EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012L0003

Richtlijn 2012/3/EU van de Commissie van 9 februari 2012 tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde bendiocarb als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen Voor de EER relevante tekst

PB L 37 van 10.2.2012, p. 65–67 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2013; opgeheven door 32012R0528

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2012/3/oj

10.2.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 37/65


RICHTLIJN 2012/3/EU VAN DE COMMISSIE

van 9 februari 2012

tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde bendiocarb als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (1), en met name artikel 16, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 betreffende de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden (2) bedoelde tienjarige werkprogramma is een lijst vastgesteld van werkzame stoffen die met het oog op een mogelijke opneming daarvan in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG dienen te worden beoordeeld. Bendiocarb is in die lijst opgenomen.

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1451/2007 is bendiocarb overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG beoordeeld voor gebruik in productsoort 18 (insecticiden, acariciden en producten voor de bestrijding van andere geleedpotigen), zoals gedefinieerd in bijlage V bij die richtlijn.

(3)

Het Verenigd Koninkrijk is als rapporterende lidstaat aangewezen en heeft het verslag van de bevoegde instantie samen met een aanbeveling overeenkomstig artikel 14, leden 4 en 6, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 op 1 april 2008 bij de Commissie ingediend.

(4)

Het verslag van de bevoegde instantie is door de lidstaten en de Commissie getoetst. Overeenkomstig artikel 15, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 zijn de conclusies van de toetsing door het Permanent Comité voor biociden op 22 september 2011 in een beoordelingsverslag opgenomen.

(5)

Uit de onderzoeken blijkt dat van biociden die als insecticiden, acariciden en producten voor de bestrijding van andere geleedpotigen worden gebruikt en bendiocarb bevatten, kan worden verwacht dat ze aan de eisen van artikel 5 van Richtlijn 98/8/EG voldoen. Bijgevolg moet bendiocarb in bijlage I bij die richtlijn worden opgenomen.

(6)

Op EU-niveau zijn niet alle mogelijke toepassingen beoordeeld. Bij de beoordeling is bijvoorbeeld alleen het professionele gebruik getoetst en niet de rechtstreekse toepassing op de bodem of de toepassing op voedings- of voedermiddelen of op oppervlakken die in contact komen met voedings- of voedermiddelen. Daarom is het passend dat de lidstaten de toepassings- of blootstellingsscenario's en de risico's beoordelen voor bevolkingsgroepen en milieucompartimenten die bij de risicobeoordeling op het niveau van de Unie niet op een representatieve wijze aan bod zijn gekomen, en dat zij er bij de verlening van toelatingen voor producten zorg voor dragen dat passende maatregelen worden genomen of specifieke voorwaarden worden opgelegd om de gesignaleerde risico's tot een aanvaardbaar niveau te beperken.

(7)

Gezien de vastgestelde risico's voor het aquatische milieu wanneer behandelde oppervlakken nat gereinigd worden, met emissies van een zekere omvang naar oppervlaktewateren als gevolg, is het passend te bepalen dat producten, anders dan voor de behandeling van scheuren, spleten of vlekken, niet worden toegelaten voor toepassing op oppervlakken die wellicht vaak nat worden gereinigd, tenzij gegevens worden overgelegd die aantonen dat het product aan de eisen van zowel artikel 5 van als bijlage VI bij Richtlijn 98/8/EG zal voldoen, indien nodig door toepassing van passende risicobeperkende maatregelen.

(8)

Gezien de gesignaleerde risico’s voor de gezondheid van de mens, is het passend te eisen dat bij de toepassing van voor industrieel of professioneel gebruik toegelaten producten passende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, tenzij in de aanvraag tot toelating van het product het bewijs wordt geleverd dat de risico’s voor de industriële of professionele gebruiker op een andere wijze tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden gereduceerd.

(9)

Gezien de potentiële risico’s voor honingbijen, is het passend te eisen dat in voorkomend geval maatregelen worden genomen om de toegang van foeragerende bijen tot behandelde nesten te voorkomen door de raten te verwijderen of de toegangen tot het nest te blokkeren.

