EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0012

Besluit 2013/12/GBVB van de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de ondertekening en sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Moldavië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie

PB L 8 van 12.1.2013, p. 1–1 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/12(1)/oj

Related international agreement

12.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/1


BESLUIT 2013/12/GBVB VAN DE RAAD

van 25 oktober 2012

betreffende de ondertekening en sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Moldavië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 37,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 5 en 6,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De voorwaarden voor de deelname van derde staten aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie dienen te worden vastgelegd in een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor de mogelijke deelname in de toekomst, in plaats van per geval voor elke desbetreffende operatie te worden bepaald.

(2)

Ingevolge de vaststelling door de Raad, op 25 juni 2012, van een besluit houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen, heeft de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid onderhandeld over een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Moldavië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie („de overeenkomst”).

(3)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Moldavië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie wordt hierbij namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Unie te binden.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 16, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 25 oktober 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

M. BØDSKOV


VERTALING

OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië tot vaststelling van een kader voor de deelname van de Republiek Moldavië aan crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie

DE EUROPESE UNIE („EU”),

enerzijds, en

DE REPUBLIEK MOLDAVIË,

anderzijds,

hierna „de partijen” genoemd,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Unie kan besluiten over te gaan tot actie op het gebied van crisisbeheersing, met inbegrip van vredeshandhavingsoperaties of humanitaire operaties.

(2)

De Europese Unie zal besluiten of derde landen worden uitgenodigd deel te nemen aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU. De Republiek Moldavië kan deze uitnodiging van de Europese Unie aannemen en haar bijdrage aanbieden. De Europese Unie zal dan een besluit nemen over het aanvaarden van de voorgestelde bijdrage van de Republiek Moldavië.

(3)

De voorwaarden voor de deelname van de Republiek Moldavië aan crisisbeheersingsoperaties van de EU moeten worden vastgelegd in een overeenkomst waarbij een kader voor een dergelijke mogelijke toekomstige deelname wordt vastgesteld eerder dan die voorwaarden voor elke operatie afzonderlijk vast te leggen.

(4)

Een dergelijke overeenkomst mag geen afbreuk doen aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie en mag niet vooruitlopen op het per geval te nemen besluit van de Republiek Moldavië om, overeenkomstig zijn rechtsstelsel, deel te nemen aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU.

(5)

Een dergelijke overeenkomst moet alleen betrekking hebben op toekomstige crisisbeheersingsoperaties van de EU en mag geen afbreuk doen aan eventuele bestaande overeenkomsten waarbij de deelname van de Republiek Moldavië aan een reeds ondernomen crisisbeheersingsoperatie van de EU wordt geregeld,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

DEEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Besluiten in verband met de deelname

1.   Wanneer de Europese Unie besluit de Republiek Moldavië uit te nodigen deel te nemen aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU en wanneer de Republiek Moldavië besluit deel te nemen, verstrekt de Republiek Moldavië informatie over de bijdrage die zij aan de Europese Unie wil voorstellen.

2.   De evaluatie door de Europese Unie van de voorgestelde bijdrage wordt in overleg met de Republiek Moldavië verricht.

3.   De Europese Unie verstrekt de Republiek Moldavië zo spoedig mogelijk een eerste indicatie van de vermoedelijke bijdrage in de gemeenschappelijke kosten van de operatie teneinde de Republiek Moldavië bij te staan bij de formulering van haar aanbod.

4.   De Europese Unie deelt het resultaat van die evaluatie per brief aan de Republiek Moldavië mede teneinde haar deelname te garanderen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst.

Artikel 2

Kader

1.   De Republiek Moldavië sluit zich aan bij het besluit van de Raad waarbij de Raad van de Europese Unie besluit dat de EU de crisisbeheersingsoperatie zal uitvoeren, en bij ieder ander besluit waarbij de Raad van de Europese Unie besluit de crisisbeheersingsoperatie van de EU te verlengen, overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en alle nodige uitvoeringsregelingen.

2.   De deelname van de Republiek Moldavië aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU doet geen afbreuk aan de autonome besluitvorming van de EU.

