This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32013D0036
2013/36/EU: Council Decision of 29 October 2012 on the signing, on behalf of the Union, and provisional application of the Agreement providing a general framework for enhanced cooperation between the European Union and the European Organisation for the Safety of Air Navigation
2013/36/EU: Besluit van de Raad van 29 oktober 2012 inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst waarbij een algemeen kader wordt gecreëerd voor versterkte samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart
2013/36/EU: Besluit van de Raad van 29 oktober 2012 inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst waarbij een algemeen kader wordt gecreëerd voor versterkte samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart
PB L 16 van 19.1.2013, p. 1–1
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/36/oj
19.1.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 16/1 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 29 oktober 2012
inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst waarbij een algemeen kader wordt gecreëerd voor versterkte samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart
(2013/36/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 5,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Europese Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over een Overeenkomst waarbij een algemeen kader wordt gecreëerd voor versterkte samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart („de overeenkomst”), overeenkomstig het besluit van de Raad van 6 oktober 2011 waarbij de Commissie wordt gemachtigd om de onderhandelingen op te starten. |
(2) |
De overeenkomst is op 24 april 2012 geparafeerd. |
(3) |
De overeenkomst moet, in afwachting van de voltooiing van de procedures die vereist zijn voor de sluiting ervan, worden ondertekend en voorlopig worden toegepast. |
(4) |
Er moeten procedurele regelingen worden vastgesteld voor de deelname van de Unie aan het bij de overeenkomst opgerichte Gemengd Comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De ondertekening van de Overeenkomst waarbij een algemeen kader wordt gecreëerd voor versterkte samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart wordt namens de Unie goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.
De tekst van de overeenkomst is als bijlage bij dit besluit gevoegd.
Artikel 2
Het secretariaat-generaal van de Raad stelt het volmachtinstrument op dat de persoon (personen) die daartoe door de onderhandelaar over de overeenkomst is (zijn) aangewezen, machtiging verleent de overeenkomst, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te ondertekenen.
Artikel 3
Overeenkomstig artikel 13.1 van de overeenkomst wordt deze, in afwachting van de inwerkingtreding, voorlopig toegepast vanaf de datum van ondertekening.
Artikel 4
1. De Commissie zal de Unie vertegenwoordigen in het Gemengd Comité dat is opgericht bij artikel 7 van de overeenkomst.
2. Na overleg met een door de Raad aangewezen Bijzonder Comité bepaalt de Commissie het standpunt dat de Unie inneemt in het Gemengd Comité, met name met betrekking tot de vaststelling van bijlagen bij de overeenkomst en de vaststelling van wijzigingen van die bijlagen bij de overeenkomst.
Artikel 5
De Commissie kan alle passende maatregelen uit hoofde van de artikelen 5, 6, 8, 9, 10 en 11 van de overeenkomst nemen.
Artikel 6
De Commissie brengt de Raad regelmatig op de hoogte van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst.
Artikel 7
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Luxemburg, 29 oktober 2012.
