Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0285

    2013/285/EU: Besluit van de Raad van 10 juni 2013 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt binnen de Raad voor TRIPS van de Wereldhandelsorganisatie ten aanzien van het verzoek tot verlenging van de overgangsperiode, zoals bedoeld in artikel 66, lid 1 van de TRIPS-overeenkomst, voor leden die behoren tot de minst ontwikkelde landen

    PB L 162 van 14.6.2013, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/285/oj

    14.6.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 162/1


    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 10 juni 2013

    betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt binnen de Raad voor TRIPS van de Wereldhandelsorganisatie ten aanzien van het verzoek tot verlenging van de overgangsperiode, zoals bedoeld in artikel 66, lid 1 van de TRIPS-overeenkomst, voor leden die behoren tot de minst ontwikkelde landen

    (2013/285/EU)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, en artikel 218, lid 9,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 5 november 2012 heeft Haïti namens de groep leden die behoren tot de minst ontwikkelde landen een formeel verzoek ingediend tot verlenging van de overgangsperiode voor de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (de TRIPS-overeenkomst — Agreement on Trade-Related Aspects of Intellectual Property Rights) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), overeenkomstig artikel 66, lid 1, van die overeenkomst.

    (2)

    De huidige overgangsperiode, zoals overeengekomen in het besluit van de Raad voor TRIPS van 29 november 2005, verstrijkt op 1 juli 2013.

    (3)

    In artikel 66, lid 1, van de TRIPS-overeenkomst is bepaald dat „de Raad voor de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, op naar behoren met redenen omkleed verzoek van een lid dat minst ontwikkeld land is, verlengingen van deze termijn verleent”.

    (4)

    De bevordering en bescherming van intellectuele eigendom is een cruciale factor in het stimuleren van sociaaleconomische groei, zoals in maart 2013 door de ministers werd erkend tijdens de regionale voorbereidende vergadering voor Afrika in Dar es Salaam, voorafgaand aan de jaarlijkse ministeriële toetsingsbijeenkomst van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties, die opriep de inspanningen te verdubbelen om het wetgevings- en beleidskader voor met name intellectuele eigendom te ontwikkelen.

    (5)

    Leden die minst ontwikkeld land zijn, hebben op verschillende wijze wat tempo en omvang betreft, vooruitgang geboekt bij de tenuitvoerlegging van de TRIPS-overeenkomst.

    (6)

    Technische en financiële bijstand, de doeltreffendheid en degelijke coördinatie daarvan, speelt een belangrijke rol in de tenuitvoerlegging van de TRIPS-overeenkomst.

    (7)

    Door een aantal leden die behoren tot de minst ontwikkelde landen, zijn op het gebied van intellectuele eigendom reeds waardevolle stappen ondernomen, maar feit blijft dat minder ontwikkelde landen bijzondere behoeften en vereisten hebben, en nog steeds met economische, financiële en administratieve beperkingen kampen, hetgeen betekent dat zij behoefte hebben aan flexibiliteit en meer tijd om de TRIPS-overeenkomst ten uitvoer te leggen.

    (8)

    De overgangsperiode voor de tenuitvoerlegging van de TRIPS-overeenkomst voor WTO-leden die minst ontwikkeld land zijn, dient dan ook dienovereenkomstig te worden verlengd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Het standpunt dat de Europese Unie binnen de Raad voor TRIPS van de Wereldhandelsorganisatie zal innemen ten aanzien van het verzoek tot verlenging van de overgangsperiode voor minst ontwikkelde landen, zoals bedoeld in artikel 66, lid 1, van de TRIPS-overeenkomst, is dat van leden die minst ontwikkeld land zijn, niet wordt vereist dat zij de bepalingen van de TRIPS-overeenkomst, met uitzondering van de artikelen 3, 4 en 5, toepassen gedurende een periode die bij consensus door de WTO-leden wordt overeengekomen, of tot de datum waarop zij niet langer minst ontwikkeld land zijn, indien deze datum eerder valt.

    2.   Tijdens die verlengingsperiode mogen leden die minst ontwikkeld land zijn het bestaande niveau van bescherming van de intellectuele eigendom niet tot onder de door TRIPS vastgestelde normen laten zakken. Dit besluit laat het besluit van 27 juni 2002 van de Raad voor TRIPS tot „Verlenging van de overgangsperiode, zoals bedoeld in artikel 66, lid 1, van de TRIPS-overeenkomst, voor leden die minst ontwikkelde landen zijn, inzake bepaalde verplichtingen met betrekking tot farmaceutische producten”, onverlet.

    3.   Tijdens die periode van verlenging moet daarenboven passende aandacht worden besteed aan en moet een analyse worden gemaakt van de uiteenlopende niveaus van tenuitvoerlegging van de TRIPS-overeenkomst en de daarbij horende geïdentificeerde noden onder de verschillende minst ontwikkelde landen; en moet eveneens worden nagegaan hoe technische bijstand en programma’s voor capaciteitsopbouw doeltreffender kunnen worden gecoördineerd, gebruikt en geëvalueerd, met prioritaire aandacht voor die gebieden die van het meest directe nut zijn voor het bewerkstelligen van een geleidelijk integratieproces.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel, 10 juni 2013.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    E. GILMORE


    Top