EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0385

Besluit 2014/385/GBVB van de Raad van 23 juni 2014 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de mensenrechten

PB L 183 van 24.6.2014, p. 66–69 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/02/2015

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/385/oj

24.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 183/66


BESLUIT 2014/385/GBVB VAN DE RAAD

van 23 juni 2014

houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de mensenrechten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2, en artikel 33,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 25 juni 2012 heeft de Raad het strategisch kader van de Europese Unie voor mensenrechten en democratie en het actieplan van de Europese Unie voor mensenrechten en democratie vastgesteld.

(2)

Op 25 juli 2012 heeft de Raad Besluit 2012/440/GBVB (1) vastgesteld, waarbij de heer Stavros LAMBRINIDIS is benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de mensenrechten. Zijn mandaat eindigt op 30 juni 2014.

(3)

Het mandaat van de SVEU dient met 8 maanden te worden verlengd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Speciaal vertegenwoordiger van de Europese Unie

Het mandaat van de heer Stavros LAMBRINIDIS als SVEU voor de mensenrechten wordt verlengd tot en met 28 februari 2015. De Raad kan besluiten om het mandaat van de SVEU eerder te beëindigen, op basis van een beoordeling door het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en een voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).

Artikel 2

Beleidsdoelstellingen

Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Unie met betrekking tot de mensenrechten, als verankerd in het Verdrag, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, het strategisch kader van de Europese Unie voor mensenrechten en democratie en het actieplan van de Europese Unie voor mensenrechten en democratie:

a)

het vergroten van de doeltreffendheid, de aanwezigheid en de zichtbaarheid van de Unie bij het beschermen en bevorderen van de mensenrechten in de wereld door met name de samenwerking en de politieke dialoog van de Unie met derde landen, relevante partners, het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld, internationale en regionale organisaties te verdiepen, en door in de betrokken internationale fora op te treden;

b)

het vergroten van de bijdrage van de Unie aan de versterking van de democratie, de institutionele opbouw, de rechtsstaat, goed bestuur en de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden overal in de wereld;

c)

het verbeteren van de samenhang in het optreden van de Unie op gebied van mensenrechten en de integratie van de mensenrechten in alle sectoren van het externe optreden van de Unie.

Artikel 3

Mandaat

Ter verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen krijgt de SVEU het mandaat om:

a)

bij te dragen tot de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de Unie, in het bijzonder het strategisch kader van de Europese Unie voor mensenrechten en democratie en het actieplan van de Europese Unie voor mensenrechten en democratie, onder meer door in dat opzicht aanbevelingen te formuleren;

b)

bij te dragen tot de toepassing van de richtsnoeren, instrumenten en actieplannen van de Unie met betrekking tot de mensenrechten en het internationaal humanitair recht;

c)

de mensenrechtendialoog met overheidsinstanties in derde landen en internationale en regionale organisaties, alsook met maatschappelijke organisaties en andere relevante actoren te versterken om de doeltreffendheid en de zichtbaarheid van het mensenrechtenbeleid van de Unie te waarborgen;

d)

bij te dragen tot een grotere samenhang en consistentie van de beleidsmaatregelen en acties van de Unie op het gebied van de bescherming en bevordering van de mensenrechten door met name een eigen inbreng te leveren voor de formulering van beleidsmaatregelen van de Unie ter zake.

Artikel 4

Uitvoering van het mandaat

1.   De SVEU is onder het gezag van de HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

2.   Het PVC onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.

3.   De SVEU werkt volledig samen met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de bevoegde afdelingen daarvan om de samenhang en de consistentie van hun respectieve werkzaamheden op het gebied van de mensenrechten te verzekeren.

Artikel 5

Financiering

1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 28 februari 2015 bedraagt 550 000 EUR.

2.   Het financieel referentiebedrag voor de daaropvolgende periode voor de SVEU voor de mensenrechten wordt door de Raad vastgesteld.

3.   De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

4.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

Artikel 6

Vorming en samenstelling van het team

1.   Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor de vorming van een team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU brengt de Raad en de Commissie steeds onmiddellijk op de hoogte van de samenstelling van het team.

2.   De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. Het salaris van gedetacheerd personeel komt ten laste van respectievelijk de betrokken lidstaat, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO. Deskundigen die door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO zijn gedetacheerd, kunnen eveneens aan de SVEU worden toegewezen. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een lidstaat hebben.

3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat, instelling van de Unie of van de EDEO, en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.

Artikel 7

Beveiliging van gerubriceerde EU-informatie

De SVEU en de leden van zijn team leven de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen na die zijn vastgelegd in Besluit 2013/488/EU van de Raad (2).

Artikel 8

Toegang tot informatie en logistieke steun

1.   De lidstaten, de Commissie, de EDEO en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

2.   De delegaties van de Unie en de diplomatieke vertegenwoordigingen van de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen de SVEU logistieke steun.

Artikel 9

Beveiliging

Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder het gezag van de SVEU staat, in overeenstemming met het mandaat en op basis van de veiligheidssituatie in het betrokken land, met name:

a)

opstellen van een specifiek veiligheidsplan op basis van richtsnoeren van de EDEO, dat onder meer specifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het geografisch gebied, het beheer van veiligheidsincidenten en een nood- en evacuatieplan van de missie behelst;

b)

ervoor zorgen dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het geografisch gebied afgestemde verzekering tegen grote risico's;

c)

ervoor zorgen dat alle buiten de Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het geografisch gebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten, gebaseerd op de risicoklasse waarin dat gebied is ingedeeld;

d)

ervoor zorgen dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en aan de HV, de Raad, en de Commissie schriftelijk verslag uitbrengen over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties in het kader van het voortgangsverslag en het verslag over de uitvoering van het mandaat.

Artikel 10

Verslagen

De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de bevoegde werkgroepen van de Raad, met name de werkgroep voor de mensenrechten. De geregelde verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. De SVEU kan de Raad Buitenlandse Zaken verslagen voorleggen. Overeenkomstig artikel 36 van het Verdrag kan de SVEU worden ingeschakeld bij de informatieverstrekking aan het Europees Parlement.

Artikel 11

Coördinatie

1.   De SVEU draagt bij tot de eenheid, de samenhang en de doeltreffendheid van het optreden van de Unie en helpt ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie en van de lidstaten op consistente wijze worden ingezet om de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. De SVEU werkt samen met de lidstaten en de Commissie en, in voorkomend geval, met andere speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie. De SVEU verstrekt regelmatig informatie aan de missies van de lidstaten en aan de delegaties van de Unie.

2.   Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met de hoofden van de delegaties van de Unie, de missiehoofden van de lidstaten en, in voorkomend geval, de hoofden/commandanten van missies en operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid en andere speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie, die alles doen wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van het mandaat.

3.   De SVEU onderhoudt tevens contacten en streeft naar complementariteit en synergieën met andere internationale en regionale actoren, zowel op het hoofdkwartier als op het terrein. De SVEU streeft zowel op het hoofdkwartier als op het terrein naar regelmatige contacten met maatschappelijke organisaties.

Artikel 12

Evaluatie

De toepassing van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. De SVEU legt de HV, de Raad en de Commissie vóór eind november 2014 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor.

Artikel 13

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van 1 juli 2014.

Gedaan te Luxemburg, 23 juni 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 200 van 27.7.2012, blz. 21.

(2)  Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).


Top