Artikel 3

Status van het personeel en de troepen

1.   De status van het personeel dat door de Republiek Moldavië wordt gedetacheerd naar een civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU en/of van de troepen die door de Republiek Moldavië worden geleverd voor een militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU, wordt geregeld door de overeenkomst over de status van de troepen/missie, indien beschikbaar, die wordt gesloten door de EU en de staat/staten waar de operatie wordt uitgevoerd.

2.   De status van het personeel dat is gedetacheerd naar het hoofdkwartier of de commando-onderdelen buiten de staat/staten waar de crisisbeheersingsoperatie van de EU plaatsvindt, berust op afspraken tussen het betrokken hoofdkwartier en de betrokken commando-onderdelen en de bevoegde autoriteiten van de Republiek Moldavië.

3.   Onverminderd de in lid 1 van dit artikel bedoelde overeenkomst over de status van de troepen/missie heeft de Republiek Moldavië rechtsmacht over haar personeel dat aan de crisisbeheersingsoperatie van de EU deelneemt. In gevallen waarin troepen van de Republiek Moldavië aan boord van een schip of een vliegtuig van een lidstaat van de EU opereren, oefent deze lidstaat daarover rechtsmacht uit overeenkomstig zijn interne wetgeving en procedures.

4.   De Republiek Moldavië is verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen van of aangaande leden van haar personeel, met betrekking tot de deelname aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU, en stelt overeenkomstig haar wet- en regelgeving in voorkomend geval een, inzonderheid juridische of disciplinaire, vordering in tegen leden van haar personeel.

5.   De partijen komen overeen af te zien van al hun vorderingen tegen elkaar, behoudens vorderingen uit overeenkomst, voor het geval dat middelen die eigendom zijn van/ingezet worden door een van de partijen schade oplopen, verloren gaan of vernield worden, of voor het geval dat personeel van een van de partijen in het kader van zijn officiële dienst in de uitoefening van activiteiten uit hoofde van deze overeenkomst letsels oploopt of overlijdt, uitgezonderd in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag.

6.   De Republiek Moldavië zegt toe bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring te zullen afleggen inzake het afzien van schadevorderingen tegen een staat die deelneemt aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU waaraan de Republiek Moldavië deelneemt.

7.   De Europese Unie draagt er zorg voor dat de lidstaten van de Europese Unie bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring afleggen inzake het afzien van schadevorderingen, wat betreft de toekomstige deelname van de Republiek Moldavië aan een crisisbeheersingsoperatie van de EU.

Artikel 4

Gerubriceerde informatie

1.   De Republiek Moldavië neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat gerubriceerde EU-informatie wordt beschermd overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad van de Europese Unie, vervat in Besluit 2011/292/EU van de Raad van 31 maart 2011 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (1), en overeenkomstig verdere richtsnoeren van de bevoegde autoriteiten, waaronder de operationeel commandant van de EU in het geval van een militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU en het hoofd van de missie van de EU in het geval van een civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU.

2.   Indien de EU en de Republiek Moldavië een overeenkomst over beveiligingsvoorschriften voor de uitwisseling van gerubriceerde informatie zijn aangegaan, gelden de bepalingen daarvan ook voor een crisisbeheersingsoperatie van de EU.

DEEL II

BEPALINGEN INZAKE DE DEELNAME AAN CIVIELE CRISISBEHEERSINGSOPERATIES

Artikel 5

Personeel dat gedetacheerd wordt naar een civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU

1.   De Republiek Moldavië:

a)

draagt er zorg voor dat het personeel dat zij naar de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU detacheert, zijn taak uitoefent overeenkomstig:

het besluit van de Raad en latere wijzigingen als bedoeld in artikel 2, lid 1,

het operatieplan,

de uitvoeringsmaatregelen;

b)

informeert het hoofd van de missie van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU („het hoofd van de missie”) en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid („HV”) te gelegener tijd over elke wijziging in haar bijdrage aan de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU.

2.   Het personeel dat naar de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU gedetacheerd wordt, wordt door een bevoegde autoriteit van de Republiek Moldavië medisch gekeurd, ingeënt en medisch geschikt verklaard. Het personeel dat naar de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU gedetacheerd wordt, legt een afschrift van die verklaring voor.

