EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0779

2013/779/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad en tot intrekking van Besluit 2008/37/EG

PB L 346 van 20.12.2013, p. 58–60 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/03/2021; opgeheven door 32021D0173

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2013/779/oj

20.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 346/58


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 17 december 2013

tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad en tot intrekking van Besluit 2008/37/EG

(2013/779/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (1), en met name artikel 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 58/2003 verleent de Commissie de bevoegdheid om aan uitvoerende agentschappen de taak te delegeren om, namens haar en onder haar verantwoordelijkheid, EU-programma’s of -projecten geheel of gedeeltelijk uit te voeren.

(2)

Door de uitvoering van programma’s toe te vertrouwen aan uitvoerende agentschappen kan de Commissie zich concentreren op haar kernactiviteiten en -taken die niet kunnen worden uitbesteed, zonder dat zij evenwel de controle of de eindverantwoordelijkheid verliest over de door de uitvoerende agentschappen beheerde activiteiten.

(3)

Overeenkomstig artikel 6 van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (2) (hierna „het specifiek programma tot uitvoering van Horizon 2020” genoemd), moet de Commissie een Europese Onderzoeksraad (hierna „ERC” genoemd) oprichten. De ERC moet de opvolger worden van de Europese Onderzoeksraad die is opgericht bij Besluit 2007/134/EG van de Commissie (3) ter uitvoering van Beschikking 2006/972/EG van de Raad (4) (hierna „het specifiek programma „Ideeën”” genoemd). De ERC moet zijn samengesteld uit een onafhankelijke Wetenschappelijke Raad (hierna „de Wetenschappelijke Raad van de ERC” genoemd) en een specifieke uitvoeringsstructuur in de vorm van een uitvoerend agentschap.

(4)

Het toevertrouwen van taken voor de uitvoering van een programma aan een uitvoerend agentschap vereist een duidelijke scheiding tussen de programmeringsfasen, die door de Wetenschappelijke Raad van de ERC worden bepaald en door de Commissie worden goedgekeurd, en de uitvoering van programma’s op basis van de door de Wetenschappelijke Raad van de ERC vastgestelde principes en methodologie, die moet worden toevertrouwd aan het uitvoerend agentschap.

(5)

Bij Besluit 2008/37/EG (5) heeft de Commissie het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (hierna „het Agentschap” genoemd) opgericht en belast met het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van grensverleggend onderzoek om het specifiek programma „Ideeën” uit te voeren.

(6)

Het bij Besluit 2008/37/EG opgerichte agentschap heeft aangetoond in heel Europa en de wereld een aanzienlijke reputatie binnen de wetenschappelijke gemeenschap te hebben bereikt. Het is uitgegroeid tot een essentieel onderdeel van het EU-landschap voor onderzoeksfinanciering, met een goede zichtbaarheid en een goede externe perceptie door de belanghebbenden. Uit de externe evaluatie van het Agentschap overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EG) nr. 58/2003 is gebleken dat de oprichting van het Agentschap een gunstig effect heeft gehad door zijn wetenschappelijke specialisatie en zijn vermogen tot een betere dienstverlening door dicht bij de begunstigden te staan, de bekendmaking en de zichtbaarheid van de programma’s te verbeteren en ervoor te zorgen dat de begunstigden sneller worden betaald. Voor de periode van 2009 tot en met 2012 wordt de besparing door taken toe te vertrouwen aan het Agentschap geraamd op ongeveer 45 miljoen EUR.

(7)

In haar mededeling van 29 juni 2011„Een begroting voor Europa 2020” (6) heeft de Commissie voorgesteld intensiever gebruik te maken van bestaande uitvoerende agentschappen voor de uitvoering van EU-programma’s in het meerjarige financiële kader 2014-2020.

(8)

Uit de kosten-batenanalyse in het kader van de procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 58/2003 is naar voren gekomen dat de Commissie het Agentschap zou moeten belasten met de uitvoering van de specifieke doelstelling „versterking van grensverleggend onderzoek door middel van de activiteiten van de Europese Onderzoeksraad” van deel I „Wetenschap op topniveau” van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020. Het Agentschap beschikt over een hoge kwaliteit van programmabeheer en dienstverlening, zichtbaarheid en bestaande kanalen voor informatieverspreiding die doeltreffend zijn gebleken. De specifieke doelstelling „versterking van grensverleggend onderzoek door middel van de activiteiten van de Europese Onderzoeksraad” ligt in het verlengde van de huidige doelstellingen en taken van het Agentschap. Het gebruik van de opgebouwde ervaring en deskundigheid van het Agentschap zal de efficiëntie doen toenemen. Bovendien heeft de Commissie dit programma nooit intern beheerd, waardoor er een risico bestaat op een onderbreking van de werkzaamheden en een gebrek aan knowhow. Bovendien zal het scenario waarbij het Agentschap wordt ingeschakeld in de periode 2014-2024 een efficiëntiewinst van 79 miljoen EUR opleveren ten opzichte van het interne scenario, waarbij het programma zou worden beheerd door de Commissie.

(9)

Het Agentschap moet worden belast met het beheer van de specifieke doelstelling „versterking van grensverleggend onderzoek door middel van de activiteiten van de Europese Onderzoeksraad” van deel I „Wetenschap op topniveau” van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020, waarmee soortgelijke activiteiten worden nagestreefd als diegene die al door het Agentschap worden beheerd in het kader van het meerjarige financiële kader 2007-2013 en die worden gekenmerkt door projecten waarvoor geen politieke besluitvorming noodzakelijk is en die gedurende de gehele levensduur van het project een hoog niveau van wetenschappelijke en financiële deskundigheid vergen.

