EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013L0009

Richtlijn 2013/9/EU van de Commissie van 11 maart 2013 tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap Voor de EER relevante tekst

PB L 68 van 12.3.2013, p. 55–56 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/10/2020; stilzwijgende opheffing door 32016L0797

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2013/9/oj

12.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 68/55


RICHTLIJN 2013/9/EU VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2013

tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (1), en met name artikel 30, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Maatregelen die tot doel hebben niet-essentiële elementen van Richtlijn 2008/57/EG te wijzigen en die betrekking hebben op de aanpassing van de bijlagen II tot en met IX bij die richtlijn, worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 29, lid 4, van Richtlijn 2008/57/EG bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

(2)

Toegankelijkheid is één van de algemene beginselen die genoemd worden in artikel 3 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (2), waarbij de Europese Unie partij is; in artikel 9 is bepaald dat de staten die partij zijn bij dit verdrag passende maatregelen dienen te nemen om personen met een handicap op voet van gelijkheid te behandelen met anderen. Onder meer in de vervoerssector moeten maatregelen worden genomen om de belemmeringen voor de toegankelijkheid in kaart te brengen en weg te werken. Overeenkomstig artikel 216, lid 2, VWEU zijn door de Unie gesloten overeenkomsten verbindend voor de instellingen van de Unie en haar lidstaten; als instrument van afgeleide EU-wetgeving valt Richtlijn 2008/57/EG onder de verplichtingen van dat Verdrag.

(3)

In overweging 10 van Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en plichten van reizigers in het treinverkeer (3) is bepaald dat gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit hetzelfde recht als alle andere burgers op vrij verkeer, keuzevrijheid en non-discriminatie hebben en mogelijkheden moeten krijgen om gebruik te maken van het reizen per spoor die vergelijkbaar zijn met die van andere burgers. Op grond van artikel 21 van de verordening dienen spoorwegondernemingen en stationsbeheerders er via de naleving van de TSI voor personen met beperkte mobiliteit voor te zorgen dat de toegankelijkheid van stations, perrons, rollend materieel en andere voorzieningen voor gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit wordt gewaarborgd.

(4)

Bijlage III van Richtlijn 2008/57/EG moet worden aangepast om in die bijlage een expliciete verwijzing naar toegankelijkheid op te nemen. Toegankelijkheid is een essentiële eis die tegelijk een algemene eis is voor de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem en die specifiek van toepassing is op de subsystemen infrastructuur, rollend materieel, exploitatie en telematicatoepassingen voor passagiers. Bijlage III bij Richtlijn 2008/57/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De maatregelen waarin deze richtlijn voorziet, doen geen afbreuk aan het in Richtlijn 2008/57/EG vastgestelde principe van de gefaseerde uitvoering, met name dat de in de TSI aangegeven beoogde subsystemen geleidelijk binnen een redelijke termijn mogen worden bereikt en dat in elke TSI een uitvoeringsstrategie moet worden vastgesteld voor de geleidelijke overgang van de bestaande situatie naar de uiteindelijke situatie waarin conformiteit met de TSI als norm geldt.

(6)

De maatregelen waarin deze richtlijn voorziet, stroken met het streven naar toegankelijkheid op voet van gelijkheid dankzij technische oplossingen of operationele maatregelen, of een combinatie van beide.

(7)

De bij deze richtlijn vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2008/57/EG opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Richtlijn 2008/57/EG, waarin de algemene eisen zijn vastgesteld, wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan deel 1 worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„1.6   Toegankelijkheid

1.6.1

De subsystemen „infrastructuur” en „rollend materieel” moeten toegankelijk zijn voor personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit teneinde de toegang op voet van gelijkheid met anderen te waarborgen door te voorkomen dat belemmeringen ontstaan of door deze weg te werken en door het nemen van passende maatregelen. Deze eis omvat het ontwerp, de bouw, de vernieuwing, de verbetering en het onderhoud en de exploitatie van de relevante voor het publiek toegankelijke delen van het subsysteem.

1.6.2

De subsystemen „exploitatie” en „telematicatoepassingen ten dienste van de reizigers” moeten de nodige functionaliteiten bieden om de toegang voor personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit op voet van gelijkheid met anderen te vergemakkelijken door te voorkomen dat belemmeringen ontstaan of door deze weg te werken en door middel van andere passende maatregelen.”.

2)

Aan deel 2, punt 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„2.1.2.   Toegankelijkheid

2.1.2.1

Subsystemen infrastructuur die voor het publiek toegankelijk zijn, moeten overeenkomstig punt 1.6 toegankelijk zijn voor personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit.”.

3)

Aan deel 2, punt 4, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„2.4.5.   Toegankelijkheid

2.4.5.1

Subsystemen rollend materieel die voor het publiek toegankelijk zijn, moeten overeenkomstig punt 1.6 toegankelijk zijn voor personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit.”.

4)

Aan deel 2, punt 6, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„2.6.4.   Toegankelijkheid

2.6.4.1

Passende maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de toegankelijkheid van personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit in de exploitatievoorschriften wordt gewaarborgd.”.

5)

Aan deel 2, punt 7, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„2.7.5.   Toegankelijkheid

2.7.5.1

Passende maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat subsystemen telematicatoepassingen ten dienste van de reizigers de nodige functionaliteiten bieden om de toegang voor personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit te garanderen.”.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 2014 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

3.   De verplichting tot omzetting en uitvoering van deze richtlijn is niet van toepassing op Cyprus en Malta zolang deze landen op hun respectieve grondgebied niet over een spoorwegnet beschikken.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1.

(2)  Besluit 2010/48/EG van de Raad van 26 november 2009 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (PB L 23 van 27.1.2010, blz. 35).

(3)  PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14.


Top