This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014D0367
2014/367/EU: Commission Implementing Decision of 16 June 2014 amending Council Directive 2002/56/EC as regards the date laid down in Article 21(3) until which Member States are authorised to extend the validity of decisions concerning equivalence of seed potatoes from third countries (notified under document C(2014) 3877) Text with EEA relevance
2014/367/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 16 juni 2014 tot wijziging van Richtlijn 2002/56/EG van de Raad wat betreft de in artikel 21, lid 3, vermelde datum tot wanneer de lidstaten de geldigheidsduur van besluiten betreffende de gelijkwaardigheid van pootaardappelen uit derde landen mogen verlengen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 3877) Voor de EER relevante tekst
2014/367/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 16 juni 2014 tot wijziging van Richtlijn 2002/56/EG van de Raad wat betreft de in artikel 21, lid 3, vermelde datum tot wanneer de lidstaten de geldigheidsduur van besluiten betreffende de gelijkwaardigheid van pootaardappelen uit derde landen mogen verlengen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 3877) Voor de EER relevante tekst
PB L 178 van 18.6.2014, p. 26–26
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
18.6.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 178/26 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 16 juni 2014
tot wijziging van Richtlijn 2002/56/EG van de Raad wat betreft de in artikel 21, lid 3, vermelde datum tot wanneer de lidstaten de geldigheidsduur van besluiten betreffende de gelijkwaardigheid van pootaardappelen uit derde landen mogen verlengen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 3877)
(Voor de EER relevante tekst)
(2014/367/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (1), en met name artikel 21, lid 3, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Richtlijn 2002/56/EG is bepaald dat de lidstaten met ingang van bepaalde data niet meer zelf mogen vaststellen dat in derde landen geoogste pootaardappelen gelijkwaardig zijn aan pootaardappelen die in de Unie zijn geoogst en aan die richtlijn voldoen. |
(2) |
Aangezien de werkzaamheden voor de vaststelling van de gelijkwaardigheid voor de Unie van pootaardappelen uit alle betrokken derde landen nog niet waren voltooid, werden de lidstaten bij Richtlijn 2002/56/EG evenwel gemachtigd de geldigheidsduur van de besluiten betreffende de gelijkwaardigheid, die reeds waren genomen voor pootaardappelen uit bepaalde derde landen waarvoor de gelijkwaardigheid voor de Unie niet van toepassing is, tot en met 31 maart 2014 te verlengen. Deze datum is gekozen in verband met het einde van het verkoopseizoen van pootaardappelen. |
(3) |
Aangezien deze werkzaamheden nog steeds niet zijn voltooid en het nieuwe verkoopseizoen eind 2014 zal beginnen, is het noodzakelijk de lidstaten te machtigen de geldigheidsduur van hun nationale gelijkwaardigheidsbesluiten te verlengen. |
(4) |
Richtlijn 2002/56/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 21, lid 3, eerste alinea, van Richtlijn 2002/56/EG wordt „31 maart 2014” vervangen door „31 maart 2017”.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 16 juni 2014.
Voor de Commissie
Tonio BORG
Lid van de Commissie
(1) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60.