook indien ingedikt of met toegevoegde zoetstoffen |
A, C |
108211 |
Cacaopasta, ook indien ontvet |
C |
108212 |
Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie |
C |
108213 |
Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
C |
10891334 |
Bakkersgist |
C |
20111150 |
Waterstof |
B |
20111160 |
Stikstof |
B |
20111170 |
Zuurstof |
B |
203021 |
Bereide pigmenten, opacifieermiddelen en verfstoffen, verglaasbare samenstellingen, engobes, vloeibare glansmiddelen en dergelijke preparaten; glasfritten |
C |
239914 |
Kunstmatig grafiet; colloïdaal en semi-colloïdaal grafiet; preparaten op basis van grafiet of van andere koolstof, in de vorm van halffabrikaten |
C |
23991910 |
Slakkenwol, steenwol en dergelijke minerale wol, ook indien onderling vermengd, in bulk, in bladen of op rollen |
A |
23991920 |
Geëxpandeerd vermiculiet, geëxpandeerde klei, slakkenschuim en dergelijke geëxpandeerde minerale producten, ook indien onderling vermengd |
A |
25501134 |
Gesmede delen van ijzer of van staal, voor drijfwerkassen, nokkenassen, krukassen en krukken enz. |
A, C |
Op grond van de volgende criteria worden bedrijfstakken geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico:
A |
: |
criterium van artikel 10 bis, lid 15, van Richtlijn 2003/87/EG; |
B |
: |
criterium van artikel 10 bis, lid 16, onder a), van Richtlijn 2003/87/EG; |
C |
: |
criterium van artikel 10 bis, lid 16, onder b), van Richtlijn 2003/87/EG. |
2. OP BASIS VAN DE CRITERIA VAN ARTIKEL 10 bis, LID 17, VAN RICHTLIJN 2003/87/EG
NACE-code |
Omschrijving |
1106 |
Vervaardiging van mout |
1330 |
Textielveredeling |
2332 |
Vervaardiging van bakstenen, tegels en producten voor de bouw, van gebakken klei |
2362 |
Vervaardiging van artikelen van gips voor de bouw |
2451 |
Gieten van ijzer |
2453 |
Gieten van lichte metalen |
(1) De bedrijfstak „Vervaardiging van glasvezels” wordt omschreven door twee CPA-codes: „23.14.11 Lonten, rovings en garens, ook indien gesneden, van glasvezels” en „23.14.11 Vliezen, netten, matten, matrassen, platen en dergelijke niet-geweven producten van glasvezels”. Op NACE-4-niveau voldoet de bedrijfstak niet aan de criteria van artikel 10 bis, leden 15 en 16, van Richtlijn 2003/87/EG. Deeltak 23.14.11 voldoet echter aan het criterium van artikel 10 bis, lid 16, onder b), en deeltak 23.14.12 voldoet aan het criterium van artikel 10 bis, lid 15. Aangezien beide CPA-codes de gehele bedrijfstak „Vervaardiging van glasvezels” bestrijken, wordt hij gemakshalve toegevoegd aan de lijst op NACE-4-niveau.