Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0877

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 877/2013 van de Commissie van 27 juni 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 473/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone

PB L 244 van 13.9.2013, p. 23–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 22/07/2020

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2013/877/oj

13.9.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/23


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 877/2013 VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 2013

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 473/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 473/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone (1), en met name artikel 10, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 473/2013 stelt voor lidstaten die de euro als munt hebben en waartegen een buitensporigtekortprocedure loopt, nauwlettendere monitoring in middels bijkomende rapportagevereisten die gericht zijn op preventie en vroegtijdige correctie van alle afwijkingen van de aanbevelingen van de Raad of de besluiten van de Raad tot aanmaning om het buitensporig tekort te corrigeren.

(2)

Een dergelijke monitoring vult de bestaande rapportageverplichtingen aan die zijn vastgesteld in artikel 3, lid 4, onder a), en artikel 5, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (2), die vereisen dat een lidstaat waartegen een buitensporigtekortprocedure loopt en die het voorwerp is van een aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 7, van het Verdrag of een aanmaning overeenkomstig artikel 126, lid 9, van het Verdrag, aan de Raad en de Commissie verslag uitbrengt over de actie die is ondernomen om het buitensporig tekort te corrigeren. Dat verslag bevat de doelstellingen voor de overheidsuitgaven en -ontvangsten en voor de discretionaire maatregelen aan zowel de uitgavenzijde als de ontvangstenzijde die stroken met de aanbeveling van de Raad, alsook informatie over de genomen maatregelen en over de aard van de voorgenomen maatregelen om de doelstellingen te bereiken.

(3)

Verordening (EU) nr. 473/2013 vult deze initiële rapportagevereiste aan door een frequentere rapportage te vereisen van lidstaten die de euro als munt hebben en waartegen een buitensporigtekortprocedure loopt. Die moeten, als zij het voorwerp zijn van een aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 7, VWEU om de zes maanden, en als zij het voorwerp zijn van een besluit van de Raad tot aanmaning overeenkomstig artikel 126, lid 9, VWEU om de drie maanden, aan de Commissie en het Economisch en Financieel Comité (EFC) verslag uitbrengen over de actie die is ondernomen om het buitensporig tekort te corrigeren. De rapportage moet, voor de overheid en de subsectoren ervan, betrekking hebben op de begrotingsuitvoering in de loop van het jaar, de budgettaire impact van zowel aan de uitgaven- als aan de inkomstenzijde genomen discretionaire maatregelen, de doelstellingen voor de overheidsuitgaven en -inkomsten en informatie over de vastgestelde maatregelen en de aard van de maatregelen die overwogen worden om de doelstellingen te bereiken. Met behulp van deze frequentere rapportage kunnen de Commissie en het EFC doorlopend monitoren of de betrokken lidstaat zijn buitensporig tekort volgens plan corrigeert.

(4)

Volgens artikel 10, lid 3, van Verordening (EU) nr. 473/2013 moet de inhoud van deze bijkomende rapportage door de Commissie worden bepaald. Deze gedelegeerde handeling verschaft een duidelijk kader voor de informatie die moet worden gerapporteerd door de lidstaten die de euro als munt hebben en waartegen een buitensporigtekortprocedure loopt. De bij deze gedelegeerde verordening ingestelde rapportage zal een gestructureerd en geharmoniseerd overzicht verschaffen van de budgettaire situatie van de betrokken lidstaat. Het verslag moet jaar- en kwartaalgegevens bevatten om informatie over de aan de gang zijnde correctie te verschaffen. De gegevens moeten op kasbasis en op transactiebasis (volgens het Europees systeem van nationale rekeningen ESR) worden gerapporteerd om een beter inzicht in de dynamiek van de budgettaire situatie te geven. Aangezien een buitensporigtekortprocedure kan zijn ingeleid wegens niet-naleving van de referentiewaarde in het Verdrag voor het tekort of de schuldquote of beide, moeten de ontwikkeling van de hoofdcomponenten van het overheidstekort en de schuldontwikkelingen worden gerapporteerd.