Artikel 6

Commandostructuur

1.   Het door de Republiek Moldavië gedetacheerde personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU.

2.   Alle personeelsleden blijven volledig onder het bevel van de autoriteiten van hun land.

3.   De nationale autoriteiten dragen de operationele controle over aan de civiele operationele commandant van de Europese Unie.

4.   De civiele operationele commandant draagt verantwoordelijkheid voor de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU en oefent het strategische commando en de strategische controle erover uit.

5.   Het hoofd van de missie draagt verantwoordelijkheid voor de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU en oefent het commando en de controle erover uit op het terrein, en draagt zorg voor de dagelijkse leiding van de operatie.

6.   Overeenkomstig de in artikel 2, lid 1, bedoelde rechtsinstrumenten heeft de Republiek Moldavië bij de dagelijkse leiding van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als de aan de operatie deelnemende lidstaten van de Europese Unie.

7.   Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU. Zo nodig neemt de betrokken nationale autoriteit tuchtrechtelijke maatregelen.

8.   De Republiek Moldavië benoemt een contactpersoon voor het nationaal contingent (National Contingent Contact Point — „NPC”) om haar nationaal contingent in de operatie te vertegenwoordigen. De NPC rapporteert over nationale aangelegenheden aan het hoofd van de missie en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

9.   Het besluit om de operatie te beëindigen wordt door de Europese Unie genomen na overleg met de Republiek Moldavië, voor zover de Republiek Moldavië nog bijdraagt aan de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU op het ogenblik dat de operatie wordt beëindigd.

Artikel 7

Financiële aspecten

1.   Onverminderd artikel 8 draagt de Republiek Moldavië alle kosten in verband met haar deelname aan de operatie, afgezien van de lopende kosten als omschreven in de operationele begroting van de operatie.

2.   In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke personen of rechtspersonen van de staat/de staten waar de operatie wordt uitgevoerd, betaalt de Republiek Moldavië, wanneer haar aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden van de in artikel 3, lid 1, bedoelde overeenkomst over de status van de missie.

Artikel 8

Bijdragen in de operationele begroting

1.   De Republiek Moldavië draagt bij aan de financiering van de operationele begroting van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU.

2.   Deze bijdrage aan de operationele begroting wordt berekend volgens de onderstaande formule die het laagste bedrag oplevert:

a)

het gedeelte van het referentiebedrag dat evenredig is met de verhouding tussen het bni van de Republiek Moldavië en het totale bni van alle staten die bijdragen aan de operationele begroting van de operatie; of

b)

het gedeelte van het referentiebedrag voor de operationele begroting dat evenredig is met de verhouding tussen het aantal personeelsleden van de Republiek Moldavië dat aan de operatie deelneemt en het totale aantal personeelsleden van alle staten die aan de operatie deelnemen.

3.   Niettegenstaande het bepaalde in de leden 1 en 2 levert de Republiek Moldavië geen bijdrage aan de financiering van de dagvergoedingen die worden uitbetaald aan het personeel uit de lidstaten van de Europese Unie.

4.   Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 stelt de Europese Unie in beginsel de Republiek Moldavië vrij van financiële bijdragen aan een bepaalde civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU wanneer:

a)

de Europese Unie besluit dat de Republiek Moldavië een aanzienlijke bijdrage levert die essentieel is voor deze operatie; of

b)

de Republiek Moldavië een bni per hoofd van de bevolking heeft dat niet groter is dan dat van enige lidstaat van de Europese Unie.

5.   Het hoofd van de missie en de bevoegde bestuurlijke autoriteiten van de Republiek Moldavië ondertekenen een regeling over de betaling van de bijdragen van de Republiek Moldavië aan de operationele begroting van de civiele crisisbeheersingsoperatie van de EU. Die regeling bevat onder meer onderstaande bepalingen:

a)

het betrokken bedrag,

b)

de regelingen voor de betaling van de financiële bijdrage,

c)

de auditprocedure.

