EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0210

Verordening (EU) nr. 210/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de erkenning van inrichtingen die kiemgroenten produceren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad Voor de EER relevante tekst

PB L 68 van 12.3.2013, p. 24–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/210/oj

12.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 68/24


VERORDENING (EU) Nr. 210/2013 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2013

betreffende de erkenning van inrichtingen die kiemgroenten produceren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (1), en met name artikel 6, lid 3, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 852/2004 stelt algemene voorschriften inzake levensmiddelenhygiëne voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven vast, onder meer voor de primaire productie en de daarmee verband houdende bewerkingen. Die verordening bepaalt dat de exploitanten van levensmiddelenbedrijven erop toe moeten zien dat de inrichtingen, na ten minste één bezoek ter plaatse, erkend worden door de bevoegde autoriteit, voor zover erkenning vereist is krachtens de nationale wetgeving, Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (2) of een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 vastgesteld besluit.

(2)

Na de uitbraken van shigatoxineproducerende E.coli in mei 2011 in de Unie, werd de consumptie van kiemgroenten aangewezen als de meest waarschijnlijke bron van de uitbraken.

(3)

Op 20 oktober 2011 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid („EFSA”) een wetenschappelijk advies goedgekeurd over het risico van shigatoxineproducerende Escherichia coli (STEC) en andere pathogene bacteriën in zaden en gekiemde zaden (3). In haar advies concludeert de EFSA dat de besmetting van droge zaden met bacteriële pathogenen de meest waarschijnlijke initiële bron van de uitbraken in verband met kiemgroenten is. Bovendien stelt het advies dat wegens de hoge vochtigheid en de gunstige temperatuur tijdens het kiemen op droge zaden aanwezige bacteriële pathogenen zich tijdens het kiemen kunnen vermenigvuldigen en tot een risico voor de volksgezondheid kunnen leiden.

(4)

Om te zorgen voor de bescherming van de volksgezondheid in de Unie en met het oog op dat advies van de EFSA zijn Verordening (EU) nr. 209/2013 van de Commissie (4) tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (5), Verordening (EU) nr. 211/2013 van de Commissie (6) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 van de Commissie (7) vastgesteld.

(5)

Naast de in die handelingen vastgestelde maatregelen moeten inrichtingen die kiemgroenten produceren, worden erkend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004. Dergelijke erkenningen, verleend na ten minste één bezoek ter plaatse, moeten ervoor zorgen dat deze inrichtingen aan de desbetreffende hygiënevoorschriften voldoen, waardoor voor een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid wordt gezorgd. Voorwaarde voor de erkenning van die inrichtingen is dat aan een aantal eisen wordt voldaan om ervoor te zorgen dat de mogelijkheid tot besmetting in de voorziening waar de kiemgroenten worden geproduceerd, wordt beperkt.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de uitvoering van deze verordening is de definitie van „kiemgroenten” in artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/20135 van toepassing.

Artikel 2

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorgen ervoor dat inrichtingen die kiemgroenten produceren door de bevoegde autoriteit worden erkend overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 852/2004. De bevoegde autoriteit erkent die inrichtingen alleen als zij voldoen aan de eisen van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 852/2004 en de bijlage bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.

(3)  EFSA Journal 2011;9(11):2424.

(4)  Zie bladzijde 19 van dit Publicatieblad.

(5)  PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1.

(6)  Zie bladzijde 26 van dit Publicatieblad.

(7)  Zie bladzijde 16 van dit Publicatieblad.


BIJLAGE

Eisen voor de erkenning van inrichtingen die kiemgroenten produceren

1.

Het ontwerp en de indeling van de inrichtingen moet goede voedselhygiënepraktijken mogelijk maken, waaronder bescherming tegen besmetting tussen en tijdens bewerkingen. Met name moeten oppervlakken (met inbegrip van oppervlakken van apparatuur) in zones waar levensmiddelen worden gehanteerd en oppervlakken die in aanraking komen met levensmiddelen, goed worden onderhouden en gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet.

2.

Er moet worden gezorgd voor adequate voorzieningen voor het schoonmaken, ontsmetten en opslaan van gereedschap en apparatuur. Deze voorzieningen moeten gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en van koud en warm water zijn voorzien.

3.

Indien nodig moet worden gezorgd voor de nodige voorzieningen om de levensmiddelen te kunnen wassen. Elke spoelbak of vergelijkbare inrichting, bestemd voor het wassen van voedsel, moet voorzien zijn van drinkwater en moet schoon worden gehouden en, zo nodig, worden ontsmet.

4.

Alle apparatuur waarmee zaden en kiemen in aanraking komen, moet zodanig worden gebouwd, uit zodanige materialen bestaan en in een zodanige staat van onderhoud worden gehouden dat het risico van besmetting wotrdt geminimaliseerd en dat het mogelijk wordt gemaakt dat zij schoon wordt gehouden en zo nodig wordt ontsmet.

5.

Er moeten passende procedures worden opgesteld om ervoor te zorgen dat:

a)

de inrichting die kiemgroenten produceert schoon wordt gehouden en zo nodig wordt ontsmet;

b)

alle apparatuur waarmee zaden en kiemen in aanraking komen, effectief wordt schoongemaakt en zo nodig ontsmet. De reiniging en ontsmetting van dergelijke apparatuur moet plaatsvinden in een frequentie die toereikend is om elk risico van besmetting te vermijden.


Top