(5)

Op grond van deze gedelegeerde handeling gerapporteerde reële gegevens moeten in overeenstemming zijn met in de context van de buitensporigtekortprocedure aan Eurostat gerapporteerde gegevens,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt specificaties vast betreffende de inhoud van de verslagen waarom de lidstaten kunnen worden verzocht die de euro als munt hebben en waartegen een buitensporigtekortprocedure loopt.

Artikel 2

Structuur en inhoud van de rapportage

1.   De verslagen waarvan sprake in artikel 1 hebben de volgende structuur:

reële saldo’s, schuldontwikkelingen en geactualiseerde begrotingsplannen voor de periode van correctie voor de overheid en de subsectoren ervan;

beschrijving en kwantificering van de budgettaire strategie in nominale en structurele termen (cyclische component van het saldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen) om het buitensporig tekort te corrigeren binnen de door de Raad vastgestelde termijn gezien de laatste aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 7, VWEU, of het laatste besluit van de Raad tot aanmaning overeenkomstig artikel 126, lid 9, VWEU, daaronder begrepen gedetailleerde informatie over begrotingsmaatregelen die zijn gepland of reeds zijn genomen om deze doelstellingen te bereiken en de budgettaire impact ervan.

2.   De verslagen bevatten tabellen als vermeld in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 140 van 27.5.2013, blz. 11.

(2)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.


BIJLAGE

Tabellen die moeten worden opgenomen in de verslagen die moeten worden ingediend overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Verordening (EU) nr. 473/2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone

NB: In de onderstaande tabellen heeft jaar t betrekking op het jaar van indiening van het verslag. Rapportage voor de posten in vette letters is verplicht. Het in de context van Richtlijn 2011/85/EU van de Raad (1) overeengekomen conceptuele kader moet worden geïmplementeerd.

Tabel 1a

Driemaandelijkse begrotingsuitvoering tijdens het lopende jaar op kasbasis  (3) voor de overheid en de subsectoren ervan  (4)

Miljoenen EUR

Jaar t (2)

1e kw.

2e kw.

3e kw.

4e kw.

Totale saldo per subsector (6 – 7)

1.

Overheid

 

 

 

 

2.

Centrale overheid

 

 

 

 

3.

Deelstaatoverheid

 

 

 

 

4.

Lagere overheid

 

 

 

 

5.

Wettelijke socialeverzekeringsinstellingen

 

 

 

 

Voor elke subsector (gelieve de subsector te vermelden)

6.

Totale ontvangsten/instromen

 

 

 

 

Waarvan (indicatieve lijst):

Belastingen, waarvan:

 

 

 

 

Directe belastingen

 

 

 

 

Indirecte belastingen, waarvan:

 

 

 

 

Btw

 

 

 

 

Sociale premies

 

 

 

 

Verkopen

 

 

 

 

Andere lopende ontvangsten

 

 

 

 

Kapitaalontvangsten

 

 

 

 

Instromen van transacties in financiële instrumenten

 

 

 

 

7.

Totale uitgaven/uitstromen

 

 

 

 

Waarvan (indicatieve lijst):

Aankoop van goederen en diensten

 

 

 

 

Beloning van werknemers

 

 

 

 

Rente

 

 

 

 

Subsidies

 

 

 

 

Sociale uitkeringen

 

 

 

 

Andere lopende uitgaven

 

 

 

 

Betaalde kapitaaloverdrachten

 

 

 

 

Kapitaalinvesteringen

 

 

 

 

Uitstromen van transacties in financiële instrumenten

 

 

 

 


Tabel 1b

Driemaandelijkse begrotingsuitvoering en -vooruitzichten tijdens het lopende jaar overeenkomstig de ESR-normen en niet seizoensgecorrigeerd  (6) voor de overheid en de subsectoren ervan

De in tabel 1a en 1b verstrekte gegevens van de budgettaire uitvoering moeten consistent zijn; er moet een gedetailleerde aansluitingstabel worden meegedeeld met de methode om van de ene tabel naar de andere over te gaan


Miljoenen EUR

ESR-code

Jaar t (5)

1e kw.

