5.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 263/9

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 (2) is voorzien in financiële bijstand van de Unie aan producentenorganisaties voor groenten en fruit.

(2)

Het Gerecht heeft in zijn arrest van 30 mei 2013 in de gevoegde zaken T-454/10 en T-482/11 (3) artikel 52, lid 2 bis, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie (4) en het overeenkomstige artikel 50, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 met betrekking tot de berekening van de waarde van de afgezette productie van voor verwerking bestemde groenten en fruit nietig verklaard. Het Gerecht heeft eveneens artikel 60, lid 7, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 inzake de subsidiabiliteit van acties in het kader van operationele programma’s, met betrekking tot investeringen en acties die verband houden met de verwerking van groenten en fruit tot verwerkte groenten en fruit nietig verklaard.

(3)

Met het arrest van het Gerecht zijn de gevolgen van de bepaling inzake de berekening van de waarde van de afgezette productie slechts gehandhaafd voor zover de betreffende betalingen op de datum waarop het arrest is gewezen, reeds zijn uitgevoerd. Bijgevolg hebben de lidstaten mogelijk betalingen opgeschort in afwachting van de vaststelling van nieuwe voorschriften ter vervanging van de nietig verklaarde voorschriften of in afwachting van de opschortende werking van een beroep.

(4)

De Commissie heeft besloten beroep aan te tekenen tegen de uitspraak van het Gerecht in de bovengenoemde gevallen. Het beroep is op 12 augustus 2013 ingesteld bij het Hof van de Europese Unie. In afwachting van de uitspraak van het Hof in het beroep, en tenzij anders wordt bepaald door het Hof, worden de gevolgen van de uitspraak van het Gerecht opgeschort.

(5)

In artikel 70 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 is bepaald dat de steun aan de producentenorganisaties uiterlijk op 15 oktober van het jaar volgende op het jaar van uitvoering van het operationele programma dient te worden betaald. Als de steun na die datum wordt betaald, moeten verlagingen overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 883/2006 van de Commissie (5) worden toegepast.

(6)

Bijgevolg moeten de lidstaten een langere termijn krijgen voor de betaling van de financiële bijstand van de Unie voor de betrokken operationele programma’s van het uitvoeringsjaar 2012, omdat bepaalde lidstaten de verwerking van betalingsaanvragen mogelijk hebben opgeschort in de periode voordat de Commissie beroep heeft aangetekend.

(7)

Daarom moet Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,