Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0737

    2012/737/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 27 november 2012 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 82/894/EEG van de Raad inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 8518) Voor de EER relevante tekst

    PB L 329 van 29.11.2012, p. 19–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/04/2021; stilzwijgende opheffing door 32016R0429

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2012/737/oj

    29.11.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 329/19


    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

    van 27 november 2012

    tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 82/894/EEG van de Raad inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 8518)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2012/737/EU)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 82/894/EEG van de Raad van 21 december 1982 inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap (1), en met name artikel 5, lid 2, eerste en tweede streepje,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Richtlijn 82/894/EEG inzake de melding van dierziekten in de Unie bevat de criteria voor de melding van dierziekten waarvan de aanwezigheid door de getroffen lidstaat aan de Commissie en de andere lidstaten moet worden gemeld.

    (2)

    In de lijst van ziekten die moeten worden gemeld bij de Commissie en bij de andere lidstaten van bijlage I bij Richtlijn 82/894/EEG is paardenencefalomyelitis opgenomen onder de ziekten bij landdieren, zonder onderscheid van de verschillende vormen. Voor de duidelijkheid en om in het belang van de diergezondheid of de volksgezondheid deugdelijke informatie over de ziekteverwekker te verstrekken, moeten de verschillende vormen van paardenencefalomyelitis in deze bijlage uitdrukkelijk worden vermeld.

    (3)

    Voorts hebben de meeste lidstaten de ziekten rabiës, miltvuur, rundertuberculose, runderbrucellose, endemische runderleukose en schapen- en geitenbrucellose in verregaande mate uitgeroeid. Daardoor zijn haarden van deze ziekten in grote gebieden van de Unie zeldzamer geworden. Voortaan moeten de haarden aan de Commissie en de andere lidstaten worden gemeld. Deze ziekten moeten daarom in bijlage I worden opgenomen.

    (4)

    Om administratieve belasting te voorkomen, volstaan onder bepaalde voorwaarden voor primaire haarden wekelijkse meldingen en voor secundaire haarden maandelijkse meldingen van de bovengenoemde ziekten.

    (5)

    Bepaalde lidstaten en regio’s daarvan zijn voor niet-exotische ziekten zoals rundertuberculose, runderbrucellose, endemische runderleukose of schapen- en geitenbrucellose nog niet officieel ziektevrij zoals bepaald in Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (2) en in Richtlijn 91/68/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (3). Om een onevenredig aantal meldingen te voorkomen, mag het melden van haarden van de bovengenoemde ziekten in niet-ziektevrije lidstaten niet worden verplicht.

    (6)

    In de toekomst zullen meldingen betreffende dierziekten aan de Commissie en aan het wereldwijde informatiesysteem voor diergezondheid van de Werelddiergezondheidsorganisatie (hierna „OIE” genoemd) in één systeem (het informatiesysteem voor dierziekten, Animal Disease Information System of ADIS) worden ingevoerd. Daarom moet in bijlage I bij Richtlijn 82/894/EEG, waar mogelijk, dezelfde terminologie als die van het OIE worden gebruikt.

    (7)

    Voor de aanwezigheid van laagpathogene aviaire influenza bij wilde vogels is reeds een onlinemeldsysteem opgericht. Daarom moet in het geval van aviaire influenza uitdrukkelijk worden vermeld dat voor haarden van hoogpathogene aviaire influenza bij pluimvee, in gevangenschap levende vogels of wilde vogels een meldingsplicht moet bestaan, terwijl voor haarden van laagpathogene aviaire influenza er slechts bij pluimvee en bij in gevangenschap levende vogels een meldingsplicht moet bestaan.

    (8)

    Het epizoötisch ulceratief syndroom is geschrapt uit de lijst van exotische ziekten in deel II van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (4) bij Uitvoeringsrichtlijn 2012/31/EU van de Commissie van 25 oktober 2012 tot wijziging van bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de lijst van voor virale hemorragische septikemie gevoelige vissoorten en de schrapping van het epizoötisch ulceratief syndroom uit de lijst van ziekten (5). Daarom moet de ziekte eveneens uit bijlage I bij Richtlijn 82/894/EEG worden geschrapt.

    (9)

    De bijlagen I en II bij Richtlijn 82/894/EEG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (10)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlagen I en II bij Richtlijn 82/894/EEG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 2

    Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2013.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 27 november 2012.

    Voor de Commissie

    Maroš ŠEFČOVIČ

    Vicevoorzitter


    (1)  PB L 378 van 31.12.1982, blz. 58.

    (2)  PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64.

    (3)  PB L 46 van 19.2.1991, blz. 19.

    (4)  PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14.

    (5)  PB L 297 van 26.10.2012, blz. 26.