2e kw.

3e kw.

4e kw.

Vorderingenoverschot (+)/vorderingentekort (–)

1.

Overheid  (6)

S.13

 

 

 

 

2.

Centrale overheid

S.1311

 

 

 

 

3.

Deelstaatoverheid

S.1312

 

 

 

 

4.

Lagere overheid

S.1313

 

 

 

 

5.

Wettelijke socialeverzekerings-instellingen

S.1314

 

 

 

 

Voor de overheid (vrijwillig voor de subsectoren)

6.

Totale ontvangsten  (6)

TO

 

 

 

 

Waarvan:

Belastingen op productie en invoer

D.2

 

 

 

 

Belastingen op inkomen, vermogen enz.

D.5

 

 

 

 

Vermogensheffingen

D.91

 

 

 

 

Sociale premies

D.61

 

 

 

 

Inkomen uit vermogen

D.4

 

 

 

 

Andere (7)

 

 

 

 

 

7.

Totale uitgaven  (6)

TU

 

 

 

 

Waarvan:

Beloning van werknemers

D.1

 

 

 

 

Intermediair verbruik

P.2

 

 

 

 

Sociale uitkeringen

D.62, D.632 (8)

 

 

 

 

Rente-uitgaven

D.41

 

 

 

 

Subsidies

D.3

 

 

 

 

Investeringen in vaste activa (bruto) (6)

P.51

 

 

 

 

Kapitaaloverdrachten

D.9

 

 

 

 

Andere (9)

 

 

 

 

 

8.

Brutoschuld  (10)

 

 

 

 

 


Tabel 1c

Jaarlijkse begrotingsdoelstellingen overeenkomstig de ESR-normen voor de overheid en de subsectoren ervan

 

ESR-code

Jaar t – 1

Jaar t

Jaar t + … (11)

Vorderingenoverschot (+) c.q. -tekort (–) per subsector (% bbp)

1.

Overheid

S.13

 

 

 

2.

Centrale overheid

S.1311

 

 

 

3.

Deelstaatoverheid

S.1312

 

 

 

4.

Lagere overheid

S.1313

 

 

 

5.

Wettelijke sociale-verzekeringsinstellingen

S.1314

 

 

 

Overheid (S.13) (% bbp)

6.

Totale ontvangsten

TO

 

 

 

7.

Totale uitgaven

TU

 

 

 

8.

Rente-uitgaven

D.41

 

 

 

9.

Primair saldo  (12)

 

 

 

 

10.

Eenmalige en andere tijdelijke maatregelen  (13)

 

 

 

 

 

 

veranderingsgraad

veranderingsgraad

veranderingsgraad

11.

Reële bbp-groei

 

 

 

 

12.

Potentiële bbp-groei

 

 

 

 

bijdragen:

arbeid

 

 

 

 

kapitaal

 

 

 

 

totale factorproductiviteit

 

 

 

 

 

 

% potentieel bbp

% potentieel bbp

% potentieel bbp

13.

Outputgap

 

 

 

 

14.

Cyclische begrotings-component

 

 

 

 

15.

Conjunctuurgezuiverd saldo (1 – 14)

 

 

 

 

14.

Conjunctuurgezuiverd primair saldo (13 + 6)

 

 

 

 

15.

Structureel saldo (13 – 10)

 

 

 

 


Tabel 2

Doelstellingen voor de uitgaven en ontvangsten van de overheid (S.13) overeenkomstig de ESR-normen

% bbp

ESR-code

Jaar t – 1

Jaar t

Jaar t + 1

Jaar t + … (14)

1.

Doelstelling totale ontvangsten

(= tabel 1c.6)

TO

 

 

 

 

Waarvan:

1.1.

Belastingen op productie en invoer

D.2

 

 

 

 

1.2.

Belastingen op inkomen, vermogen enz.

D.5

 

 

 

 

1.3.

Vermogensheffingen

D.91

 

 

 

 

1.4.