Voor de Raad
De voorzitter
E. FLOURENTZOU
VERTALING
OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart waarbij een algemeen kader wordt gecreëerd voor versterkte samenwerking
DE EUROPESE UNIE (EU)
en
DE EUROPESE ORGANISATIE VOOR DE VEILIGHEID VAN DE LUCHTVAART (Eurocontrol)
hierna „de partijen” genoemd,
GEZIEN het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna „het VWEU” genoemd), en met name de artikelen 218 en 220,
GEZIEN het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart van 13 december 1960, zoals gewijzigd bij het protocol dat op 12 februari 1981 te Brussel is ondertekend (hierna het „Eurocontrol-verdrag” genoemd), en met name de artikelen 7.2 en 11.3,
GEZIEN Maatregel nr. 11/174 van de Permanente Commissie van Eurocontrol van 12 mei 2011, waarbij het Agentschap van Eurocontrol wordt gemachtigd om onderhandelingen op te starten over de sluiting van een overeenkomst op hoog niveau met de EU en gezien Maatregel nr. 12/181 van 10 mei 2012 van de Permanente Commissie van Eurocontrol houdende goedkeuring van de onderhandelde overeenkomst,
GEZIEN de respectieve juridische en institutionele contexten van de partijen en hun bijdragen tot de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (Single European Sky, SES) in en buiten de EU,
GEZIEN de bevoegdheid die aan de EU is verleend inzake kwesties die verband houden met het gemeenschappelijk Europees luchtruim,
GEZIEN de rol van Eurocontrol als intergouvernementele pan-Europese civiel-militaire organisatie die gespecialiseerd is in luchtverkeersbeheer (air traffic management — ATM),
OVERWEGENDE dat de partijen dezelfde visie nastreven, namelijk de totstandbrenging van een optimaal en geïntegreerd Europees ATM-netwerk dat in alle fasen van het luchtvervoer, en in combinatie met andere vervoersmiddelen, een hoog niveau van veiligheid, kosteneffectiviteit, capaciteit en milieubescherming biedt, hetgeen in het belang is van de passagiers en de burgers;
OVERWEGENDE dat de EU-wetgeving aan de Europese Commissie een aantal taken met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim toekent waarvoor ondersteuning door deskundigen nodig is;
OVERWEGENDE dat Eurocontrol zich sinds 1960 heeft ontwikkeld tot een uniek centrum van deskundigheid op ATM-gebied, met als toegevoegde waarde een pan-Europese en militaire dimensie en bijstand aan staten bij de uitvoering van openbare diensten en functies, dat het bijstand aan zijn lidstaten moet blijven verlenen, ook wat de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en aanverwant EU-beleid betreft, en een pan-Europees platform moet vormen om de militaire samenwerking op ATM-gebied te vergemakkelijken;
OVERWEGENDE dat in de EU-wetgeving is vastgesteld dat de Europese Commissie machtigingen kan verlenen aan Eurocontrol om uitvoeringsregels met betrekking tot de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim op te stellen;
OVERWEGENDE dat de EU erkent dat Eurocontrol een essentiële bijdrage levert ter ondersteuning van de EU in haar rol als regelgever, teneinde het gemeenschappelijk Europees luchtruim en aanverwant EU-beleid ten uitvoer te leggen;
OVERWEGENDE dat de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en Eurocontrol op 8 mei 2003 een memorandum van samenwerking hebben gesloten;
OVERWEGENDE dat de Europese Commissie en Eurocontrol op 22 december 2003 een memorandum inzake een kader voor samenwerking hebben gesloten;
OVERWEGENDE dat Eurocontrol bij een besluit van de Europese Commissie van 29 juli 2010 is aangewezen als prestatiebeoordelingsorgaan van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 691/2010, en dat Eurocontrol deze aanwijzing heeft aanvaard bij Richtlijn nr. 10/74 van de Permanente Commissie van 15 september 2010;
OVERWEGENDE dat Eurocontrol bij een besluit van de Europese Commissie van 7 juli 2011 is aangesteld tot netwerkbeheerder voor de ATM-netwerkfuncties, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 677/2011, en dat Eurocontrol deze aanstelling heeft aanvaard bij Richtlijn nr. 11/77 van de Permanente Commissie van 1 september 2011;