    BIJLAGE

    De bijlagen I en II bij Richtlijn 82/894/EEG worden als volgt gewijzigd:

    1)

    Bijlage I wordt vervangen door:

    „BIJLAGE I

    Ziekten waarvoor een aangifteplicht bestaat

    A.   Ziekten bij landdieren

     

    Lijst A.1:

    Paardenpest

    Afrikaanse varkenspest

    Miltvuur

    Aviaire influenza (HPAI bij pluimvee, in gevangenschap levende vogels en wilde vogels en LPAI bij pluimvee en in gevangenschap levende vogels)

    Bluetongue

    Boviene spongiforme encefalopathie

    Klassieke varkenspest

    Besmettelijke boviene pleuropneumonie

    Dourine

    Paardenencefalomyelitis van de volgende vormen:

    Oosterse paardenencefalomyelitis,

    Japanse encefalitis,

    Venezolaanse paardenencefalomyelitis,

    Westnijlkoorts,

    Westerse paardenencefalomyelitis.

    Infectieuze anemie bij paarden

    Mond-en-klauwzeer

    Kwade droes

    Besmettelijke nodulaire dermatose (lumpy skin disease)

    Ziekte van Newcastle

    Pest van kleine herkauwers (Peste des petits ruminants)

    Rabiësinfectie

    Riftdalkoorts

    Runderpest

    Schapen- en geitenpokken

    Kleinebijenkastkeverplaag (Aethina tumida)

    Vesiculaire varkensziekte

    Tropilaelapsplaag bij honingbijen

    Vesiculaire stomatitis

     

    Lijst A.2:

    Runderbrucellose

    Rundertuberculose

    Endemische runderleukose

    Schapen- en geitenbrucellose (met uitzondering van Brucella ovis)

    B.   Ziekten bij aquacultuurdieren

    Epizoötische hematopoëtische necrose

    Infectieuze hematopoëtische necrose

    Infectieuze zalmanemie

    Besmetting met Perkinsus marinus

    Besmetting met Microcytos mackini

    Besmetting met Marteilia refringens

    Besmetting met Bonamia ostreae

    Besmetting met Bonamia exitiosa

    Koiherpesvirus

    Taurasyndroom

    Virale hemorragische septikemie

    Wittevlekkensyndroom

    Yellowheadziekte”.

    2)

    Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    punt C wordt vervangen door:

    „C.

    In het geval van ziekten bij landdieren zoals vermeld in bijlage I, onder A.2:

    de bevestiging van haarden, besmettingen of aanwezigheid van de ziekteverwekker in een beslag zoals bedoeld in de bijlagen A en D bij Richtlijn 64/432/EEG of op bedrijven zoals bedoeld in bijlage A bij Richtlijn 91/68/EEG van de Raad (1), of de intrekking van de officiële ziektevrije status van een beslag of een bedrijf op basis van een laboratoriumonderzoek of epidemiologisch onderzoek zoals bedoeld in de bijlagen A en D bij Richtlijn 64/432/EEG of in bijlage A bij Richtlijn 91/68/EEG in een lidstaat of een regio daarvan die overeenkomstig deze richtlijnen officieel ziektevrij is en niet uit epidemiologisch oogpunt in verband kan worden gebracht met een vroegere haard, moet worden aangegeven als een primaire haard, zoals bepaald in artikel 2, onder d), en moet binnen een week aan de Commissie en de lidstaten worden gemeld;

    andere bevestigingen van haarden, besmettingen of aanwezigheid van de ziekteverwekker of de intrekking van de officiële ziektevrije status van een beslag of een bedrijf op basis van een laboratoriumonderzoek of een epidemiologisch onderzoek zoals bedoeld in de bijlagen A en D bij Richtlijn 64/432/EEG of in bijlage A bij Richtlijn 91/68/EEG in een lidstaat of regio daarvan die overeenkomst deze richtlijnen officieel ziektevrij is, moet worden aangegeven als een secundaire haard overeenkomstig artikel 4, lid 1, van deze richtlijn;

    secundaire haarden moeten maandelijks bij de Commissie en de lidstaten worden gemeld;

    bij rundertuberculose, runderbrucellose en schapen- en geitenbrucellose moet, indien bekend, tevens de benaming van de ziekteverwekker in de aangifte worden opgenomen.

    b)

    het volgende punt wordt toegevoegd:

    „D.

    In het geval van ziekten bij aquacultuurdieren zoals vermeld in bijlage I, onder B:

    bevestigingen van haarden van exotische ziekten en van haarden van niet-exotische ziekten in voordien ziektevrije lidstaten, gebieden of compartimenten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2006/88/EG (2) moeten als primaire haarden worden gemeld;

    andere haarden dan de in het eerste streepje bedoelde moeten overeenkomstig artikel 4, lid 1, als secundaire haarden worden gemeld;

    secundaire haarden moeten maandelijks bij de Commissie en de lidstaten worden gemeld. De naam en een beschrijving van het gebied of compartiment moeten in de aangifte worden opgenomen.


    (1)  PB L 46 van 19.2.1991, blz. 19.”;

    (2)  PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14.”.


    Top