Sociale premies

D.61

 

 

 

 

1.5.

Inkomen uit vermogen

D.4

 

 

 

 

1.6.

Andere  (15)

 

 

 

 

 

p.m.: belastingdruk

(D.2 + D.5 + D.61 + D.91 – D.995) (16)

 

 

 

 

 

2.

Doelstelling totale uitgaven

(= tabel 1c.7)

TU (17)

 

 

 

 

Waarvan:

2.1.

Beloning van werknemers

D.1

 

 

 

 

2.2.

Intermediair verbruik

P.2

 

 

 

 

2.3.

Sociale uitkeringen

D.62, D.6311, D.63121, D.63131 (20)

 

 

 

 

waarvan:

werkloosheidsuitkeringen  (18)

 

 

 

 

 

2.4.

Rente-uitgaven

D.41

 

 

 

 

2.5.

Subsidies

D.3

 

 

 

 

2.6.

Bruto-investeringen in vaste activa

P.51

 

 

 

 

2.7.

Kapitaaloverdrachten

D.9

 

 

 

 

2.8.

Andere  (19)

 

 

 

 

 


Tabel 3a

Door de overheid en de subsectoren zowel aan de uitgaven- als aan de ontvangstenzijde genomen of beoogde begrotingsmaatregelen om de in tabel 2 gepresenteerde doelstellingen te bereiken

Verwachte begrotingsimpact van genomen en beoogde maatregelen (22)

Lijst van maatregelen

Gedetailleerde beschrijving (23)

Doelstelling (uitgaven/ontvangsten)

ESR-code

Boekhoudbeginsel (24)

Stand van zaken betreffende de invoering

Incrementele begrotingsimpact (miljoen EUR) op het jaar

 

t – 1

t

t + 1

t + 2

t + (21)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TOTAAL


Tabel 3b

Driemaandelijkse rapportage in de loop van het jaar over de begrotingsimpact van de in tabel 3a gepresenteerde maatregelen

Lijst van maatregelen (25)

Rapportage in de loop van het jaar over maatregelen die een effect hebben op jaar t (een van de onderstaande mogelijkheden kiezen) (26)

Verwachte jaarlijkse budgettaire impact voor jaar t

(miljoen EUR)

(= Tabel 3a)

Driemaandelijks geregistreerde begrotingsimpact (miljoen EUR) (27)

Cumulatieve geregistreerde begrotingsimpact sinds de start van het jaar (miljoen EUR)

1e kw.

2e kw.

3e kw.

4e kw.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TOTAAL

 

 

 

 

 

 


Tabel 4

Ontwikkelingen en vooruitzichten met betrekking tot de overheidsschuld (S.13)

 

 

Jaar t – 1

Jaar t

Jaar t + … (28)

 

ESR-code

% bbp

% bbp

% bbp

1.

Brutoschuld  (29)

(= Tabel 1b.8 voor de overheid)

 

 

 

 

2.

Mutatie in de brutoschuldquote

 

 

 

 

Bijdragen tot mutaties in de brutoschuld

3.

Primair saldo

(= tabel 1c.9)

 

 

 

 

4.

Rente-uitgaven

(= tabel 1c.8)

D.41

 

 

 

5.

Stock-flow adjustment

 

 

 

 

waarvan:

kas- transverschillen (30)

 

 

 

 

nettoaccumulatie van financiële activa (31)

 

 

 

 

waarvan:

privatiseringsopbrengsten

 

 

 

 

waarderingseffecten en andere (32)

 

 

 

 

p.m.: impliciete rente op schuld  (33) (%)

 

 

 

 

Andere relevante variabelen

6.

Liquide financiële activa (34)

 

 

 

 

7.

Netto financiële schuld

Formula

 

 

 

 

8.

Schuldaflossing (bestaande obligaties) sinds het einde van het voorafgaande jaar

 

 

 

 

9.

Percentage van in buitenlandse valuta luidende schuld (%)

 

 

 

 

10.

Gemiddelde looptijd (jaren)

 

 

 

 

11.