DEEL III

BEPALINGEN INZAKE DE DEELNAME AAN MILITAIRE CRISISBEHEERSINGSOPERATIES

Artikel 9

Deelname aan de militaire crisisbeheersingsoperaties van de EU

1.   De Republiek Moldavië draagt er zorg voor dat haar troepen en haar personeel die aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU deelnemen, hun taak uitoefenen overeenkomstig:

a)

het besluit van de Raad en latere wijzigingen als bedoeld in artikel 2, lid 1,

b)

het operatieplan,

c)

de uitvoeringsmaatregelen.

2.   Het door de Republiek Moldavië gedetacheerde personeel laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn gedrag uitsluitend leiden door het belang van de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU.

3.   De Republiek Moldavië brengt de operationeel commandant van de EU te gelegener tijd op de hoogte van wijzigingen in haar deelname aan de operatie.

Artikel 10

Commandostructuur

1.   Alle aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU deelnemende troepen en personeelsleden blijven volledig onder bevel van hun nationale autoriteiten.

2.   De nationale autoriteiten dragen het operationeel en tactisch bevel, dan wel het operationeel en tactische toezicht over hun troepen en personeelsleden, over aan de operationeel commandant van de EU, die het recht heeft zijn gezag te delegeren.

3.   De Republiek Moldavië heeft bij de dagelijkse leiding van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als de deelnemende lidstaten van de Europese Unie.

4.   De operationeel commandant van de EU kan te allen tijde, na overleg met de Republiek Moldavië, om de terugtrekking van de bijdrage van de Republiek Moldavië verzoeken.

5.   De Republiek Moldavië benoemt een hoge militaire vertegenwoordiger (HMV) om haar nationale contingent in de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU te vertegenwoordigen. De HMV overlegt met de commandant van de EU-troepenmacht over alle aangelegenheden die van invloed zijn voor de operatie, en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent van de Republiek Moldavië.

Artikel 11

Financiële aspecten

1.   Onverminderd artikel 12 van deze overeenkomst draagt de Republiek Moldavië alle kosten in verband met haar deelname aan de operatie, tenzij de kosten vallen onder de gemeenschappelijke financiering in de zin van de in artikel 2, lid 1, bedoelde rechtsinstrumenten en Besluit 2011/871/GBVB van de Raad van 19 december 2011 tot instelling van een mechanisme voor het beheer van de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de operaties van de Europese Unie die gevolgen hebben op militair of defensiegebied (Athena) (2).

2.   In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke personen of rechtspersonen van de staat/de staten waar de operatie wordt uitgevoerd, betaalt de Republiek Moldavië, wanneer haar aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden van de in artikel 3, lid 1, bedoelde overeenkomst over de status van de troepen.

Artikel 12

Bijdragen aan de gemeenschappelijke kosten

1.   De Republiek Moldavië draagt bij aan de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU.

2.   Deze bijdrage aan de gemeenschappelijke kosten wordt berekend volgens de onderstaande formule die het laagste bedrag oplevert:

a)

het gedeelte van de gemeenschappelijke kosten dat evenredig is met de verhouding tussen het bni van de Republiek Moldavië en het totale bni van alle staten die bijdragen aan de gemeenschappelijke kosten van de operatie; of

b)

het gedeelte van de gemeenschappelijke kosten dat evenredig is met de verhouding tussen het aantal personeelsleden van de Republiek Moldavië dat aan de operatie deelneemt en het totale aantal personeelsleden van alle staten die aan de operatie deelnemen.

Bij de berekening volgens de eerste alinea van dit lid, onder b), wordt, wanneer de Republiek Moldavië alleen personeel bijdraagt aan het operationeel hoofdkwartier of alleen aan het hoofdkwartier van de troepenmacht, uitgegaan van de verhouding tussen haar personeel en het totale personeel van het hoofdkwartier. In de andere gevallen is de verhouding die tussen het totale door de Republiek Moldavië bijgedragen personeel en het totale personeel van de operatie.