(10)

Het Agentschap moet het specifieke programma „Ideeën”, waarmee het was belast onder het meerjarige financiële kader 2007-2013, verder blijven uitvoeren.

(11)

Voor een samenhangende, tijdige uitvoering van dit besluit en van de betrokken programma’s is het noodzakelijk dat het Agentschap zijn taken in verband met de uitvoering van deze programma’s opneemt onder voorbehoud van en met ingang van de datum van inwerkingtreding van die programma’s.

(12)

Het Agentschap moet worden opgericht. Het dient de vervanger en opvolger te zijn van het bij Besluit 2008/37/EG opgerichte uitvoerend agentschap. Het dient te functioneren overeenkomstig het bij Verordening (EG) nr. 58/2003 vastgestelde algemene statuut.

(13)

Besluit 2008/37/EG dient daarom te worden ingetrokken en er dienen overgangsbepalingen te worden vastgesteld.

(14)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de uitvoerende agentschappen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Oprichting

Het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (hierna „het Agentschap” genoemd) wordt opgericht als vervanger en opvolger van het bij Besluit 2008/37/EG opgerichte uitvoerend agentschap, voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2024 en met een statuut overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003.

Artikel 2

Vestiging

Het Agentschap is gevestigd te Brussel.

Artikel 3

Doelstellingen en taken

1.   Het Agentschap wordt de specifieke uitvoeringsstructuur van de Europese Onderzoeksraad en wordt belast met de administratieve uitvoering en met de uitvoering van de programma’s.

2.   Het Agentschap wordt belast met de uitvoering van de specifieke doelstelling „versterking van grensverleggend onderzoek door middel van de activiteiten van de Europese Onderzoeksraad” van deel I „Wetenschap op topniveau” in het kader van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020). Dit lid is van toepassing onder voorbehoud van en met ingang van de datum van inwerkingtreding van het specifiek programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020).

3.   Het Agentschap wordt belast met de uitvoering van de erfenis van het specifieke programma „Ideeën” binnen het kader van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (7).

4.   Het Agentschap wordt voor de uitvoering van de in de leden 2 en 3 vermelde delen van de EU-programma’s belast met de volgende taken:

a)

het beheer van de uitvoering van de programma’s en van specifieke projecten op basis van door de Wetenschappelijke Raad van de Europese Onderzoeksraad (hierna de Wetenschappelijke Raad van de ERC genoemd) bepaalde en door de Commissie goedgekeurde relevante werkprogramma’s, voor zover de Commissie het Agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend in het delegatiebesluit;

b)

het vaststellen van de instrumenten tot uitvoering van de begroting, zowel aan de ontvangsten- als aan de uitgavenzijde, en het uitvoeren van alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma, voor zover de Commissie het Agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend in het delegatiebesluit;

c)

het verlenen van steun bij de uitvoering van programma’s, voor zover de Commissie het Agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend in het delegatiebesluit;

d)

het bieden van ondersteuning aan de Wetenschappelijke Raad van de ERC bij de uitvoering van al zijn taken.

Artikel 4

Termijn van aanstellingen

1.   De leden van het directiecomité worden benoemd voor twee jaar.

2.   De directeur van het Agentschap wordt benoemd voor vier jaar, waarbij rekening wordt gehouden met het standpunt van de Wetenschappelijke Raad van de ERC.

3.   Bij de benoeming van het leidinggevend personeel wordt rekening gehouden met het standpunt van de Wetenschappelijke Raad van de ERC.

Artikel 5

Controle en verslag over de uitvoering

Het Agentschap wordt onderworpen aan de controle van de Commissie en brengt regelmatig verslag uit over de voortgang bij de uitvoering van de EU-programma’s of delen daarvan waarmee het is belast, op de wijze en met de frequentie die in het delegatiebesluit zijn vastgesteld.

Artikel 6

Uitvoering van de huishoudelijke begroting

Het Agentschap voert zijn huishoudelijke begroting uit overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1653/2004 van de Commissie (8).

Artikel 7

Intrekkings- en overgangsbepalingen

1.   Besluit 2008/37/EG wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2014. Verwijzingen naar het ingetrokken besluit worden gelezen als verwijzingen naar dit besluit.

2.   Het Agentschap wordt beschouwd als de rechtsopvolger van het bij Besluit 2008/37/EG opgerichte uitvoerend agentschap.

3.   Onverminderd de herziening van de indelingscriteria van gedetacheerde ambtenaren waarin het delegatiebesluit voorziet, is dit besluit niet van invloed op de rechten en plichten van het personeel van het Agentschap, met inbegrip van de directeur.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Gedaan te Brussel, 17 december 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965.

(3)  Besluit 2007/134/EG van de Commissie van 2 februari 2007 tot oprichting van de Europese Onderzoeksraad (PB L 57 van 24.2.2007, blz. 14).

(4)  Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifiek programma „Ideeën” van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

(5)  Besluit 2008/37/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad voor het beheer van het communautair specifiek programma „Ideeën” op het gebied van grensverleggend onderzoek (PB L 9 van 12.1.2008, blz. 15).

(6)  COM(2011) 500 final.

(7)  PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1.

(8)  Verordening (EG) nr. 1653/2004 van de Commissie van 21 september 2004 houdende een model voor het financieel reglement van de uitvoerende agentschappen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 6).


Top