Reële bbp-groei (%)

(= tabel 1c. rij 11)

 

 

 

 


(1)  PB L 306 van 23.11.2011, blz. 41.

(2)  De rapportage is verplicht tot en met het lopende kwartaal. Als de gegevens voor het lopende kwartaal niet beschikbaar zijn, gelieve dan de laatste beschikbare maandgegevens te verstrekken met vermelding van de maand waarop zij betrekking hebben. Voor het totale saldo van de overheid gelieve de informatie te verstrekken tot het laatste beschikbare kwartaal (d.w.z. q – 1). Het normale kwaliteitsborgings- en herzieningsbeleid moet van toepassing zijn.

(3)  Er mogen equivalente cijfers uit de overheidsboekhouding worden verstrekt als geen gegevens op kasbasis beschikbaar zijn; gelieve te vermelden welke boekhoudbasis is gebruikt bij het invullen van de in deze tabel verstrekte informatie.

(4)  In overeenstemming met de overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2011/85/EU te verstrekken informatie.

(5)  De rapportage strekt zich uit tot aan het einde van het lopende jaar t; driemaandelijkse vooruitzichten zijn niet bindend en worden als (mogelijk aan herziening onderworpen) ramingen gerapporteerd voor informatie- en monitoringdoeleinden.

(6)  Voor de overheid moeten de met „(a)” gelabelde posten eveneens in seizoensgecorrigeerde termen worden verstrekt; als de seizoenscorrectie niet door de nationale autoriteiten kan worden verstrekt, zal zij door Eurostat in samenspraak met de betrokken lidstaat worden verricht.

(7)  P.11 + P.12 + P.131 + D.39rec + D.7rec + D.9rec (met uitsluiting van D.91rec).

(8)  Volgens ESA95: D6311_D63121_D63131pay; in ESA2010 D632pay.

(9)  D.29pay + D.4pay (met uitsluiting van D.41pay) + D.5pay + D.7pay + P.52 + P.53 + K.2 + D.8.

(10)  Zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 1).

(11)  Ingevolge het verzoek van de Commissie om de rapportagevereisten te activeren waarin artikel 10, lid 3, van Verordening (EU) nr. 473/2013 voorziet, start de rapportage vanaf het jaar van de inleiding van de buitensporigtekortprocedure overeenkomstig artikel 126, lid 6, VWEU, en strekt zij zich uit totdat het buitensporig tekort volgens plan moet zijn gecorrigeerd, overeenkomstig de termijn die is vastgesteld bij de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 7, VWEU of het besluit tot aanmaning overeenkomstig artikel 126, lid 9, VWEU.

(12)  Het primaire saldo is de som van (B.9, post 8) en (D.41, post 9).

(13)  Een plusteken betekent tekortverminderende maatregelen.

(14)  Ingevolge het verzoek van de Commissie om de rapportagevereisten te activeren waarin artikel 10, lid 3, van Verordening (EU) nr. 473/2013 voorziet, start de rapportage vanaf het jaar van de inleiding van de buitensporigtekortprocedure overeenkomstig artikel 126, lid 6, VWEU, en strekt zij zich uit totdat het buitensporig tekort volgens plan moet zijn gecorrigeerd, overeenkomstig de termijn die is vastgesteld bij de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 7, VWEU of het besluit tot aanmaning overeenkomstig artikel 126, lid 9, VWEU.

(15)  P.11 + P.12 + P.131 + D.39rec + D.7rec + D.9rec (met uitsluiting van D.91rec).

(16)  Inclusief die welke door de EU geïnd zijn en inclusief een correctie voor niet-geïnde belastingen en sociale bijdragen (D.995), indien van toepassing.

(17)  

Formula

(18)  Omvat uitkeringen in geld (D.621 and D.624) en in natura (D.631) met betrekking tot werkloosheidsuitkeringen.

(19)  D.29 + D.4 (met uitsluiting van D.41) + D.5 + D.7 + P.52 + P.53 + K.2 + D.8.

(20)  In ESR2010: D.62, D.632.

