EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0021

Besluit 2014/21/GBVB van de Raad van 20 januari 2014 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

PB L 15 van 20.1.2014, p. 22–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/21(1)/oj

20.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 15/22


BESLUIT 2014/21/GBVB VAN DE RAAD

van 20 januari 2014

houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 juli 2010 heeft de Raad Besluit 2010/413/GBVB (1) betreffende beperkende maatregelen tegen Iran vastgesteld.

(2)

Op 24 november 2013 hebben China, Frankrijk, Duitsland, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, gesteund door de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, met Iran overeenstemming bereikt over een gezamenlijk actieplan waarin wordt geschetst hoe een alomvattende langetermijnoplossing voor de Iraanse nucleaire kwestie zou moeten worden bereikt. Overeengekomen is dat het proces dat tot deze alomvattende oplossing moet leiden, als een eerste stap, initiële, wederzijds overeengekomen maatregelen dient te omvatten die door beide partijen voor een duur van zes maanden worden genomen en met wederzijdse instemming kunnen worden verlengd.

(3)

In het kader van deze eerste stap zou Iran een aantal vrijwillige maatregelen treffen die gespecificeerd zijn in het gezamenlijk actieplan. In ruil zouden een aantal vrijwillige maatregelen getroffen worden, die, wat de Unie betreft, de schorsing zouden inhouden van de onderstaande beperkende maatregelen: het verbod op het aanbieden van verzekeringen en herverzekeringen en het vervoeren van Iraanse ruwe olie, het verbod op het invoeren, aanschaffen of vervoeren van Iraanse petrochemische producten en op de verstrekking van daarmee verband houdende diensten, en het verbod op de handel in goud en edele metalen met de regering van Iran, haar overheidsinstanties en de Centrale Bank van Iran, of met namens hen optredende personen en entiteiten. De schorsing van die beperkende maatregelen zou voor een duur van zes maanden moeten gelden, waarin de desbetreffende overeenkomsten zouden moeten worden uitgevoerd.

(4)

Bovendien voorziet het gezamenlijk actieplan in een vertienvoudiging van de maxima voor overdrachten van middelen naar en uit Iran waarvoor toestemming moet worden verleend.

(5)

Voor de uitvoering van een aantal in dit besluit genoemde maatregelen is een nader optreden van de Unie vereist.

(6)

Besluit 2010/413/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In Besluit 2010/413/GBVB wordt het volgende artikel ingevoegd:

"Artikel 26 bis

1.   Het verbod in artikel 3 bis, lid 1, wordt geschorst tot en met 20 juli 2014 wat betreft het vervoer van Iraanse ruwe olie.

2.   Het verbod in artikel 3 bis, lid 2, wordt geschorst tot en met 20 juli 2014 wat betreft het verschaffen van verzekeringen en herverzekeringen verwant aan de invoer, de aanschaf of het vervoer van Iraanse ruwe olie.

3.   Het verbod in artikel 3 ter wordt geschorst tot en met 20 juli 2014.

4.   Het verbod in artikel 4 quater wordt geschorst tot en met 20 juli 2014 wat betreft goud en edele metalen.

5.   In artikel 10, lid 3, worden de punten a), b) en c) tot en met 20 juli 2014 vervangen door:

"a)

overdrachten van middelen die verschuldigd zijn uit hoofde van transacties met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of voor landbouw- of humanitaire doeleinden van minder dan 1 000 000 EUR, alsmede overdrachten van middelen met betrekking tot persoonlijke geldtransacties ten bedrage van minder dan 400 000 EUR worden verricht zonder voorafgaande toestemming. De overdracht wordt aan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat gemeld indien het om meer dan 10 000 EUR gaat;

b)

overdrachten van middelen die verschuldigd zijn uit hoofde van transacties met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of voor landbouw- of humanitaire doeleinden van meer dan 1 000 000 EUR, alsmede overdrachten van middelen met betrekking tot persoonlijke geldtransacties ten bedrage van meer dan 400 000 EUR worden verricht met voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten in kennis van elke toestemming die hij verleent;

c)

voor alle overige overdrachten ten bedrage van meer dan 100 000 EUR is de voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vereist. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten in kennis van elke toestemming die hij verleent.".

6.   In artikel 10, lid 4, worden de punten b) en c) tot en met 20 juli 2014 vervangen door:

"b)

alle overige overdrachten ten bedrage van minder dan 400 000 EUR worden zonder voorafgaande toestemming verricht. De overdracht wordt aan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat gemeld indien het om meer dan 10 000 EUR gaat;

c)

voor alle overige overdrachten ten bedrage van meer dan 400 000 EUR is de voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vereist. Indien de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat binnen een termijn van vier weken geen bezwaar heeft gemaakt, wordt de toestemming geacht te zijn verleend. De betrokken lidstaat stelt de overige lidstaten in kennis van iedere geweigerde toestemming.".

7.   De verboden in artikel 18 ter worden geschorst tot en met 20 juli 2014.

8.   De in artikel 20, lid 1, punten b) en c), en in artikel 20, lid 2, genoemde maatregelen tegen het ministerie van Olie, dat vermeld staat in bijlage II, worden tot en met 20 juli 2014 geschorst, voor zover dat nodig is voor de uitvoering, tot en met 20 juli 2014, van de overeenkomsten betreffende de invoer of aankoop van Iraanse petrochemische producten.".

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 20 januari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 195 van 27.7.2010, blz. 39.


Top