OVERWEGENDE dat de partijen al lange tijd samenwerken op het gebied van ATM en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en aanverwant beleid, en deze relatie wensen te consolideren en toekomstige acties op elkaar wensen af te stemmen;
OVERWEGENDE dat de partijen voor synergieën moeten zorgen en overlapping van werkzaamheden inzake veiligheidsgerelateerde ATM-kwesties en milieukwesties moeten vermijden;
OVERWEGENDE dat de langetermijntoepassing van bestaande regelingen tussen de Europese Commissie en Eurocontrol moet worden beoordeeld in het licht van deze overeenkomst en, voor zover passend, moet worden bevestigd en versterkt door deze overeenkomst;
OVERWEGENDE dat de tenuitvoerlegging van deze overeenkomt niet mag leiden tot dubbele financiering van de in deze overeenkomst vermelde samenwerkingsactiviteiten en dus niet tot gevolg mag hebben dat de EU een nominale bijdrage levert tot de begroting van Eurocontrol;
ERMEE REKENING HOUDENDE dat de EU ernaar streeft het geografische toepassingsgebied van het gemeenschappelijk Europees luchtruim tot buiten de EU uit te breiden;
ERMEE REKENING HOUDENDE dat, onverminderd de betrekkingen tussen de partijen en hun respectieve leden en onverminderd de rechten en plichten van de lidstaten uit hoofde van respectievelijk het Eurocontrol-verdrag en het VWEU, het wenselijk is aanvullende en wederzijds versterkende samenwerkingsmechanismen tussen de EU en Eurocontrol op te zetten voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en aanverwant beleid, met name op het gebied van milieu, inclusief klimaatverandering, en onderzoek en ontwikkeling, teneinde beter gebruik te maken van de deskundigheid en ondersteuning van Eurocontrol;
ERMEE REKENING HOUDENDE dat de steun van Eurocontrol aan de EU moet beantwoorden aan de beginselen van transparantie, onpartijdigheid en onafhankelijkheid;
ERMEE REKENING HOUDENDE dat de organisatorische ontwikkeling van Eurocontrol moet worden vergemakkelijkt, waarbij het zich met name geleidelijk afstemt op de ondersteuning van de EU bij de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, teneinde de algehele prestaties van het Europees ATM-netwerk te verbeteren;
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
1. ALGEMEEN TOEPASSINGSGEBIED
1.1. |
De partijen komen overeen de samenwerking tussen de EU en Eurocontrol te versterken en te consolideren, teneinde Eurocontrol in staat te stellen de EU te ondersteunen bij de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en aanverwant EU-beleid, zowel binnen als buiten de EU, in de staten die ermee instemmen hierdoor gebonden te zijn. |
1.2. |
De overeenkomst laat de rechten en plichten van de lidstaten van Eurocontrol en de EU onverlet. |
2. DOELSTELLINGEN
De doelstellingen van deze overeenkomst zijn:
— |
de belangrijkste elementen voor versterkte samenwerking tussen de partijen vast te stellen, teneinde bij te dragen tot de tijdige en consequente tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, zowel binnen de EU als buiten de EU in de staten die ermee instemmen onder het SES te vallen, en een efficiënt luchtvervoerssysteem op te richten via activiteiten die de respectieve taken en verantwoordelijkheden van de partijen weerspiegelen; |
— |
de nodige civiel-militaire samenwerking inzake ATM in het gemeenschappelijk Europees luchtruim te faciliteren; |
— |
de deskundigheid van Eurocontrol te erkennen en te gebruiken, inclusief civiel-militaire samenwerking ter ondersteuning van de EU bij de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en aanverwant beleid, met name op het gebied van milieu, inclusief klimaatverandering, en onderzoek en ontwikkeling, teneinde de prestaties van het Europees ATM-netwerk te verbeteren; |
— |
de waarde te erkennen van de activiteiten en functies die Eurocontrol blijft uitvoeren ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim; |
— |