(21)  Jaar waarin het buitensporig tekort volgens plan moet zijn gecorrigeerd, overeenkomstig de termijn die is vastgesteld bij de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 7, VWEU of de besluiten tot aanmaning overeenkomstig artikel 126, lid 9, VWEU.

(22)  Alleen maatregelen die voldoende gedetaileerd zijn en op geloofwaardige wijze zijn aangekondigd, moeten worden gerapporteerd.

(23)  Inclusief vermelding welke subsector de maatregel neemt.

(24)  Standaard wordt de impact van de maatregelen op transactiebasis gerapporteerd, maar als dit onmogelijk is en de rapportage op kasbasis gebeurt, moet dit uitdrukkelijk worden vermeld. De impact moet in incrementele termen — in tegenstelling tot niveaus — worden vermeld ten opzichte van de basisscenarioprognose van het voorafgaande jaar. Voor eenvoudige permanente maatregelen moet worden gerapporteerd welk effect zij hebben (+/– X) in het jaar (de jaren) waarin zij worden ingevoerd, anders geldt als waarde nul (de totale impact op het niveau van de ontvangsten of de uitgaven mag niet nul bedragen). Als de impact van een maatregel in de loop der tijd varieert, moet in de tabel alleen de incrementele impact worden vermeld. Uit de aard moet voor eenmalige maatregelen altijd worden vermeld welk effect (+/– X) zij hebben in het jaar waarin zij voor het eerst een budgettaire impact hebben en welk effect (–/+ X) zij in het volgende jaar hebben, m.a.w. de totale impact op het niveau van de ontvangsten of uitgaven in twee opeenvolgende jaren moet nul zijn.

(25)  Selecteer de in tabel 3a gerapporteerde maatregelen die een begrotingsimpact hebben in jaar t.

(26)  Er moet uit een van de twee mogelijkheden worden gekozen: driemaandelijkse rapportage (de ramingen kunnen aan herziening onderhevig zijn) die zich ten minste tot het lopende kwartaal uitstrekt en/of som van de tot de actuele datum geregistreerde begrotingsimpact.

(27)  Voor elk kwartaal vermelden of de gerapporteerde gegevens met de geregistreerde gegevens overeenstemmen; de rapportage is verplicht tot en met het lopende kwartaal.

(28)  Ingevolge het verzoek van de Commissie om de rapportagevereisten te activeren waarin artikel 10, lid 3, van Verordening (EU) nr. 473/2013 voorziet, start de rapportage vanaf het jaar van de inleiding van de buitensporigtekortprocedure overeenkomstig artikel 126, lid 6, VWEU, en strekt zij zich uit totdat het buitensporig tekort volgens plan moet zijn gecorrigeerd, overeenkomstig de termijn die is vastgesteld bij de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 126, lid 7, VWEU of het besluit tot aanmaning overeenkomstig artikel 126, lid 9, VWEU.

(29)  Zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 479/2009.

(30)  De verschillen in verband met rente-uitgaven, andere uitgaven en ontvangsten kunnen worden vermeld wanneer dat relevant is of wanneer de schuldquote groter is dan de referentiewaarde.

(31)  Liquide activa (valuta), overheidseffecten, internationale activa, overheidsbedrijven en het verschil tussen beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde activa kunnen worden vermeld wanneer dat relevant is of wanneer de schuldquote groter is dan de referentiewaarde.

(32)  Mutaties als gevolg van wisselkoersbewegingen en transacties op secundaire markten kunnen worden vermeld wanneer dat relevant is of wanneer de schuldquote groter is dan de referentiewaarde.

(33)  De indirecte maatstaf hiervoor is het quotiënt van de rente-uitgaven en het schuldniveau van het voorafgaande jaar.

(34)  Liquide activa zijn hier gedefinieerd als AF.1, AF.2, AF.3 (geconsolideerd voor overheid, d.w.z. saldering van financiële posities tussen overheidsentiteiten), A.F511, AF.52 (alleen indien beursgenoteerd).


Top