3.   Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 stelt de Europese Unie in beginsel de Republiek Moldavië vrij van financiële bijdragen aan de gemeenschappelijke kosten van een bepaalde militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU wanneer:

a)

de Europese Unie besluit dat de Republiek Moldavië een aanzienlijke bijdrage levert in middelen en/of vermogens die essentieel zijn voor de operatie; of

b)

de Republiek Moldavië een bni per hoofd van de bevolking heeft dat niet groter is dan dat van enige lidstaat van de Europese Unie.

4.   Er wordt een overeenkomst gesloten tussen de beheerder die is genoemd in Besluit 2011/871/GBVB van de Raad en de bevoegde bestuurlijke autoriteiten van de Republiek Moldavië. Die overeenkomst bevat onder meer bepalingen over:

a)

het betrokken bedrag,

b)

de regelingen voor de betaling van de financiële bijdrage,

c)

de auditprocedure.

DEEL IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 13

Regelingen voor de uitvoering van de overeenkomst

Onverminderd artikel 8, lid 5, en artikel 12, lid 4, worden de voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke technische en administratieve regelingen getroffen door de bevoegde instanties van de EU en de bevoegde autoriteiten van de Republiek Moldavië.

Artikel 14

Niet-naleving

Indien een van de partijen de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst niet nakomt, heeft de andere partij het recht om deze overeenkomst schriftelijk te beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand.

Artikel 15

Geschillenbeslechting

Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden langs diplomatieke weg tussen de partijen opgelost.

Artikel 16

Inwerkingtreding

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de wederzijdse kennisgeving van de partijen dat de voor de inwerkingtreding noodzakelijke interne juridische procedures zijn afgerond.

2.   Deze overeenkomst wordt op gezette tijden geëvalueerd.

3.   Deze overeenkomst kan worden gewijzigd op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de partijen. De wijzigingen treden in werking overeenkomstig de in lid 1 bedoelde procedure.

4.   Deze overeenkomst kan door één partij worden opgezegd door schriftelijke kennisgeving van opzegging aan de andere partij. De opzegging treedt in werking zes maanden na de ontvangst van de kennisgeving door de andere partij.

Gedaan te Brussel, de dertiende december tweeduizend twaalf, in de Engelse taal in twee exemplaren.

Voor de Europese Unie

Voor de Republiek Moldavië


(1)  PB L 141 van 27.5.2011, blz. 17.

(2)  PB L 343 van 23.12.2011, blz. 35.

TEKST VOOR VERKLARINGEN

Tekst voor de lidstaten van de EU

„De lidstaten van de EU die een besluit van de Raad van de EU uitvoeren inzake een crisisbeheersingsoperatie van de EU waaraan de Republiek Moldavië deelneemt, zullen ernaar streven, voor zover hun nationale rechtsstelsel dit toelaat, zo veel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen de Republiek Moldavië wegens lichamelijk letsel of dood van hun personeel of schade aan of verlies van de middelen die hun eigendom zijn en die door de crisisbeheersingsoperatie zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel van de Republiek Moldavië werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de crisisbeheersingsoperatie van de EU, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag;

of voortvloeit uit het gebruik van middelen van de Republiek Moldavië, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de operatie en er bij het gebruik van die middelen geen sprake was van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van uit de Republiek Moldavië afkomstig personeel van de crisisbeheersingsoperatie van de EU.”.

Tekst voor de Republiek Moldavië

„De Republiek Moldavië zal er bij het uitvoeren van een besluit van de Raad van de EU betreffende een crisisbeheersingsoperatie van de EU naar streven, voor zover haar nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk af te zien van schadevorderingen tegen een andere aan de crisisbeheersingsoperatie van de EU deelnemende staat wegens lichamelijk letsel of dood van haar personeel of schade aan of verlies van de middelen die haar eigendom zijn en die door de crisisbeheersingsoperatie van de EU zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de crisisbeheersingsoperatie van de EU, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag; of

voortvloeit uit het gebruik van middelen die eigendom zijn van aan de crisisbeheersingsoperatie van de EU deelnemende landen, op voorwaarde dat deze middelen ten behoeve van de operatie werden gebruikt, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het personeel van de crisisbeheersingsoperatie van de EU dat deze middelen gebruikte.”.


Top