de nodige samenwerking tot stand te brengen om de betrokkenheid van niet-EU-lidstaten bij het gemeenschappelijk Europees luchtruim te ondersteunen en te vergemakkelijken, teneinde de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim uit te breiden tot buiten de EU en het wetgevingskader voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim geleidelijk toe te passen op alle leden van Eurocontrol; |
— |
synergieën tot stand te brengen en overlapping te vermijden met de werkzaamheden van het EASA op het gebied van veiligheidsgerelateerde ATM-kwesties en milieukwesties, inclusief — voor zover nodig — via de ontwikkeling van robuuste samenwerkingsmechanismen tussen het EASA en Eurocontrol, rekening houdende met de pan-Europese verantwoordelijkheden van Eurocontrol. |
3. SAMENWERKINGSGEBIEDEN
3.1. |
Deze overeenkomst heeft betrekking op de samenwerkingsgebieden die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, inclusief Sesar, en aanverwant EU-beleid, met name inzake milieu, inclusief klimaatverandering, en onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ATM. |
3.2. |
De samenwerking heeft betrekking op de volgende thema's:
|
3.3. |
Andere thema's waarop de samenwerking betrekking kan hebben:
|
3.4. |
De samenwerkingsvoorwaarden worden nader gedefinieerd in afzonderlijke bijlagen bij deze overeenkomst. |
4. VORMEN VAN SAMENWERKING
4.1. |
De overeenkomst wordt ten uitvoer gelegd aan de hand van de volgende vormen van samenwerking:
|
4.2. |
Wat de militaire aspecten van het gemeenschappelijk Europees luchtruim betreft, zien de partijen erop toe dat zo goed mogelijk gebruik wordt gemaakt van het desbetreffende proces voor raadpleging van belanghebbenden. |
4.3. |
De coördinatie en facilitering van samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst wordt namens Eurocontrol uitgevoerd door het Agentschap van Eurocontrol en namens de EU door de Europese Commissie. Voor zover van toepassing kan Eurocontrol ook andere EU-organen ondersteunen aan de hand van specifieke instrumenten, teneinde de bestaande deskundigheden en middelen te optimaliseren en te integreren. |
5. RAADPLEGING EN INFORMATIE
5.1. |
De partijen plegen regelmatig overleg om hun activiteiten die betrekking hebben op deze overeenkomst zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Onverminderd hun respectieve besluitvormingsprocessen stellen de partijen elkaar in kennis van initiatieven op de in artikel 3 vermelde samenwerkingsgebieden die relevant zijn voor deze overeenkomst en die van belang kunnen zijn voor de andere partij. |
5.2. |
De partijen wisselen informatie uit die nodig kan zijn voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, met inachtneming van hun respectieve regels. Behalve wanneer anders vermeld, maken de partijen de informatie die zij in het kader van deze overeenkomst hebben uitgewisseld niet bekend aan andere personen dan die welke bij hen in dienst zijn of welke officieel gemachtigd zijn om met dergelijke informatie om te gaan; zij mogen de informatie ook niet gebruiken voor commerciële doeleinden. De bekendmaking moet beperkt blijven tot hetgeen nodig is voor het doel van deze overeenkomst en gebeurt in het grootste vertrouwen. |
5.3. |
Indien nodig komen de ter zake bevoegde organen van de partijen samen om standpunten uit te wisselen. |
6. VERTROUWELIJKHEID
6.1. |
Elke partij neemt alle redelijke maatregelen die nodig zijn om informatie die in het kader van deze overeenkomst en de bijlagen daarbij van de andere partij is ontvangen, te beschermen tegen ongeoorloofde bekendmaking. Wanneer een partij informatie aan de andere partij verstrekt, mag zij aangeven welke delen van de informatie niet mogen worden bekendgemaakt. |
6.2. |
De partijen komen overeen om, in de mate die vereist is uit hoofde van hun respectieve regels, de eventuele gerubriceerde informatie die in het kader van de toepassing van deze overeenkomst van de andere partij wordt ontvangen, te beschermen. |
6.3. |
Overeenkomstig hun respectieve regels mogen de partijen met name informatie die zij in het kader van deze overeenkomst van elkaar hebben ontvangen en waarop eigendomsrechten rusten, niet bekendmaken. Dergelijke informatie wordt op passende wijze gemerkt, overeenkomstig de respectieve regels van de partijen. |