(10)

De bepalingen van deze richtlijn dienen in alle lidstaten tegelijkertijd te worden toegepast teneinde op de markt van de Unie een gelijke behandeling van biociden die als werkzame stof bendiocarb bevatten, te waarborgen en tevens het goede functioneren van de markt voor biociden in het algemeen te vergemakkelijken.

(11)

Er dient een redelijke periode te verstrijken voordat een werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 98/8/EG wordt opgenomen, teneinde de lidstaten en de betrokken partijen de gelegenheid te geven om zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen die dit meebrengt, te voldoen en ervoor te zorgen dat aanvragers die dossiers hebben samengesteld, volledig kunnen profiteren van de periode van tien jaar voor gegevensbescherming die overeenkomstig artikel 12, lid 1, onder c), ii), van Richtlijn 98/8/EG op de datum van opneming ingaat.

(12)

Na de opneming moeten de lidstaten over een redelijke termijn beschikken voor de tenuitvoerlegging van artikel 16, lid 3, van Richtlijn 98/8/EG.

(13)

Richtlijn 98/8/EG moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(14)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Richtlijn 98/8/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 31 januari 2013 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 februari 2014.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 9 februari 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1.

(2)  PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3.


BIJLAGE

Aan bijlage I bij Richtlijn 98/8/EG wordt de volgende vermelding toegevoegd:

Nr.

Triviale naam

IUPAC-naam

Identificatienummers

Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht

Datum van opneming

Termijn voor de naleving van artikel 16, lid 3 (behalve voor producten die meer dan één werkzame stof bevatten; in dat geval is de termijn voor de naleving van artikel 16, lid 3, de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van de werkzame stoffen daarvan)

Datum waarop de opneming verstrijkt

Productsoort

Specifieke bepalingen (1)

„53

bendiocarb

2,2-dimethyl-1,3-benzodioxol-4-yl methylcarbamaat

CAS-nr.: 22781-23-3

EC-nr.: 245-216-8

970 g/kg

1 februari 2014

31 januari 2016

31 januari 2024

18

Bij de risicobeoordeling op EU-niveau zijn niet alle mogelijke toepassingen beoordeeld maar bijvoorbeeld alleen de professionele toepassing en is niet gelet op het contact van het product met voedings- of voedermiddelen en de rechtstreekse toepassing op de bodem. Wanneer de lidstaten een aanvraag tot toelating van een product beoordelen overeenkomstig artikel 5 en bijlage VI, beoordelen zij, voor zover dit voor het product in kwestie relevant is, de toepassingen of blootstellingsscenario's en de risico's voor bevolkingsgroepen en milieucompartimenten die bij de risicobeoordeling op het niveau van de Unie niet op een representatieve wijze aan bod zijn gekomen.

De lidstaten zorgen ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld:

 

Anders dan voor de behandeling van scheuren, spleten of vlekken, worden de producten niet gebruikt voor de behandeling van oppervlakken die wellicht vaak nat gereinigd worden, tenzij gegevens zijn overgelegd die aantonen dat het product aan de eisen van artikel 5 en bijlage VI zal voldoen, indien nodig door toepassing van passende risicobeperkende maatregelen.

 

Voor industrieel of professioneel gebruik toegelaten producten moeten met afdoende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, tenzij in de aanvraag tot toelating van het product kan worden aangetoond dat de risico’s voor industriële of professionele gebruiker op andere manieren tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt.

 

In voorkomend geval worden maatregelen genomen om de toegang van foeragerende bijen tot behandelde nesten te voorkomen door de raten te verwijderen of de toegangen tot het nest te blokkeren.”.


(1)  Met het oog op de toepassing van de gemeenschappelijke beginselen van bijlage VI zijn de inhoud en de conclusies van de beoordelingsverslagen beschikbaar op de website van de Commissie: http://ec.europa.eu/comm/environment/biocides/index.htm.


Top