6.4. |
De partijen komen werkregelingen overeen voor verdere procedures inzake de bescherming van gerubriceerde informatie die krachtens deze overeenkomst wordt verstrekt, voor zover vereist. Deze procedures bieden elke partij de mogelijkheid na te gaan welke beschermingsmaatregelen de andere partij heeft genomen. |
7. BEHEER VAN DE OVEREENKOMST
7.1. |
Er wordt een Gemengd Comité opgericht, samengesteld uit een vertegenwoordiger van elke partij, eventueel vergezeld door waarnemers uit lidstaten van de partijen en door deskundigen. Het Gemengd Comité houdt toezicht op de effectieve werking van deze overeenkomst. |
7.2. |
Minstens een keer per jaar wordt een vergadering van het Gemengd Comité georganiseerd om de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst te beoordelen en opnieuw te bekijken. Deze vergadering wordt op kosteneffectieve wijze georganiseerd. Elke partij kan op elk ogenblik vragen dat een vergadering van het Gemengd Comité wordt gehouden. |
7.3. |
Het Gemengd Comité kan van gedachten wisselen over alle thema’s die verband houden met de werking en tenuitvoerlegging van deze overeenkomst. Met name heeft het tot taak:
|
7.4. |
Het Gemengd Comité werkt op basis van overeenstemming tussen de vertegenwoordigers van de partijen. |
7.5. |
Het Gemengd Comité stelt zijn reglement van orde vast. |
8. FINANCIERING
8.1. |
Een partij die de andere partij uit hoofde van deze overeenkomst verzoekt om ondersteunende activiteiten uit te voeren, zorgt voor de financiering van deze activiteiten. |
8.2. |
De financiële aspecten van de samenwerking uit hoofde van deze overeenkomst worden vastgesteld overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op de respectieve begrotingen van de partijen. Indien nodig komen de partijen afzonderlijke regelingen overeen. |
9. EXTERNE BETREKKINGEN EN SAMENWERKING
9.1. |
Elke partij stelt de andere in kennis van activiteiten met een internationale dimensie die relevant zijn voor deze overeenkomst en van belang kunnen zijn voor de andere partij. |
9.2. |
Voor zover passend kan een partij, met betrekking tot alle kwesties die verband houden met haar internationale activiteiten, de andere partij raadplegen. |
10. GESCHILLENBESLECHTING
10.1. |
De partijen doen al het mogelijke om geschillen die voortvloeien uit hun samenwerking in het kader van deze overeenkomst, op te lossen. |
10.2. |
Indien een geschil niet kan worden opgelost, kan elke partij het voorleggen aan het Gemengd Comité, dat overleg zal plegen over de zaak en ze via onderhandelingen zal trachten op te lossen. |
11. UITWISSELING VAN PERSONEEL
Met inachtneming van hun respectieve regels en procedures mogen de partijen personeel uitwisselen en detacheren indien dit nodig is om de in deze overeenkomst of de bijlagen daarbij beschreven activiteiten uit te voeren. Dergelijke uitwisselingen vinden plaats volgens de bepalingen en voorwaarden die tussen de partijen zijn overeengekomen.
12. BIJLAGEN
De bijlagen bij deze overeenkomst vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.
13. INWERKINGTREDING EN BEËINDIGING
13.1. |
In afwachting van de inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt ze voorlopig toegepast |
13.2. |
Deze overeenkomst treedt in werking nadat de partijen elkaar schriftelijk hebben meegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding ervan hebben voltooid en blijft van kracht tot ze wordt beëindigd. |
13.3. |
Deze overeenkomst kan te allen tijde door elke partij worden beëindigd. Een partij kan deze overeenkomst op elk ogenblik beëindigen na de andere partij daar zes maanden van tevoren schriftelijk van in kennis te hebben gesteld, tenzij de kennisgeving van de beëindiging vóór het verstrijken van deze periode met wederzijdse instemming van de partijen is ingetrokken. |
Gedaan te Brussel,
Voor de Europese Unie
Voor de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart